22 juni 2011

Christelijk Conservatief Congres

Aanstaande zaterdag zal er in Apeldoorn het tweede Christelijk Conservatief Congres worden gehouden.

Sprekers en programma:

Prof. mr. dr. A.H.M. DölleLid van de Eerste Kamer en bijzonder hoogleraar Recht der decentrale overheden

Mw. M. Orbán-de HaasJournalist en hoofdredacteur van het Katholiek Nieuwsblad

Dr. B.J. SpruytVoorzitter van de Edmund Burke-stichting en conservatief publicist


Programma


1.Opening door Hans Alderliesten
2.Lezing door Alfons Dölle: “Conservatisme en de christendemocratie”
3.Lezing door Bart Jan Spruyt: “Het conservatisme van een christen”
4.Lezing door Mariska Orbán: “Conservatisme als antwoord voor de samenleving”
5.Pauze en lunch
6.Discussieronde met publiek onder leiding van Dirk-Jan Nijsink
7.Meditatie door dr. A. Huijgen
8.Sluiting en borrel


U kunt zich voor dit congres aanmelden door een e-mail te sturen naar info@christelijkconservatiefberaad.nl.

Hilversumse voorzag crash op dag van vliegramp in Bijlmer

13-06-2011 08:00 | Jan van Klinken

Een helderziende in Texas had de politie getipt over een massagraf. In een tuin zouden kinderlichamen liggen. Toen het in die tuin bleek te stinken, besloot de politie de tip na te trekken. Maar het was loos alarm, zo werd deze week bekend. Er bleek helemaal niets van het verhaal te kloppen. De helderziende moet er nu rekening mee houden dat hij wordt vervolgd voor het doorgeven van een valse melding.

Ik lust wel pap van zulke berichten. Paranormale flauwekul kan wat mij betreft niet vaak genoeg worden ontmaskerd. De claims van al die hocus pocustypes blijken vrijwel altijd onbetrouwbaar te zijn. Die ufologen, over wie deze krant woensdag publiceerde, vallen voor mij in dezelfde categorie. Waarschijnlijk lijden de meesten aan een al te sterke verbeeldingskracht. In de psychologie is dat een bekend verschijnsel.

In ons land is een organisatie actief, de stichting Skepsis, die zich toelegt op het ontrafelen van paranormale humbug. Dankzij het werk van deze club konden al heel wat zogenaamde bovennatuurlijke waarnemingen worden afgevoerd naar het land der fabelen. Na kritisch onderzoek blijft er meestal helemaal niets van over.

Toch moet ik zeggen dat het te kort door de bocht is om alles wat tot ons komt vanuit de paranormale hoek, als onzinnig te bestempelen. Soms stuit een mens op gevallen die, ook nadat ze grondig tegen het licht zijn gehouden, lastig of zelfs helemaal niet met het verstand zijn te bevatten.

Een van die zaken had betrekking op de vliegramp in de Bijlmer waarbij 43 mensen omkwamen. De toenmalige Raad voor de Luchtvaart heeft daar indertijd uitvoerig onderzoek naar gedaan. De ramp was het gevolg van technische mankementen aan een El Altoestel. Kort nadat het in de avond van 4 oktober 1992 was opgestegen van Schiphol, raakte het twee motoren kwijt.

Nu kan een Boeing 747 twee motoren missen. Piloten worden daarop getraind. Dat de El Aljumbo toch crashte, was voor het onderzoeksteam om die reden een raadsel. Wat kon er nog meer zijn misgegaan?

Iedere ooggetuige of andere betrokkene die hierover aanwijzingen kon verschaffen, was welkom. Een van degenen met wie de onderzoekers in contact kwamen, was een huisvrouw uit Hilversum. Ze had een halve dag voor de ramp naar Schiphol gebeld met de mededeling dat ze die nacht wakker was geworden en voor haar geestesoog een toestel had zien neerstorten.

Een lid van het onderzoeksteam bezocht haar en keerde in verwarring huiswaarts. De vrouw had hem een redelijk gedetailleerde beschrijving van de gang van zaken in de cockpit van het El Altoestel gegeven. Het was een nuchtere dame die zich nog nooit met paranormale toestanden had beziggehouden. Hoe kon zij dit alles weten? Bovendien bleek een stem haar te hebben gezegd dat op 21 december een nieuwe ramp zou plaatsvinden, nu boven Gent. Toen de betreffende onderzoeker op die dag de radio aanzette, hoorde hij tot zijn verbijstering dat er op het Portugese vliegveld Faro een DC-10 van Martinair was gecrasht. Tientallen mensen waren omgekomen.

Het onderzoeksteam reageerde afhoudend. Een serieuze organisatie als de Raad voor de Luchtvaart die zijn toevlucht neemt tot een waarzegster, dat ging toch wel wat ver. Het geval werd besproken met minister Maij-Weggen van Verkeer en Waterstaat. Die verklaarde dat ze vroeger ook wel gebeurtenissen in de toekomst voorzag. De vrouw uit Hilversum werd toen toch maar uitgenodigd. Een peperdure vluchtsimulator werd afgehuurd en de dame met de voorzeggende geest mocht erin plaatsnemen. Het team wilde niet het verwijt krijgen dat het informatie had genegeerd. Ook in de politiewereld werd tenslotte wel eens met dit soort mensen samengewerkt.

De onderzoekers stonden paf. De vlucht verliep volgens de gegevens die op dat moment beschikbaar waren. Mevrouw bleek informatie aan te reiken die ze niet kon weten maar die wel overeenstemde met wat de raad zelf aan feiten had verzameld. Ze wees op metertjes die verkeerd stonden en vertelde bijvoorbeeld dat de kleppen van de rechtervleugel waren beschadigd. Ze wist ook precies wat de gezagvoerder had uitgeroepen toen de jumbo op het laatst op een flatgebouw af koerste. „Dit is het einde. Ik ga dood.” De leden van het team waren best wel onder de indruk. Toch kon de raad uiteindelijk niets met de vrouw, want het bleef een bovennatuurlijke waarneming die per saldo niets toevoegde.

De man van het onderzoeksteam die de contacten met de Hilversumse vrouw onderhield, was een psycholoog van gereformeerd-vrijgemaakte huize. Met hem had ik verschillende keren contact over dit hoogst raadselachtige geval. De vraag die ons beiden bezighield, was natuurlijk hoe zij aan haar informatie was gekomen. Hij was net zo sceptisch als ik, maar moest toch erkennen dat we hier te maken hadden met een onverklaarbaar verschijnsel. Was hier wellicht sprake van een occult belaste dame? Maar als dat zo was, wat wilde de boze dan met haar? We hadden maar weinig woorden nodig om elkaar te vertellen dat we er niet uitkwamen. Ik hoor hem nog zuchten: „Wat moet je ermee?” Het antwoord was na ampele overwegingen eenvoudiger dan we dachten: voortaan ver vandaan blijven.

Simonis bij ‘gergem’ markeert kanteling

06-06-2011 10:28 | Jan van Klinken


Wie had kunnen denken dat een hoge geestelijke uit de Rooms-Katholieke Kerk nog eens op bezoek zou zijn bij een gereformeerde gemeente, daar een goed gesprek voert met de plaatselijke predikant en dan ook nog de toetsen van het orgel beroert. Het verslag van correspondent Wim de Jongste van de kennismaking van kardinaal Simonis met de gereformeerde gemeente van Gouda tijdens de open dag die daar zaterdag werd gehouden, is er een om in te lijsten. Als reformatorische mensen hebben we de afkeer van de moederkerk met de paplepel ingegoten gekregen, en dan is zo’n gebeurtenis als in Gouda meer dan een opvallend moment. Ze markeert een kanteling.

In het naburige stadje van het dorp waarin ik opgroeide, maakte ik voor het eerst kennis met een rooms-katholiek kerkgebouw. Het was een kleine schok. Hierin vonden dus de rituelen plaats die met name in catechismuspreken zo werden verketterd. Het moest verschrikkelijk zijn wat hier binnen gebeurde. Wellicht heeft me zelfs een zekere huiver bekropen bij de aanblik van deze o zo valse kerk.

Langzaam maar zeker is dat beeld veranderd. Tijdens vakanties in het buitenland kon je overal rooms-katholieke kathedralen binnenwandelen, en wie werd daar niet gegrepen door de devote sfeer en de aanblik van mensen die diep in gebed waren verzonken? Zo veel openlijke vroomheid kwam je buiten deze kerk toch eigenlijk nergens meer tegen.

Nog dichterbij kwamen de tegenstrijdige gevoelens toen op de redactie van deze krant bleek dat we trouwe abonnees hadden in de rooms-katholieke hoek. Het Katholiek Nieuwsblad bestond toen nog niet en verschillende orthodoxe volgelingen van Rome waren blij met het RD. Dat ze af en toe de wind van voren kregen als in commentaren de paus werd gekielhaald, namen ze op de koop toe. Soms kregen we zelfs ontroerend positieve reacties. Fijn dat er nog een krant was die vierkant stelling nam tegen abortus, zo luidde bijvoorbeeld de teneur van brieven of telefoontjes. In behoudend rooms-katholieke kringen bleek er veel sympathie te zijn voor het prolifestandpunt.

Intussen bleef een deel van de lezersgroep grote moeite hebben met alles wat zweemde naar toenadering tot de rooms-katholieken. De paus van Rome was en bleef de antichrist en vanuit die hoek moesten we echt het ergste vrezen. Die weerstand viel ook wel te begrijpen. Behalve dat kerkelijke leidslieden het antipapisme er jarenlang stevig inpeperden, had de Rooms-Katholieke Kerk zelf ook decennialang haar best gedaan om zich als machtsfactor te manifesteren. Ze wist een oersterke zuil op te bouwen met een eigen partij, een netwerk aan eigen scholen, een eigen vakbond en een eigen omroep. Bovendien waren tal van grote concerns in rooms-katholieke handen en ook in de politiek wist men veel touwtjes in handen te krijgen. De vrees voor Rome kwam wat dat betreft niet uit de lucht vallen.

Maar ja, het rijke roomse leven werd steeds meer zieltogend. Het kerkbezoek nam dramatisch af, van de eens zo machtige zuil bleef niet veel meer over dan een rokende puinhoop en degenen die zich nog als rooms-katholiek profileerden, bleken het in de praktijk vaak niet zo nauw te nemen. Van gehoorzaamheid aan de regels van het Vaticaan, laat staan aan de Schrift, was steeds minder sprake.

Veel gevaren hadden we uit die hoek dan ook niet meer te duchten. Dat maakte het makkelijker om vrijuit over elkaar te spreken en contacten aan te gaan. Zo vond ik het best wel bijzonder dat de bekende dr. W. op ’t Hof herhaaldelijk uitkwam voor zijn verbondenheid met theologen uit de kerk van voor de Reformatie. Bij mensen als de priester Thomas a Kempis en anderen had hij vroomheid aangetroffen die hem diep had geraakt.

Ook in praktisch opzicht veranderde er het een en ander. Dezelfde Simonis, die zaterdag in Gouda opdook, was bijvoorbeeld in 1993 een van de gasten tijdens een interkerkelijke bijeenkomst in de Jacobikerk in Utrecht over de Algemene wet gelijke behandeling. Het verzet tegen die wet was een overwegend protestantse aangelegenheid, maar de organisatie had niet geschroomd de kardinaal, die toen nog volop in functie was als aartsbisschop, erbij te betrekken. Ik kan me niet herinneren dat aan zijn deelname een onvertogen woord werd gewijd.

Anno 2011 is eigenlijk niet meer vol te houden dat er zoiets is als het roomse gevaar. Het is net als met het communisme. Daarvoor moesten we toentertijd heel erg bang zijn. Maar achteraf is van het schrikbeeld niets overgebleven. Dat hele communistische systeem is als een kaartenhuis ingestort.

Met de moederkerk is het al niet anders gegaan. Overal in Nederland vinden grote saneringen van parochies plaats. Die hebben slechts tot gevolg dat het kerkbezoek nog verder afneemt. Voeg daar het immense zedenschandaal binnen de kerk aan toe en een algehele afbladdering tekent zich af. Kortom, de verhandeling van de Heidelbergse Catechismus over de paapse mis heeft veel aan actualiteit ingeboet. Nog even en ze kan gevoeglijk worden overgeslagen. Wie zal haar missen?

Of er ooit een innige verhouding met de moederkerk zal ontstaan, is overigens twijfelachtig. Het vijandsbeeld lijkt evenwel definitief te zijn geweken.

10 juni 2011

Katholiek Breed, Bevindelijk Diep.

Als bestuurslid van de Stichting Christelijk Conservatief Beraad kijk ik samen met de andere bestuursleden ev vele belangstellenden met dankbaarheid en genoegen terug op de eergisteren in Barneveld gehouden thema-avond over het christelijk conservatisme.


De thema-avond werd live uitgezonden en is ook geheel terug te kijken:
klik hier

Sprekers waren dominee A. Beens uit Barneveld en burgemeester van Zwartewaterland dhr. E.J. Bilder.



Bilder zei de stilte van de kerken te betreuren: “De kerk zwijgt vaak, waar ze zou moeten spreken en spreekt, waar ze zou moeten zwijgen.” Beens beaamde dat, hij zei zich de laatste kanselboodschap (Hervormde Kerk) niet meer te kunnen herinneren. Beens: “Niet zozeer de dwalingen bedreigen ons, maar wel de zwakheid van de getuigenis.” De Barneveldse dominee omschreef het conservatisme als ‘het restaureren om opnieuw te gaan gebruiken’. Niet in het verleden blijven hangen, maar voorwaarts. In die zin, zo betoogde hij, is het conservatisme maximaal progressief: verlangen naar iets wat nooit geweest is, maar ook wat ooit komen zal. In de woorden van Bart Jan Spruyt, die deze avond verhinderd was, maar wel geciteerd werd: “Conservatisme is ideologie geworden heimwee.”

Aan het forum namen de heren Kloosterman (directeur Zorg Jac. Fruytier) en Van den Heuvel (SGP-raadslid Reeuwijk/Bodegraven) deel. Uit het publiek kwamen diverse vragen naar voren, die onder leiding van Riekelt Pasterkamp werden behandeld.

Volgers