23 december 2009

Christenen moeten niet klagen maar proclameren

Vandaag staat op de opiniepagina van het Reformatorisch Dagblad een verkorte versie van onderstaand artikel.
Dit opinieartikel heb ik samen met Dirk Jan Nijsink (historicus en SGPJ -jeugdwerkadviseur) geschreven.


Het elan is weg uit de reformatorische kring. Eigenlijk moeten we het christelijk geloof en de waarde van christelijke tradities en ongeschreven gedragregels proclameren in de samenleving. Wat nu overblijft is een sterkerwordende klaagzang over de “vijandigheid tegen christenen” die, volgens dr. C.S.L. Janse, “groeit”.

Elk weekend ademt het Reformatorisch Dagblad een neerslachtige sfeer. De bijdragen van de opinieleiders uit refoland blijven veelal hangen in interne geschilpunten. Op het door Peter Schalk (RMU) geïnitieerde beraad concludeerde men - terecht - dat een ‘refo-denktank’ niet de oplossing is.

Na een middag bijeen in Apeldoorn blijkt er toch ook heel weinig schot in te zitten. De broodnodige samenwerking wordt geblokkeerd door de eigen belangen van organisaties en verenigingen. Je zou het geheel ironisch kunnen samenvatten met: ‘we dronken een glas, we deden een plas. En alles bleef zoals het was.’ Het huidige refodom wordt gekenmerkt door een zeker vorm van lamlendigheid, dat lijnrecht tegenover een veerkrachtig elan staat. Laten we nu eens het heilzame van onze christelijke traditie in onze samenleving proclameren, daarna zien we wel wat er gebeurt.


Nu overheerst er angst en wordt tegenover de breedte de ontzaglijke engte geplaatst, dat soms helaas leidt tot betweterigheid. We zijn gebonden in het elkaar de maat te nemen en dat terwijl de waarheid vrijmaakt. Verstarring komt enkel voort uit angst en onzekerheid. Het is opmerkelijk dat dr. C.S.L. Janse de reformatorische zuil verdedigt aan de hand van sociologische kenmerken en dogmatische kwesties en ook anderen beoordeelt naar deze maatstaven: “Veel wat als christelijk gepresenteerd wordt, kan niet beschouwd worden als de waarachtige en volkomen leer der zaligheid” ,volgens Janse. En vervolgens komen het Leger des Heils en Youth for Christ jammerlijk buitenspel te staan.

Wat wil dr. Janse nu eigenlijk verdedigen als hij mensen er links en rechts van langs geeft als zij een andere opvatting hebben over de reformatorische zuil, of niet geheel zijn theologische ligging representeren. Hij schijnt niet te willen begrijpen dat kritiek van jongeren op de zuilbeleving voortkomt uit zorg en uit liefde voor kerk en traditie, en niet door een “afnemende binding met de gereformeerde leer”. De conservatieve historicus Johan Huzinga (1872-1945) had meer verwachting van jongeren: “Aan dit jonge geslacht de taak, deze wereld opnieuw te beheersen, zoals zij beheerst wil zijn, haar niet te laten ondergaan in haar overmoed en verdwazing, haar weer te doordringen met geest.”

Eerlijk is eerlijk, maar in Als je eenmaal hebt liefgehad wijst Bart Jan Spruyt ons, aan de hand van de legendarische dominee Doornenbal, een andere weg. Spruyt typeert ds. Doornenbal als een man van katholieke breedte en tegelijk gekenmerkt door bevindelijke diepte. In alle eerlijkheid vinden wij dat het met het eerste slecht gesteld is, dat komt doordat het met het tweede al niet veel beter is. We zijn onzeker, terwijl - nogmaals - de waarheid vrijmaakt.

Wij willen graag drie suggesties doen.

In de eerste plaats moeten we aan elkaar en aan alle mensen durven laten zien dat we niets op te houden hebben. Net als alle mensen hebben wij een boos en zondig hart dat in duisternis wandelt en leven we in een wereld die donker is. Alleen de heilsboodschap van het gekomen Kerstkind kan warmte geven in een kille wereld.

In de tweede plaats pleitten we voor culturele openheid. Waarom bleef het zo stil in toen Ewald Mackay in deze krant reformatorische mensen een spiegel voorhield? Hij stelde verbaasd vast dat refo’s nogal eens voorkeur geven aan het materiële boven het existentiële. Het geeft iets weer van het verwoeste en dorre hart van ‘refoland’, dat zich angstvallig weghoudt bij diverse cultuuruitingen. Terwijl zij een rijke traditie heeft die als een soort Leitkultur ons land een weg zou kunnen wijzen.

In de laatste plaats moeten we proberen niet kerkistisch te zijn. Wij hebben juist verwachting van onze eigen generatie dat ze erin slaagt om de verdeeldheid - die een levende aanklacht tegen onszelf is - terug te dringen. Enkel innerlijke overtuiging van het christenleven gevoed door de Woordbediening geeft bezieling, verbonden met de belijdenis van de kerk van alle tijden en plaatsen.

Laten wij ervoor zorgen dat ons christelijk geloof gezien en gehoord wordt. Naar aanleiding van het genoemde boek over ds. Doornenbal zei de seculiere Wim Brands (VPRO Boeken) dat het probleem van deze tijd is dat “we geen pijn meer voelen over wat we zijn kwijtgeraakt” . Dat is een glimpje van hoop in onze samenleving. Laat dat ons moed geven om door te gaan. Laten wij als christenen een krachtig appel doen op mensen zodat ze het gevoel krijgen dat ze met hun moderne en postmoderne levensgevoel totaal verkeerd zitten. Laat het orthodoxe christendom gezien worden, niet in haar Kuyperiaanse activistische gestalte, niet in haar ‘Siebelink-gestalte’ met haar zwartgalligheid, maar in waarheid en klaarheid.


Wilco Boender, Christelijk Conservatief blogger
Dirk Jan Nijsink, Historicus en SGPJ- jeugdwerkadviseur

Christen heeft glazen bollen van milieumensen niet nodig

Jan van Klinken's Klimaat-Column


Heel lang heb ik gedacht dat de opwarming van de aarde, waarover in Kopenhagen zo druk wordt vergaderd, het gevolg is van menselijk toedoen. Het leek me een kwestie van boerenlogica. Wat we met z’n allen dagelijks aan CO2 de atmosfeer in jagen, dat wil je als weldenkend mens eigenlijk niet weten. De gevolgen konden en kunnen niet uitblijven.

Dacht ik. Maar de laatste tijd is er reden tot twijfel. Al jaren krijg ik digitale nieuwsbrieven van zogeheten milieusceptici die zeggen dat we ons het hoofd op hol laten brengen door Al Gore en zijn kompanen. Voor zover ik als leek kan beoordelen, komen ze beslagen ten ijs. Smeltend ijs, dat wel. Want ook dat is een feit.

Maar ondanks die sceptische verhalen bleef ik Al Gore en de zijnen intuïtief gelijk geven. Je kon het eigenlijk op je vingers uittellen dat het mis moest gaan. Bovendien leek me het me toch wel wat al te stug dat wetenschappers massaal als blinde kippen achter een hype zouden aanhollen.

Een serieuze poging om mijn geloof in de algoreanen aan het wankelen te brengen, ondernam de Tsjechische president Vaclav Klaus. Hij gaf een boekje uit dat hier te lande verscheen onder de titel ”Blauwe planeet in groene kluisters”. Klaus wordt vaak voorgesteld als een tegendraadse botterik die door een speling van het lot president is geworden maar verder vrij kleinbehuisd zou zijn. Het is niets minder dan een karikatuur. Deze man, die een wetenschappelijke achtergrond heeft, verdiepte zich grondig in de materie en publiceerde een vernietigend geschrift.

Op de cijfers die moeten aantonen dat de aarde opwarmt, is heel wat af te dingen en de conclusie dat wij mensen de boosdoeners zijn van eventuele klimaatwijzigingen, is boterzacht. Aldus Klaus. Het eerste exemplaar van de Nederlandse vertaling werd anderhalf jaar geleden instemmend in ontvangst genomen door VVD’er Bolkestein. Toch ook geen domme man.

Wat voor mij de deur dichtdeed, was het uitlekken van de inhoud van een duizendtal e-mails dat was verstuurd door een kleine groep Engelse klimaatwetenschappers. Die lui bleken te hebben afgesproken hoe afwijkende opinies in toonaangevende vakbladen konden worden geblokkeerd. Ook bedachten zij een list om zo met de cijfers te goochelen dat de daling van de temperaturen op aarde verborgen zou blijven. Verder moesten allerlei gegevens geheim blijven omdat die niet strookten met het bekende beeld van de algoreanen: een planeet die langzaam maar zeker onleefbaar wordt. Let wel: de Engelse wetenschappers die zich met deze zwendel bezighielden, zijn zeker geen tweederangsfiguren maar behoren op hun terrein tot de wereldtop.

Over het algemeen geldt het devies om ver weg te blijven van verhalen over wereldwijde complotten en mysterieuze genootschappen die achter de schermen de mensheid proberen te manipuleren. Maar in dit geval ben ik geneigd om de sceptici op dit onderdeel het voordeel van de twijfel te geven. Die fraude geeft in ieder geval te denken.

Is dat sowieso mogelijk, een wereldwijd circuit dat vooral aan belangenbehartiging doet? Waarom mogen we dan niet alles weten? En waarom willen ze een fatsoenlijk wetenschappelijk debat blokkeren?

Voorlopig moeten we ernaar gissen, maar wat zomaar zou kunnen is dat er een klimaatindustrie is ontstaan die er alles aan gelegen is om zichzelf in stand te houden. Voor klimaatonderzoek en de beperking van CO2-uitstoot trekken overheden de beurzen wijd open. Hijgerige politici willen overal ter wereld goede sier maken met hun bezorgdheid over de toekomst van Moeder Aarde en dat mag wat kosten.

De vergelijking met de hulpindustrie ligt voor de hand. Linda Polman heeft daar een onthutsend boek, ”De Crisiskaravaan”, over geschreven. Daaruit blijkt dat hulporganisaties eraan bijdragen dat de ellende in de wereld in stand blijft. Het is hun boterham en zodra zich weer ergens een catastrofe voordoet en de media als aasgieren bij de slachtoffers neerstrijken, rukken zij met groot materieel uit om toch vooral te laten zien hoe onmisbaar ze zijn. Het heeft niets meer met bewogenheid te maken maar alleen nog met het bewijzen van het eigen bestaansrecht. Voor de volledigheid: Linda Polman is een gerespecteerd jour-naliste en schrijft voor de Volkskrant en The Guardian.

Of de vergelijking een op een opgaat met de klimaattombola, durf ik niet te beweren. Wel is het heel lastig geworden voor een simpele buitenstaander om te beoordelen wat er precies gaande is met ons klimaat en wie er gelijk heeft en wie niet. Voorlopig lijkt het me verstandig om maar niet al te hard achter het milieucircus aan te hollen.

Ik wil er meteen wel een belangrijke kanttekening bij plaatsen. Het valt niet uit te sluiten dat sommige milieusceptici het verhaal van de algoreanen onderuit proberen te halen om hun luxeleventje overeind te kunnen houden. Dat bevalt immers wel. Onbeperkt consumeren, tuinameublementje aanschaffen, terrasverwarmertje erbij zodat we zelfs op koude dagen kunnen barbecueën, met de SUV op wintersport en dan bij terugkomst meteen de voorjaarsvakantievliegreis naar Bali boeken, de halve inboedel laten afvoeren omdat de spulletjes alweer vijf jaar in huis staan, saunaatje laten aanleggen en voor de aanschaf van nieuwe kleding stad en land afreizen omdat het exclusief moet zijn. Als dat de agenda van sceptici is, ga ik daarvan net zo goed over mijn nek.

Wat dan? Ik zou zeggen: christenen hebben de glazen bollen van de klimaatdeskundigen toch niet nodig om te weten welke leefstijl verantwoord is? Dan hoeven we heus niet als kluizenaars te gaan leven en moeten we ons zeker geen juk laten opleggen. Sommige aanpassingen kunnen al met een piepklein beetje moeite worden verwezenlijkt. Ik ken mensen die met de auto(!) naar de sportschool rijden om daar aan hun spieren en conditie te werken –of misschien wel omdat ze er dan helemaal bij horen– terwijl ze de hovenier laten komen als de tuin moet worden gespit. Een beetje nadenken, een beetje kritisch naar onszelf kijken, af en toe de tanden op elkaar en ons verder maar gewoon laten leiden door het aloude inzicht dat een ronde wereld nooit een driehoekig hart zal kunnen vervullen.

18-12-2009 19:08 | Jan van Klinken

17 december 2009

Nieuwjaarsborrel Conservatief Café (22-01-2010)

Op 22 januari 2010 organiseert Conservatief Café i.s.m. de Edmund Burke Stichting een gezellige Nieuwjaarsborrel.

Op deze nieuwjaarsborrel staat de informele ontmoeting en het onderlinge gesprek centraal.
Wij hopen de vele conservatieven waar we afgelopen jaar mee hebben kennisgemaakt in de prachtige ambiance van de Franse Zaal in Stadscafé De Zalm te Gouda te ontmoeten.

Op deze avond zal de prominente conservatief professor dr. A.A.M. Kinneging kort spreken. Kinneging is hoogleraar rechtsfilosofie aan de Universiteit Leiden en heeft onder meer het uitmuntende boek Geografie van goed en kwaad geschreven, waarvoor hij in 2006 de Socrates-wisselbeker heeft ontvangen.

Door wederom een prettige samenwerking met de conservatieve Edmund Burke Stichting kunnen wij u weer een aantal drankjes aanbieden.

Inloop vanaf 19.00 uur
Gastspreker Kinneging: 20.00 -20.45 uur
Einde 01.00 uur

Dus volop gelegenheid voor ontmoeting van elkaar.

Wij hopen u wederom te zien.

Geef u snel op want vol=vol.

Opgave via website conservatiefcafe.nl






.

De kat niet op het moslimspek binden

Column van Jan van Klinken. En natuurlijk weer "de spijker op z'n kop".



Stel dat de armoede in ons land ernstig zou toeslaan. Geen werk meer, steeds minder eten op tafel en geen geld meer voor de studie van de kinderen. In Canada daarentegen is er werk voldoende. Daar schreeuwen ze om mensen. Het gaat weliswaar om laaggeschoolde arbeid maar om te overleven, moet je wel eens minder kieskeurig zijn.

Een grote groep protestantse mannen besluit het erop te wagen. Zij zullen zorgen voor brood op de plank. Als de ergste nood is gelenigd, kunnen ze weer voorgoed naar huis terugkeren.

De eerste berichten die de mannen naar het thuisfront sturen, getuigen van groot enthousiasme. Het werk is weliswaar vies en zwaar maar de werktijden zijn beperkt. Om de paar uur mag er worden gepauzeerd, een deel van de schaft wordt doorbetaald en heb je geluk, dan kun je overuren maken. Dat is pas echt kassa. Bovendien zijn de mensen aardig, het land is goed georganiseerd, de verdiensten zijn prima en er is volop vertier. De mannen raden anderen aan hun voorbeeld te volgen.

Na verloop van tijd laten de gastarbeiders, zoals ze worden genoemd, aan de autoriteiten weten dat ze graag hun eigen kerken zouden willen stichten. Die missen ze toch wel. Ze zijn vrijwel allemaal gelovig opgevoed en ze zijn sterk aan hun religie en religieuze gewoonten gehecht. Ook zouden ze graag wat predikanten over laten komen. Die horen erbij.

Ze vinden bij de autoriteiten een gewillig oor. Er worden speciale ambtenaren aangewezen die zich met hun belangen gaan bezighouden. Met steun van de overheid worden er overal kerken gebouwd en ook de overkomst van predikanten wordt soepel geregeld. Vergunningen, huisvesting – aan medewerking geen enkel gebrek.

Naarmate het verblijf van de mannen langer duurt, beginnen ze vrouw en kinderen steeds meer te missen. Vanwege de afstand zien ze die niet meer dan enkele keren per jaar. Ook de begeleidende ambtenaren vinden dat een ongewenste situatie. Er wordt geregeld dat vrouwen en kinderen zich in Canada mogen vestigen. De gezondheidszorg, de sociale voorzieningen, de studiefinanciering, alles wat er aan luxe regelingen bestaat, is voor hen toegankelijk. Zelfs het stichten van eigen scholen op kosten van de overheid blijkt mogelijk.

De verhalen die de nieuwkomers aan hun familie in Nederland vertellen, werken buitengewoon aanstekelijk. De een na de ander wil weg. Het lijkt wel of het daar in Canada luilekkerland is.

Het gaat een tijdje goed maar dan ontstaan er problemen. Canadese buurtbewoners beginnen te klagen over de bende die de gastarbeiders en hun gezinnen maken. Ze keilen zo maar huisvuil op straat en als ze religieuze feesten vieren, houden ze geen enkele rekening met anderen.

Vervolgens ontspoort de opgroeiende jeugd van de nieuwkomers. Velen gedragen zich alsof ze de baas zijn in het land. Hun brutaliteit is grenzeloos. Een deel van hen stort zich in de criminaliteit. De politie heeft er halswerk aan. De Canadezen in hun wijken klagen steen en been. Ze beginnen op de nieuwkomers te schelden.

Tot overmaat van ramp keert het economisch tij. Er is steeds minder werk. Gelukkig zijn er riante werkloosheidsuitkeringen. Ook is er een puike regeling voor arbeidsongeschiktheid. Dan behoud je levenslang 80 procent van je verdiende loon. Keuringsartsen doen niet moeilijk. Je hoeft alleen maar te zeggen dat je last van je rug hebt. Dat gaat als een lopend vuurtje rond. Binnen de kortste keren zitten ook plenty gezonde gastarbeiders in die regeling.

Onder de Canadese bevolking ontstaat steeds meer gemor. Met name in een aantal grote steden neemt de onvrede toe. Oorspronkelijke bewoners zeggen dat hun stad niet meer de hunne is. Het aantal allochtonen is verhoudingsgewijs te groot geworden. Bovendien mopperen ze dat deze mensen massaal misbruik maken van de voorzieningen en voor een gevoel van onveiligheid zorgen.

Het klimaat verhardt als er wereldwijd aanslagen worden gepleegd door geloofsbroeders van de nieuwkomers. Er komt bij dat sommigen van hun predikanten die terreur stiekem lijken toe te juichen. Er wordt niet echt afstand van genomen.

Dan staan er Canadese politici op die in de aanval gaan. Zij eisen allerlei beperkende maatregelen. Soms krijgt dat een hetzeachtig karakter. Een tweedeling dreigt want de partij die het felst ageert, is razend populair. Velen maken zich zorgen over de vraag hoe de verhoudingen weer genormaliseerd kunnen worden.

Om de boel wat te kalmeren, roept een politicus van een politieke partij de regering op om met vertegenwoordigers van de allochtonen om de tafel te gaan. Ze hebben de gewoonte om steeds grotere kerken te bouwen die steeds nadrukkelijker in het beeld van steden en dorpen aanwezig zijn. Hun eigen kathedralen worden erdoor verdrongen. Dat is de kat maar op het moslimspek binden, vindt die politicus. Ze provoceren, zijn niet slim bezig. „Regering, probeer hen te overtuigen dat ze een wijze terughoudendheid betrachten.”

Veel nieuwkomers vinden dat de politicus met die oproep groot gelijk heeft. Ze zijn blij dat ze een plekje onder de Canadese zon hebben gekregen, ze schamen zich voor problemen die veel van hun jongeren veroorzaken, begrijpen dat er onvrede is onder de bevolking over het misbruik van de sociale voorzieningen en zijn het helemaal niet eens met sommige rabiate religieuze leiders die terreur goedpraten en andersdenkenden gelijkstellen aan honden en varkens. Het oprichten van die wanstaltige kerktorens vinden ze helemaal niet nodig. Dat is vragen om moeilijkheden.

De lezer zal begrijpen dat het gaat over de motie van SGP’er Van der Staaij. Ik las in deze krant een reactie van de heren Jan Dirk en Johan Snel. Ze vergeleken de moslims in Nederland met christenen in Indonesië. Die mogen toch ook knotsen van kerken bouwen? Van der Staaij was met andere woorden bezig zich in eigen voet te schieten, aldus de heren Snel.

Persoonlijk leek me de vergelijking met Indonesische christenen niet erg op zijn plaats. Het historisch perspectief klopt niet. Ik verbeeld me dat mijn vergelijking zuiverder is. Dan ontstaat er meteen een heel ander beeld. Die motie van de SGP’er was me dan ook uit het hart gegrepen.

11-12-2009 16:41 | Jan van Klinken

11 december 2009

Hofnar Jort op de Miljonairfair

Sinds het vertrek van Govert van Brakel bij Radio 1 is mijn favoriete radioprogramma op vrijdagmiddag onderweg naar huis de "fridaymove" op BNR.

Vanmiddag was de uitzending live vanaf de miljonairfair in de RAI. Ongetwijfeld bevinden zich op deze extravagante ( wellicht ordinaire) glitter en glamour fair veel BNR luisteraars. Een korte blik op de site van de fair geven je al zeer onbestendige gevoelens. Veel walgelijk opzichtige e potsierlijke BN-ers en buitenissigheden zonder inhoud.

Oud Quote-hoofdredacteur en fervent miljonairfairbezoeker Mr. J.P.W. Kelder was vanmiddag één van de stamgasten in de fridaymove van BNR.
Samen met buitenlandcommentator Bernard Hammelburg sprak Jort onder andere over Obama, Ella Vogelaar en het huidige politieke klimaat.


VVD-er Jort Kelder (het enige linkse aan hem is dat als hij vegetariër leeft) deed vanmiddag wat mooie uitspraken die ik -vrij weergegeven- graag met u deel.

"We zijn vaak te hard voor politici", Op de vraag waarom hij enkele jaren geleden Ella Vogelaar zo hard en persoonlijk aanviel zei Jort: "Omdat zij aantoonbaar incompetent is en alleen door Wouter Bos naar voren was gehaald omdat ze vrouw is".

Verder is Jort van mening dat we veel te veel van politici verwachten en met name van zwarten (Obama). Dat men juist zoveel van zwarten in de politiek verwacht "komt voort uit pure zelfhaat".

Zo zien we maar weer, zelfs op een extravagant rijkeluisfeestje kunnen wijze dingen worden geconcludeerd.

Zelf ziet Jort zich als de Hofnar die alles vanaf de zijlijn kan en mag becommentariëren. Hij heeft een hekel aan carrièrejagende politici en zegt daarom "dat men niet lang genoeg kan wachten om de politiek in te gaan".
Mensen die iets gemaakt hebben van hun leven moeten na hun 50e, als ze hun zaakjes voor elkaar hebben, uit maatschappelijke verantwoordelijkheid nog een aantal jaren de politiek in volgens de BN-er. "Van het linkse zootje slapzakken wat er nu zit wordt het land ook niet beter".

Jort zegt van het debat te houden, het leuk te vinden om te polariseren en is niet, zoals velen denken, een verwend jochie uit het Gooi. Hij zegt met trotske stem "Ik ben een zoon van een zeeman en ben Calvinistisch opgevoed". Ik hoorde vanmiddag Jort zeggen dat "je je moet gedragen, zeggen wat je zelf vind en niet anderen naar de mond moet praten". Een mooie combinatie op deze donkere vrijdagmiddag.

10 december 2009

Liever Paaps dan Turks

De heilige Nicolaas van Myra is weer naar Spanje vertrokken.
We hebben allemaal weer een gezellig avondje van Sinterklaas achter de rug. Hollandser en gezelliger kan het toch niet? Sinterklaasavond!
Blijde kinderkopjes, leuke surprises én scherpe gedichten (je mag deze ene avond in het jaar je geliefde een beetje voor gek zetten), boterletter en natuurlijk cadeautjes.
Belangrijk is dat het vooral gezellig is en dat heeft niets te maken met grote en dure cadeaus. Mensen die vanwege de vercommercialisering uit principe geen Sinterklaas vieren ontzeggen hun gezin iets moois en traditioneels. Ook voor volwassenen blijft het een traditionele gezelligheidsavond.
Of het Sinterklaasfeest commercieel is bepaal je echter zelf.
Een quota van het aantal cadeaus én de prijzen van de cadeaus leren jezelf en je kinderen dat liefde en gezelligheid niet in de grootsheid van het geschenk ligt.

In orthodox protestante kringen wordt al decennialang divers gedacht over de viering van dit katholieke bisschopsfeest. Sommigen vieren het onder de naam "pakjesavond". Alles wat maar een beetje Paaps was moest buiten de deur worden gehouden. In de 80-jarige oorlog riepen de geuzen toch al niet voor niets: "Liever Turks dan paaps". Ook de oprichter van de Staatkundig Gereformeerde Partij, ds. G.H. Kersten, was een hardvochtig strijder tegen de paapse overheersing. "katholieken streden allen in het leger van de Paus en Rome was onze vijand van de dagen onzer landsgeboorte".
In 1925 viel zelfs het kabinet doordat de SGP (gesteund door de CHU!) een amendement indiende voor afschaffing van het Nederlandse gezantschap bij het Vaticaan. De beruchte nacht is als de "nacht van Kersten" de geschiedenis ingegaan.
Met recht dus : "Liever Turks dan Paaps".

Ik herinner me nu ook het verhaal weer van mijn opa, een Godvruchtige SGP-er die ik helaas nooit gekend heb, die in de jaren '30 op 5 december een zwarte handschoen aandeed en door een kier van de deur pepernoten strooide, alsof zwarte piet himself achter de deur stond. (over humor en katholieke breedte met een knipoog gesproken..)

In de loop der jaren kwam de strijd voor de protestanten op andere fronten te liggen. En anno 2009 is de leuze 180 graden gedraaid.
De SGP-leuze is nu (terecht denk ik) Liever Paaps dan Turks.

SGP Tweede Kamerlid Kees van der Staaij toonde dit dubbel en dwars binnen één week aan op zijn blog.

Op 4 december blogde hij uitgebreid over zijn minarettenmotie.

En op 5 december publiceert Van der Staaij een prachtig Sinterklaasgedicht inclusief tekening van neefje Arian. Hij krijgt steun van de heilige Nicolaas, die zich tegelijkertijd beklaagd over het feit dat hij het kruis op zijn mijter dreigt kwijt te raken. Deze publicatie laat ons zien dat Van der Staay een gezellige familiaire Sinterklaasavond heeft beleefd én dat hij steun vanuit Roomse hoek wel kan waarderen.

Nu de CU worstelt met de toelating van behoudende Rooms Katholieken liggen er kansen voor de SGP.

Misschien dat Conservatieve Roomse broeders en zusters (waarvan sommigen blijkens ingezonden brieven in het Katholiek Nieuwsblad verlangen naar een nieuwe KVP) middels een goed Sint Nicolaasgedicht in 2010 kunnen aansluiten bij de SGP.

5 december 2009

Wilders’ broer laten leeglopen en denken dat het helpt

Wekelijkse column van Jan van Klinken
(zou Jan zijn schoen ooit moeten opeten?)


Het is zeker twintig jaar geleden dat iemand me vertelde over de rauwe racistische taal die in schaftketen werd uitgeslagen. De man verkeerde dagelijks op bouwlocaties in de grote steden en wat hij er hoorde, was niet voor herhaling vatbaar. Vooral Turken moesten het ontgelden.

In eerste instantie begreep ik er niets van. Bij ons in de buurt had je een vrij grote Turkse gemeenschap maar die mensen deden geen vlieg kwaad. Met de criminaliteit was het in ons stadje niet slechter gesteld dan elders en in het dagelijks leven merkte je eigenlijk weinig van deze allochtonen. Nou ja, je zag overal oudere vrouwen met hoofddoeken, maar hun aanwezigheid in het straatbeeld kon toch geen reden zijn om zo hatelijk te doen?

Het kwartje viel pas veel later. Tijdens een reportage in een Rotterdamse volkswijk kwam plotseling een oude bekende op me af die hier een tabakswinkel bleek te runnen. Voor de aankoop had hij diep in de beurs moeten tasten, maar hij had er nog steeds geen dag spijt van. Hij dreef een bloeiende nering.

Vijf jaar daarna sprak ik hem weer. Hij had het helemaal gehad met Rotterdam. De buurt was volledig verkleurd en inbraken waren aan de orde van de dag. Hij had zijn winkel veranderd in een vesting, maar dat had niet kunnen verhinderen dat hij tot twee keer toe was beroofd. Een keer ’s nachts maar ook een keer overdag. Toen stond er plotseling een man met een mes tegenover hem. Dat was de druppel die zijn emmer deed overlopen. Voor een schijntje van wat zijn zaak ooit waard was, deed hij zijn toko van de hand. Hij kweekt nu bomen, ergens op Flakkee.

Het kost niet veel moeite om te bedenken dat veel andere autochtone bewoners van die buurt hetzelfde lot heeft getroffen. Ooit woonden ze in een gezellige volkswijk waar iedereen iedereen kende. Je deed de boodschappen bij de slager op de hoek en met de buren dronk je op warme zomeravonden achter op het terras een biertje. Toen kwamen de allochtonen en was op zeker moment de buurt niet meer van jou. Het werd steeds gekker. Je voelde je op het laatst een vreemde in je eigen straat, zeker nadat er aan het pleintje achter je huis een moskee met torenhoge minaretten was verschenen. Op een dag nam je een resoluut besluit: inpakken en wegwezen. Voor een zacht prijsje verkocht je je huisje aan een Turk of Marokkaan. Je was blij dat je weg was.

Overdag was je werkzaam bij een renovatieproject elders in de stad. Vanaf de steigers had je zicht op precies zo’n buurt als waar je zelf had gewoond en het viel je steeds meer op dat er overdag zo veel mannen op straat liepen. Moesten die niet werken? Waarom stond jij de hele dag te buffelen en liepen die gasten de hele dag te nietsnutten? En waar leefden ze van? Hielden die allemaal de hand op? En ging het dan aan de bijstandloketten zo van: U vraagt en wij draaien? Maar dat was dan wel mooi van jouw centen.

Er is weinig fantasie voor nodig welke gesprekken zich onder die omstandigheden vervolgens tijdens de schaft ontwikkelden. En zo zijn we weer terug bij het begin. Daarmee wil ik die racistische taal niet goedpraten, maar wel aangeven dat het verschijnsel niet uit de lucht kwam vallen.

Hoe het verder ging, is bekend. In het openbaar benoemen wat er gaande was in de oude wijken was niet toegestaan. De gevestigde politieke partijen hielden zich in het gunstigste geval Oost-Indisch doof maar als je het slecht trof, werd je geïsoleerd. Bolkestein kan erover meepraten. Als voorman van de VVD voorspelde hij begin jaren negentig dat er een reusachtig integratieprobleem op ons afkwam. Het scheelde dat Bolkestein verder een nette man was, anders zou hij integraal in de Hofvijver zijn gesmeten. Want de politieke elite woonde niet in volksbuurten en zei gemakshalve dat je aan vreemdelingenhaat leed als je zulke dingen zei. Dan waren ze mooi van dat probleem af.


Het waren Fortuyn en vervolgens Wilders die de integratiekwestie op de agenda zetten. Zij vertolkten de gevoelens die al jarenlang in schaftketen en horecagelegenheden werden geventileerd. Daarbij kwam dat de ellende niet beperkt was gebleven tot verkleuring van wijken en wat extra roofovervalletjes. Bolkestein had helemaal gelijk gekregen. Allochtonen voerden alle verkeerde rijtjes, zo moesten zelfs ministers toegeven. Arbeidsongeschiktheid, werkloosheid, schoolverzuim, verblijf in gevangenissen, noem maar op.

Sinds Wilders volgens de opiniepeilingen afstevent op een enorme stembusoverwinning zie je dat er overal paniek uitbreekt. Alles wordt uit de kast gehaald om het blonde gevaar te bezweren. Ik heb het de laatste tijd een beetje bijgehouden. Werkelijk ongekend, wat er wordt gepubliceerd en uitgezonden. En het houdt niet op. Het is bijna vermakelijk. Altijd moest de onvrede onder de pet blijven en nu er geen houden meer aan is, wordt alles geprobeerd om de nationale vertolker van het ongenoegen een kopje kleiner te maken. Figuurlijk, dat gelukkig wel. Dat ze denken dat dat helpt, vind ik nog het aandoenlijkst aan al die tegenacties.

De kroon wordt gespannen door het duo Pauw & Witteman, dat iedere avond bijna een uur zendtijd op Nederland 1 mag vullen en daar ook nog vorstelijk voor wordt beloond. Als de linkse kerk een synode zou hebben, zaten deze twee vast en zeker in het moderamen. Pas lieten ze de broer van Wilders leeglopen. Natuurlijk vond hij Geert een waardeloze rechtse bal. Anders zou hij als gast voor hun programma niet interessant zijn geweest. Uitgebreid mocht hij op de buis afgeven op de verminkte geest die in de PVV-leider zou huizen.

Ik kan niet in de ziel kijken van de kiezers van Wilders, maar ik eet mijn schoenen op als zij zich zouden laten leiden door zijn linkse broer of door het duo P&W. Eerder zal al die aandacht hun slechts bevestigen in hun keuze. Hoe doorzichtiger de capriolen, des te groter het wantrouwen. Zo gaat dat als mensen decennialang niet serieus zijn genomen.

4-12-2009 Jan van Klinken

2 december 2009

Eerst een lekker kroketje en dan naar de cardioloog

Bijna vergeten: de 'Jan van Klinken column' van afgelopen week

„Eigen-schuld-dikke-bult-zorg”, noemt PVV-Kamerlid Agema de situatie die zou ontstaan als de zorgpremie wordt gekoppeld aan iemands leefstijl. De politica reageerde op mijn pleidooi voor zo’n systeem. Daarbij verweet ik Agema dat ze bij haar langdurige zoektocht naar bezuinigingsmogelijkheden deze optie had genegeerd. Om haar recht te doen laat ik haar reactie integraal volgen.

„Beste Jan,

Ik snap je ongenoegen met betrekking tot de stijgende zorgkosten. We weten zeker dat door de vergrijzing en de toegenomen mogelijkheden de zorgvraag en daarmee de zorgkosten toe zullen nemen. Daar betalen we met zijn allen heel erg veel geld voor.

Jouw stelling met betrekking tot de zorgpremie „wie alle adviezen om gezond te leven in de wind slaat, betaalt de hoofdprijs; wie discipline betracht en zich aan de regels houdt, krijgt aantrekkelijke korting”, zien wij echter niet zitten. Een gezonde leefstijl is geen garantie voor een gezond lichaam. Gezondheid is ook afhankelijk van andere factoren zoals erfelijkheid, de omgeving waar men woont of de pech om een ziekte te krijgen.

Uiteindelijk worden we als alles goed gaat allemaal oud en krijgen we gebreken, ook mensen die hun hele leven gezond hebben geleefd. Ik zou het vreselijk vinden als er dan een soort ”eigen-schuld-dikke-bult-zorg” zou ontstaan en zieke mensen in plaats van liefdevolle aandacht een verdenking op zich krijgen.

Zo een systeem is wat ons betreft niet alleen onwenselijk, het zou ook volkomen oncontroleerbaar zijn. Als iemand die geen alcohol drinkt een korting krijgt op de zorgpremie, wie controleert dan of die persoon echt niet drinkt? Wie controleert wat iemand eet, moeten supermarktbonnetjes bewaard gaan worden? Wie controleert of iemand niet rookt? En als iemand dan alsnog longkanker krijgt, gaan ze dan een omgevingsonderzoek doen? De rillingen lopen bij deze vragen over mijn rug, Jan.

We kunnen ook niet zomaar uitgaan van de financiële voordelen voor de samenleving indien we massaal gezonder zouden gaan leven. Het RIVM heeft bijvoorbeeld becijferd dat de zorgkosten met 6 procent stijgen als vandaag alle rokers met hun ongezonde gewoonte zouden stoppen.

Ten slotte gaat het stukje wat je schreef over je tante uit Zeeland me zeer aan het hart. Inderdaad, zij hebben de oorlog nog meegemaakt en ontberingen geleden. Zij verdienen de beste zorg. Voor mijn fractie geldt dat iemand van 82 nog een kunstknie moet kunnen krijgen en 80-plussers met hartklachten doorverwezen moeten worden (als ze dat zelf ook willen).

Wij maken daarbij 1 miljard euro extra vrij voor meer handen aan het bed, meer salaris voor de zorgmedewerkers op de werkvloer, meer materieel zoals tilliften, meer bijscholing en meer programma’s tegen ondervoeding, uitdroging en doorligwonden. Want ondanks dat we het inderdaad erg goed hebben in ons land en er overvloed is aan goed voedsel, is een kwart van de ouderen in onze verpleeghuizen ondervoed en loopt nog eens de helft daar risico op.

Laten we er daarom voor zorgen dat alle luxe eet- en drinkwaren waar sommigen van ons wellicht onder bezwijken, op zijn minst ook terechtkomen bij de alleroudsten en allerkwetsbaarsten in onze verpleeghuizen.”


Tot zover Agema.

Laat ik meteen duidelijk maken dat ik alles wat ik de vorige keer geschreven heb, ter plekke inslik als mijn voorstel tot gevolg zou hebben dat zieke mensen een verdenking op zich laden in plaats van liefdevolle aandacht krijgen. Dat mag natuurlijk nooit gebeuren. Maar de angst voor dat horrorscenario mag een discussie over de onverantwoorde leefstijl van velen niet in de weg staan.

Dat het moeilijk te controleren is of iemands ziekte het gevolg is van zijn of haar manier van leven, is zeker waar. Maar de andere kant is dat we nu een systeem hebben waarbij iedereen mag opdraaien voor het oplappen van comazuipers, feestbeesten en andere losgeslagen hedonisten. Uit de eerste hand hoor ik wel eens verhalen over ziekenhuispatiënten die net weer een beetje zijn opgelapt en dan meteen alle bloemetjes buitenzetten om vervolgens door overbelaste verpleegkundigen voor de zoveelste keer van pis, poep en kots te worden gezuiverd. Dat kan allemaal ongestraft. Daar gaat het mij om.

Het is natuurlijk heel bevoogdend om tegen je patiënt te zeggen dat hij zijn leefstijl moet aanpassen. Dat hoort niet bij dit tijdperk van vrijheid-blijheid. Er komt bij dat het thema niet in brede kring leeft. Gezonde voeding en gezonde leefstijl –ach, je hebt van die fanatici die denken dat ze honderd kunnen worden door brandnetelsoep en paardenbloemen te eten. Zo ongeveer wordt het afgedaan.

Zelf heb ik een aantal jaren als verslaggever op het Binnenhof rondgelopen. Ik heb me vaak verbaasd over Kamerleden die zich dagelijks tegoed deden aan gefrituurde snacks en andere gedegenereerde maagvulling. Kennelijk is het gros van de politici net zo onverschillig als het merendeel van de bevolking.

Neem verder dat in tal van ziekenhuizen restaurants worden geëxploiteerd waar volop kroketten, saucijzenbroodjes en andere schadelijke troep worden geserveerd. Waar slaat het op? Eerst je cholesterol eens lekker opvoeren en dan naar de cardioloog voor een hartfilmpje. Moet we het dan raar vinden dat de zorgpremies steeds verder oplopen?

Het past allemaal in het beeld dat ook artsen zich niet druk kunnen maken om dit thema. Een typerend voorbeeld ontleen ik aan het voortreffelijke boek ”Antikanker” van de Amerikaanse hoogleraar David Servan Schreiber. Nadat bij hem tot twee keer toe een tumor was vastgesteld, vond hij dat het moment was aangebroken om zich te verdiepen in de relatie tussen voeding en kanker. Hij had maanden werk om alle studies en onderzoeken door te nemen, zo veel bleek erover bekend te zijn.

Aan zijn arts vroeg Servan Schreiber of hij zich in verband met zijn behandeling nog aan een bepaald dieet moest houden. „Nee hoor”, was diens reactie, „u mag alles eten wat u lekker vindt.” Zolang beleidsmakers en geneeskundigen zo veel onbenul aan de dag leggen en zo weinig belangstelling tonen voor hoogst relevante informatie, zullen we met z’n allen krom moeten liggen om de steeds verder uit de hand lopende zorgkosten bijeen te brengen.

27-11-2009 17:07 | Jan van Klinken

1 december 2009

Minaretten, ons Wilhelmus en linkse cultuurbarbaren

Gisteren bracht Kees van der Staaij (SGP) twee moties in in de Tweede Kamer.
De ene behaalde een meerderheid, de andere helaas niet.
De motie die het niet haalde betrof een ontmoedigingsbeleid voor het verlenen van vergunningen voor het bouwen van moskeeen en bijbehorende minaretten.
Een oproep aan de minister om terughoudend te zijn in het toelaten van Islamitische geloofsuitingingen in het Nederlandse straatbeeld.
Zoals het bericht op de site van de SGP zegt; Niets meer en niets minder.
Door het referendum in Zwitserland heeft de motie ongedacht veel aandacht gekregen.

Vanavond zagen we Van der Staaij dan ook aan tafel bij Pauw en Witteman. Van der Staaij noemde het een 'gewone Hollandse poldermotie'. Wat mij betreft was het meer dan dat. Zanger Frank Boeijen (wat weet zo'n vent van politiek?) dacht dat het een kunstje was om stemmen te winnen, net zoals Wilders dat op dit punt doet. Jammergenoeg kreeg Van der Staaij niet veel gelegenheid om het verschil met Wilders uit te leggen.
De motie werd helaas alleen door de PVV en TON gesteund. De VVD trok op het laatste moment haar steun in. Rutte was " wel voor de intentie van de motie, maar vindt het een lokale zaak".

Nu recent ook Boekensteijn is vertrokken treffen we nog maar zeer weinig "Bolkesteinisme" aan in die partij. Halbe Zijlstra, één der laatste der rechtse mohikanen, werd gister enkele minuten voor hij bij P&W zou zitten teruggefloten door Rutte. Ook het CDA en de CU hebben zich niet durven uitspreken tegen de verdergaande islamisering en laten het om het even of er een moskee of een kerk word gebouwd. Het gelijkheidsdenken van religies is in deze partijen dieper geworteld dan dat de "C" in hun naam doet vermoeden.

Vandaag hoorde ik een conservatieve vriend zeggen "die C gaat er bij het CDA vanaf of wordt regelmatig ingewisseld voor een I. Als je de C weghaald blijft er DA over. En bij de DA kan iedereen een zalfje halen wat voor hem of haar het beste en lekkerste is". Daar kan hij wel eens gelijk in hebben.

Daarom zijn wij blij met de helderheid waarmee de SGP kleur bekend voor de joods-christelijke traditie, cultuur en fundamenten van ons vaderland. Daar passen geen grote explicitie islamitische uitingen. Ook al onderschrijven we godsdienstvrijheid. Complimenten!
Geredeneerd niet vanuit het uitgangspunt van art. 36 NGB (het weren en uitroeien van alle valse godsdienst") maar puur pragmatisch met verwijzing naar onze -oorspronkelijk christelijke- culturele wortels.
Mirjam Sterk van het CDA heeft de SGP-motie om de bouw van minaretten en plaatsing van onbescheiden TV Schotels te ontmoedigen, niet ondertekend. “Nee, de SGP haalt de PVV niet rechts in. De SGP streeft een theocratie na. Dus dat past in de kern, maar ik had een motie met zo een strekking nooit van de SGP verwacht.” Hoe komt het toch dat een gerespecteerd CDA kamerlid dit denkt van de SGP? Het zal eerder aan de bodschap van de SGP liggen dan aan de onkunde van Mirjam Sterk. "De SGP streeft een theocratie na.....
Hoort u de echo.....?

Ook Joel Voordewind van de Christenunie schiet door in onvoorwaardelijke godsdienstvrijheid en vindt alle religies gelijk. De SGP verbiedt helemaal geen godsdiensten, is zelfs vóór godsdienstvrijheid blijkt regelmatig tussen alle interne mist. Wanneer zeggen zde ook dat hardop? Witteman concludeerde dat trouwens ook met Van der Staaij aan tafel, die dit ook niet ontkende. CU verloochend echter haar eigen religie en cultuuur. Zie de video hieronder van Voordewind bij P&W.



In het licht van de traditie en cultuur van ons land paste ook de tweede motie die gelukkig wél werd aangenomen.
Deze motie, die samen met diezelfde Mirjam Sterk van het CDA werd ingediend, betrof het opnemen van "een kennismaking met het Wilhelmus" in het inburgeringsprogramma. Ook de PVDA stemde voor deze motie. Femke Halsema twitterde cynisch: PvdA stemde vanmiddag voor Wilhelmus in de inburgering; hele PvdA-fractie heeft nu bijles om zelf alle coupletten uit het hoofd te leren.
De PVDA zal dit ongetwijfeld ter harte nemen, daar is may be nog hoop voor. Voor Groen Links heb ik die echter niet meer.

Ineke van Gent en Tofik Dibi, de cultuurbrabaren van Groen Links tonen dit in onderstaand filmpje wel aan. Dit soort mensen moet je direct uit hun functie als volksvertegenwoordiger ontheffen. Om zo belachelijk over ons Volkslied te doen. Wat een droefheid bekruipt mijn ziel als ik dit zie.

Volgers