6 januari 2011

(On)opvallend

2011- 01


Op 3 januari 2011 sprak SGP Burgemeester Van Belzen van Barendrecht zijn nieuwjaarsspeech uit.

Opvallend was dat deze SGP-er wordt geinspireerd door een optreden van een dansschool.

Citaat:
(...)Het samen sterker staan zult u ook merken in 2011. Niet voor niets is het motto van het college: Barendrecht toonaangevend! Graag wil ik u uitleggen hoe wij dit motto als college zien. Laat ik een parallel trekken met de muziek, geïnspireerd op het optreden van Lucia’s dansschool van zojuist. (...)

De "inspirerende" nieuwjaarsspeech eindigt deze SGP-burgemeester met de woorden:

Citaat:
(...)Het resultaat? Een toonaangevend Barendrecht, een gemeente waar u trots op bent en waarin het prettig wonen en werken is. Ik nodig u graag uit hierin uw bijdrage te leveren. Want samen zetten we de toon! En om dat te illustreren zal Lucia’s dansschool nog voor u dansen. Graag wil ik een groot applaus voor de leerlingen van Lucia’s dansschool!" (...)


Verder geen commentaar.

nieuwe rubriek ---> (On)opvallend <---

Heeft u dat ook wel eens?
Dat u zomaar iets leest van een persoon, politicus, ondernemer, partij, organisatie of wie dan ook.
En dat u het dan nog een keer leest om uzelf te bevestigen dat het er echt staat.

Mij gebeurt dat wel eens.
Een onopvallend berichtje of citaat wat in haar onopvallendheid juist opvalt.

Met enige regelmaat wil ik u op deze blog deelgenoot maken van zulke berichtjes en citaten.

Heeft u zelf iets ontdekt? Stuurt u het dan per mail naar mij toe.

Het zullen geen suggestieve berichten zijn.
Alleen 100 % geciteerde feiten en waarheden komen in deze kleine rubriek voorbij.

't Is maar dat u 't weet

4 januari 2011

(Nog) Geen conservatieve zomer

"Minder overheid meer eigen verantwoordelijkheid.

Wat kunt u doen voor uw stad? In plaats van: wat doet de stad voor u?

Betrokken bij elkaar!

Bevorderen burgerparticipatie.

Minder gesubsidieerde projecten.
"

Zomaar wat citaatjes uit nieuwjaarstoespraken van diverse ambtelijk bestuurders.
Het lijk wel of er een rechts-conservatieve wind door het land waait.
Onze overheid gaat niet meer zo goed voor ons zorgen als in de achterliggende decennia. Dat is niet verkeerd!

Zelfs burgemeesters van PVDA- huize schamen zich er niet meer voor om met enkele woorden uit te leggen dat de tijden van “een álles verzorgende overheid” voorbij zijn.
Als onvervalste socialist heeft men natuurlijk wel een “recent onderzoek” nodig om het verlangen van de samenleving te duiden.

Leest u onderstaand citaat uit nieuwjaarstoespraak 2011 PVDA burgemeester Martin Boevée:

**Dat is waar Sliedrecht voor staat: Betrokken bij elkaar. Dat is de identiteit van ons dorp. Ik hoop dat de individualisering van de samenleving Sliedrecht voorbij gaat, maar daar zijn wij zelf bij! Want recent onderzoek heeft uitgewezen dat er ook een verlangen is naar een harmonieuze samenleving met zekerheid en geborgenheid. Zeker als ik naar de toekomst kijk hoop ik dat u betrokkenheid blijft tonen en de handen uit de mouwen wilt steken! Want we moeten de zaken collectief aanpakken. De tijd waarin de overheid overal in voorzag, is voorbij!”. **

Mooi denkt u -als conservatief immer voorstander van een kleine overheid met maar enkele kerntaken- dit gaat de goede kant op in ons land. Zowel lokaal als landelijk gaat het roer om!

Een prachtkabinet met heren als de conservatieve Hillen, Rotterdamse aanpakker Opstelten, rasondernemer De Jager en een uiterst slimme Verhagen versterken dit beeld.
Beter hadden we ze in Den Haag op dit moment natuurlijk ook niet kunnen hebben. Dat punt is helder genoeg. En dat de gemeentepolitiek na de verkiezingen in maart 2010 een ruk naar rechts maakte (m.n. door winst van lokale partijen) stemt ons ook niet ongelukkig.

Toch moeten we van enkele overheidsschuwe gevleugelde zwaluwuitroepen, uit zelfs de socialistische hoek, nog geen conservatieve zomer maken.

Immers, het valt niet ontkennen dat veel van deze nieuwe (of herziene) visies op de rol van de overheid en de verantwoordelijkheid van de burger zijn recente oorsprong vindt in de verplichte bezuinigingsoperaties van de lokale- en rijksoverheid. En niet in een doordachte, weloverwogen, overtuigde en diepgefundeerde visie op mens, samenleving en het hiernumaals.

Complete denktanks van (veelal linkse) ambtenaren buigen zich deze maanden over het bezuinigingsvraagstuk.
Het is natuurlijk winst als het niveau binnen een ambtelijk apparaat dermate hoog is dat men dit vraagstuk begint met het stellen van de hamvraag waar een overheid nu wel en niet voor is.

Maar als de financieel-economisch direct noodzakelijke bezuinigingsoperatie de primaire en enige oorzaak is van deze politieke en beleidsmatige koerswijziging, moeten we ons toch voorzichtig afvragen of dit nieuwe beleid echt zo duurzaam is.

En stel ík mij de vraag of onze kinderen Deo Volente in 2030 hier nog profijt van zullen beleven én de tijd en innerlijke drive hebben gehad om met hun buren, familie en vrienden een sterke civil society op te bouwen.


Ik wens u allen een gezegend, gezond, conservatief 2011 !

Halvemaantjes uit de Jonkerstreet

Column | Jan van Klinken

Je bent 10.000 kilometer van huis, je loopt in de tropische hitte door een havenstadje en je bevindt je plotseling in de Jonkerstreet. Hm, Jonker? Ja, Jonker. Dan valt je oog op het naambord ”Heerenhouse”. Heerenhouse? Ja, Heerenhouse. Honderd meter verder wijst een bordje naar ”Stadhuys”. Wat is hier aan de hand?

Dat stadhuis blijkt veranderd te zijn in een islamitisch museum, maar het is ooit van ‘ons’ geweest, dat is duidelijk. Aanpalend bevindt zich de Christ Church. Een Engelse kerk, zal de argeloze bezoeker denken. Maar de ingewijde die de bol, het haantje en het kruis op het dak ziet prijken, weet beter. Dat moeten symbolen van Hollandse bodem zijn. Op kerken in ons land verwijzen de bol als paradijsvrucht naar de ellende, het kruis naar de verlossing en de haan naar de dankbaarheid.

Wie nog niet is overtuigd, wordt binnen van zijn laatste twijfels afgeholpen. Weliswaar is de Christ Church tegenwoordig een anglicaanse kerk, maar dat was vroeger wel anders. Het bord aan de wand met de namen van vroegere predikanten laat daarover geen enkel misverstand bestaan. Op de kansel van dit bedehuis stonden bijvoorbeeld ooit de predikanten Abraham Fierens en Theodorus Sas.

Het zou een aardig raadsel voor u als lezer zijn om uit te zoeken waar ik was. Het goede antwoord is Melaka, gelegen in Maleisië. Op de terugweg van Australië naar eigen land maakten we een lange tussenstop in de hoofdstad van dat land, Kuala Lumpur. Toen ik vooraf de kaart raadpleegde, viel mijn oog op de naburige havenstad Melaka. Dat moest het vroegere Malakka zijn, een naam die ik me vaag kon herinneren uit dat spannende boek waaruit dagelijks op de lagere school werd voorgelezen.

Het bleek te kloppen. Echt argeloze bezoekers waren we dus niet. Twee uurtjes met de taxi en we stonden oog in oog met allerlei tastbare herinneringen aan de tijd dat onze vroege voorouders hier de lakens uitdeelden. Een kopie van een oer-Hollandse molen was het eerste relikwie uit die tijd dat mijn vrouw en ik zagen.

Het was en bleef heel onwerkelijk. Het wemelde er in de omgeving van de palmbomen, overal waren islamitische symbolen, want Maleisië is een moslimland, alles oogt even exotisch dus kleurrijk en dan zijn er opeens overal afdrukken uit je bloedeigen vaderland.

Vroeger gaf de Straat van Malakka toegang tot de Indische archipel en wie de aangrenzende havenstad in handen had, bezat de sleutel tot de poort naar dit wingewest. Daarom waren de heren van de Verenigde Oostindische Compagnie (VOC) erop gebrand deze vesting op de Portugezen te veroveren. Dat lukte ze in 1641. Anderhalve eeuw hebben ze het er uitgehouden. Toen was de stad niet meer zo interessant en droegen ze de boel over aan de Engelsen.

Onze voorouders waren en gedroegen zich als koloniale overheersers. Vandaar dat er met gemengde gevoelens op dat tijdvak wordt teruggeblikt, zeker door Maleisische politici. Er is zelfs een tijd geweest dat deze bladzijde uit de geschiedenis werd afgeplakt. Er rustte een zeker taboe op. De drukbezochte winkelstraat van Melaka, de eerdergenoemde Jonkerstraat, kreeg een Maleisische naam en andere herinneringen werden aan het oog onttrokken.

Maar die tijd is voorbij. Menig boetiekje waar je van die leuke halve maantjes kunt kopen, heet hier ”Jonker Gallery” en het ”Heerenhouse” is zo op het oog nog niet zo lang geleden gerestaureerd. Er zijn de laatste tijd opgravingen gedaan naar de stadswallen van toen en ook dat heeft alles te maken met het hernieuwde respect van de stedelingen voor het verleden. Verder is een stuk stadsmuur herbouwd waarbij de kanonnen in beeld brengen op welke wijze onze voorvaderen afrekenden met ongeregelde zeevarenden die illegaal hun zakken in de oost wilden vullen.

De man die ons met het grootste genoegen bij 35 graden Celsius op zijn riksja de stad laat zien, vindt het maar wat mooi dat hij gasten mag vervoeren die speciaal voor de Hollandse nalatenschap naar Melaka zijn gekomen. Dat maakt hij niet iedere dag mee. Geen spoor van enige bitterheid over die omstreden periode.

Ook de taxichauffeur die ons van de luchthaven naar Melaka brengt, reageert verrukt. Het is Belanda (Holland) voor en Belanda na.

Ik moest denken aan de discussie die Balkenende indertijd als premier losmaakte met zijn opmerking over de VOC-mentaliteit die weer over ons vaardig moest worden. Dan zou het weer helemaal in orde komen met onze economie.

Helemaal fout, vonden zijn opponenten. Over die periode moesten we het maar niet meer hebben. Zo fraai was het volgens hen allemaal niet wat we toen overal ter wereld hadden uitgehaald.

En inderdaad, deugen deed het niet altijd. Daar hoeven we geen doekjes om te winden. Maar plaats het een beetje in de tijd van toen en vraag de mensen van nu welk gevoel ze erbij hebben.

Zelf heb ik in ieder geval veel bewondering voor die jongens van stavast. Ze waren zeker voor geen kleintje vervaard. En als ik zie hoeveel Nederlanders zich de laatste jaren als ondernemer in Azië vestigen, zit ons dat nog steeds in het bloed.

Het was een ijzersterke, Jan Peter!

Volgers