20 februari 2010

Christelijk Conservatief (het blijft boeien)



Vandaag in (wederom) het Reformatorisch Dagblad aandacht voor het Christelijk Conservatief geluid en de SGPJ.

Laten we hopen dat ook andere media geinteresseerd raken. De RD lezers weten nu intussen wel wat we beogen.....

Voor de liefhebbers de linkjes:


Heimwee naar de christelijke traditie


en de strijders voor de "gereformeerde leer". (wat is dat?..)

„SGP-jeugd, blijf bij gereformeerde lijn”



.

15 februari 2010

Thorbecke en Groen vereenigt

In de Historische Nationale Herstelgedachte van Prof. Mr. J.A. Eigeman -1925- ( aangeschaft op boekenverkoop te Ermelo) las ik afgelopen weekend een interessante gedachte.

"Wij erkennen het Christelijk karakter van ons volksleven als den historischen grondslag, den bezielenden geest van onze maatschappij en van onze nationale beschaving; en wij aanvaarden den 'liberalen' staat als het kader, waarbinnen dit karakter zich onbelemmerd in alle richtingen kan ontwikkelen."

Eigeman zag in de visies van Thorbecke en Groen van Prinsterer een gemeenschappeijke deler ('leidend beginsel') en zag in Colijn deze verbinding verwezenlijkt.

Ik ben nog maar halverwege maar als je dit boek te pakken kunt krijgen: een aanrader!

12 februari 2010

Vervreemden en afscheid nemen

Ook Jan van Klinken besteed aandacht aan Franca Treur én haar bestseller.

Het verschijnsel kerkverlating wordt over het algemeen in reformatorische kringen niet als een van de meest nijpende probleem ervaren. En dat valt goed te verklaren. De meeste kerken van orthodoxe snit kunnen hun ledental redelijk handhaven. Sommige denominaties melden zelfs nog een zekere groei.

Toch is er sprake van een gestage uitstroom. Dat lijkt tegenstrijdig maar dat is het bij nadere beschouwing niet. Het gemiddelde kindertal is met name in bevindelijk gereformeerde kringen hoger dan nodig is om op peil te blijven. Je kunt het ook simpeler zeggen: Er worden zo veel kinderen geboren dat de kerken in dit segment nog al wat (doop)leden kunnen kwijtraken, wil er sprake zijn van krimp.

Onder de kerkverlaters zijn de doopleden in de meerderheid, zo valt op te maken uit een handjevol cijfers. Hoe groot de totale groep is, is moeilijk te zeggen maar jaarlijks zullen het er algauw enkele duizenden zijn.

Tegen kerkverlating kun je op verschillende manieren aankijken. Je zou kunnen zeggen dat het een onvermijdelijk verschijnsel is. De boodschap van het Evangelie is de een een reuke des levens ten leven en de ander een reuke des doods ten dode. Anders gezegd: je doet er weinig aan, het is van alle tijden en het hoort er nu eenmaal bij. Het is een nogal fatalistische benadering die niet de mijne is, maar die ik toch wel ben tegengekomen.

Een andere benadering is dat iedere kerkverlater er een te veel is. Kerken die hun missie serieus nemen, kunnen moeilijk met droge ogen de gestage stroom van kerkverlaters gadeslaan. Ook niet als er binnen de eigen gelederen per saldo sprake is van groei.

Maar ook vanuit een meer zakelijke benadering is er een dwingende reden om kerkverlating ernstig te nemen. Ik had het zojuist al over het gemiddelde kindertal. We weten allemaal dat dat gemiddelde in reformatorische kringen daalt. Daarvoor hoef je niet bij het Centraal Bureau voor de Statistiek te werken. Uit alles blijkt dat onze gezindte de algemene trend volgt, al gebeurt het allemaal wat later.

Dat betekent dat er bij een gelijk percentage aan kerkverlaters bij alle denominaties krimp gaat optreden. Dat kun je op de achterkant van een sigarendoosje uitrekenen. Die krimp doet zich bij sommige kerken al voor. Het is een trend waaraan –menselijkerwijs gesproken– geen enkele kerk zal ontkomen. Ik laat dan nog maar buiten beschouwing dat het moderne levensgevoel zo snel oprukt, dat de kerkverlating daardoor de komende decennia enorm dreigt te worden aangejaagd.

Een en ander bedacht ik naar aan leiding van het boek ”Dorsvloer vol confetti” van Franca Treur. Over dat boek is al veel gezegd en geschreven. Daar heb ik op zich niet zo veel aan toe te voegen. Het is zeker knap geschreven, het confronteert, het is herkenbaar en het is in ieder geval respectvol. Verder neemt het boek de lezer mee naar een wereld die, anders dan bij Maarten ’t Hart, niet ernstig door de schrijver is misvormd en die ook niet het buitenissige heeft van het milieu waarover Jan Siebelink schrijft. De schrijfster mag dan met de kerk hebben gebroken, ze doet niet neerbuigend over de kringen waarin ze opgroeide, laat staan dat ze honend of sarcastisch is.

Van het boek is ook gezegd dat het blijk geeft van vervreemding. En ook dat is waar. Nu is vervreemding zonder twijfel het voorstadium van kerkverlating. Je groeit er eerst vandaan en dan komt het moment dat je breekt. Dat is bij Franca Treur precies zo gegaan.

Wie wil weten hoe zo’n proces van vervreemding ontstaat, komt in dit boek volop aan zijn trekken. Wat je als lezer vervolgens met dat inzicht doet, is een tweede. Maar als je niet weet waarover je het hebt, is iedere bespiegeling daarover bij voorbaat vruchteloos.

Wat dat aangaat biedt het boek meer dan voldoende zicht op dit verschijnsel. De schrijfster registreert pijnlijk nauwkeurig en met veel gevoel voor relevante details. Wat bij mij bijvoorbeeld bleef hangen, was de beschrijving van het huisbezoek. De spanning is tastbaar, de gezinsleden zetten zich schrap voor het ‘verhoor’ en het gesprek dat zich ontwikkelt, is ongemakkelijk. Het is zeker geen ontmoeting waarnaar reikhalzend wordt uitgezien. Die situatie zal zeker niet model staan voor alle huisbezoeken, maar bij menigeen zal er een vorm van herkenning zijn.

Zo is er meer in dit boek dat me tot nadenken stemde. Kerkverlaters die over hun jeugd schrijven, doen dat meestal op weinig sympathieke wijze. Hier is een document dat een redelijk onbevangen en leerzame terugblik bevat.

Iets heel anders maar ook veelzeggend is, dat het boek zo veel aftrek vindt. Wat boeit literatuurlezers van 2010 in een beschrijving van het bevindelijk gereformeerde leven in Meliskerke? De wijze waarop het is geschreven. Dat zal zeker waar zijn. Maar zou het boek ook zo goed lopen als het zou gaan over een seculier gezin in Oost-Groningen? Daar geloof ik niets van. Misschien zitten er onder die lezers wel heel veel kerkverlaters die net als de schrijfster maar moeilijk kunnen loskomen van de wereld van hun jeugd en dat zelfs niet eens willen. Het lijkt me een reden temeer om mensen, al zijn ze uitgeschreven, nooit af te schrijven.

12-02-2010 17:59 | tekst Jan van Klinken

Tea Party

Nu de krant van slapend refoland er twee maal over schreef, ontkom ik er niet aan ook op deze plaats enkele berichten aan u door te geven. Het betreft twee artikelen over het initiatief "Christelijk Conservatief Beraad".

Dit beraad ontstond spontaan na het conservatief café van 5 november 2009.(zie Chr. cons. geluid tussen de zuilen van de St. Jan)

Niet één andere krant is natuurlijk geïnteresseerd in dit beraad, dat nog in de embryonale fase verkeert.
Hier de aankondiging in het RD van vorige week zaterdag.

Op dit christelijk conservatief avondje afgelopen woensdag, samen met boeiende mensen en voorzien van een goed glas Port of Bock Bier, vierden wij in een mooie klassiek ingerichte huiskamer, tussen boeken en opgroeiende kwajongens, onze eerste Dutch Tea Party.

Natuurlijk mocht de RD-journalist dit, op zijn vriendelijk verzoek, ook weten.

Dus kopte het RD gisteravond Conservatieven gaan ”tea party’s” houden.

Het bericht werd ook opgepikt door NOS correspondent
Eelco Bosch van Rosenthal te Washington -nu ook Tea Parties in Nederland, dankzij @bartjanspruyt - twitterde hij gisteren.

Wij zoeken alleen nog een Hollandse Samuel Adams, die onze onafhankelijkheidsverklaring mede kan ondertekenen of een Hollandse Sarah Palin die ons boegbeeld kan worden. Ideeën kunt u mailen of als comment plaatsen.

We houden u op de hoogte!






.

2 februari 2010

Conservatief (v)uur op Familiedagen

In de bekende evenementenhal te Hardenberg worden in de voorjaarsvakantie de Familiedagen georganiseerd.

Dagelijks zal op het podium een Conservatief (v)uur worden gepresenteerd.

Conservatieve (v)uren op Familiedagen

Het conservatief geluid verspreidt zich als een lopend vuurtje.

Tijdens de Familiedagen kunt u zich warmen aan het conservatieve gedachtegoed.

Tijdens podiumpresentaties zullen Bart Jan Spruyt, Menno de Bruyne, Eddy Bilder en Dirk-Jan Nijsink u nader kennis laten maken met het christelijk conservatieve geluid.

De presentatie is in handen van Wilco Boender en Arjan Boone.

Daarnaast bent u van harte welkom voor ontmoeting, boeken en een goed gesprek bij onze kraam op standnummer 454.


25, 26 en 27 februari 2010 Evenementenhal Hardenberg


Conservatief kwetteren

De vraag die zich afgelopen weken regelmatig door mijn hoofd verplaatst is: waarom twitter ik en wat is de relevantie ervan?

Oktober 2009 twitterde ik: STOP!! sorry ik ben gaan twitteren en daar ben ik eigenlijk op tegen. STOP!!

Eigenlijk heb ik een twitteraccount aangemaakt om mensen te gaan volgen. Binnen de kortste keren twitterde ik zelf ook. Al valt het nog reuze mee. Vanaf september 2009 115 tweets.

Waarom ik er tegen was (en eigenlijk nog steeds ben)? Om dezelfde solide reden als CDA kamerlid Eddy Bilder vorige week in een dagblad verklaarde:

„Een buitengewoon kwalijke ontwikkeling”, zo noemt CDA-Kamerlid Bilder het twitteren. „Twitter bevordert alleen maar de hyperigheid.”
(..)
„Het land is gebaat met een stabiel bestuur en bezonnenheid, niet met snelle en hyperige twitterberichtjes.”


Met bovenstaande kan een conservatief ingesteld mens toch alleen maar van harte instemmen? Wij, conservatieven, zijn toch wars van hyperigheid, onbezonnenheid en hoogmoed? We zijn er wars van, maar onderkennen tegelijkertijd onze zwakte in deze. Waarom zouden we onze zwakten dan voeden door te gaan twitteren?

Superbia, één van de hoofdzonden der mensheid.
Twitteraars willen gehoord worden en liefst zo vaak mogelijk. Het aantal "followers" bepaalt in zekere mate hoe populair je bent en kan de mens gaan strelen enz. enz.
Dat ook politici zich massaal op het 'pad der twittering' bewegen heeft alles te maken met het "gezien en gehoord worden". In 140 lettertekens een inhoudelijke visie of mening geven op de actualiteit is al een uitdaging op zich. Om inhoud gaat het dan ook niet meer. Wel om de snelste reactietijd op nieuws en debat en de beste oneliners.
Zeker voor impulsieve mensen (..zoals ik..) kleven er nog extra nadelen aan. Je zou je boekje te buiten kunnen gaan. Een gewaardeerd en enthousiast ex-kamerlid als Arend Jan Boekestijn kan hier ook over meepraten. "ja ik zie wel eens een spleetoog over het hoofd, het zijn er zoveel", twitterde hij vorig jaar impulsief. Het boekstijntje was geboren. Het werd hem echter binnen de VVD -en daarbuiten- niet in dank afgenomen. Na zijn vertrek bij de VVD als kamerlid is hij er niet minder om gaan twitteren. Afgelopen vrijdag vertrouwde hij me tijdens een buitengewoon gezellig diner in de bossen van Leuvenum toe dat hij enorm geniet van zijn vrijheid. "Ik ben een vrij mens", zei hij me. Onder andere door twitter maakte hij kennis met vele mensen en kan hij o.a. zijn boek promoten. Twitter als slim marketinginstrument. De genoemde vrijheid bevestigt zich ook wel in het genot van twitteren (én bloggen). Zonder verantwoording af te leggen je mening uiten. Kort en bondig.

Ik besef dat ik nu ook tegen mijzelf zit te kwetteren. Er zijn voordelen (netwerken en contacten leggen) maar ook de veel voornoemde nadelen.

Het is ook verbazingwekkend dat de laatste tijd steeds meer conservatieven gaan twitteren.

De secretaris van het Conservatief Café Frank Verhoef twittert al lang en heeft intussen 8300 tweets geproduceerd! ( waar haalt hij de tijd vandaan??) Penningmeester Rutger Schimmel zei in september 2009 tegen Frank en mij niet te gaan twitteren (om ongeveer dezelfde redenen als Eddy Bilder) en zie daar, vanaf 6 november 2009 zit hij ook op twitter. Al zijn het nog maar 18 tweets. Hij zit er wél.

De gedachte dat het met een generatiekloofje en wat moderniteit te maken heeft gaat ook al niet meer op nu niemand minder dan de gerespecteerde 51-jarige staatkundig gereformeerde conservatief Menno de Bruyne sinds gisteren twittert.

Nog meer nieuws: De bekendste christelijk conservatief van Nederland met de initialen BJS is vanaf vandaag op twitter te vinden. Menno en Arend Jan hebben hem over de streep getrokken.

Steeds minder excuses blijven voor mij, als conservatief, over om acuut te stoppen met twitteren. Ik wil best naar de conservatief Bilder luisteren alleen mijn vlees is er te zwak voor....

'k Ben benieuwd wanneer Eddy Bilder weer beseft in de 21e eeuw te leven en zich toch op het kwetterpad begeeft.
Mijn wens en hoop is dat Eddy sterker is dan mij. Dat zou getuigen van een standvastig conservatief die niet, zoals onder andere Rutger, Menno, Bart Jan én ik, ons mee laten sleuren in de twitterhype binnen conservatief Nederland.

PS. ook Conservatief Café is op twitter te volgen.

Trouw en de zuilenpest

Jan van Klinken's commentaar op de koers van Trouw


Vorige week zaterdag had het dagblad Trouw iets te vieren: het 20.000e nummer. En dat is een felicitatie waard. Vanuit journalistiek oogpunt bezien maakt Trouw een hoogwaardig product. Niet voor niets staat het blad in de krantenwereld te boek als een kwaliteitsmedium.

Trouw onderscheidde zich vroeger vanwege zijn berichtgeving over de protestants-christelijke zuil. Geen rimpeling in het gereformeerd politieke vaarwater of de krant was erbij. Ook verwante organisaties mochten zich in de warme belangstelling van de krant verheugen.

Sinds deze zuil is verwaterd, heeft Trouw zijn blikveld verruimd. Het aandachtsveld is nu vooral religie en dan in de ruimste zin van het woord. Iedere ietsist die een opmerkelijke bovennatuurlijke ervaring heeft te melden, mag er zijn of haar ei leggen.

Deze verlegging van de aandacht verklaart voor een belangrijk deel dat Trouw het vergeleken met de meeste andere titels goed doet. De krant kan het abonneebestand redelijk op peil houden en dan ben je tegenwoordig een witte raaf in dit economisch segment. Zoals peilingen voortdurend laten zien, is religie helemaal in en daar plukt de krant onmiskenbaar de vruchten van.

Toch betwijfelt de hoofdredactie of er nog eens 20.000 papieren nummers zullen volgen. De algehele afkalving in krantenland mag dan aan Trouw voorbij lijken te gaan, maar dat de krant helemaal aan deze ontwikkeling zal ontsnappen, gelooft niemand. In die zin is er sprake van een mijlpaal waarover de schaduw van een onzekere toekomst valt.

Er is nog een andere reden waarom de kurken wat mij betreft op de champagneflessen kunnen blijven. Zoals gezegd was Trouw ooit een prominent medium binnen de protestants-christelijke zuil. Van die zuil lijkt steeds minder over te blijven. Veel protestants-christelijke scholen weten zelf niet meer wat ze met hun identiteit aan moeten, het CDA worstelt met hetzelfde probleem en maatschappelijke organisaties die voorheen een uitgesproken profiel hadden, verbleken met de dag. Daaraan ligt een proces van secularisatie ten grondslag dat alles weg heeft van een geestelijke aardverschuiving.

Ik wil geen kniesoor zijn, maar het feit dat de huidige hoofd­redacteur van Trouw een communistisch verleden heeft, is veelzeggend. Een man als hij op die post was dertig jaar geleden nog volstrekt ondenkbaar. Het zijn allemaal constateringen die eerder tot weemoed dan tot feestvreugde stemmen.

Het viel op dat het jubileumnummer dat zaterdag bij de abonnees van Trouw op de mat viel, van dat verzuilde verleden nauwelijks melding maakte. Het is als oude, ongemakkelijke kleding met de voddenman meegegeven. Zelfs van een vaag nostalgisch sentiment is kennelijk geen sprake.

Hoe snel dit proces van ontzuiling en onthechting is verlopen, zag ik voor me toen ik een tijdje geleden het rapport in handen kreeg van de Protestants-Christelijke Journalistenkring (PCJK) uit 1960. Het geeft aan hoe er in die tijd over het maken van een eigen krant werd gedacht.

Het rapport, waarvan slechts nog een handjevol exemplaren bestaan, heet ”...En het licht schijnt in de duisternis...” en wilde antwoord geven op de vraag hoe een christelijke krant uitvoering kan geven aan zijn missie.

In een toelichting op de titel zeggen de samenstellers: „Waarom licht in de duisternis? Omdat hij (de christenjournalist) de enige is onder alle journalisten die werkelijk licht kan laten schijnen en die werkelijk het hart licht kan maken: het licht van Gods genade moet door zijn werk heen schijnen en de blijheid van Gods blijde boodschap moet in zijn woorden doorklinken tot elk mensenhart.”

Ondanks dit ambitieuze rapport was de PCJK geen lang leven meer beschoren. Binnen tien jaar was het ledental zodanig geslonken dat besloten werd om op te gaan in de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ), een vakbond die deel uitmaakt van de FNV en in die jaren berucht was vanwege zijn links-radicale lijn. Hoe snel kan een proces van ontbinding verlopen?

Met het gedachtegoed dat de PCJK stempelde, heeft de redactie van Trouw helemaal niets meer. En zo te zien wil ze er ook niet meer aan herinnerd worden.

Mogelijk is dat de verklaring waarom vertegenwoordigers van de reformatorische gezindte in de krant zo spaarzamelijk aan bod komen. Zeker, de grote ontwikkelingen binnen deze zuil worden gevolgd en mensen als Bart Jan Spruyt en ds. W. van Vlastuin mogen af en toe in levensbeschouwelijk getinte rubrieken hun partijtje meeblazen, maar voor het overige wordt afstand gehouden.

De Trouwlezers hebben al heel wat bekende en minder Nederlanders in het hart mogen kijken, ook afvalligen uit de bevindelijk gereformeerde wereld. Maar iemand die daar middenin staat, zal niet zo maar gevraagd worden zijn innerlijke roerselen prijs te geven. Ik kan me in ieder geval geen voorbeeld herinneren. Op de een of andere manier voelt de krant zich er niet gemakkelijk bij. Een vorm van zuilenpest zou je kunnen zeggen. Biedt het 20.000e nummer niet een goede gelegenheid om daar maar eens van af te komen?

29-01-2010 20:28 | tekst Jan van Klinken

Volgers