23 maart 2010

Bewondering met grenzen

Vorige week bekeek Jan van Klinken kritisch de "nieuwe boodschap" van Ayaan Hirsi Ali. De tijd zal laten zien waarheen Ayaan zich verder zal ontwikkelen.

Nu, zoals wij hier gewend zijn de column van Jan van Klinken. Met hyperlink naar opinieartikel van Bart Jan Spruyt.


Wie zou geen diep respect hebben voor Ayaan Hirsi Ali? Op jeugdige leeftijd gehersenspoeld en vertrouwd gemaakt met een radicaalislamitische, vrouwonvriendelijke cultuur; uitgehuwelijkt aan een kerel met wie ze helemaal niets had; omgeven door gevoelloze houwdegens en verstoken van ieder uitzicht op een menswaardig bestaan. Moedig was dan ook haar besluit om aan dit milieu te ontsnappen en in Europa een nieuw leven op te bouwen.

De wijze waarop ze hier is geïntegreerd, opgekomen is voor al die vrouwen die dat verschrikkelijke lot van haar jeugd met haar delen, het publieke debat heeft opgezocht, doorgedrongen is tot de hoogste regionen van de politiek, staande is gebleven ondanks allerlei doodsbedreigingen, in een ander land opnieuw een plaats op het hoogste podium heeft verworven – ook die strijdvaardigheid verdient hulde.

Haar anti-islamkruistocht is zinderend, ze legt de vingers op alle mogelijke zere plekken, laat zich door geen enkele moslimbobo intimideren en schuwt ook de confrontatie niet met die westerse politici die menen dat we in een botsing van beschavingen een heel eind komen met pappen en met nathouden. Dan ben je op z’n minst een sterke en dappere persoonlijkheid.

Tegelijkertijd houdt ze de nuance in het oog. Een kopvoddentaks, een verbod op hoofddoekjes, verbranding van Korans – het zijn voorstellen die bij haar niet door de juridische beugel kunnen en waar ze ook helemaal niets van verwacht. Zo bewaakt ze nauwgezet haar grenzen om zich in het politieke debat niet buitenspel te zetten. Daar kan de blonde furie uit Limburg nog wel wat van leren.

Tot zover ben ik wel een bewonderaar van Ayaan Hirsi Ali. De film Submission vond ik al minder. Nu zijn wij natuurlijk niet zo van de film, maar los daarvan vond ik het niet passen bij een politica die met haar verhaal al overtuigend genoeg is en geen theatraal uitgevente emoties nodig heeft om de ogen van anderen te openen.

Ook als ze haar vertrouwde speelhelft verlaat en zich op vreemd terrein begeeft, heeft ze niet altijd een gelukkige hand. Toen ze nog lid was van de VVD-fractie, meenden de liberalen dat ze het aangewezen Kamerlid was om zich op ontwikkelingssamenwerking te storten. De fractie broedde al langer op een succesvolle strategie om de hulpverlening aan de derde wereld op een politiek correcte wijze ter discussie te stellen. Door het kanon Ayaan Hirsi Ali in stelling te brengen, dacht de fractie eindelijk een doorbraak te kunnen forceren.

Het liep op een groot fiasco uit. Ayaan gebruikte grote woorden, bepleitte draconische beleidswijzigingen, verklaarde in één adem dat alle hulp eigenlijk weggegooid geld was geweest, maar zakte volledig door het ijs toen collega-Kamerleden haar kritisch begonnen te bevragen. Eigenlijk stond ze met de mond vol tanden. Op onderdelen had ze het grootste gelijk van de wereld, zoals nu wel ongeveer tot iedereen in deze sector is doorgedrongen, maar ze was onvoldoende in de materie thuis om potten te kunnen breken.

Afgelopen week was ze terug van weggeweest. Geen dagblad en geen actualiteitenprogramma dat er niet melding van maakte. Ze is hier vooral om haar nieuwe boek te presenteren, waarover zo dadelijk meer.

Het is duidelijk dat haar ster alleen maar verder is gerezen sinds zij hier is vertrokken. Van haar vorige boeken zijn miljoenen exemplaren overal ter wereld verkocht, in haar nieuwe vaderland behoort ze tot de bekende Amerikanen en op politiek niveau heeft ze in de VS een inbreng waarvan ze hier slechts kon dromen.

Met meer dan gemiddelde belangstelling begon ik vorige week zaterdag dan ook aan haar opiniebijdrage in NRC Handelsblad. Ze ging in op de huidige politieke situatie in Nederland en kwam onvermijdelijk bij het fenomeen PVV terecht.

Nieuw en verrassend was het echter allemaal niet wat ze aan het papier had toevertrouwd. Welbeschouwd was er maar één passage in het epistel die er een beetje uitsprong. Ze zei het op veel punten met Wilders oneens te zijn, maar zag als positief aspect dat zijn PVV in ieder geval de woede onder de bevolking kanaliseert. Als de PVV er niet was, zou er misschien wel rebellie uitbreken of zouden bevolkingsgroepen met elkaar op de vuist gaan. Een beetje wonderlijke redenering, moet ik zeggen. De onvrede over ‘buitenlanders’ dateert al van ver voor Wilders, maar heeft in bijna veertig jaar nog tot geen begin van een rassenrel geleid.

Nog veel wonderlijker vind ik haar pleidooi om een bondgenootschap aan te gaan met de christelijke kerk, die dan nog wel even moet moderniseren en opnieuw tot leven dient te worden gewekt. Bart Jan Spruyt heeft daar deze week in deze krant al een niet mis te verstane kanttekeningen bij geplaatst, al was hij nog tamelijk mild. Zelf zou ik nog wel een stapje verder willen gaan, de aanmoediging van de SGP-jongeren ten spijt. Wat mij betreft slaat het concept echt nergens op en is het gespeend van iedere realiteitszin. Ayaan Hirsi Ali is een kanjer van een vrouw, maar volgens mij kan ze zich het beste beperken tot het aan de kaak stellen van de duistere kanten van de islamitische cultuur. Daar heeft ze voorlopig werk genoeg aan.

19-03-2010 19:24 | tekst Jan van Klinken

Geen opmerkingen:

Volgers