30 november 2009

Verslag debatavond SGP te Zeist

Afgelopen vrijdag hebben we een SGP-debat bijgewoond.
Per auto met 2 conservatieve vrienden afgereisd naar Zeist en ook nieuwe mensen (bekend van blog of twitter) ontmoet.

SGP-beleidsmedewerker Diederik van Dijk was de eerste spreker en zette de toon van de avond. Daarom een samenvatting van zijn bijdrage met wat commentaar.

Het debat was wat “tam” en er was ondanks de vele aanwezigen helaas weinig interactie met de zaal. De bal, die deze avond m.i. midden op het podium bleef liggen, werd op enkele oneliners na, niet scherp gespeeld.
Zo waren er wat voorzichtige conclusies te trekken én heeft de SGP op deze avond een fel anti-islamgeluid laten horen. Verder had de avond een beetje een "vlees noch vis –gehalte".

Van Dijk (DvD) zette in op belang van het getuigenis van Gods Woord in de politiek.

“We moeten er ons sterk voor maken, dat ons land wordt bestuurd in gehoorzaamheid aan Gods Woord.
Hoewel het in de politiek natuurlijk ook draait om het resultaat, opereert een christenpoliticus meer vanuit gehoorzaamheid aan dit Woord, dan vanuit het streven naar succes. Niet het bereikte telt, maar de trouw.”


Dit zou kunnen worden geïnterpreteerd alsof het streven naar electoraal succes niet gepaard kan gaan met gehoorzaamheid aan Gods Woord en trouw. Soms zou meer “zakelijkheid, marketing en commerce” in de politiek wenselijk zijn. Kom met een heldere, eerlijke en overtuigende boodschap middels inspirerende en charismatische mensen en sta voor je zaak. In het bedrijfsleven kom je hier ver mee. In de politiek niet minder..
In dit opzicht ontbreekt het helaas nog steeds aan realistisch pragmatisme bij de staatkundig gereformeerden. Waarom is “streven naar succes “ iets verkeerds? Alsof hard werken voor uiteindelijk 5 zetels in de Tweede Kamer geen nobel streven met een mooi resultaat zou zijn …..


DvD: Als christenpoliticus in een seculiere omgeving loop je over een smalle, eenzame weg waarbij je de publieke opinie tegen hebt. Ook vandaag geldt dat de christenpoliticus die aanzien en erkenning zoekt, tot dit belijden niet in staat is.

Dit moet niet het uitgangspunt zijn van een christenpoliticus. Je kruipt zo in een nederige slachtofferrol. Als je een minderheid vertegenwoordigt betekend dat nog niet dat je ten alle tijd alle publieke opinie tegen je hebt. Het gaat niet om eigen eer en erkenning, maar erkenning van je product, dienst of, in dit geval, Boodschap

Dit bewees Bart Jan Spruyt later in zijn bijdrage waarin hij verwees naar zijn ontmoeting met VPRO-er Wim Brands die hem een uur lang bevroeg over zijn nieuwe boek en (n.a.v. de boodschap en lifestyle van Doornenbal)en concludeerde dat het zo erg is “als je geen pijn meer voelt over wat we kwijt zijn”…. En naar het respect welke Bas van der Vlies onlangs ontving bij Pauw en Witteman en zijn authenticiteit die hij daar liet zien.

Ook de bijdrage van Amanda Kluveld in de Volkskrant, getiteld Christendom, zo gek nog niet, toont aan dat er support kan komen vanaf andere zijden.
Het zijn er geen duizenden. Maar als journalisten, opiniemakers en andere seculieren dit soort zaken gaan concluderen is de hoop (ook het kleinste beetje) nog niet verloren.
Ziet en grijpt de SGP deze dingen altijd aan?

Van Dijk benoemt vervolgens toch enkele resultaten die de SGP bereikt heeft op het gebied van antisemitisme, kinderporno enz.
Terecht merkt van Dijk op dat de overheid maar een beperkte invloed heeft op de koers van de samenleving. De cultuur bepaalt de politiek en niet andersom.Dat de kerk daarin zijn taak verzaakt en fouten maakt is een zorgelijk punt.
“Christus riep ons op om het zout der aarde te zijn, niet de zoutzakken der aarde.”, aldus Van Dijk

Helemaal eens. Hier ligt een grote taak voor de kerken en individuele christenen.

In dit licht is het echter een beetje vreemd dat Van Dijk de SGP neer gaat zetten als “de enige getuigenispartij”.

Als nu eerst de kerken eens gaan getuigen en enige eenheid proberen te creëren dan kan de SGP pragmatische haar werk gaan doen in de Kamer en kunnen christenpolitici hun persoonlijk getuigenis (als individuele christen) op gezette tijden doen laten klinken. Dat gebeurt m.i. nu ook al. De achterban in Zeist voorhouden dat men een getuigenispartij is en een kop in het RD die zegt: “Meer ruimte voor het theocratisch geluid (verslag van de avond in Zeist) doen geen recht én geen goed aan de dagelijkse praktijk van de SGP en de heersende debatcultuur.

In de categorie “beter slim gestolen dan slecht bedacht” citeert Van Dijk zonder bronvermelding ds. J.T. Doornenbal met de tekst: Als wij de wetten van Gods koninkrijk breken, breken die wetten uiteindelijk ons.

Wat betreft de houding t.o.v. de Islam gaat de SGP vanavond een harde(re) koers varen. Dat is positief te noemen.
In het verleden kroop de SGP nogal eens in dezelfde slachtofferrol als de moslims omdat men bang was dat commentaar op islamitisch onderwijs als een boemerang naar het christelijk onderwijs zou terugkeren.

In het debat komen dan ook vragen of de SGP niet juist moet samenwerken met moslims voor bijvoorbeeld het behoud van artikel 23.
Van Dijk durft hierop zelfs de stelling te deponeren liever de Paus te horen over deze kwestie dan ds. W. Visscher. (Visscher is predikant in de Ger.Gem. te Amersfoort en opperde enkele jaren geleden om samen met de moslims te strijden tegen de secularisatie).

Van Dijk zegt dat “andere godsdiensten niet het straatbeeld mogen gaan bepalen. Dus géén megamoskeeën, islamitische feestdagen, islamitische eedsformules of luide oproepen vanaf minaretten. En: Met belastinggeld sponsort onze overheid de indoctrinatie van kinderen met een religie die antiwesters en antichristelijk is. Dit moet ons als een gruwel in de oren klinken.

Bij een echt moderne christelijke partij gaat het niet alleen, zelfs niet in de eerste plaats, om machtsvorming, maar om het christelijk getuigenis. Hoe meer wij dit besef verliezen, hoe meer wij in de politiek wereldgelijkvormig worden.
Dat moeten ook SGP’ers in hun oren knopen. De SGP is een voluit christelijke partij. Niet christelijk-rechts, niet christelijk-conservatief, niet christelijk-sociaal of christelijk-groen, maar christelijk ‘zonder meer’. Take it or leave it.


Kortom, een SGP lezing waar elke SGP-er zijn of haar kant mee op kan.
Een getuigenispartij…
Is dat wat de partij toekomst kan bieden in het seculiere debat? Ik betwijfel het. De kerken lukt het al niet laat staan een politieke partij.
De kerken en individuele christenen zijn nu eerst aan zet. En die moeten ruimte krijgen van de overheid. En voor die ruimte van Christelijke vrijheid en belijdenis moet een politieke partij strijden.

Een helderder Islam-standpunt?
Dat is de SGP-winst van deze week.
Het was afgelopen dagen ook al te vernemen van Van der Staaij en Van der Vlies in de kamerdebatten.


dr. Van den Belt.

Vervolgens was er een interessante lezing van dr. H. van den Belt welke voornamelijk wees op de taak en roeping van de kerk. De kerk heeft geen roeping om de zuil te beschermen.
Hij riep op om ons niet te verschuilen achter de kerkelijke verdeeldheid en te stoppen met het mantra “wie zou niet wenen”.
Een bewerking van de lezing van dr. Van den Belt kunt u hier lezen

dr. Bart Jan Spruyt
De lezing van Spruyt spitste zich toe op het geluid uit de samenleving.
Hij benadrukte dat het meer gaat om de actuele vraag “hoeveel ruimte krijgen wij als christenen nog, dan om de vraag hoeveel ruimte wij andere gunnen".
Er zijn 4 reacties waar te nemen. Twee positieve en twee negatieve.
De negatieve zijn:
• de devaluatie van de democratie en het verval naar een ochlocratie waar de massa regeert en het volk een grote leider zoekt.
• Het gelijkheidsdenken (iedereen is gelijk: mens dier etc.), de enorme individuele ambities van mensen en de redenering dat “de overheid overal voor moet zorgen”.

De positieve zijn:
• mensen die een vaag besef hebben van : “dit gaat niet goed”. Mensen die Spruyt herkend in de hierboven al genoemd Ephimenco, de VPRO journalist Wim Brands en in zijn nieuwste column , Amanda Kluveld.
• Het politieke gat wat opgevuld kan worden met een “rechts, fatsoenlijk en op christendom en christelijke traditie gestoelde politiek”.
tot zover Spruyt.

Het laatste wil ik dan graag Christelijk Conservatisme noemen. Een christelijke "leitkultur" zal de politiek moeten nastreven.
Iets wat mogelijk moet zijn vanuit de SGP, maar wat Diederik van Dijk helaas (nog) niet ziet zitten…..

26 november 2009

Van den Belt en Theocratie

Vandaag in het RD een interview met dr. H. van den Belt over Calvijn, Godsdienstvrijheid en Theocratie.
Dit n.a.v. zijn boek, getiteld ”De Messiaanse kus", welke morgenavond in Zeist zal worden gepresenteerd.

Zeer interessante ontwikkeling.
Grote vraag is nu:
Is dit de private mening van Van den Belt of wordt dit de lijn van het hoofdbestuur van de SGP?

Morgenavond gaan we het beluisteren in Zeist op een avond met als thema "Roepen in de woestijn!?

Sprekers:

'Een theocratische stem in de politiek'
mr. D.J.H. van Dijk, beleidsmedewerker
Tweede Kamerfractie SGP


'De getuigende stem van de kerk'
dr. H. van den Belt, docent gereformeerde godgeleerdheid
aan de Universiteit Utrecht en lid hoofdbestuur SGP


'Het antwoord van de samenleving'
dr. B.J. Spruyt, conservatief denker en columnist

klik hier voor aankondiging




.

Het christelijk fundament onder onze democratie (D.J. Nijsink, MA)

Precies een week geleden, toen ik mijn plaats in de Pauluskerk bij arabist Hans Jansen had ingenomen, werd op hetzelfde moment in Pijnacker-Nootdorp een andere boeiende lezing gehouden.
Een lezing over democratie, de SGP en een christelijk conservatieve kans.
Een lezing met een rijke inhoud over de situatie waarin land, volk en SGP verkeerd. En waar mogelijkheden liggen voor de SGP.
Een conservatieve SGP-er die op een positief-kritische wijze de partij en haar achterban een spiegel voorhoudt.

Niemand minder dan SGP jeugdwerkadviseur Dirk Jan Nijsink was de schrijver én vertolker van deze boodschap, waarmee- zo heb ik me laten vertellen- door alle aanwezigen in Pijnacker van harte werd ingestemd.

Wanneer komen de volgende prominente SGP-ers met zo'n eerlijke en duidelijke boodschap?

NB
Dat lange blogs niet worden gelezen is bekend. Voor één keer maak ik een uitzondering. Speciaal voor de liefhebbers de gehele lezing op deze blog.




Lezing Pijnacker-Nootdorp
Dirk-Jan Nijsink, MA.
Donderdag 19 november 2009


Geacht bestuur, beste vrienden,

Zonder het christendom is Nederland ten dode opgeschreven. Herstel van de orde, het behoud voor chaos, ligt in het aloude christendom, waarop onze Nederlandse democratische rechtsstaat gebouwd is. Zoals het Reveil (1815-1865) in de negentiende eeuw als intellectuele christelijke beweging de samenleving beïnvloedde zo moeten we als conservatieve christenen, die maatschappelijk betrokken zijn, ons dit gedachtegoed eigen maken. En het verhaal door vertellen. Het liefst buiten de politiek.
(…)

“Het christelijk fundament onder onze democratie”

Ik wil dit graag uitwerken in drie punten, ik zal ze kort noemen:

1. De democratische rechtsstaat en het gevaar van ochlocratie -
een weergave van de huidige politieke cultuur (chaos)
2. Staatkundig Gereformeerde politiek in onstuimig vaarwater
3. Een christelijk conservatieve kans

De democratische rechtsstaat en het gevaar van ochlocratie - een weergave van de huidige politieke cultuur

Iedereen heeft een oordeel over de politiek en er is bijna niemand die zegt: “zoals het nu gaat, gaat het goed en in elk geval beter dan vroeger”. Een veel gehoorde klacht gaat over de onoverbrugbare kloof tussen de burgers en “Den Haag”. Iedereen kan zich wat bij deze kritiek voorstellen, terecht of onterecht. Veel mensen zeggen dat de politiek niets doet. ‘Den Haag’ heeft een negatieve klank. Maar is de ‘grote kloof’ tussen kiezer en Kamer een probleem?
Veel mensen praten over het “probleem Wilders”. Jacques Monasch, communicatie en campagnestrateeg en betrokken bij diverse campagnes van de PvdA, heeft in de Volkskrant duidelijk gemaakt hoe Wilders slim gebruik maakt van anderen. Wat opvalt is de verharding en het verlies van fatsoen in de politiek. Het is een zootje in de Kamer. Denk alleen al aan de woorden die gesproken worden, de persoonlijke aanvallen. De massa regeert over de verscheidenheid en politici werken mee aan verdergaande gelijkheid.
Er is langzamerhand iets aan het ontstaan wat écht zorgelijk is - nee, het is geen vrolijke boodschap die ik breng. Ik kan dit illustreren met een uitspraak van een zekere dr. H. Blink (geoloog) die in 1932 zegt: “wij hebben teveel uit het oog verloren, dat er elementen van hogere opvoeding nodig zijn voor de toekomst van het volk. Ook in het met zogenaamde cultuur en wetenschap volgepropte West-Europa is een tekort aan geestelijke zin en morele kracht bij de mensen.” Hier zijn we bij een groot probleem gekomen. In Nederland zijn we gaan geloven in de kracht van onze democratische rechtsstaat zelf, ik denk hierbij aan partijen als D66, waar de democratie een doel in zichzelf wordt. We verwachten dat mensen daar wat mee hebben, maar de democratische rechtsstaat, hoe belangrijk ook, is in zichzelf een grijze muis. Want, de belangrijkste gedragregels staan niet in het wetboek. De belangrijkste regels om de democratische rechtsstaat gezond te houden en de sociale orde te bewaren zijn ongeschreven wetten, morele plichten en gedragregels.
Zonder een goede basis van ongeschreven wetten en morele plichten, die in het christendom te vinden zijn en waarop onze democratie gebouwd is, vervalt democratie al snel. In een democratie heeft ook de minderheid een stem, maar veel mensen en politici interpreteren democratie als: de meerderheid beslist. Tirannie van de meerderheid ligt altijd op de loer in een democratie. Alexis de Tocqueville (1805-1859), een bekend Frans filosoof, zag het al als zijn taak om de democratie in goede banen te leiden, door te voorkomen dat de negatieve effecten van democratie niet de boventoon gaan voeren.

Iedereen zal hier weleens van Guillaume Groen van Prinsterer (1801-1876) hebben gehoord, ‘Groen’ zoals hij wel semi-nonchalant genoemd wordt. Groen is een negentiende-eeuws staatsman. Hij is de grondlegger van de antirevolutionaire stroming in Nederland, de grondlegger van christelijke politiek. Hij schreef vanuit een zeker conservatisme. Hij was een erudiet man. Eigenlijk is veel van zijn werk terug te voeren tot één zin, verwoord door de Utrechtse hoogleraar C. Gerretson: “het exces van de democratie, de consequentie toepassing van het beginsel der volkssoevereiniteit leidt eerst tot anarchie, later tot dictatuur”. Dit had hij niet zelf bedacht. Groen kende zijn klassieken, hij was geschoold in de klassieke filosofen. Als de massa gaat regeren is dat huiveringwekkend. In de klassieke politieke filosofie ‘ochlocratie’ genoemd: het resultaat van een verwording en degeneratie van de democratie. Voorwaarden waaronder een democratie – en wat mij betreft ook de rechtsstaat – nog goed functioneren zijn verdwenen. Het fundament van tradities, moraal en regels is afgebrokkeld. Er blijft chaos over, en in die chaos, zo houden de klassieke filosofen ons voor, gaat het volk roepen om een sterke Grote Leider die orde op zaken komt stellen.
De overeenkomsten met de Nederlandse democratie zijn aanwezig, omdat we allang het democratische beginsel absoluut hebben gemaakt. Nu vervagen ook identiteit, cultuur en moraal, doordat het christendom nabij de verdwijning lijkt, naar de mens gesproken. De gevolgen zijn dat vrijheden worden gezien als een eis aan de ander, om de vrijheid om te doen waar je zin in hebt op te eisen. Bruut! Terwijl vrijheid eigenlijk een recht is om te doen wat je moet doen. Vrijheden kennen grenzen. Nu lijkt vrijheid te ontaarden in vrijblijvendheid, vrijpostigheid, wetteloosheid, ongebondenheid, onverantwoordelijkheid. Een laatste punt is het doorgeslagen gelijkheidsdenken. Het gelijkheidsbeginsel (verwoord in artikel 1 van de Nederlandse grondwet) regeert boven de klassieke grondrechten, terwijl de laatstgenoemde oudere papieren hebben.

De verpulvering – doelbewust – van het christelijke culturele fundament onder democratie, rechtsstaat en economie is de enige oorzaak van alle actuele problemen die ons dagelijks via de krant en andere media overspoelen. De problemen in de politiek (ik denk aan het ontbreken van fatsoen, kennis, welsprekendheid), de sociale problemen (integratie, verpaupering, onfatsoen). Dit lossen we niet op met radiospotjes over ‘zonder dat we het door hebben, worden we steeds asocialer’. Met alle respect voor SIRE, maar dat is slechts symptoombestrijding.
Zo is Nederland een land met een postchristelijke cultuur geworden en dat heeft veel ernstiger gevolgen dan ook wij denken. Wat hebben we het gebed van Asaf nodig: “O God, breng ons weder, en laat Uw aanschijn lichten, zo zullen wij verlost worden.”
En nu de rust van de SGP in dit geweld…


Staatkundig Gereformeerde politiek in onstuimig vaarwater

De Staatkundig Gereformeerde Partij is de oudste partij van Nederland. Ze heeft oude papieren en staat bovendien bekend als een standvaste partij. Dat is een compliment waard. Het is niet goed als een partij veel in beweging is, of ideologische veren verliest. Het bestaan van de SGP getuigt van het christelijke verleden van ons land. De SGP is een partij van tradities en dat is mooi in een tijd waarin kostbare tradities bij het grof vuil worden gezet. Toch denk ik dat de SGP het gevaar loopt mee te gaan in gelijkheidsdenken en gemakzucht. We moeten wel blijvend rekenschap geven van de hoop die in ons is. Ik kom daar in mijn laatste punt op terug.
Misschien verwacht u het niet vanavond, maar ik wil de SGP toch een kritische spiegel voorhouden. Niet om negatief te doen, maar om mee te denken over de toekomst van de partij. De partij loopt het gevaar naar binnen gekeerd te raken en slechts achterhoedegevechten uit te voeren over interne of theologische kwesties.
De SGP heeft het niet makkelijk in een klimaat van nivellering en gelijkheidsdenken, laat dat voorop staan. Toch houdt de SGP tot op heden aardig stand. De partij staat bekend om haar deskundigheid. Van der Vlies wordt wel het staatsrechtelijk geweten van de Tweede Kamer genoemd, terwijl het gisteren opgestapte Kamerlid van de VVD, Boekestijn, mij toevertrouwde dat hij zo’n bewondering had voor Kees van der Staaij. Mooi toch? Het is goed dat we deskundig zijn, maar er kleven nadelen aan dit beeld. We zijn goed in het schrijven van nota’s. Neem de nota over islam, een pracht stukje werk. Zo heeft de SGP heel goede standpunten, zo goed zelfs dat laatst bleek dat een aanzienlijk deel van de Nederlandse bevolking bij het invullen van ‘Stemwijzer’ het advies op zijn beeldscherm krijgt om SGP te stemmen. Toch hebben we nog steeds twee zetels…
Ik wil een aantal factoren kort noemen, in de discussie kunnen we het er dan over hebben:

• De SGP is deskundig en schrijft goed beleid, maar beleid betekent nog niet dat je een inspirerend verhaal hebt. Ik heb veel waardering voor de deskundigheid. Maar de nadruk op staatsrechtelijke zuiverheid zorgt ervoor dat we wat aan profiel verliezen. Het is wel sympathiek, maar we zijn daardoor niet echt onderdeel in het debat. Het is belangrijk een verhaal neer te leggen over Nederland als een christelijke natie, waarin de christelijke kerk een bevoorrechte positie moet hebben.


• De SGP loopt het gevaar een ‘non factor’ te worden in de politiek door een aantal bijzaken. Ik bedoel hiermee het vrouwenstandpunt en de nodeloze scherpte in het debat over theocratie en artikel 36. Graag citeer ik een SGP-raadslid uit Rijssen: “het wordt tijd dat een minderheid binnen de SGP haar verlies leert te accepteren.”

• Daarmee raak ik het imago van de partij. Dat is bewust ‘onwrikbaar en standvastig’, dat geeft je als partij maar weinig speelruimte. Er treden wel veranderingen op, maar de partij schept daar bewust onduidelijkheid over, en dat gaat alleen maar verlies opleveren.

• Een ander punt is de sluimerende angst om met de islam op één hoop te worden geveegd. Ons beleid màg niet zijn: “laten we maar voorzichtig zijn als het gaat om de islam, want straks zijn wij aan de beurt.” We moeten het onszelf tot een taak stellen om het verschil tussen islam en christendom zelfbewust uit te leggen.

• De SGP stoot andere conservatieve christenen vaak af doordat ze kibbelt over futiliteiten. Laten we beseffen dat politiek en theologie niet hetzelfde zijn. Laten we de ‘katholieke’ breedte zoeken en elkaar verdragen.

• SGP-ers, de achterban van de SGP, verwacht teveel van haar partij. Politiek is echter politiek en je kunt geen ijzer met handen breken. De middelen van de overheid zijn beperkt. Het ideaal van een christelijke samenleving en overheid zal via de overheid maar moeilijk verwezenlijkt worden.

De SGP is een partij met een waardevolle erfenis in zich. Naar mijn bescheiden mening is de SGP op dit moment de enige partij in Nederland die recht van spreken heeft als het gaat om het herstel van het moreel fundament onder onze democratische rechtsstaat. De SGP heeft het goud van het christelijk geloof en de christelijke cultuur - dat is in wezen het fundament waarover ik spreek - in handen. Maar op dit moment doet ze er te weinig mee. Ze zou het gesprek in Nederland moeten voeren over het belang van religie en cultuur. Ik kom daarom bij mijn laatste punt in mijn betoging: een christelijk conservatieve kans.

Een christelijk conservatieve kans

De vader van het Reveil, Willem Bilderdijk heeft eens geschreven: “In het verleden ligt het heden, in het nu wat worden zal.” Dat is een belangrijke uitspraak waar veel mensen vandaag niets meer mee hebben. Maar deze uitspraak is kenmerkend voor het christelijk conservatisme. Het is de erkenning dat tradities belangrijk zijn, christenen moeten dat weten.
Staatkundig Gereformeerden dienen meer te gaan beseffen dat ze uit een bredere traditie komen. Iedereen kent de naam van - ik noemde hem al eerder: Groen van Prinsterer, de grondlegger van christelijk conservatieve beweging in Nederland. Ik zeg met opzet: beweging, want ik vind dat we als SGP-ers wat minder ‘politiek’ moeten gaan denken. In zijn nieuwe boek (waar ik overigens dankbaar gebruik van heb gemaakt), over ds. J.T. Doornenbal, schrijft Bart Jan Spruyt over Doornenbal als een man met diepe bevindelijkheid en oog voor de katholieke breedte. Dat hè! Dat is ook voor de SGP een les. Ik zal dat concreet maken. Bart Jan Spruyt krijgt veel aandacht voor zijn boek, zelfs op radio en televisie. We kunnen dus niet zeggen dat mensen niet op ons verhaal zitten te wachten, we moeten er alleen hard voor werken. We zijn in de SGP, binnen de reformatorische gezindte, zo snel geneigd de slachtofferrol in te schieten. Dat hoeft helemaal niet.
Laten we duidelijk uitleggen dat we een verhaal hebben.
Het krachtigste getuigenis bestaat misschien wel niet in het vertolken van de aloude beginselen, maar in het uitleggen wat de waarde van het christelijk geloof is voor onze samenleving: een wereld waar veel medelanders, vooral jongeren, geen enkele affiniteit meer mee hebben.
Het getuigenis ligt in het beschermen bevorderen van een christelijke Leidkultur.
Juist dit culturele fundament wat de samenleving behoort te schragen kalfde af met het verdwijnen van tradities, gewoonten en ideeën. In een overdenking over de Bergrede zegt dominee Doornenbal: over de wetten van het Koninkrijk: “die lichamelijk en geestelijk in ons gestel geschreven zijn. Alleen door te leven naar die wetten, zullen wij werkelijk leven, en anders niet. Wij kunnen die wetten breken, maar dan breken zij ons, dan leidt dat enkel tot verderf en ondergang over de hele linie van ons bestaan.” Tot zover Doornenbal. Zo is cultuur de onderbouw van politiek en economie. En die cultuur was christelijk en is christelijk, daar zit ten diepste een oneindig veel diepere gedachte achter. Volgens Doornenbal gaat dit “niet buiten Christus en de verzoening met God en de weerkeer tot Hem”. Zo kunnen we van deze apolitieke dominee veel leren.

De dictatuur van de massa, met al haar verval, kan alleen tot staan worden gebracht door een christelijk conservatieve houding. In een recent boek over de CHU zegt prof. Andreas Kinneging: “de normale beleefdheid tegen elkaar, een beetje rekening houden met de ander, proberen te begrijpen wat de ander bedoelt. Dat zijn aristocratische en christelijke deugden, the spirit of the gentlemen en the spirit of religion. We kunnen niet zonder. (…) De CHU was hierin voorbeeldig.” De CHU is helaas ter ziele en opgegaan in het CDA. Juist een partij als de SGP heeft deze deugden nog. En ik zou met Paulus willen zeggen: “behoud het goede”.
Juist de SGP is een partij die pal moet staan om bestaande instituties te verdedigen: ik denk hier in het bijzonder aan het christendom, breder, en aan de kerken in het bijzonder. Maar dit is niet alleen een zaak van de politiek, laat staan de overheid. De overheid is beperkt en moet traag zijn om dingen te willen veranderen. De overheid heeft ook maar weinig middelen: de wetgeving en de zwaardmacht. Binnen de grenzen van de democratische rechtsstaat kan een politieke partij of een overheid iets ontplooien. Juist de samenleving – jij, u en ik.

Ik ga afsluiten. Ik vind echt dat de SGP wat moet doen met het verhaal dat ik geschetst heb, niet omdat ik het zeg, maar het zou de partij sterker kunnen maken, intelligenter, zo je wilt. De SGP en het christelijk conservatieve gedachtegoed sluiten elkaar niet uit, maar juist in. Wat is een meer begrepen getuigenis dan dit: “kijk om je heen, je ziet de gevolgen van de teloorgang. Wij hebben een verhaal over het herstel van het moreel en cultureel fundament.” Is er dan hoop? Ja, niet door ons verhaal, hoe goed dat is, maar in “de wetten van het Koninkrijk”, ja in de Koning van de Kerk. Ik wil niet mijn hele verhaal nuanceren, maar politiek is bijzaak, het gaat over nu - over de opbouw van de samenleving, maar oneindig gaat daar bovenuit: Christus, in Wie al de volheid is. Dit is de theocratische notie in het christelijk conservatieve gedachtegoed zoals de SGP-jongeren dat in hun beginselverklaring hebben omschreven: Christus is overwinnaar. God de Heer regeert. Het is, om het tot slot met Groen van Prinsterer te zeggen: “tegenover het ongeloof de banier van het evangelie”.
- EINDE -

23 november 2009

Hans Jansen en een ' koran- lezende Abma'

Afgelopen donderdag heb ik de lezing van arabist Hans Jansen in de Goudse Pauluskerk bezocht.

Met de voor Jansen kenmerkende attitude heeft hij zijn lezing getiteld "Israël en de Islamitische wereld" voorgedragen.
De lezing was echter meer een bloemlezing van de abjectie van de Islam en de bijbehorende uitwassen dan dat het over Israël en haar relatie tot de Islamitische wereld ging. Echter dit maakte de avond er niet minder om.
De meeste bezoekers waren 50+ pkn-ers,(al dan niet voorzien van een linnen Christenen voor Israel-tasje). Enkele CDJA-jongeren zorgden voor enige verjonging in de kerkzaal.

Ook deze avond bleek weer dat het multiculturele debat met veel emoties gepaard gaat. De aanwezigheid van een 15-tal Goudse moslims en moslima's droeg daar natuurlijk ook aan bij. Hun aanwezigheid in deze christelijke kerk leek mij het debat alleen maar boeiender te maken.
Onder de aansprekende en soms heftige retoriek van Jansen konden sommigen van hen hun verontwaardiging niet geheel onderdrukken. Gelukkig was er nog een blonde Hollandse dame die zich tijdens het debat een bank naar achteren verplaatste om zusterlijk een arm achter de hoofddoek van een emotionele moslima te leggen. Ze hadden ook heel wat te verwerken natuurlijk...

Later meer over de sfeer tijdens het debat en een (mijns inziens) absurde situatie met de Goudse hervormde predikant ds. G.H. Abma.

Nu in vogelvlucht en willekeurige wat momenten uit de lezing van prof. dr. Hans Jansen.

moslimhater
Hij begon zijn lezing met te stellen dat hij geen moslimhater is. Hij moet alleen niets hebben van het Islamitische geloof, de Koran, de sharia en alles wat daar uit voortvloeit. Met de Profeet heeft hij ook helemaal niets op. "waarom moet je iemand tussen God en jou inzetten?"
Nogmaals benadrukte hij voor zijn publiek geen moslimhater te zijn. Overigens zag hij niet in "waarom je geen moslimhater zou mógen zijn. Immers de Islam haat het gehele Westen.
In de keuze tussen de Universal Declaration of Human Rights ("die de boefjes van D'66 graag noemen") of de sharia kiest Jansen onvoorwaardelijk voor de eerste.
Alles draait bij de Islam om de overwinning van de oude glorie van de Islam. Deze overwinning heeft men dikwijls proberen te halen door een militaire superioriteit. Echter de moslimlegers hebben nog nooit gewonnen van legers die "hun boeltje verdedigden", maar altijd van volkeren die zich lijdzaam overgaven aan de islamitische overheersing. Volgens Jansen zijn het vaak "D'66 achtige types" die ons altijd willen doen geloven dat de oud- islamitische wetenschap van grote betekenis is geweest.
De islam en de Wetenschap zijn onverenigbaar. Causaliteittheorie is zeer verdacht in de islamitische wereld. En bij het ontkennen van causaliteit en het ontbreken van vrijheid van meningsuiting is er geen wetenschap mogelijk. Journalistiek als "een verzameling van guitige tegenstrijdige meningen " zoals wij die kennen kent de islamitische wereld ook niet.
Jansen gelooft niet in fabeltjes dat joden en moslims te samen Aristoteles zouden hebben gelezen en overdacht. En terloops merkt hij op nog nooit gehoord te hebben van Nobelprijswinnaars voor techniek en wetenschap afkomstig uit de islamitische wereld.

Jansen, die moeiteloos diverse soera's van de Koran uit zijn hoofd citeert, wijst ons ook nog op de perversiteit van moslims die op basis van de Islam meisjes van 8 a 9 jaar die nog niet gemenstrueert hebben asl vrouw toe te eigenen.

Jansen vervolgt zijn verhaal met een heldere uiteenzetting van de kenmerken van drie wereldgodsdiensten Jodendom, Christendom en Islam.

Het Christendom is missionair en niet wettisch.
Het Jodendom is niet missionair maar wel zeer wettisch.
De Islam is missionair én wettisch.
"En wil iedereen erbij lappen"


"Bij de Islam heb je het idee dat God op zijn troon continue zit te schelden. Op Joden die apen zijn en christenen die varkens zijn. Bij het Christendom en het Jodendom is dat niet zo", stelt Jansen.
Het Christendom is een hogere Godsdienst dan de Islam omdat het niet gericht is op een aardse en stoffelijk overwinning maar een overwinning op het geestelijke.

Jansen stelt verder de slotconclusie dat Islam en Christendom nooit te verenigen zullen zijn. Iemand die de profeet beledigd mag altijd gedood worden. En als ik zeg "Mohammed , u bent een leugenaar, is dat een belediging en mag ik gedood worden. Door geen moslim te zijn zijn we dag in dag uit bezig met beledigen en lopen het risico gedood te worden"

debat
Na de pauze was er een debat met de zaal.
Te verwachten was natuurlijk dat de aanwezige moslims een weerwoord zouden geven. Echter de eerste spreker uit het publiek was een heer in pak (naar ik me heb laten vertellen een vooraanstaand pkn-er) die het verschrikkelijk vond (polariserend, stigmatiserend etc.) wat hij uit de mond van Jansen moest horen. Hiervoor was hij vanavond niet gekomen. Hij had liever gehoord waar we elkaar kunnen ontmoeten in plaats van alle gruwelen van de Islam in chronologische volgorde aan te moeten horen. Ook een moslima vroeg zich af waarom Jansen met geen woord had gesproken over de mogelijkheid tot het bouwen van bruggen tussen de Moslims en het Christenen. Het antwoord van Jansen was helder. Om samen een brug te bouwen moet er aan beide kanten deugdelijk materiaal liggen. En hij ziet dat aan de overkant niet liggen. Door toch te gaan bouwen is het risico zeer groot dat de brug in elkaar stort. Een andere moslima probeerde Jansen nog te overtuigen door te vertellen dat ze samen met Christenen bid en onlangs een stichting heeft opgericht om als Moslims en Christenen te zoeken naar eenheid.

ds. G.H. Abma
Inmiddels had de Goudse predikant ds. G.H. Abma de functie van debatleider overgenomen van de avondvoorzitter, die het niet helemaal meer in de hand had. Echter werd het debat daar niet veel beter van en het niveau bleef chaotisch en vrijwel inhoudsloos.
Jansen werd er zichtbaar ook een beetje moe van. Helemaal toen het woord werd gegeven aan een bebaarde en in jellabah geklede moslim die met de koran in de hand Jansen's ongelijk ging verkondigen. Hij was lang aan het woord en Jansen merkte op "dat hijzelf toch geen gelijk had" en ging vanuit zijn staande positie demonstratief op een stoel zitten.

Op datzelfde moment gebeurde er iets opmerkelijks.
In zijn betoog, waarin hij meerdere malen Jansen verzocht om hem uit te laten spreken pakte de bebaarde moslim zijn Koran en vroeg aan ds. Abma of deze enkele verzen uit een soera voor wilde lezen. (een soera betreffende het uithuwelijken)
Tot mijn grootste verbazing liet Abma zich de Koran in zijn handen drukken.
En terwijl de moslim de microfoon vasthield las Abma zonder enige schroom hardop de verzen uit de Koran voor in de Hervormde Pauluskerk te Gouda.

Wat zal die bebaarde langjurk s'avonds Allah en de profeet op zijn blote knieen gedankt hebben voor deze overwinning.
Een dubbel aantal maagden zal ongetwijfeld in het hiernamaals op hem wachten. Inshallah !

Een protestantse dominee die door een orthodoxe moslim de Koran in handen gedrukt krijg vervolgens vriendelijk doch dringend verzocht wordt eruit voor te lezen en dit acuut nog doet ook. Alles om prof. dr. Hans Jansen zijn ongelijk te tonen.

Hoe diep zijn we gezonken? Enkele minuten daarvoor had Abma (met mijn grote instemming) de aanwezige moslims proberen te overtuigen van het sterk toenemende antisemitisme onder de moslims en nu dit.
Abma als ultieme tool in handen van een orthodoxe moslim.

En de meeste aanwezigen slikten het als zoete koek.

Na nog enkele vragen was het laatste woord aan de moslims op deze avond. Een avond waarop ik nog lang na heb gepraat met conservatieve vrienden, verontruste pkn-ers en een sympathieke seculiere moslimjongen.

willekeurige orthodoxe moslim

ds. G.H. Abma

21 november 2009

Afslanken die handel!

Aan de lijn met Jan van Klinken

Bent u veertig plus en een gemiddelde Nederlander? Neem dan plaats voor de spiegel en ik zal zeggen wat u ziet: vetkwabben. Wat zegt u? Dat het bij u wel meevalt? Dan doet u het goed vergeleken bij de meeste anderen. Volgens de statistieken wegen we met z’n allen 70 miljoen kilo te zwaar! Dat zijn heel wat kwabben hoor.

Het is een bizar idee. Niet eerder waren zo veel mensen in dit deel van de wereld in de gelegenheid om zich met de gezondste middelen te voeden en zich op de meest verantwoorde wijze te ontspannen. En wat doen we? We eten en drinken dat het een aard heeft; wat we naar binnen werken is vaak te triest voor woorden en bewegen ho maar. Dan nemen we ook nog eens veel te stevig in, te veel landgenoten kunnen het roken niet laten en verder is er een groeiende categorie die het altijd druk druk druk heeft met als gevolg dat ze volkomen gestrest aan de ziekenhuismonitor eindigt. Kortom, we doen massaal precies datgene wat we nou net niet zouden moeten doen.

Ziedaar in enkele trekken een belangrijke oorzaak waarom onze gezondheidszorg zo duur is geworden. Met ingang van 2010 stijgen de verzekeringspremies maar weer eens met 4 procent en als we nog even zo doorgaan, wordt het hele systeem onbetaalbaar. Dan zullen er keiharde keuzes gemaakt moeten worden. „O, u kunt niet bijbetalen voor deze behandeling? Wat jammer, maar dan mag ik u die niet geven.” En: „Ik zie dat u al een dagje ouder bent. Dan heb ik een vervelende boodschap voor u, want u komt niet voor deze behandeling in aanmerking.”

Soms is dat nu al praktijk. Een tijdje terug stond in deze krant dat twee op de drie huisartsen tachtigplussers met hartklachten niet doorverwijzen naar de specialist en al helemaal niet naar de hartfalenpoli. Je hoort ze denken: Het kost allemaal al genoeg.

Een tante van me uit Zeeland las dat en schreef verontwaardigd: „Allen die een goed heenkomen in ons vaderland zoeken, mogen gebruikmaken van onze goede medische zorg. Mijn inziens terecht. Maar... wij die een oorlog en een watervloed meegemaakt hebben, altijd hard hebben gewerkt, de fiscus gegeven wat hem toekwam, waardoor menigeen medicijnen kon studeren van ons belastinggeld, wij zouden na ons tachtigste levensjaar buitengesloten worden van de nieuwste behandeling op medisch gebied? Dat noem ik nu je reinste discriminatie.” Zo is het maar net.

Wat het allemaal zo ergerlijk maakt –en daarmee zijn we weer terug bij het begin– is dat veel behandelingen helemaal niet nodig zouden zijn als we met z’n allen gezonder zouden leven. Vaak lees je dat de zorg zo duur wordt omdat er steeds meer mogelijk is en omdat we steeds ouder worden. Dat is zeker een deel van de waarheid. Maar het staat voor mij onomstotelijk vast dat de financiële problemen in de zorg op slag zouden verdampen als iedereen zich matigt in zijn consumptie, een stuk gezonder zou eten en minimaal een halfuur per dag het luie zweet loost.

Zoals bekend is overgewicht (obesitas) een belangrijke risicofactor voor kanker en hart- en vaatziekten. Dat zijn dan ook dé grote killers. En als de huidige trend zich doorzet, wordt dat de komende jaren alleen nog maar erger. Overgewicht neemt volgens de prognoses in de nabije toekomst epidemische vormen aan. Er is niet minder dan een catastrofe op handen.

Afgelopen dinsdag stemde de Tweede Kamer over de begroting van Volksgezondheid. Zoals altijd was een stapeltje moties ingediend met uiteenlopende wensen en verlangens van de Kamer. Maar wie denkt dat er eentje bij was waarin een begin van een oplossing werd aangedragen voor de dreigende ramp in de zorg, komt bedrogen uit.

Iemand die er heel lang over nagedacht heeft om de steen der wijzen te vinden, is PVV-Kamerlid Agema. In Trouw verklaarde ze enkele weken geleden in een uitgebreid interview dat ze zich het hoofd breekt over de vraag hoe het tij kan worden gekeerd. Ze heeft al van alles bedacht maar dat ene gouden idee heeft ze nog steeds niet kunnen uitbroeden. Hulde voor dit Kamerlid dat ze de ernst van de naderende crisis onderkent en zo veel energie stopt in het bedenken van een effectieve aanpak. Tegelijkertijd stelt het me teleur dat ze de oplossingsrichting van de matiging niet benut. Ik wil zeker niet suggereren dat het allemaal heel erg simpel is maar hier ligt toch echt de sleutel.

Ik zou zeggen: Begin eens met de premies van de zorgverzekeringen en laat voortaan het uitgangspunt zijn ”wie zoet is, krijgt lekkers, wie stout is de roe”. Anders gezegd: wie alle adviezen om gezond te leven in de wind slaat, betaalt de hoofdprijs; wie discipline betracht en zich aan de regels houdt, krijgt aantrekkelijke kortingen. Dat is trouwens ook niet meer dan billijk. Waarom zou iemand die matig en gezond eet en leeft (een christelijk adagium trouwens!), moeten opdraaien voor de kosten van zijn buurman of collega die er maar een eind op los leeft en als gevolg daarvan schoenendozen vol medicijnen moet slikken en van de ene spreekkamer naar de andere strompelt. Om met mijn tante uit Zeeland te spreken: Dat noem ik nu je reinste discriminatie.

Tot slot: Wie van mij ook mag bloeden, is de voedingsindustrie. Wat die in haar producten stopt, daar lusten de honden geen brood van. Dat zeg ik niet maar dat zeggen alle recente onderzoeken. Door de vele toevoegingen van de industrie is de inname van calorieën veel en veel te hoog. Overgewicht is niet alleen onze eigen schuld maar voor een belangrijk deel ook van de voedingssector. Sorry dat ik het zeg maar daar lopen echt gewetenloze schurken rond. Welnu, de enige taal die dit geboefte verstaat, is die van het geld. Dat zullen ze wat mij betreft weten. Verplicht ze maar eens hun vuige winsten tot de laatste cent in een obesitasfonds te stoppen. Afslanken die handel!

20-11-2009 16:24 | Jan van Klinken

.

17 november 2009

Arabist Hans Jansen in Gouda

Aanstaande donderdagavond 19 november spreekt de bekende Arabist Hans Jansen in Gouda.

Meer info zie de aankondiging

Onderwerp: Israël en de Islamitische wereld

De echo van de boodschap

De boodschap van het "Christelijk Conservatisme" in het nieuwe boek van Bart Jan Spruyt echoot de afgelopen dagen nog na.
Onder andere bij dr. P de Vries te Waarder, bij drs. Menno de Bruyne in zijn Haagse propjes in partijblad De Banier van afgelopen vrijdag en op de blog van Dirk Jan Nijsink. (De tweede druk is na anderhalve week al realiteit)

Dr. P. de Vries was op het conservatief Café aanwezig en schreef over de presentatie en over ds. Doornenbal op pagina 4,5 en 6 van de kerkbode van Waarder.

De komende weken zullen er ongetwijfeld nog andere echo’s te horen zijn.
De grote vraag is echter of het een voortdurende echo zal worden of dat de echo over enkele maanden verstomd zal zijn. De essentie zit namelijk in de vraag of de christelijk-conservatieve boodschap van genoemd essay begrepen en overgenomen zal gaan worden door prominente instituten, opinieleiders, partijen of zelfs kerken.

En daar ben ik wat pessimistisch over.
Velen glimlachen om de nostalgie, willen best wel eens instemmend knikken maar denken vooral dat dit “oude” voorbij is gegaan en niet weder zal (kunnen) keren.
Sommige onwijzen denken dat het “te vernieuwend” is, te “anders als we gewend waren”.
Te progressief dus in plaats van conservatief.

Het Christelijk Conservatieve station.
In zowel SGP- kring als CDA -kring (ik zeg bewust niet partij) kan men ‘er zo weinig mee’ kreeg ik te horen.
En dat geloof ik graag. De meeste CDA- wagons zijn het christelijk- conservatieve station al voorbij gedenderd. Al zijn er wel heel wat CDA-ers waar het christelijk conservatieve vlammetje van binnen nog wakkert. Mensen als Eddy Bilder die met weemoed aan dat mooie station terug denken en nog middels een tikkende conservatieve stationsklok van binnen in hun hart iets kunnen uitstralen.
Terug naar dat station gaat de CDA trein echter niet meer.
Maar een zachte echo klinkt bij Bilder nog steeds en kan soms hard (zoals op 5 november jl.) door een Goudse Kathedraal schellen. Prachtig, maar het verstomt helaas weer snel.

Dan de SGP-trein. Velen hebben intussen kennis moeten of kunnen maken met het christelijk- conservatisme en haar katholieke breedte. Je moet het RD er maar eens op nalezen en de sprekersagenda’s van de SGPJ en in mindere mate de SGP in de gaten houden.
Als er één groep is die nog vóór dat conservatieve station staat is het de SGP achterban.
Ze zijn het station nog niet voorbij gedenderd. Maar ze staan er nog voor.
Sommige wagons gaan het station al bijna aandoen. Echter, anderen hebben als jonge forenzen het station al aangedaan maar zijn op de groene CD(J)A-wagon gesprongen en hebben op het station wat conservatief fast-food tot zich genomen. Ze hebben het station verlaten maar hopelijk niet voor altijd.

Menno de Bruyne staat als de aardige en stijlvolle stationschef eenzaam op het Christelijk Conservatieve station te kijken. Hij koestert zich in de sfeer van het authentieke Conservatieve station.
Hij kijkt niet in de richting van de verdwenen groene trein.
Hij kijkt niet door de mist naar een mogelijk aankomende trein.
Hij kijkt naar boven en glimlacht.
Zijn tijd zal het duren.
En ach, die mensen op die mogelijk aankomende trein, ze kennen reeds de stationschef, vinden hem “een beetje apart, voor een SGP-er”, dat wel. Maar hij is zo aardig en zo echt. Hij schrijft zo geestig zijn columns. Menno geniet van hun bevindelijke diepte en de mensen op de aankomende wagon genieten van zíjn katholieke breedte. Dat duurt nog wel even zo voort.

Wie gaat nu die mensen op die aankomende trein vertellen dat ze van hun stoptrein een intercity moeten maken om op dat christelijk conservatieve station aan te moeten koersen?
Die aardige voorlichtende stationschef of die jonge jeugdwerkadviseur die ook al op dat station zit maar méér wil dan alleen genieten van de nostalgische stationsklok. Die adviseur wil namelijk die stationsklok niet alleen laten tikken maar ook laten luiden. Hij ziet die klok namelijk op 5 voor 12 staan.

Het woord is wat mij betreft aan die adviseur:


(bron: blog Dirk Jan Nijsink)

Het is maandag. Ik had vandaag een blog willen schrijven naar aanleiding van een bezochte debatavond van SGP-jongeren Urk over ‘Christendom en de PVV’. Misschien doe ik dat later. In elk geval schrijf ik deze week een artikel over het ‘christelijk conservatisme en de SGP’, dat zal ik ook hier plaatsen. Ik wil nu eens niet over politiek schrijven, “er is een weg die nog uitnemender is”.

Gisteren was het zondag en dat is een mooie dag. Met onuitsprekelijk veel vreugde heb ik in één middag bijna het hele nieuwe boek van Bart Jan Spruyt Als je eenmaal hebt liefgehad gelezen. Prachtig, je ziet de weergaloze beelden van licht en kleuren je proeft de euforie over dit Godswonder – laat onze ogen meer uitgaan naar de beeldende schoonheid van Gods schepping. Genoten heb ik van de voelbare strijd tussen romantiek en stichtelijkheid. Beelden, gedachten uit mijn eigen jeugd doemden op. Is dit een wereld, een tijd, zijn dit mensen die al eindeloos, onbereikbaar achter ons liggen? Enerzijds voel ik de melancholie om wat verloren is, aan de andere kant weiger ik haar. Dit boek brengt een goede boodschap.

Het christelijk conservatisme van dominee Doornenbal is volgens Spruyt te typeren als een combinatie van ‘katholieke breedte en tegelijk diepe bevindelijkheid’. Dat is voor moderne ‘refo’s’ een onmogelijkheid, niet in de laatste plaats veroorzaakt door een verengde visie op geloof, kerk en cultuur. Zicht op de katholieke – algemeen christelijk – breedte hebben we nauwelijks, want we voeren oorlog om de kleinste zaken, tegelijk zijn we ook de ‘diepe bevindelijkheid’ kwijt, ik kom daar zo op terug. Refoland is een woestijn, in plaats van een land vloeiende van melk en honing.

Met weerzin kijk ik soms naar het reformatorische gewoel onder de zon. Het is té perfect. Het klopt té goed. Elk onvertogen woord is uitgebannen, de humor bedenkelijk. Ernst heeft daarom plaatsgemaakt voor een serieusheid, zonder ironie, zonder zelfkritiek. Wij weten hoe het moet en wij hebben onze eigen wereld geschapen en elke afwijking daarop is vreemd en verdient niet anders dan ons hoongelach. Het is nu de tijd om de ‘katholieke breedte’ te zoeken.

Doornenbal keerde zich, net als ds. I. Kievit, tegen een theologische ontwikkeling waarin het geloof ‘een verschrikkelijk ingewikkeld ding’ is geworden. Niet weinigen zijn nu bevreesd uitspraken te doen over hun eigen bevinding, want als deze niet ‘overgenomen’ kunnen worden door geestelijk keurmeesters hebben ze een nog grotere geestelijke nood. En zo worden zelfs de heilige zaken langs een menselijke meetlat geplaatst. Dit gaat door tot in het leven-van-alle-dag. Alle ongeregeldheden en vermeende ongerechtigheden zijn uitgebannen, maar hiermee ook de schoonheid van kunst, muziek en literatuur. Een gave die, de door ons zo geprezen, maar weinig gelezen, ‘oudvaders’ wel hadden, als daar zijn: Revius, Bogerman en Voetius. Zij genoten van de schoonheid van de composities van Jan Pietersz Sweelinck. Wie peilt nu nog de diepte van Ein Deusches Requiem van Johannes Brahms, of de ongekende schoonheid van de Passacaglia in C van Johann Sebastian Bach, waarin hij zijn Schepper en Heere roemt?

De haringen van de ‘refotenten’ – die niet langer lijken op de zwarte tenten van Kedar – zijn als met een moker diep ingeslagen in de keiharde grond van ons aardse bestaan. Politiek verzetten wij ons tegen de sociaal-democratische ‘maakbaarheid van de samenleving’, terwijl we zelf de ‘maakbaarheid van de zuil’ omarmen. Zelfs de kritiek van buitenaf zou, volgens sommige opinieleiders in eigen kring, met een ‘reformatorische COC’ gepareerd kunnen worden. Hoe zot.

In de gebrokenheid van ons bestaan passen die mokerslagen niet. Zelfs Doornenbal kon zijn ‘aardsgezindheid’ soms verfoeien – en dat terwijl hij niet aan het ‘stof’ kleefde als andere mensen, maar zich in dat soort ogenblikken slechts hechtte aan de haast paradijselijke aanblikken van het landschap. Het was de strijd tussen romantiek en stichtelijkheid. Maar, iets – diepe bevindelijkheid – ging daar altijd boven uit: Christus in Wie al de volheid woont. ‘Al de volheid! Dan kan toch dit lege leven vol worden, en daarnaar schreit immers ons hart? Als er maar werkelijk plaats voor is.’ Het was de stille roep vol heimee ‘naar de God des Levens, ach wanneer?’ (Psalm 42) ‘Die heimwee hebben, komen thuis.’

Halleluja (een woord dat ds. J.T. Doornenbal wat vaker ging gebruiken toen hij hoorde dat Beppie van de meester dat zo mooi vond).

N.a.v.: Bart Jan Spruyt, Als je eenmaal hebt liefgehad. Over ds. J.T. Doornenbal, geloof, cultuur en politiek (Zoetermeer 2009).

14 november 2009

Old boy Bas 's network vs. "modern" requiem

De nestor van de Tweede Kamer, SGP- kamerlid Ir. Bas van der Vlies heeft een dagboek geschreven. De Trouw noteerde in 2005 nog dat "Van der Vlies niet veel op had met collega's die weblogs(ook een soort dagboeken )bijhouden.
Citaat Trouw november 2005: "Kijkend naar al die inspanningen van zijn collega's die zichzelf via persoonlijke internetsites aan de kiezers proberen te verkopen, schijnt SGP'er Bas van der Vlies gemopperd te hebben: “Alle tijd die die lui besteden aan hun weblogs, kunnen ze beter steken in het bestuderen van het staatsrecht.“

In 2008 heeft van der Vlies toch de moeite genomen zijn dagelijkse bezigheden en beslommeringen aan het papier toe te vertrouwen.
Wellicht heeft hij daar tijd voor genomen omdat hij, samen met zijn fractievoorlichter, van alle 149 collega's absoluut de meeste kennis over staatsrecht al jaren tussen de oren heeft.
In deze wetenschap vergunnen we hem het bijhouden van een dagboek graag.

Het dagboek straalt de sfeer uit die we van Van der Vlies kennen. Behoudend, betrokken, huiselijk, familiair, kerkelijk actief en een deelgenoot van een groot old boys network. Vooral een old boys refo-network.
We lezen dit bijvoorbeeld op vrijdag 6 juni als hij op verzoek van de voorzitter van het college van bestuur van het Hoornbeeckcollege te Amersfoort aanwezig is bij de opening van de nieuwbouw. Deze voorzitter is opvallend genoeg tevens en dorpsgenoot, een mede-ambtsbroeder in de kerk van Van der Vlies, een huisvriend en hoofdbestuurslid van de SGP.
Dit wil natuurlijk niet zeggen dat hij buiten de SGP-kring geen contacten heeft en onderhoudt.
We kunnen lezen dat oud-Minister Cees Veerman bij hem langs komt in Maartensdijk, dat mevrouw Ouwehand van de PvdD familie in SGP kringen heeft en dat hij spreekt op diverse bijeenkomsten buiten de eigen achterban.

Als hij op 9 februari voor de Winteracademie te Utrecht moet spreken over "Religie in de politiek" heeft hij de indruk dat het niet lekker liep. Zijn citaten van dr. W. Aalders, prof. dr. Van Ruler en staatsman mr. Groen van Prinsterer gingen volgens hem "een beetje over de hoofden heen". Hij kon echter "zonder kleerscheuren met een bloemetje, een fles wijn en een boekenbon" naar huis.

Ook weet, bijna wekelijks, de seculiere media hem te vinden over tal van onderwerpen en schuift hij aan bij het radiopragramma Stand.nl.
Toch overheerst het old boys- refo network.
Zijn activiteiten buiten het kamerlidmaatschap (zie ook overzicht nevenfuncties in elsevier) centreren zich rond de Erdee-mediagroep (inderdaad: van het Reformatorisch Dagblad), zijn ambtelijk werk binnen de Hersteld Hervormde Kerk en bestuurs-en advieswerk voor het (voortgezet)reformatorisch onderwijs. In het dagboek komen we dan ook vele bekende namen tegen van predikanten, voorzitters, bestuursleden en opiniemakers uit de refokring. En met allemaal kan hij het erg goed vinden. Niet verwonderlijk natuurlijk voor een uiterst actieve man die met een enorme daadkracht aan het fundament heeft gestaan van menig stichting en instelling.
Hij zal nooit stelling nemen tegen opinies van de refo-predikanten.
Dat verdient enerzijds respect. Anderzijds komen we de visie van Bas van der Vlies zo nooit helemaal te weten. Of het nu ds. W. Visscher is die pleit voor de erkenning van de neutrale staat of dat het een broeder is die strijd voor het theocratisch gedachtengoed,het schip van Van der Vlies laveert er broederlijk tussendoor en omheen. Met vermoedelijk als doel: iedereen behouden binnen de partij.

Binnen de achterban is Bas van der Vlies dan ook een veel gevraagd spreker. Hij is per definitie één van de authentiekste heren binnen de refozuil. In politiek Den Haag is hij, zoals bekend, een alom gerespecteerde collega en kennisbron.

Het dagboek geeft allerlei belangrijke activiteiten en fijne ontmoetingen feitelijk weer. We komen helaas weinig persoonlijke visie in het dagboek tegen. Een scherpere stellingname komt naar voren in passages betreffende de rol van de CU binnen het kabinet. Ook in enkele citaten van prominente personen uit de geschiedenis welke hij instemmend gebruikt tijdens debatten of lezingen komen we iets meer te weten. Maar niets over interne discussies als vrouwenstandpunt of theocratie. De SGP heeft zoveel mooiers te vertellen is de leuze. Dat is waar. Maar waarom sluimert de discussie dan nog steeds intern over genoemde punten? En komt de "theocratie-commissie" al jarenlang bijeen?

Het ontbreken van de persoonlijke mening en een uitgesproken visie is jammer.
Wat had er mooier geweest als er diepere filosofische gedachten en ontwikkelingen van de persoon Van der Vlies en zijn partij aan het papier waren toevertrouwd?
Zoals we bij voorbeeld in de dagboeken van Andries Knevel wel innerlijke strijd, twijfel,vragen, ontwikkeling, verleden, heden en toekomst kunnen proeven.
Bij Van der Vlies echter niets van dit alles. Het blijft authentiek, gezellig en oppervlakkig. Niets nieuws onder de zon.
De gehele achterban zal hem herkennen in het dagboek.

Is er voor die achterban (en anderen) dan niets bijzonders te lezen?
Naar mijn idee niet.
Alhoewel;
Wie wist dat Bas van der Vlies enorm kon genieten van een "moderne" dodenmis?
Op dinsdag 22 januari lezen we lovende woorden over het Friestalige requiem voor het platteland. Het werd uitgevoerd tijdens de afscheidsreceptie van Ate Oostra, directeur-generaal van het ministerie van LNV.
De aria’s en duetten van het requiem werden gezongen door de kunstenaar en zanger Gerrit Breteler en de zangeres Miranda van Kralingen.
Samen zongen ze het duet "Doe't God ferdwùn út Jorwert ".

Bas van der Vlies heeft er, zo lezen we, enorm van genoten.
Citaat: "Enkele musici brengen een indrukwekkend requiem ten gehore. Gerrit Breteler, een Twenst-Friese dichter/ zanger, schreef het. Hij bezingt de omwenteling van het Friese platteland, daarbij geinspireerd door het bekende boek van Geert Mak: Hoe God verdween uit Jorwerd. Hij treedt er in op als solist, net als Miranda van Kralingen. Samen zingen zij in duet tegen de achtergrond van het vocaal ensemble Cantatrix en het Nieuw Philharmonisch Orkest. De heer Oostra stoort zich al jaren aan de verrommeling van het platteland en het verlies van het eigen karakter in niet-fysieke zin. Vandaar dat hij zich geboeid weet door 'Jorwert, in frysk requiem', dat vanavond bij deze speciale gelegenheid in premiere gaat. Inderdaad, zeer de moeite waard. In één woord: ongelofelijk! Zo mooi.
Ik ben veel langer gebleven dan de bedoeling was. Zoals trouwens alle anderen. Het is echt een receptie met leuke ontmoetingen, precies waarom recepties zo gewild en nuttig zijn. Bewindslieden, oud-bewindslieden, oud-collega's, de eminente zanger en zangeres
. einde citaat.

Mooiere complimenten konden Gerrit en Miranda toch niet krijgen?

Voor een impressie van het requiem bij de bijeenkomst.
Kijk onderstaand filmpje.

Verpaupering als hoge prijs van nieuwe inquisitie

We gaan weer eens verder met de wekelijkse column van Jan van Klinken


In de buurt van Hawaï dobbert een soort archipel van plastic afval zo groot als Frankrijk en Spanje samen. Die immense rijstebrij is tien jaar geleden ontdekt. De wervelstromen in de oceanen zorgen ervoor dat er ieder jaar nog eens 2,5 miljoen ton aan afval bijkomt. Het gaat om hoeveelheden waar wij mensen geen beelden meer bij hebben. Misschien is dat de reden waarom we zo weinig over dit probleem horen.

Voor het zeeleven heeft al die rommel vergaande gevolgen. Op het afval zet zich alg af dat met plastic en al wordt verorberd. Nederlandse onderzoekers die al jarenlang de magen van Noorse stormvogels inspecteren, ontdekken daarin steeds meer plastic­resten. Uit een gemiddelde maag halen ze een luciferdoosje vol troep.

Uit plastic komt onder invloed van water een smerig goedje vrij, Bisfenol A. Dat het schadelijk is voor mens en dier, staat vast. Het tast in ieder geval de voortplanting aan. In welke mate is nog onduidelijk. Onderzoeken die door de industrie zijn betaald geven aan dat het wel meevalt, maar die door de overheid zijn gefinancierd laten een heel andere uitkomst zien. Wees er maar niet gerust op, zou ik zeggen.
Het voorbeeld van de drijvende vuilnisbelt geeft een klein beetje aan waarmee de westerse mens bezig is. In tomeloze vaart putten we de wereldvoorraden aan grondstoffen uit en met de restanten worden water, bodem en lucht vergiftigd.

Dit alles gebeurt op bevel van ons aller meesteres, de economie. Althans, dat was wat dr. F. de Graaff stelde. Deze in 1993 overleden cultuurfilosoof uit Hattem passeerde in de vorige afleveringen al de revue met zijn totale afwijzing van de techniek. Ook over de westerse economie had hij radicale opvattingen.

Het kenmerkende van het westerse economiemodel is dat het maximaal onze behoeften probeert te bevredigen. Nou, dan weten we het allemaal wel. Vrijwel niemand zegt: Stop maar, het is genoeg. We hebben om de een of andere reden altijd behoefte aan meer.

In die drang vallen aan alle kanten slachtoffers: mensen, dieren, de aarde. Maar die nemen we veelal op de koop toe. Nou ja, er worden allerlei maatregelen bedacht en uitgevaardigd om de ergste gevolgen te dempen, maar dat blijft toch vooral beperkt tot, zoals de Duitsers dat noemen, ”kurieren am Symptom”. Niet de ziekte zelf aanpakken maar de verschijnselen.

Nu weet ik niet waar u op zondag aanschuift, maar ik kan me niet voorstellen dat u daar wordt aangeraden om ongeremd aan behoeftebevrediging te doen. Dat kan alleen als het tiende gebod wordt overgeslagen. Waar begeerte ongeremd de vrije loop krijgt, zullen we daar een hoge prijs voor moeten betalen want dat gebod is er niet voor niets. Die prijs is bijvoorbeeld zo’n onderzees afvalgebergte.

Het devies luidt derhalve om te stoppen met het als een kip zonder kop najagen van onze behoefte­bevrediging. In de praktijk betekent dit dat we moeten stoppen met onze huidige economische activiteiten. Het gaat misschien wat kort door de bocht, maar toch is dat ongeveer wat De Graaff ons wilde zeggen. In een beetje minder van dit en een onsje minder van dat zag hij niet zo veel. Het kwaad diende bij de wortel te worden aangepakt.

Dat kwaad was volgens hem primair het gevolg van de techniek. Hij was allerminst gecharmeerd van alle juichverhalen over de zogenaamde zegeningen van de techniek. Christenen zouden hem daarin naar zijn idee als eersten moeten bijvallen. Zo opende de medische techniek wegen naar abortus, euthanasie en eugenetica (denk aan Hitler), de communicatietechnieken maakten het mogelijk de wereldbevolking bezig te houden met onzinnig en pervers amusement en industriële technieken leidden ertoe dat de voorraden aan onvervangbare grondstoffen er in hoog tempo door werden en worden gejaagd. Vergiftiging van water, lucht en bodem kregen we erbij cadeau. Zo werden we, aldus De Graaff, door de techniek verraden.

Volgens hem hebben we ons daarbij de wet laten voorschrijven door de economie van het nooit genoeg. De economie dicteert ons dat er zo veel mogelijk moet worden geproduceerd en zo veel mogelijk moet worden geconsumeerd. „Iemand heeft wel eens in beeld gebracht”, aldus De Graaff, „wat de westerse mens in vijf jaar tijd verbruikt. Dat grenst werkelijk aan het absurde. En dat op bevel van onze meesteres de economie, die ons dwingt om alles snel te vervangen.”

Hij zei dat indertijd in een interview met deze krant. Hij vervolgde: „Het dient in het leven van de mens altijd te gaan om waardeverhoging maar de economie heeft dat veronachtzaamd. In plaats van waardeverhoging wordt gestreefd naar waardevermindering.”

En: „Er is nooit een geslacht geweest dat zo verpauperd is als het onze. Zelfs het voedsel is bezoedeld en ieder kwaliteitsbesef is vernietigd door de nieuwe inquisitie van de economen van wie velen zich richten op de massa en enkel uit zijn op winstbejag.”

Het is verleidelijk om nog meer te citeren maar wie de smaak te pakken heeft, kan voor de verdere gedachte­vorming terecht op de website metahistorie.nl. Daar is een belangwekkende bijdrage te vinden van de Wageningse hoogleraar prof. dr. G. van Dijk onder het kopje ”Interview met een tijdgeest”. In navolging van De Graaf voert hij daarin ”de god van de economie” op. Leesvoer dat ertoe doet!

Wat overblijft, is de vraag of we nu met z’n allen maar beter kunnen afreizen naar de inheemse rivier van vorige week om daar het verdere van onze dagen al vissend door te brengen, ver weg van deze barre werkelijkheid. Dat was niet de weg die De Graaff verkoos. Behalve op Daniël wees hij op Esther, die zich liet opnemen in de harem van de koning, wat toch in strijd was met de thora (wetgeving). „Ze redde echter het volk waaruit eens de Christus geboren zou worden van de dood. Zo geldt ook voor ons de plicht onze gaven in deze donkere wereld zo goed mogelijk te gebruiken.” De opgave daarbij is wel duisternis niet met licht te verwarren!

13-11-2009 18:46 | Jan van Klinken

6 november 2009

Christelijk Conservatief geluid tussen zuilen van de Sint Jan

Gisteren was mijn geest nog de gehele dag vervuld met nabeschouwingen van het Conservatief Café van donderdagavond.

Bijna 300 (!!) bezoekers konden we verwelkomen bij de boekpresentatie van de nieuwste pennenvrucht van Bart Jan Spruyt; “Als je eenmaal hebt liefgehad”, een boek over de hervormde predikant ds. J.T. Doornenbal.

Een mooiere locatie hadden we niet kunnen hebben voor dit Conservatief Café.
De Sint Janskerk te Gouda. De langste kruiskerk van Nederland.
Tussen de eeuwenoude zuilen, in de schemer van de kroonluchters waren honderden mensen bijeen. Mensen van eenvoud, mensen van stand, jongelingen en bejaarden.
Het orgel zweeg de hele avond en alleen de echo van stemmen was te beluisteren. Stemmen van vier christelijk -conservatieve mannen met heimwee naar de volkskerk van weleer. Ook deze Hervormde Sint Janskerk beleefde niet alleen de overgang van Rome naar Hervormd maar (helaas)ook de overgang van Nederlands Hervormd naar PKN.

De oude volkskerk van Nederland bestaat immers niet meer. De volkskerk waaraan ds. Doornenbal zich zo verbonden voelde en waar de sprekers van deze avond met heimwee aan memoreerden.

De inhoud van de lezingen van dr. Bart Jan Spruyt, CDA kamerlid de heer Bilder, SGP fractievoorlichter Menno de Bruijne en dominee H. Klink kunt u intussen in diverse media teruglezen. Daarom hierbij de links.

Met name het verslag van ND-redacteur Piet H. de Jong is de moeite waard om te lezen. Complimenten voor de stijl en juiste citaten van zijn artikel. (Laten we hopen dat er nog “Piet H. de Jongen” in de parlementaire journalistiek overblijven.)

Verslag De Dagelijkse Standaard van medeorganisator Frank Verhoef

Lezing van Bart Jan Spruyt

Reactie van drs. Menno de Bruyne

weblog mede-organisator Rutger Schimmel

Verslag in het RD met filmpje van Doornenbal.


Waar ik u kort mee naar toe wil nemen zijn de reacties en gesprekken in de pauze en onder de borrel in stadscafé de Zalm na afloop.
Het mag gezegd zijn op het tweede Conservatief Café waren de “orthodox gereformeerden” oververtegenwoordigd. Niet helemaal vreemd natuurlijk als er in een prachtige kerk (volgens Spruyt waren de organisatoren bekeerd van de kroeg naar de kerk) een prachtig boek over een bijzondere dominee wordt gepresenteerd.
En als er dan ook achtereenvolgens een dominee, een conservatieve SGP-er en een conservatieve CDA-er hun reactie zullen geven. Dan komt er ongetwijfeld een bepaalde genre publiek. Wat je echter niet zou verwachten is dat je die orthodox gereformeerden gezamenlijk met katholieken (!!), vrijzinnigen, seculier -conservatieven, VVD-ers en de voorlichter van Geert Wilders (ja heus die was aanwezig) in een Café bijeen krijgt. En nog wel een Café ín een KERK. In die zin was het alleen al een unieke avond. Al was de inhoud van de avond natuurlijk veel belangrijker. Een christelijk -conservatief geluid (lees de lezingen) welke een, bijna mystieke, verbintenis tussen de aanwezigen creëerde. Los van welke kerkelijke denominatie, los van liberale, gereformeerde of refodom.
En of je nu CDJA-er was of overtuigd SGPJ-er je knikte instemmend bij het horen van de woorden en applaudiseerde na iedere spreker.

Of zoals enkele ouderen én jongeren mij overtuigend zeiden: "Deze avond ervaar ik als een warm bad".

Een impressie tussen de zuilen van de kerk en vanuit de bomvolle Franse Zaal van De Zalm, de enige zaal in de Nederlanden waarin in de 19e eeuw eens een conservatief partijtje werd opgericht......

Ambtsdrager Gereformeerde Gemeenten ergens in den lande:
“ Wat een mooie avond meneer, dat dit mogelijk is. Wat gaan jullie nog meer doen? En wat is die CDA-er Bilder een voorbeeld van conservatieve eenvoud”

Zelfbenoemd seculier-conservatief:
“het is vanavond wel erg gelovig allemaal” toch bleef hij de hele avond aandachtig zitten luisteren en hief na afloop in De Zalm met Spruyt het glas.

Prominent SGP-er van tegen de 50.
“Mooie avond maar wat moet je nu eigenlijk met christelijk –conservatisme?...

CDJA-er
“geweldige avond maar we kunnen hier helaas binnen onze partij zo weinig meer mee.”

Refo-jongere (ca. 25 jaar)
“wat is er mis met de refozuil? We mogen blij zijn dat die er is. Waarom dat breed-conservatieve?”


CDA-er (ca. 60 jaar)
"Wat kan ik terugverlangen naar de avonden met mijn vader, een CHU-er, dat we spraken over de toekomst van ons land en de waarde van ons christelijk geloof. Vanavond had ik samen met de sprekers ook heimwee. Wat een fijne avond".


andere refojongere (ca. 25 jaar)
“wat wordt het vervolg van deze avond? Hier moet (met nadruk) verdere actie op komen. Ik zie dat bij de SGP nog niet zo snel gebeuren. Er zijn bij de SGP te weinig Menno’s. Die Spruyt moet een partij beginnen”

man, ondernemer (ca. 30 jaar)
“Dit is het he! Geen kerkmuren geen gezeur over vrouwen, valse vroomheid, materialisme en dogmatiek maar hervormde eenvoud, kracht en traditie. Ik heb alle boeken van Doornenbal. Naar SGP-avonden ga ik niet. Wanneer is jullie volgende bijeenkomst?


Zelfbenoemd liberaal-conservatief
“ik denk dat Bolkenstein geglimlacht zou hebben als hij hier aanwezig was geweest. Hij kan dit “op z’n tijd", wel waarderen al zal hij, net als ik, niet alles herkennen. Waarom zijn er zoveel gereformeerden hier? Spruyt had daar toch terrein verloren? Of is hij door zo’n boekje over een dominee nu weer geaccepteerd?

Bij diverse aanwezige SGP-ers was er verbazing over de schitterende bijdrage van kamerlid Bilder, dé conservatief bij de CDA-Tweede Kamerfractie. Mijn waardering voor deze man is na gisteravond alleen maar toegenomen. Flauw is het dan om van een iemand te horen: "dit verhaal kan hij niet in zijn fractie kwijt". Eén ding weet ik zeker, of ze in de fractie nu luisteren of niet, hij weet waar hij voor staat en hij zegt waar hij voor staat, eerlijk én oprecht. een voorbeeld om na te volgen.

Voor mij is duidelijk dat al die mensen die gisteravond samenwaren en zich één voelden meer samen zouden moeten gaan doen. Een sterk front vormen tegen alle seculiere en progressief-linkse krachten in de samenleving.
De jongens en meiden van de SGPJ zijn al op de goede weg. Zij gaan de term Christelijk-Conservatief voeren in hun toekomstige boodschap vernam ik uit betrouwbare bron. De invloeden van Spruyt zijn daar op dit moment het meest revolutionair, dat kan niemand meer ontkennen. Deze jongeren moeten met de conservatieve CDJA-ers om de tafel gaan zitten. Gisteren zaten ze immers ook met elkaar instemmend te knikken bij het gesprokene.

Gisteravond was te zien was dat tussen de fysieke zuilen van een eeuwenoude hervormde kathedraal een breed christelijk-conservatisme mensen samenbrengt.
En ik hoop van harte dat de nieuwsgierige opinieleiders uit de RD-achterban die aanwezig waren verder door gaan lezen, denken en praten over de cultuur, de traditie én het geloof van ds. J.T. Doornenbal.

We kunnen in de huidge tijd nog veel van deze predikant leren. Eén les kan al getrokken worden.
De toekomst hier op aarde ligt niet in de zuil maar in het fundament waarbij altijd het oog naar boven gericht zal moeten worden wat voor ieder persdoonloik nog belangrijker is.


De aanwezigen stelden donderdag vragen en spraken met elkaar. Deze mensen hieven en dronken een glaasje wijn of glas bier in een benauwde Franse Zaal waar in 1868 ooit een conservatief partijtje werd opgericht......

Het was weer goed om bij elkaar te zijn.

Als laatste wil ik kort mijn medeorganisator Frank Verhoef citeren uit zijn blog van vandaag:
Zelfs een aantal christenen merkte op dat de volgende keer de volle breedte van de conservatieve beweging moet worden aangesproken. Dat betekent dat naar het conservatisme neigende ‘liberalen’ ook moeten worden betrokken bij de beweging. De organisatie van het Café kan zich daar prima in vinden. We zijn van plan ons in te zetten om volgende keer nóg meer mensen aan te spreken.

Al is voor mij persoonlijk gisteravond weer bevestigd dat Conservatisme zónder erkenning van de "Wetten van het Koninkrijk" niet mogelijk is. Dit weerhoud ons niet samen te werken met mensen die zeggen agnostisch te zijn en de grote waarde en beschaving van Christelijke cultuur, traditie én geloof als fundament van onze samenleving zien en deze nooit op willen geven. Er wordt me wel eens gezegd dat die mensen niet bestaan. Maar ik ken ze. En werk er mee samen. Ter bevordering van het conservatieve gedachtegoed.
Wij hopen u de volgende keer ook (weer) te ontmoeten.
In de Franse Zaal van stadscafé De Zalm, waar ooit in 1868………


Binnenkort foto's op www.conservatiefcafe.nl)

3 november 2009

Conservatief Café ruim 260 aanmeldingen!

Voor het Conservatief Café van aanstaande donderdag 5 november hebben we vele honderden aanmeldingen ontvangen.

Heeft u zich nog niet opgegeven? Tot morgenavond kunt u zich nog aanmelden.

Klik hier om u aan te melden en meer info.

Een voorproefje leest u op de website van HP/De Tijd, in de Trouw van afgelopen zaterdag en in het RD van vandaag.

Volgers