23 december 2009

Christenen moeten niet klagen maar proclameren

Vandaag staat op de opiniepagina van het Reformatorisch Dagblad een verkorte versie van onderstaand artikel.
Dit opinieartikel heb ik samen met Dirk Jan Nijsink (historicus en SGPJ -jeugdwerkadviseur) geschreven.


Het elan is weg uit de reformatorische kring. Eigenlijk moeten we het christelijk geloof en de waarde van christelijke tradities en ongeschreven gedragregels proclameren in de samenleving. Wat nu overblijft is een sterkerwordende klaagzang over de “vijandigheid tegen christenen” die, volgens dr. C.S.L. Janse, “groeit”.

Elk weekend ademt het Reformatorisch Dagblad een neerslachtige sfeer. De bijdragen van de opinieleiders uit refoland blijven veelal hangen in interne geschilpunten. Op het door Peter Schalk (RMU) geïnitieerde beraad concludeerde men - terecht - dat een ‘refo-denktank’ niet de oplossing is.

Na een middag bijeen in Apeldoorn blijkt er toch ook heel weinig schot in te zitten. De broodnodige samenwerking wordt geblokkeerd door de eigen belangen van organisaties en verenigingen. Je zou het geheel ironisch kunnen samenvatten met: ‘we dronken een glas, we deden een plas. En alles bleef zoals het was.’ Het huidige refodom wordt gekenmerkt door een zeker vorm van lamlendigheid, dat lijnrecht tegenover een veerkrachtig elan staat. Laten we nu eens het heilzame van onze christelijke traditie in onze samenleving proclameren, daarna zien we wel wat er gebeurt.


Nu overheerst er angst en wordt tegenover de breedte de ontzaglijke engte geplaatst, dat soms helaas leidt tot betweterigheid. We zijn gebonden in het elkaar de maat te nemen en dat terwijl de waarheid vrijmaakt. Verstarring komt enkel voort uit angst en onzekerheid. Het is opmerkelijk dat dr. C.S.L. Janse de reformatorische zuil verdedigt aan de hand van sociologische kenmerken en dogmatische kwesties en ook anderen beoordeelt naar deze maatstaven: “Veel wat als christelijk gepresenteerd wordt, kan niet beschouwd worden als de waarachtige en volkomen leer der zaligheid” ,volgens Janse. En vervolgens komen het Leger des Heils en Youth for Christ jammerlijk buitenspel te staan.

Wat wil dr. Janse nu eigenlijk verdedigen als hij mensen er links en rechts van langs geeft als zij een andere opvatting hebben over de reformatorische zuil, of niet geheel zijn theologische ligging representeren. Hij schijnt niet te willen begrijpen dat kritiek van jongeren op de zuilbeleving voortkomt uit zorg en uit liefde voor kerk en traditie, en niet door een “afnemende binding met de gereformeerde leer”. De conservatieve historicus Johan Huzinga (1872-1945) had meer verwachting van jongeren: “Aan dit jonge geslacht de taak, deze wereld opnieuw te beheersen, zoals zij beheerst wil zijn, haar niet te laten ondergaan in haar overmoed en verdwazing, haar weer te doordringen met geest.”

Eerlijk is eerlijk, maar in Als je eenmaal hebt liefgehad wijst Bart Jan Spruyt ons, aan de hand van de legendarische dominee Doornenbal, een andere weg. Spruyt typeert ds. Doornenbal als een man van katholieke breedte en tegelijk gekenmerkt door bevindelijke diepte. In alle eerlijkheid vinden wij dat het met het eerste slecht gesteld is, dat komt doordat het met het tweede al niet veel beter is. We zijn onzeker, terwijl - nogmaals - de waarheid vrijmaakt.

Wij willen graag drie suggesties doen.

In de eerste plaats moeten we aan elkaar en aan alle mensen durven laten zien dat we niets op te houden hebben. Net als alle mensen hebben wij een boos en zondig hart dat in duisternis wandelt en leven we in een wereld die donker is. Alleen de heilsboodschap van het gekomen Kerstkind kan warmte geven in een kille wereld.

In de tweede plaats pleitten we voor culturele openheid. Waarom bleef het zo stil in toen Ewald Mackay in deze krant reformatorische mensen een spiegel voorhield? Hij stelde verbaasd vast dat refo’s nogal eens voorkeur geven aan het materiële boven het existentiële. Het geeft iets weer van het verwoeste en dorre hart van ‘refoland’, dat zich angstvallig weghoudt bij diverse cultuuruitingen. Terwijl zij een rijke traditie heeft die als een soort Leitkultur ons land een weg zou kunnen wijzen.

In de laatste plaats moeten we proberen niet kerkistisch te zijn. Wij hebben juist verwachting van onze eigen generatie dat ze erin slaagt om de verdeeldheid - die een levende aanklacht tegen onszelf is - terug te dringen. Enkel innerlijke overtuiging van het christenleven gevoed door de Woordbediening geeft bezieling, verbonden met de belijdenis van de kerk van alle tijden en plaatsen.

Laten wij ervoor zorgen dat ons christelijk geloof gezien en gehoord wordt. Naar aanleiding van het genoemde boek over ds. Doornenbal zei de seculiere Wim Brands (VPRO Boeken) dat het probleem van deze tijd is dat “we geen pijn meer voelen over wat we zijn kwijtgeraakt” . Dat is een glimpje van hoop in onze samenleving. Laat dat ons moed geven om door te gaan. Laten wij als christenen een krachtig appel doen op mensen zodat ze het gevoel krijgen dat ze met hun moderne en postmoderne levensgevoel totaal verkeerd zitten. Laat het orthodoxe christendom gezien worden, niet in haar Kuyperiaanse activistische gestalte, niet in haar ‘Siebelink-gestalte’ met haar zwartgalligheid, maar in waarheid en klaarheid.


Wilco Boender, Christelijk Conservatief blogger
Dirk Jan Nijsink, Historicus en SGPJ- jeugdwerkadviseur

Christen heeft glazen bollen van milieumensen niet nodig

Jan van Klinken's Klimaat-Column


Heel lang heb ik gedacht dat de opwarming van de aarde, waarover in Kopenhagen zo druk wordt vergaderd, het gevolg is van menselijk toedoen. Het leek me een kwestie van boerenlogica. Wat we met z’n allen dagelijks aan CO2 de atmosfeer in jagen, dat wil je als weldenkend mens eigenlijk niet weten. De gevolgen konden en kunnen niet uitblijven.

Dacht ik. Maar de laatste tijd is er reden tot twijfel. Al jaren krijg ik digitale nieuwsbrieven van zogeheten milieusceptici die zeggen dat we ons het hoofd op hol laten brengen door Al Gore en zijn kompanen. Voor zover ik als leek kan beoordelen, komen ze beslagen ten ijs. Smeltend ijs, dat wel. Want ook dat is een feit.

Maar ondanks die sceptische verhalen bleef ik Al Gore en de zijnen intuïtief gelijk geven. Je kon het eigenlijk op je vingers uittellen dat het mis moest gaan. Bovendien leek me het me toch wel wat al te stug dat wetenschappers massaal als blinde kippen achter een hype zouden aanhollen.

Een serieuze poging om mijn geloof in de algoreanen aan het wankelen te brengen, ondernam de Tsjechische president Vaclav Klaus. Hij gaf een boekje uit dat hier te lande verscheen onder de titel ”Blauwe planeet in groene kluisters”. Klaus wordt vaak voorgesteld als een tegendraadse botterik die door een speling van het lot president is geworden maar verder vrij kleinbehuisd zou zijn. Het is niets minder dan een karikatuur. Deze man, die een wetenschappelijke achtergrond heeft, verdiepte zich grondig in de materie en publiceerde een vernietigend geschrift.

Op de cijfers die moeten aantonen dat de aarde opwarmt, is heel wat af te dingen en de conclusie dat wij mensen de boosdoeners zijn van eventuele klimaatwijzigingen, is boterzacht. Aldus Klaus. Het eerste exemplaar van de Nederlandse vertaling werd anderhalf jaar geleden instemmend in ontvangst genomen door VVD’er Bolkestein. Toch ook geen domme man.

Wat voor mij de deur dichtdeed, was het uitlekken van de inhoud van een duizendtal e-mails dat was verstuurd door een kleine groep Engelse klimaatwetenschappers. Die lui bleken te hebben afgesproken hoe afwijkende opinies in toonaangevende vakbladen konden worden geblokkeerd. Ook bedachten zij een list om zo met de cijfers te goochelen dat de daling van de temperaturen op aarde verborgen zou blijven. Verder moesten allerlei gegevens geheim blijven omdat die niet strookten met het bekende beeld van de algoreanen: een planeet die langzaam maar zeker onleefbaar wordt. Let wel: de Engelse wetenschappers die zich met deze zwendel bezighielden, zijn zeker geen tweederangsfiguren maar behoren op hun terrein tot de wereldtop.

Over het algemeen geldt het devies om ver weg te blijven van verhalen over wereldwijde complotten en mysterieuze genootschappen die achter de schermen de mensheid proberen te manipuleren. Maar in dit geval ben ik geneigd om de sceptici op dit onderdeel het voordeel van de twijfel te geven. Die fraude geeft in ieder geval te denken.

Is dat sowieso mogelijk, een wereldwijd circuit dat vooral aan belangenbehartiging doet? Waarom mogen we dan niet alles weten? En waarom willen ze een fatsoenlijk wetenschappelijk debat blokkeren?

Voorlopig moeten we ernaar gissen, maar wat zomaar zou kunnen is dat er een klimaatindustrie is ontstaan die er alles aan gelegen is om zichzelf in stand te houden. Voor klimaatonderzoek en de beperking van CO2-uitstoot trekken overheden de beurzen wijd open. Hijgerige politici willen overal ter wereld goede sier maken met hun bezorgdheid over de toekomst van Moeder Aarde en dat mag wat kosten.

De vergelijking met de hulpindustrie ligt voor de hand. Linda Polman heeft daar een onthutsend boek, ”De Crisiskaravaan”, over geschreven. Daaruit blijkt dat hulporganisaties eraan bijdragen dat de ellende in de wereld in stand blijft. Het is hun boterham en zodra zich weer ergens een catastrofe voordoet en de media als aasgieren bij de slachtoffers neerstrijken, rukken zij met groot materieel uit om toch vooral te laten zien hoe onmisbaar ze zijn. Het heeft niets meer met bewogenheid te maken maar alleen nog met het bewijzen van het eigen bestaansrecht. Voor de volledigheid: Linda Polman is een gerespecteerd jour-naliste en schrijft voor de Volkskrant en The Guardian.

Of de vergelijking een op een opgaat met de klimaattombola, durf ik niet te beweren. Wel is het heel lastig geworden voor een simpele buitenstaander om te beoordelen wat er precies gaande is met ons klimaat en wie er gelijk heeft en wie niet. Voorlopig lijkt het me verstandig om maar niet al te hard achter het milieucircus aan te hollen.

Ik wil er meteen wel een belangrijke kanttekening bij plaatsen. Het valt niet uit te sluiten dat sommige milieusceptici het verhaal van de algoreanen onderuit proberen te halen om hun luxeleventje overeind te kunnen houden. Dat bevalt immers wel. Onbeperkt consumeren, tuinameublementje aanschaffen, terrasverwarmertje erbij zodat we zelfs op koude dagen kunnen barbecueën, met de SUV op wintersport en dan bij terugkomst meteen de voorjaarsvakantievliegreis naar Bali boeken, de halve inboedel laten afvoeren omdat de spulletjes alweer vijf jaar in huis staan, saunaatje laten aanleggen en voor de aanschaf van nieuwe kleding stad en land afreizen omdat het exclusief moet zijn. Als dat de agenda van sceptici is, ga ik daarvan net zo goed over mijn nek.

Wat dan? Ik zou zeggen: christenen hebben de glazen bollen van de klimaatdeskundigen toch niet nodig om te weten welke leefstijl verantwoord is? Dan hoeven we heus niet als kluizenaars te gaan leven en moeten we ons zeker geen juk laten opleggen. Sommige aanpassingen kunnen al met een piepklein beetje moeite worden verwezenlijkt. Ik ken mensen die met de auto(!) naar de sportschool rijden om daar aan hun spieren en conditie te werken –of misschien wel omdat ze er dan helemaal bij horen– terwijl ze de hovenier laten komen als de tuin moet worden gespit. Een beetje nadenken, een beetje kritisch naar onszelf kijken, af en toe de tanden op elkaar en ons verder maar gewoon laten leiden door het aloude inzicht dat een ronde wereld nooit een driehoekig hart zal kunnen vervullen.

18-12-2009 19:08 | Jan van Klinken

17 december 2009

Nieuwjaarsborrel Conservatief Café (22-01-2010)

Op 22 januari 2010 organiseert Conservatief Café i.s.m. de Edmund Burke Stichting een gezellige Nieuwjaarsborrel.

Op deze nieuwjaarsborrel staat de informele ontmoeting en het onderlinge gesprek centraal.
Wij hopen de vele conservatieven waar we afgelopen jaar mee hebben kennisgemaakt in de prachtige ambiance van de Franse Zaal in Stadscafé De Zalm te Gouda te ontmoeten.

Op deze avond zal de prominente conservatief professor dr. A.A.M. Kinneging kort spreken. Kinneging is hoogleraar rechtsfilosofie aan de Universiteit Leiden en heeft onder meer het uitmuntende boek Geografie van goed en kwaad geschreven, waarvoor hij in 2006 de Socrates-wisselbeker heeft ontvangen.

Door wederom een prettige samenwerking met de conservatieve Edmund Burke Stichting kunnen wij u weer een aantal drankjes aanbieden.

Inloop vanaf 19.00 uur
Gastspreker Kinneging: 20.00 -20.45 uur
Einde 01.00 uur

Dus volop gelegenheid voor ontmoeting van elkaar.

Wij hopen u wederom te zien.

Geef u snel op want vol=vol.

Opgave via website conservatiefcafe.nl






.

De kat niet op het moslimspek binden

Column van Jan van Klinken. En natuurlijk weer "de spijker op z'n kop".



Stel dat de armoede in ons land ernstig zou toeslaan. Geen werk meer, steeds minder eten op tafel en geen geld meer voor de studie van de kinderen. In Canada daarentegen is er werk voldoende. Daar schreeuwen ze om mensen. Het gaat weliswaar om laaggeschoolde arbeid maar om te overleven, moet je wel eens minder kieskeurig zijn.

Een grote groep protestantse mannen besluit het erop te wagen. Zij zullen zorgen voor brood op de plank. Als de ergste nood is gelenigd, kunnen ze weer voorgoed naar huis terugkeren.

De eerste berichten die de mannen naar het thuisfront sturen, getuigen van groot enthousiasme. Het werk is weliswaar vies en zwaar maar de werktijden zijn beperkt. Om de paar uur mag er worden gepauzeerd, een deel van de schaft wordt doorbetaald en heb je geluk, dan kun je overuren maken. Dat is pas echt kassa. Bovendien zijn de mensen aardig, het land is goed georganiseerd, de verdiensten zijn prima en er is volop vertier. De mannen raden anderen aan hun voorbeeld te volgen.

Na verloop van tijd laten de gastarbeiders, zoals ze worden genoemd, aan de autoriteiten weten dat ze graag hun eigen kerken zouden willen stichten. Die missen ze toch wel. Ze zijn vrijwel allemaal gelovig opgevoed en ze zijn sterk aan hun religie en religieuze gewoonten gehecht. Ook zouden ze graag wat predikanten over laten komen. Die horen erbij.

Ze vinden bij de autoriteiten een gewillig oor. Er worden speciale ambtenaren aangewezen die zich met hun belangen gaan bezighouden. Met steun van de overheid worden er overal kerken gebouwd en ook de overkomst van predikanten wordt soepel geregeld. Vergunningen, huisvesting – aan medewerking geen enkel gebrek.

Naarmate het verblijf van de mannen langer duurt, beginnen ze vrouw en kinderen steeds meer te missen. Vanwege de afstand zien ze die niet meer dan enkele keren per jaar. Ook de begeleidende ambtenaren vinden dat een ongewenste situatie. Er wordt geregeld dat vrouwen en kinderen zich in Canada mogen vestigen. De gezondheidszorg, de sociale voorzieningen, de studiefinanciering, alles wat er aan luxe regelingen bestaat, is voor hen toegankelijk. Zelfs het stichten van eigen scholen op kosten van de overheid blijkt mogelijk.

De verhalen die de nieuwkomers aan hun familie in Nederland vertellen, werken buitengewoon aanstekelijk. De een na de ander wil weg. Het lijkt wel of het daar in Canada luilekkerland is.

Het gaat een tijdje goed maar dan ontstaan er problemen. Canadese buurtbewoners beginnen te klagen over de bende die de gastarbeiders en hun gezinnen maken. Ze keilen zo maar huisvuil op straat en als ze religieuze feesten vieren, houden ze geen enkele rekening met anderen.

Vervolgens ontspoort de opgroeiende jeugd van de nieuwkomers. Velen gedragen zich alsof ze de baas zijn in het land. Hun brutaliteit is grenzeloos. Een deel van hen stort zich in de criminaliteit. De politie heeft er halswerk aan. De Canadezen in hun wijken klagen steen en been. Ze beginnen op de nieuwkomers te schelden.

Tot overmaat van ramp keert het economisch tij. Er is steeds minder werk. Gelukkig zijn er riante werkloosheidsuitkeringen. Ook is er een puike regeling voor arbeidsongeschiktheid. Dan behoud je levenslang 80 procent van je verdiende loon. Keuringsartsen doen niet moeilijk. Je hoeft alleen maar te zeggen dat je last van je rug hebt. Dat gaat als een lopend vuurtje rond. Binnen de kortste keren zitten ook plenty gezonde gastarbeiders in die regeling.

Onder de Canadese bevolking ontstaat steeds meer gemor. Met name in een aantal grote steden neemt de onvrede toe. Oorspronkelijke bewoners zeggen dat hun stad niet meer de hunne is. Het aantal allochtonen is verhoudingsgewijs te groot geworden. Bovendien mopperen ze dat deze mensen massaal misbruik maken van de voorzieningen en voor een gevoel van onveiligheid zorgen.

Het klimaat verhardt als er wereldwijd aanslagen worden gepleegd door geloofsbroeders van de nieuwkomers. Er komt bij dat sommigen van hun predikanten die terreur stiekem lijken toe te juichen. Er wordt niet echt afstand van genomen.

Dan staan er Canadese politici op die in de aanval gaan. Zij eisen allerlei beperkende maatregelen. Soms krijgt dat een hetzeachtig karakter. Een tweedeling dreigt want de partij die het felst ageert, is razend populair. Velen maken zich zorgen over de vraag hoe de verhoudingen weer genormaliseerd kunnen worden.

Om de boel wat te kalmeren, roept een politicus van een politieke partij de regering op om met vertegenwoordigers van de allochtonen om de tafel te gaan. Ze hebben de gewoonte om steeds grotere kerken te bouwen die steeds nadrukkelijker in het beeld van steden en dorpen aanwezig zijn. Hun eigen kathedralen worden erdoor verdrongen. Dat is de kat maar op het moslimspek binden, vindt die politicus. Ze provoceren, zijn niet slim bezig. „Regering, probeer hen te overtuigen dat ze een wijze terughoudendheid betrachten.”

Veel nieuwkomers vinden dat de politicus met die oproep groot gelijk heeft. Ze zijn blij dat ze een plekje onder de Canadese zon hebben gekregen, ze schamen zich voor problemen die veel van hun jongeren veroorzaken, begrijpen dat er onvrede is onder de bevolking over het misbruik van de sociale voorzieningen en zijn het helemaal niet eens met sommige rabiate religieuze leiders die terreur goedpraten en andersdenkenden gelijkstellen aan honden en varkens. Het oprichten van die wanstaltige kerktorens vinden ze helemaal niet nodig. Dat is vragen om moeilijkheden.

De lezer zal begrijpen dat het gaat over de motie van SGP’er Van der Staaij. Ik las in deze krant een reactie van de heren Jan Dirk en Johan Snel. Ze vergeleken de moslims in Nederland met christenen in Indonesië. Die mogen toch ook knotsen van kerken bouwen? Van der Staaij was met andere woorden bezig zich in eigen voet te schieten, aldus de heren Snel.

Persoonlijk leek me de vergelijking met Indonesische christenen niet erg op zijn plaats. Het historisch perspectief klopt niet. Ik verbeeld me dat mijn vergelijking zuiverder is. Dan ontstaat er meteen een heel ander beeld. Die motie van de SGP’er was me dan ook uit het hart gegrepen.

11-12-2009 16:41 | Jan van Klinken

11 december 2009

Hofnar Jort op de Miljonairfair

Sinds het vertrek van Govert van Brakel bij Radio 1 is mijn favoriete radioprogramma op vrijdagmiddag onderweg naar huis de "fridaymove" op BNR.

Vanmiddag was de uitzending live vanaf de miljonairfair in de RAI. Ongetwijfeld bevinden zich op deze extravagante ( wellicht ordinaire) glitter en glamour fair veel BNR luisteraars. Een korte blik op de site van de fair geven je al zeer onbestendige gevoelens. Veel walgelijk opzichtige e potsierlijke BN-ers en buitenissigheden zonder inhoud.

Oud Quote-hoofdredacteur en fervent miljonairfairbezoeker Mr. J.P.W. Kelder was vanmiddag één van de stamgasten in de fridaymove van BNR.
Samen met buitenlandcommentator Bernard Hammelburg sprak Jort onder andere over Obama, Ella Vogelaar en het huidige politieke klimaat.


VVD-er Jort Kelder (het enige linkse aan hem is dat als hij vegetariër leeft) deed vanmiddag wat mooie uitspraken die ik -vrij weergegeven- graag met u deel.

"We zijn vaak te hard voor politici", Op de vraag waarom hij enkele jaren geleden Ella Vogelaar zo hard en persoonlijk aanviel zei Jort: "Omdat zij aantoonbaar incompetent is en alleen door Wouter Bos naar voren was gehaald omdat ze vrouw is".

Verder is Jort van mening dat we veel te veel van politici verwachten en met name van zwarten (Obama). Dat men juist zoveel van zwarten in de politiek verwacht "komt voort uit pure zelfhaat".

Zo zien we maar weer, zelfs op een extravagant rijkeluisfeestje kunnen wijze dingen worden geconcludeerd.

Zelf ziet Jort zich als de Hofnar die alles vanaf de zijlijn kan en mag becommentariëren. Hij heeft een hekel aan carrièrejagende politici en zegt daarom "dat men niet lang genoeg kan wachten om de politiek in te gaan".
Mensen die iets gemaakt hebben van hun leven moeten na hun 50e, als ze hun zaakjes voor elkaar hebben, uit maatschappelijke verantwoordelijkheid nog een aantal jaren de politiek in volgens de BN-er. "Van het linkse zootje slapzakken wat er nu zit wordt het land ook niet beter".

Jort zegt van het debat te houden, het leuk te vinden om te polariseren en is niet, zoals velen denken, een verwend jochie uit het Gooi. Hij zegt met trotske stem "Ik ben een zoon van een zeeman en ben Calvinistisch opgevoed". Ik hoorde vanmiddag Jort zeggen dat "je je moet gedragen, zeggen wat je zelf vind en niet anderen naar de mond moet praten". Een mooie combinatie op deze donkere vrijdagmiddag.

10 december 2009

Liever Paaps dan Turks

De heilige Nicolaas van Myra is weer naar Spanje vertrokken.
We hebben allemaal weer een gezellig avondje van Sinterklaas achter de rug. Hollandser en gezelliger kan het toch niet? Sinterklaasavond!
Blijde kinderkopjes, leuke surprises én scherpe gedichten (je mag deze ene avond in het jaar je geliefde een beetje voor gek zetten), boterletter en natuurlijk cadeautjes.
Belangrijk is dat het vooral gezellig is en dat heeft niets te maken met grote en dure cadeaus. Mensen die vanwege de vercommercialisering uit principe geen Sinterklaas vieren ontzeggen hun gezin iets moois en traditioneels. Ook voor volwassenen blijft het een traditionele gezelligheidsavond.
Of het Sinterklaasfeest commercieel is bepaal je echter zelf.
Een quota van het aantal cadeaus én de prijzen van de cadeaus leren jezelf en je kinderen dat liefde en gezelligheid niet in de grootsheid van het geschenk ligt.

In orthodox protestante kringen wordt al decennialang divers gedacht over de viering van dit katholieke bisschopsfeest. Sommigen vieren het onder de naam "pakjesavond". Alles wat maar een beetje Paaps was moest buiten de deur worden gehouden. In de 80-jarige oorlog riepen de geuzen toch al niet voor niets: "Liever Turks dan paaps". Ook de oprichter van de Staatkundig Gereformeerde Partij, ds. G.H. Kersten, was een hardvochtig strijder tegen de paapse overheersing. "katholieken streden allen in het leger van de Paus en Rome was onze vijand van de dagen onzer landsgeboorte".
In 1925 viel zelfs het kabinet doordat de SGP (gesteund door de CHU!) een amendement indiende voor afschaffing van het Nederlandse gezantschap bij het Vaticaan. De beruchte nacht is als de "nacht van Kersten" de geschiedenis ingegaan.
Met recht dus : "Liever Turks dan Paaps".

Ik herinner me nu ook het verhaal weer van mijn opa, een Godvruchtige SGP-er die ik helaas nooit gekend heb, die in de jaren '30 op 5 december een zwarte handschoen aandeed en door een kier van de deur pepernoten strooide, alsof zwarte piet himself achter de deur stond. (over humor en katholieke breedte met een knipoog gesproken..)

In de loop der jaren kwam de strijd voor de protestanten op andere fronten te liggen. En anno 2009 is de leuze 180 graden gedraaid.
De SGP-leuze is nu (terecht denk ik) Liever Paaps dan Turks.

SGP Tweede Kamerlid Kees van der Staaij toonde dit dubbel en dwars binnen één week aan op zijn blog.

Op 4 december blogde hij uitgebreid over zijn minarettenmotie.

En op 5 december publiceert Van der Staaij een prachtig Sinterklaasgedicht inclusief tekening van neefje Arian. Hij krijgt steun van de heilige Nicolaas, die zich tegelijkertijd beklaagd over het feit dat hij het kruis op zijn mijter dreigt kwijt te raken. Deze publicatie laat ons zien dat Van der Staay een gezellige familiaire Sinterklaasavond heeft beleefd én dat hij steun vanuit Roomse hoek wel kan waarderen.

Nu de CU worstelt met de toelating van behoudende Rooms Katholieken liggen er kansen voor de SGP.

Misschien dat Conservatieve Roomse broeders en zusters (waarvan sommigen blijkens ingezonden brieven in het Katholiek Nieuwsblad verlangen naar een nieuwe KVP) middels een goed Sint Nicolaasgedicht in 2010 kunnen aansluiten bij de SGP.

5 december 2009

Wilders’ broer laten leeglopen en denken dat het helpt

Wekelijkse column van Jan van Klinken
(zou Jan zijn schoen ooit moeten opeten?)


Het is zeker twintig jaar geleden dat iemand me vertelde over de rauwe racistische taal die in schaftketen werd uitgeslagen. De man verkeerde dagelijks op bouwlocaties in de grote steden en wat hij er hoorde, was niet voor herhaling vatbaar. Vooral Turken moesten het ontgelden.

In eerste instantie begreep ik er niets van. Bij ons in de buurt had je een vrij grote Turkse gemeenschap maar die mensen deden geen vlieg kwaad. Met de criminaliteit was het in ons stadje niet slechter gesteld dan elders en in het dagelijks leven merkte je eigenlijk weinig van deze allochtonen. Nou ja, je zag overal oudere vrouwen met hoofddoeken, maar hun aanwezigheid in het straatbeeld kon toch geen reden zijn om zo hatelijk te doen?

Het kwartje viel pas veel later. Tijdens een reportage in een Rotterdamse volkswijk kwam plotseling een oude bekende op me af die hier een tabakswinkel bleek te runnen. Voor de aankoop had hij diep in de beurs moeten tasten, maar hij had er nog steeds geen dag spijt van. Hij dreef een bloeiende nering.

Vijf jaar daarna sprak ik hem weer. Hij had het helemaal gehad met Rotterdam. De buurt was volledig verkleurd en inbraken waren aan de orde van de dag. Hij had zijn winkel veranderd in een vesting, maar dat had niet kunnen verhinderen dat hij tot twee keer toe was beroofd. Een keer ’s nachts maar ook een keer overdag. Toen stond er plotseling een man met een mes tegenover hem. Dat was de druppel die zijn emmer deed overlopen. Voor een schijntje van wat zijn zaak ooit waard was, deed hij zijn toko van de hand. Hij kweekt nu bomen, ergens op Flakkee.

Het kost niet veel moeite om te bedenken dat veel andere autochtone bewoners van die buurt hetzelfde lot heeft getroffen. Ooit woonden ze in een gezellige volkswijk waar iedereen iedereen kende. Je deed de boodschappen bij de slager op de hoek en met de buren dronk je op warme zomeravonden achter op het terras een biertje. Toen kwamen de allochtonen en was op zeker moment de buurt niet meer van jou. Het werd steeds gekker. Je voelde je op het laatst een vreemde in je eigen straat, zeker nadat er aan het pleintje achter je huis een moskee met torenhoge minaretten was verschenen. Op een dag nam je een resoluut besluit: inpakken en wegwezen. Voor een zacht prijsje verkocht je je huisje aan een Turk of Marokkaan. Je was blij dat je weg was.

Overdag was je werkzaam bij een renovatieproject elders in de stad. Vanaf de steigers had je zicht op precies zo’n buurt als waar je zelf had gewoond en het viel je steeds meer op dat er overdag zo veel mannen op straat liepen. Moesten die niet werken? Waarom stond jij de hele dag te buffelen en liepen die gasten de hele dag te nietsnutten? En waar leefden ze van? Hielden die allemaal de hand op? En ging het dan aan de bijstandloketten zo van: U vraagt en wij draaien? Maar dat was dan wel mooi van jouw centen.

Er is weinig fantasie voor nodig welke gesprekken zich onder die omstandigheden vervolgens tijdens de schaft ontwikkelden. En zo zijn we weer terug bij het begin. Daarmee wil ik die racistische taal niet goedpraten, maar wel aangeven dat het verschijnsel niet uit de lucht kwam vallen.

Hoe het verder ging, is bekend. In het openbaar benoemen wat er gaande was in de oude wijken was niet toegestaan. De gevestigde politieke partijen hielden zich in het gunstigste geval Oost-Indisch doof maar als je het slecht trof, werd je geïsoleerd. Bolkestein kan erover meepraten. Als voorman van de VVD voorspelde hij begin jaren negentig dat er een reusachtig integratieprobleem op ons afkwam. Het scheelde dat Bolkestein verder een nette man was, anders zou hij integraal in de Hofvijver zijn gesmeten. Want de politieke elite woonde niet in volksbuurten en zei gemakshalve dat je aan vreemdelingenhaat leed als je zulke dingen zei. Dan waren ze mooi van dat probleem af.


Het waren Fortuyn en vervolgens Wilders die de integratiekwestie op de agenda zetten. Zij vertolkten de gevoelens die al jarenlang in schaftketen en horecagelegenheden werden geventileerd. Daarbij kwam dat de ellende niet beperkt was gebleven tot verkleuring van wijken en wat extra roofovervalletjes. Bolkestein had helemaal gelijk gekregen. Allochtonen voerden alle verkeerde rijtjes, zo moesten zelfs ministers toegeven. Arbeidsongeschiktheid, werkloosheid, schoolverzuim, verblijf in gevangenissen, noem maar op.

Sinds Wilders volgens de opiniepeilingen afstevent op een enorme stembusoverwinning zie je dat er overal paniek uitbreekt. Alles wordt uit de kast gehaald om het blonde gevaar te bezweren. Ik heb het de laatste tijd een beetje bijgehouden. Werkelijk ongekend, wat er wordt gepubliceerd en uitgezonden. En het houdt niet op. Het is bijna vermakelijk. Altijd moest de onvrede onder de pet blijven en nu er geen houden meer aan is, wordt alles geprobeerd om de nationale vertolker van het ongenoegen een kopje kleiner te maken. Figuurlijk, dat gelukkig wel. Dat ze denken dat dat helpt, vind ik nog het aandoenlijkst aan al die tegenacties.

De kroon wordt gespannen door het duo Pauw & Witteman, dat iedere avond bijna een uur zendtijd op Nederland 1 mag vullen en daar ook nog vorstelijk voor wordt beloond. Als de linkse kerk een synode zou hebben, zaten deze twee vast en zeker in het moderamen. Pas lieten ze de broer van Wilders leeglopen. Natuurlijk vond hij Geert een waardeloze rechtse bal. Anders zou hij als gast voor hun programma niet interessant zijn geweest. Uitgebreid mocht hij op de buis afgeven op de verminkte geest die in de PVV-leider zou huizen.

Ik kan niet in de ziel kijken van de kiezers van Wilders, maar ik eet mijn schoenen op als zij zich zouden laten leiden door zijn linkse broer of door het duo P&W. Eerder zal al die aandacht hun slechts bevestigen in hun keuze. Hoe doorzichtiger de capriolen, des te groter het wantrouwen. Zo gaat dat als mensen decennialang niet serieus zijn genomen.

4-12-2009 Jan van Klinken

2 december 2009

Eerst een lekker kroketje en dan naar de cardioloog

Bijna vergeten: de 'Jan van Klinken column' van afgelopen week

„Eigen-schuld-dikke-bult-zorg”, noemt PVV-Kamerlid Agema de situatie die zou ontstaan als de zorgpremie wordt gekoppeld aan iemands leefstijl. De politica reageerde op mijn pleidooi voor zo’n systeem. Daarbij verweet ik Agema dat ze bij haar langdurige zoektocht naar bezuinigingsmogelijkheden deze optie had genegeerd. Om haar recht te doen laat ik haar reactie integraal volgen.

„Beste Jan,

Ik snap je ongenoegen met betrekking tot de stijgende zorgkosten. We weten zeker dat door de vergrijzing en de toegenomen mogelijkheden de zorgvraag en daarmee de zorgkosten toe zullen nemen. Daar betalen we met zijn allen heel erg veel geld voor.

Jouw stelling met betrekking tot de zorgpremie „wie alle adviezen om gezond te leven in de wind slaat, betaalt de hoofdprijs; wie discipline betracht en zich aan de regels houdt, krijgt aantrekkelijke korting”, zien wij echter niet zitten. Een gezonde leefstijl is geen garantie voor een gezond lichaam. Gezondheid is ook afhankelijk van andere factoren zoals erfelijkheid, de omgeving waar men woont of de pech om een ziekte te krijgen.

Uiteindelijk worden we als alles goed gaat allemaal oud en krijgen we gebreken, ook mensen die hun hele leven gezond hebben geleefd. Ik zou het vreselijk vinden als er dan een soort ”eigen-schuld-dikke-bult-zorg” zou ontstaan en zieke mensen in plaats van liefdevolle aandacht een verdenking op zich krijgen.

Zo een systeem is wat ons betreft niet alleen onwenselijk, het zou ook volkomen oncontroleerbaar zijn. Als iemand die geen alcohol drinkt een korting krijgt op de zorgpremie, wie controleert dan of die persoon echt niet drinkt? Wie controleert wat iemand eet, moeten supermarktbonnetjes bewaard gaan worden? Wie controleert of iemand niet rookt? En als iemand dan alsnog longkanker krijgt, gaan ze dan een omgevingsonderzoek doen? De rillingen lopen bij deze vragen over mijn rug, Jan.

We kunnen ook niet zomaar uitgaan van de financiële voordelen voor de samenleving indien we massaal gezonder zouden gaan leven. Het RIVM heeft bijvoorbeeld becijferd dat de zorgkosten met 6 procent stijgen als vandaag alle rokers met hun ongezonde gewoonte zouden stoppen.

Ten slotte gaat het stukje wat je schreef over je tante uit Zeeland me zeer aan het hart. Inderdaad, zij hebben de oorlog nog meegemaakt en ontberingen geleden. Zij verdienen de beste zorg. Voor mijn fractie geldt dat iemand van 82 nog een kunstknie moet kunnen krijgen en 80-plussers met hartklachten doorverwezen moeten worden (als ze dat zelf ook willen).

Wij maken daarbij 1 miljard euro extra vrij voor meer handen aan het bed, meer salaris voor de zorgmedewerkers op de werkvloer, meer materieel zoals tilliften, meer bijscholing en meer programma’s tegen ondervoeding, uitdroging en doorligwonden. Want ondanks dat we het inderdaad erg goed hebben in ons land en er overvloed is aan goed voedsel, is een kwart van de ouderen in onze verpleeghuizen ondervoed en loopt nog eens de helft daar risico op.

Laten we er daarom voor zorgen dat alle luxe eet- en drinkwaren waar sommigen van ons wellicht onder bezwijken, op zijn minst ook terechtkomen bij de alleroudsten en allerkwetsbaarsten in onze verpleeghuizen.”


Tot zover Agema.

Laat ik meteen duidelijk maken dat ik alles wat ik de vorige keer geschreven heb, ter plekke inslik als mijn voorstel tot gevolg zou hebben dat zieke mensen een verdenking op zich laden in plaats van liefdevolle aandacht krijgen. Dat mag natuurlijk nooit gebeuren. Maar de angst voor dat horrorscenario mag een discussie over de onverantwoorde leefstijl van velen niet in de weg staan.

Dat het moeilijk te controleren is of iemands ziekte het gevolg is van zijn of haar manier van leven, is zeker waar. Maar de andere kant is dat we nu een systeem hebben waarbij iedereen mag opdraaien voor het oplappen van comazuipers, feestbeesten en andere losgeslagen hedonisten. Uit de eerste hand hoor ik wel eens verhalen over ziekenhuispatiënten die net weer een beetje zijn opgelapt en dan meteen alle bloemetjes buitenzetten om vervolgens door overbelaste verpleegkundigen voor de zoveelste keer van pis, poep en kots te worden gezuiverd. Dat kan allemaal ongestraft. Daar gaat het mij om.

Het is natuurlijk heel bevoogdend om tegen je patiënt te zeggen dat hij zijn leefstijl moet aanpassen. Dat hoort niet bij dit tijdperk van vrijheid-blijheid. Er komt bij dat het thema niet in brede kring leeft. Gezonde voeding en gezonde leefstijl –ach, je hebt van die fanatici die denken dat ze honderd kunnen worden door brandnetelsoep en paardenbloemen te eten. Zo ongeveer wordt het afgedaan.

Zelf heb ik een aantal jaren als verslaggever op het Binnenhof rondgelopen. Ik heb me vaak verbaasd over Kamerleden die zich dagelijks tegoed deden aan gefrituurde snacks en andere gedegenereerde maagvulling. Kennelijk is het gros van de politici net zo onverschillig als het merendeel van de bevolking.

Neem verder dat in tal van ziekenhuizen restaurants worden geëxploiteerd waar volop kroketten, saucijzenbroodjes en andere schadelijke troep worden geserveerd. Waar slaat het op? Eerst je cholesterol eens lekker opvoeren en dan naar de cardioloog voor een hartfilmpje. Moet we het dan raar vinden dat de zorgpremies steeds verder oplopen?

Het past allemaal in het beeld dat ook artsen zich niet druk kunnen maken om dit thema. Een typerend voorbeeld ontleen ik aan het voortreffelijke boek ”Antikanker” van de Amerikaanse hoogleraar David Servan Schreiber. Nadat bij hem tot twee keer toe een tumor was vastgesteld, vond hij dat het moment was aangebroken om zich te verdiepen in de relatie tussen voeding en kanker. Hij had maanden werk om alle studies en onderzoeken door te nemen, zo veel bleek erover bekend te zijn.

Aan zijn arts vroeg Servan Schreiber of hij zich in verband met zijn behandeling nog aan een bepaald dieet moest houden. „Nee hoor”, was diens reactie, „u mag alles eten wat u lekker vindt.” Zolang beleidsmakers en geneeskundigen zo veel onbenul aan de dag leggen en zo weinig belangstelling tonen voor hoogst relevante informatie, zullen we met z’n allen krom moeten liggen om de steeds verder uit de hand lopende zorgkosten bijeen te brengen.

27-11-2009 17:07 | Jan van Klinken

1 december 2009

Minaretten, ons Wilhelmus en linkse cultuurbarbaren

Gisteren bracht Kees van der Staaij (SGP) twee moties in in de Tweede Kamer.
De ene behaalde een meerderheid, de andere helaas niet.
De motie die het niet haalde betrof een ontmoedigingsbeleid voor het verlenen van vergunningen voor het bouwen van moskeeen en bijbehorende minaretten.
Een oproep aan de minister om terughoudend te zijn in het toelaten van Islamitische geloofsuitingingen in het Nederlandse straatbeeld.
Zoals het bericht op de site van de SGP zegt; Niets meer en niets minder.
Door het referendum in Zwitserland heeft de motie ongedacht veel aandacht gekregen.

Vanavond zagen we Van der Staaij dan ook aan tafel bij Pauw en Witteman. Van der Staaij noemde het een 'gewone Hollandse poldermotie'. Wat mij betreft was het meer dan dat. Zanger Frank Boeijen (wat weet zo'n vent van politiek?) dacht dat het een kunstje was om stemmen te winnen, net zoals Wilders dat op dit punt doet. Jammergenoeg kreeg Van der Staaij niet veel gelegenheid om het verschil met Wilders uit te leggen.
De motie werd helaas alleen door de PVV en TON gesteund. De VVD trok op het laatste moment haar steun in. Rutte was " wel voor de intentie van de motie, maar vindt het een lokale zaak".

Nu recent ook Boekensteijn is vertrokken treffen we nog maar zeer weinig "Bolkesteinisme" aan in die partij. Halbe Zijlstra, één der laatste der rechtse mohikanen, werd gister enkele minuten voor hij bij P&W zou zitten teruggefloten door Rutte. Ook het CDA en de CU hebben zich niet durven uitspreken tegen de verdergaande islamisering en laten het om het even of er een moskee of een kerk word gebouwd. Het gelijkheidsdenken van religies is in deze partijen dieper geworteld dan dat de "C" in hun naam doet vermoeden.

Vandaag hoorde ik een conservatieve vriend zeggen "die C gaat er bij het CDA vanaf of wordt regelmatig ingewisseld voor een I. Als je de C weghaald blijft er DA over. En bij de DA kan iedereen een zalfje halen wat voor hem of haar het beste en lekkerste is". Daar kan hij wel eens gelijk in hebben.

Daarom zijn wij blij met de helderheid waarmee de SGP kleur bekend voor de joods-christelijke traditie, cultuur en fundamenten van ons vaderland. Daar passen geen grote explicitie islamitische uitingen. Ook al onderschrijven we godsdienstvrijheid. Complimenten!
Geredeneerd niet vanuit het uitgangspunt van art. 36 NGB (het weren en uitroeien van alle valse godsdienst") maar puur pragmatisch met verwijzing naar onze -oorspronkelijk christelijke- culturele wortels.
Mirjam Sterk van het CDA heeft de SGP-motie om de bouw van minaretten en plaatsing van onbescheiden TV Schotels te ontmoedigen, niet ondertekend. “Nee, de SGP haalt de PVV niet rechts in. De SGP streeft een theocratie na. Dus dat past in de kern, maar ik had een motie met zo een strekking nooit van de SGP verwacht.” Hoe komt het toch dat een gerespecteerd CDA kamerlid dit denkt van de SGP? Het zal eerder aan de bodschap van de SGP liggen dan aan de onkunde van Mirjam Sterk. "De SGP streeft een theocratie na.....
Hoort u de echo.....?

Ook Joel Voordewind van de Christenunie schiet door in onvoorwaardelijke godsdienstvrijheid en vindt alle religies gelijk. De SGP verbiedt helemaal geen godsdiensten, is zelfs vóór godsdienstvrijheid blijkt regelmatig tussen alle interne mist. Wanneer zeggen zde ook dat hardop? Witteman concludeerde dat trouwens ook met Van der Staaij aan tafel, die dit ook niet ontkende. CU verloochend echter haar eigen religie en cultuuur. Zie de video hieronder van Voordewind bij P&W.



In het licht van de traditie en cultuur van ons land paste ook de tweede motie die gelukkig wél werd aangenomen.
Deze motie, die samen met diezelfde Mirjam Sterk van het CDA werd ingediend, betrof het opnemen van "een kennismaking met het Wilhelmus" in het inburgeringsprogramma. Ook de PVDA stemde voor deze motie. Femke Halsema twitterde cynisch: PvdA stemde vanmiddag voor Wilhelmus in de inburgering; hele PvdA-fractie heeft nu bijles om zelf alle coupletten uit het hoofd te leren.
De PVDA zal dit ongetwijfeld ter harte nemen, daar is may be nog hoop voor. Voor Groen Links heb ik die echter niet meer.

Ineke van Gent en Tofik Dibi, de cultuurbrabaren van Groen Links tonen dit in onderstaand filmpje wel aan. Dit soort mensen moet je direct uit hun functie als volksvertegenwoordiger ontheffen. Om zo belachelijk over ons Volkslied te doen. Wat een droefheid bekruipt mijn ziel als ik dit zie.

30 november 2009

Verslag debatavond SGP te Zeist

Afgelopen vrijdag hebben we een SGP-debat bijgewoond.
Per auto met 2 conservatieve vrienden afgereisd naar Zeist en ook nieuwe mensen (bekend van blog of twitter) ontmoet.

SGP-beleidsmedewerker Diederik van Dijk was de eerste spreker en zette de toon van de avond. Daarom een samenvatting van zijn bijdrage met wat commentaar.

Het debat was wat “tam” en er was ondanks de vele aanwezigen helaas weinig interactie met de zaal. De bal, die deze avond m.i. midden op het podium bleef liggen, werd op enkele oneliners na, niet scherp gespeeld.
Zo waren er wat voorzichtige conclusies te trekken én heeft de SGP op deze avond een fel anti-islamgeluid laten horen. Verder had de avond een beetje een "vlees noch vis –gehalte".

Van Dijk (DvD) zette in op belang van het getuigenis van Gods Woord in de politiek.

“We moeten er ons sterk voor maken, dat ons land wordt bestuurd in gehoorzaamheid aan Gods Woord.
Hoewel het in de politiek natuurlijk ook draait om het resultaat, opereert een christenpoliticus meer vanuit gehoorzaamheid aan dit Woord, dan vanuit het streven naar succes. Niet het bereikte telt, maar de trouw.”


Dit zou kunnen worden geïnterpreteerd alsof het streven naar electoraal succes niet gepaard kan gaan met gehoorzaamheid aan Gods Woord en trouw. Soms zou meer “zakelijkheid, marketing en commerce” in de politiek wenselijk zijn. Kom met een heldere, eerlijke en overtuigende boodschap middels inspirerende en charismatische mensen en sta voor je zaak. In het bedrijfsleven kom je hier ver mee. In de politiek niet minder..
In dit opzicht ontbreekt het helaas nog steeds aan realistisch pragmatisme bij de staatkundig gereformeerden. Waarom is “streven naar succes “ iets verkeerds? Alsof hard werken voor uiteindelijk 5 zetels in de Tweede Kamer geen nobel streven met een mooi resultaat zou zijn …..


DvD: Als christenpoliticus in een seculiere omgeving loop je over een smalle, eenzame weg waarbij je de publieke opinie tegen hebt. Ook vandaag geldt dat de christenpoliticus die aanzien en erkenning zoekt, tot dit belijden niet in staat is.

Dit moet niet het uitgangspunt zijn van een christenpoliticus. Je kruipt zo in een nederige slachtofferrol. Als je een minderheid vertegenwoordigt betekend dat nog niet dat je ten alle tijd alle publieke opinie tegen je hebt. Het gaat niet om eigen eer en erkenning, maar erkenning van je product, dienst of, in dit geval, Boodschap

Dit bewees Bart Jan Spruyt later in zijn bijdrage waarin hij verwees naar zijn ontmoeting met VPRO-er Wim Brands die hem een uur lang bevroeg over zijn nieuwe boek en (n.a.v. de boodschap en lifestyle van Doornenbal)en concludeerde dat het zo erg is “als je geen pijn meer voelt over wat we kwijt zijn”…. En naar het respect welke Bas van der Vlies onlangs ontving bij Pauw en Witteman en zijn authenticiteit die hij daar liet zien.

Ook de bijdrage van Amanda Kluveld in de Volkskrant, getiteld Christendom, zo gek nog niet, toont aan dat er support kan komen vanaf andere zijden.
Het zijn er geen duizenden. Maar als journalisten, opiniemakers en andere seculieren dit soort zaken gaan concluderen is de hoop (ook het kleinste beetje) nog niet verloren.
Ziet en grijpt de SGP deze dingen altijd aan?

Van Dijk benoemt vervolgens toch enkele resultaten die de SGP bereikt heeft op het gebied van antisemitisme, kinderporno enz.
Terecht merkt van Dijk op dat de overheid maar een beperkte invloed heeft op de koers van de samenleving. De cultuur bepaalt de politiek en niet andersom.Dat de kerk daarin zijn taak verzaakt en fouten maakt is een zorgelijk punt.
“Christus riep ons op om het zout der aarde te zijn, niet de zoutzakken der aarde.”, aldus Van Dijk

Helemaal eens. Hier ligt een grote taak voor de kerken en individuele christenen.

In dit licht is het echter een beetje vreemd dat Van Dijk de SGP neer gaat zetten als “de enige getuigenispartij”.

Als nu eerst de kerken eens gaan getuigen en enige eenheid proberen te creëren dan kan de SGP pragmatische haar werk gaan doen in de Kamer en kunnen christenpolitici hun persoonlijk getuigenis (als individuele christen) op gezette tijden doen laten klinken. Dat gebeurt m.i. nu ook al. De achterban in Zeist voorhouden dat men een getuigenispartij is en een kop in het RD die zegt: “Meer ruimte voor het theocratisch geluid (verslag van de avond in Zeist) doen geen recht én geen goed aan de dagelijkse praktijk van de SGP en de heersende debatcultuur.

In de categorie “beter slim gestolen dan slecht bedacht” citeert Van Dijk zonder bronvermelding ds. J.T. Doornenbal met de tekst: Als wij de wetten van Gods koninkrijk breken, breken die wetten uiteindelijk ons.

Wat betreft de houding t.o.v. de Islam gaat de SGP vanavond een harde(re) koers varen. Dat is positief te noemen.
In het verleden kroop de SGP nogal eens in dezelfde slachtofferrol als de moslims omdat men bang was dat commentaar op islamitisch onderwijs als een boemerang naar het christelijk onderwijs zou terugkeren.

In het debat komen dan ook vragen of de SGP niet juist moet samenwerken met moslims voor bijvoorbeeld het behoud van artikel 23.
Van Dijk durft hierop zelfs de stelling te deponeren liever de Paus te horen over deze kwestie dan ds. W. Visscher. (Visscher is predikant in de Ger.Gem. te Amersfoort en opperde enkele jaren geleden om samen met de moslims te strijden tegen de secularisatie).

Van Dijk zegt dat “andere godsdiensten niet het straatbeeld mogen gaan bepalen. Dus géén megamoskeeën, islamitische feestdagen, islamitische eedsformules of luide oproepen vanaf minaretten. En: Met belastinggeld sponsort onze overheid de indoctrinatie van kinderen met een religie die antiwesters en antichristelijk is. Dit moet ons als een gruwel in de oren klinken.

Bij een echt moderne christelijke partij gaat het niet alleen, zelfs niet in de eerste plaats, om machtsvorming, maar om het christelijk getuigenis. Hoe meer wij dit besef verliezen, hoe meer wij in de politiek wereldgelijkvormig worden.
Dat moeten ook SGP’ers in hun oren knopen. De SGP is een voluit christelijke partij. Niet christelijk-rechts, niet christelijk-conservatief, niet christelijk-sociaal of christelijk-groen, maar christelijk ‘zonder meer’. Take it or leave it.


Kortom, een SGP lezing waar elke SGP-er zijn of haar kant mee op kan.
Een getuigenispartij…
Is dat wat de partij toekomst kan bieden in het seculiere debat? Ik betwijfel het. De kerken lukt het al niet laat staan een politieke partij.
De kerken en individuele christenen zijn nu eerst aan zet. En die moeten ruimte krijgen van de overheid. En voor die ruimte van Christelijke vrijheid en belijdenis moet een politieke partij strijden.

Een helderder Islam-standpunt?
Dat is de SGP-winst van deze week.
Het was afgelopen dagen ook al te vernemen van Van der Staaij en Van der Vlies in de kamerdebatten.


dr. Van den Belt.

Vervolgens was er een interessante lezing van dr. H. van den Belt welke voornamelijk wees op de taak en roeping van de kerk. De kerk heeft geen roeping om de zuil te beschermen.
Hij riep op om ons niet te verschuilen achter de kerkelijke verdeeldheid en te stoppen met het mantra “wie zou niet wenen”.
Een bewerking van de lezing van dr. Van den Belt kunt u hier lezen

dr. Bart Jan Spruyt
De lezing van Spruyt spitste zich toe op het geluid uit de samenleving.
Hij benadrukte dat het meer gaat om de actuele vraag “hoeveel ruimte krijgen wij als christenen nog, dan om de vraag hoeveel ruimte wij andere gunnen".
Er zijn 4 reacties waar te nemen. Twee positieve en twee negatieve.
De negatieve zijn:
• de devaluatie van de democratie en het verval naar een ochlocratie waar de massa regeert en het volk een grote leider zoekt.
• Het gelijkheidsdenken (iedereen is gelijk: mens dier etc.), de enorme individuele ambities van mensen en de redenering dat “de overheid overal voor moet zorgen”.

De positieve zijn:
• mensen die een vaag besef hebben van : “dit gaat niet goed”. Mensen die Spruyt herkend in de hierboven al genoemd Ephimenco, de VPRO journalist Wim Brands en in zijn nieuwste column , Amanda Kluveld.
• Het politieke gat wat opgevuld kan worden met een “rechts, fatsoenlijk en op christendom en christelijke traditie gestoelde politiek”.
tot zover Spruyt.

Het laatste wil ik dan graag Christelijk Conservatisme noemen. Een christelijke "leitkultur" zal de politiek moeten nastreven.
Iets wat mogelijk moet zijn vanuit de SGP, maar wat Diederik van Dijk helaas (nog) niet ziet zitten…..

26 november 2009

Van den Belt en Theocratie

Vandaag in het RD een interview met dr. H. van den Belt over Calvijn, Godsdienstvrijheid en Theocratie.
Dit n.a.v. zijn boek, getiteld ”De Messiaanse kus", welke morgenavond in Zeist zal worden gepresenteerd.

Zeer interessante ontwikkeling.
Grote vraag is nu:
Is dit de private mening van Van den Belt of wordt dit de lijn van het hoofdbestuur van de SGP?

Morgenavond gaan we het beluisteren in Zeist op een avond met als thema "Roepen in de woestijn!?

Sprekers:

'Een theocratische stem in de politiek'
mr. D.J.H. van Dijk, beleidsmedewerker
Tweede Kamerfractie SGP


'De getuigende stem van de kerk'
dr. H. van den Belt, docent gereformeerde godgeleerdheid
aan de Universiteit Utrecht en lid hoofdbestuur SGP


'Het antwoord van de samenleving'
dr. B.J. Spruyt, conservatief denker en columnist

klik hier voor aankondiging




.

Het christelijk fundament onder onze democratie (D.J. Nijsink, MA)

Precies een week geleden, toen ik mijn plaats in de Pauluskerk bij arabist Hans Jansen had ingenomen, werd op hetzelfde moment in Pijnacker-Nootdorp een andere boeiende lezing gehouden.
Een lezing over democratie, de SGP en een christelijk conservatieve kans.
Een lezing met een rijke inhoud over de situatie waarin land, volk en SGP verkeerd. En waar mogelijkheden liggen voor de SGP.
Een conservatieve SGP-er die op een positief-kritische wijze de partij en haar achterban een spiegel voorhoudt.

Niemand minder dan SGP jeugdwerkadviseur Dirk Jan Nijsink was de schrijver én vertolker van deze boodschap, waarmee- zo heb ik me laten vertellen- door alle aanwezigen in Pijnacker van harte werd ingestemd.

Wanneer komen de volgende prominente SGP-ers met zo'n eerlijke en duidelijke boodschap?

NB
Dat lange blogs niet worden gelezen is bekend. Voor één keer maak ik een uitzondering. Speciaal voor de liefhebbers de gehele lezing op deze blog.




Lezing Pijnacker-Nootdorp
Dirk-Jan Nijsink, MA.
Donderdag 19 november 2009


Geacht bestuur, beste vrienden,

Zonder het christendom is Nederland ten dode opgeschreven. Herstel van de orde, het behoud voor chaos, ligt in het aloude christendom, waarop onze Nederlandse democratische rechtsstaat gebouwd is. Zoals het Reveil (1815-1865) in de negentiende eeuw als intellectuele christelijke beweging de samenleving beïnvloedde zo moeten we als conservatieve christenen, die maatschappelijk betrokken zijn, ons dit gedachtegoed eigen maken. En het verhaal door vertellen. Het liefst buiten de politiek.
(…)

“Het christelijk fundament onder onze democratie”

Ik wil dit graag uitwerken in drie punten, ik zal ze kort noemen:

1. De democratische rechtsstaat en het gevaar van ochlocratie -
een weergave van de huidige politieke cultuur (chaos)
2. Staatkundig Gereformeerde politiek in onstuimig vaarwater
3. Een christelijk conservatieve kans

De democratische rechtsstaat en het gevaar van ochlocratie - een weergave van de huidige politieke cultuur

Iedereen heeft een oordeel over de politiek en er is bijna niemand die zegt: “zoals het nu gaat, gaat het goed en in elk geval beter dan vroeger”. Een veel gehoorde klacht gaat over de onoverbrugbare kloof tussen de burgers en “Den Haag”. Iedereen kan zich wat bij deze kritiek voorstellen, terecht of onterecht. Veel mensen zeggen dat de politiek niets doet. ‘Den Haag’ heeft een negatieve klank. Maar is de ‘grote kloof’ tussen kiezer en Kamer een probleem?
Veel mensen praten over het “probleem Wilders”. Jacques Monasch, communicatie en campagnestrateeg en betrokken bij diverse campagnes van de PvdA, heeft in de Volkskrant duidelijk gemaakt hoe Wilders slim gebruik maakt van anderen. Wat opvalt is de verharding en het verlies van fatsoen in de politiek. Het is een zootje in de Kamer. Denk alleen al aan de woorden die gesproken worden, de persoonlijke aanvallen. De massa regeert over de verscheidenheid en politici werken mee aan verdergaande gelijkheid.
Er is langzamerhand iets aan het ontstaan wat écht zorgelijk is - nee, het is geen vrolijke boodschap die ik breng. Ik kan dit illustreren met een uitspraak van een zekere dr. H. Blink (geoloog) die in 1932 zegt: “wij hebben teveel uit het oog verloren, dat er elementen van hogere opvoeding nodig zijn voor de toekomst van het volk. Ook in het met zogenaamde cultuur en wetenschap volgepropte West-Europa is een tekort aan geestelijke zin en morele kracht bij de mensen.” Hier zijn we bij een groot probleem gekomen. In Nederland zijn we gaan geloven in de kracht van onze democratische rechtsstaat zelf, ik denk hierbij aan partijen als D66, waar de democratie een doel in zichzelf wordt. We verwachten dat mensen daar wat mee hebben, maar de democratische rechtsstaat, hoe belangrijk ook, is in zichzelf een grijze muis. Want, de belangrijkste gedragregels staan niet in het wetboek. De belangrijkste regels om de democratische rechtsstaat gezond te houden en de sociale orde te bewaren zijn ongeschreven wetten, morele plichten en gedragregels.
Zonder een goede basis van ongeschreven wetten en morele plichten, die in het christendom te vinden zijn en waarop onze democratie gebouwd is, vervalt democratie al snel. In een democratie heeft ook de minderheid een stem, maar veel mensen en politici interpreteren democratie als: de meerderheid beslist. Tirannie van de meerderheid ligt altijd op de loer in een democratie. Alexis de Tocqueville (1805-1859), een bekend Frans filosoof, zag het al als zijn taak om de democratie in goede banen te leiden, door te voorkomen dat de negatieve effecten van democratie niet de boventoon gaan voeren.

Iedereen zal hier weleens van Guillaume Groen van Prinsterer (1801-1876) hebben gehoord, ‘Groen’ zoals hij wel semi-nonchalant genoemd wordt. Groen is een negentiende-eeuws staatsman. Hij is de grondlegger van de antirevolutionaire stroming in Nederland, de grondlegger van christelijke politiek. Hij schreef vanuit een zeker conservatisme. Hij was een erudiet man. Eigenlijk is veel van zijn werk terug te voeren tot één zin, verwoord door de Utrechtse hoogleraar C. Gerretson: “het exces van de democratie, de consequentie toepassing van het beginsel der volkssoevereiniteit leidt eerst tot anarchie, later tot dictatuur”. Dit had hij niet zelf bedacht. Groen kende zijn klassieken, hij was geschoold in de klassieke filosofen. Als de massa gaat regeren is dat huiveringwekkend. In de klassieke politieke filosofie ‘ochlocratie’ genoemd: het resultaat van een verwording en degeneratie van de democratie. Voorwaarden waaronder een democratie – en wat mij betreft ook de rechtsstaat – nog goed functioneren zijn verdwenen. Het fundament van tradities, moraal en regels is afgebrokkeld. Er blijft chaos over, en in die chaos, zo houden de klassieke filosofen ons voor, gaat het volk roepen om een sterke Grote Leider die orde op zaken komt stellen.
De overeenkomsten met de Nederlandse democratie zijn aanwezig, omdat we allang het democratische beginsel absoluut hebben gemaakt. Nu vervagen ook identiteit, cultuur en moraal, doordat het christendom nabij de verdwijning lijkt, naar de mens gesproken. De gevolgen zijn dat vrijheden worden gezien als een eis aan de ander, om de vrijheid om te doen waar je zin in hebt op te eisen. Bruut! Terwijl vrijheid eigenlijk een recht is om te doen wat je moet doen. Vrijheden kennen grenzen. Nu lijkt vrijheid te ontaarden in vrijblijvendheid, vrijpostigheid, wetteloosheid, ongebondenheid, onverantwoordelijkheid. Een laatste punt is het doorgeslagen gelijkheidsdenken. Het gelijkheidsbeginsel (verwoord in artikel 1 van de Nederlandse grondwet) regeert boven de klassieke grondrechten, terwijl de laatstgenoemde oudere papieren hebben.

De verpulvering – doelbewust – van het christelijke culturele fundament onder democratie, rechtsstaat en economie is de enige oorzaak van alle actuele problemen die ons dagelijks via de krant en andere media overspoelen. De problemen in de politiek (ik denk aan het ontbreken van fatsoen, kennis, welsprekendheid), de sociale problemen (integratie, verpaupering, onfatsoen). Dit lossen we niet op met radiospotjes over ‘zonder dat we het door hebben, worden we steeds asocialer’. Met alle respect voor SIRE, maar dat is slechts symptoombestrijding.
Zo is Nederland een land met een postchristelijke cultuur geworden en dat heeft veel ernstiger gevolgen dan ook wij denken. Wat hebben we het gebed van Asaf nodig: “O God, breng ons weder, en laat Uw aanschijn lichten, zo zullen wij verlost worden.”
En nu de rust van de SGP in dit geweld…


Staatkundig Gereformeerde politiek in onstuimig vaarwater

De Staatkundig Gereformeerde Partij is de oudste partij van Nederland. Ze heeft oude papieren en staat bovendien bekend als een standvaste partij. Dat is een compliment waard. Het is niet goed als een partij veel in beweging is, of ideologische veren verliest. Het bestaan van de SGP getuigt van het christelijke verleden van ons land. De SGP is een partij van tradities en dat is mooi in een tijd waarin kostbare tradities bij het grof vuil worden gezet. Toch denk ik dat de SGP het gevaar loopt mee te gaan in gelijkheidsdenken en gemakzucht. We moeten wel blijvend rekenschap geven van de hoop die in ons is. Ik kom daar in mijn laatste punt op terug.
Misschien verwacht u het niet vanavond, maar ik wil de SGP toch een kritische spiegel voorhouden. Niet om negatief te doen, maar om mee te denken over de toekomst van de partij. De partij loopt het gevaar naar binnen gekeerd te raken en slechts achterhoedegevechten uit te voeren over interne of theologische kwesties.
De SGP heeft het niet makkelijk in een klimaat van nivellering en gelijkheidsdenken, laat dat voorop staan. Toch houdt de SGP tot op heden aardig stand. De partij staat bekend om haar deskundigheid. Van der Vlies wordt wel het staatsrechtelijk geweten van de Tweede Kamer genoemd, terwijl het gisteren opgestapte Kamerlid van de VVD, Boekestijn, mij toevertrouwde dat hij zo’n bewondering had voor Kees van der Staaij. Mooi toch? Het is goed dat we deskundig zijn, maar er kleven nadelen aan dit beeld. We zijn goed in het schrijven van nota’s. Neem de nota over islam, een pracht stukje werk. Zo heeft de SGP heel goede standpunten, zo goed zelfs dat laatst bleek dat een aanzienlijk deel van de Nederlandse bevolking bij het invullen van ‘Stemwijzer’ het advies op zijn beeldscherm krijgt om SGP te stemmen. Toch hebben we nog steeds twee zetels…
Ik wil een aantal factoren kort noemen, in de discussie kunnen we het er dan over hebben:

• De SGP is deskundig en schrijft goed beleid, maar beleid betekent nog niet dat je een inspirerend verhaal hebt. Ik heb veel waardering voor de deskundigheid. Maar de nadruk op staatsrechtelijke zuiverheid zorgt ervoor dat we wat aan profiel verliezen. Het is wel sympathiek, maar we zijn daardoor niet echt onderdeel in het debat. Het is belangrijk een verhaal neer te leggen over Nederland als een christelijke natie, waarin de christelijke kerk een bevoorrechte positie moet hebben.


• De SGP loopt het gevaar een ‘non factor’ te worden in de politiek door een aantal bijzaken. Ik bedoel hiermee het vrouwenstandpunt en de nodeloze scherpte in het debat over theocratie en artikel 36. Graag citeer ik een SGP-raadslid uit Rijssen: “het wordt tijd dat een minderheid binnen de SGP haar verlies leert te accepteren.”

• Daarmee raak ik het imago van de partij. Dat is bewust ‘onwrikbaar en standvastig’, dat geeft je als partij maar weinig speelruimte. Er treden wel veranderingen op, maar de partij schept daar bewust onduidelijkheid over, en dat gaat alleen maar verlies opleveren.

• Een ander punt is de sluimerende angst om met de islam op één hoop te worden geveegd. Ons beleid màg niet zijn: “laten we maar voorzichtig zijn als het gaat om de islam, want straks zijn wij aan de beurt.” We moeten het onszelf tot een taak stellen om het verschil tussen islam en christendom zelfbewust uit te leggen.

• De SGP stoot andere conservatieve christenen vaak af doordat ze kibbelt over futiliteiten. Laten we beseffen dat politiek en theologie niet hetzelfde zijn. Laten we de ‘katholieke’ breedte zoeken en elkaar verdragen.

• SGP-ers, de achterban van de SGP, verwacht teveel van haar partij. Politiek is echter politiek en je kunt geen ijzer met handen breken. De middelen van de overheid zijn beperkt. Het ideaal van een christelijke samenleving en overheid zal via de overheid maar moeilijk verwezenlijkt worden.

De SGP is een partij met een waardevolle erfenis in zich. Naar mijn bescheiden mening is de SGP op dit moment de enige partij in Nederland die recht van spreken heeft als het gaat om het herstel van het moreel fundament onder onze democratische rechtsstaat. De SGP heeft het goud van het christelijk geloof en de christelijke cultuur - dat is in wezen het fundament waarover ik spreek - in handen. Maar op dit moment doet ze er te weinig mee. Ze zou het gesprek in Nederland moeten voeren over het belang van religie en cultuur. Ik kom daarom bij mijn laatste punt in mijn betoging: een christelijk conservatieve kans.

Een christelijk conservatieve kans

De vader van het Reveil, Willem Bilderdijk heeft eens geschreven: “In het verleden ligt het heden, in het nu wat worden zal.” Dat is een belangrijke uitspraak waar veel mensen vandaag niets meer mee hebben. Maar deze uitspraak is kenmerkend voor het christelijk conservatisme. Het is de erkenning dat tradities belangrijk zijn, christenen moeten dat weten.
Staatkundig Gereformeerden dienen meer te gaan beseffen dat ze uit een bredere traditie komen. Iedereen kent de naam van - ik noemde hem al eerder: Groen van Prinsterer, de grondlegger van christelijk conservatieve beweging in Nederland. Ik zeg met opzet: beweging, want ik vind dat we als SGP-ers wat minder ‘politiek’ moeten gaan denken. In zijn nieuwe boek (waar ik overigens dankbaar gebruik van heb gemaakt), over ds. J.T. Doornenbal, schrijft Bart Jan Spruyt over Doornenbal als een man met diepe bevindelijkheid en oog voor de katholieke breedte. Dat hè! Dat is ook voor de SGP een les. Ik zal dat concreet maken. Bart Jan Spruyt krijgt veel aandacht voor zijn boek, zelfs op radio en televisie. We kunnen dus niet zeggen dat mensen niet op ons verhaal zitten te wachten, we moeten er alleen hard voor werken. We zijn in de SGP, binnen de reformatorische gezindte, zo snel geneigd de slachtofferrol in te schieten. Dat hoeft helemaal niet.
Laten we duidelijk uitleggen dat we een verhaal hebben.
Het krachtigste getuigenis bestaat misschien wel niet in het vertolken van de aloude beginselen, maar in het uitleggen wat de waarde van het christelijk geloof is voor onze samenleving: een wereld waar veel medelanders, vooral jongeren, geen enkele affiniteit meer mee hebben.
Het getuigenis ligt in het beschermen bevorderen van een christelijke Leidkultur.
Juist dit culturele fundament wat de samenleving behoort te schragen kalfde af met het verdwijnen van tradities, gewoonten en ideeën. In een overdenking over de Bergrede zegt dominee Doornenbal: over de wetten van het Koninkrijk: “die lichamelijk en geestelijk in ons gestel geschreven zijn. Alleen door te leven naar die wetten, zullen wij werkelijk leven, en anders niet. Wij kunnen die wetten breken, maar dan breken zij ons, dan leidt dat enkel tot verderf en ondergang over de hele linie van ons bestaan.” Tot zover Doornenbal. Zo is cultuur de onderbouw van politiek en economie. En die cultuur was christelijk en is christelijk, daar zit ten diepste een oneindig veel diepere gedachte achter. Volgens Doornenbal gaat dit “niet buiten Christus en de verzoening met God en de weerkeer tot Hem”. Zo kunnen we van deze apolitieke dominee veel leren.

De dictatuur van de massa, met al haar verval, kan alleen tot staan worden gebracht door een christelijk conservatieve houding. In een recent boek over de CHU zegt prof. Andreas Kinneging: “de normale beleefdheid tegen elkaar, een beetje rekening houden met de ander, proberen te begrijpen wat de ander bedoelt. Dat zijn aristocratische en christelijke deugden, the spirit of the gentlemen en the spirit of religion. We kunnen niet zonder. (…) De CHU was hierin voorbeeldig.” De CHU is helaas ter ziele en opgegaan in het CDA. Juist een partij als de SGP heeft deze deugden nog. En ik zou met Paulus willen zeggen: “behoud het goede”.
Juist de SGP is een partij die pal moet staan om bestaande instituties te verdedigen: ik denk hier in het bijzonder aan het christendom, breder, en aan de kerken in het bijzonder. Maar dit is niet alleen een zaak van de politiek, laat staan de overheid. De overheid is beperkt en moet traag zijn om dingen te willen veranderen. De overheid heeft ook maar weinig middelen: de wetgeving en de zwaardmacht. Binnen de grenzen van de democratische rechtsstaat kan een politieke partij of een overheid iets ontplooien. Juist de samenleving – jij, u en ik.

Ik ga afsluiten. Ik vind echt dat de SGP wat moet doen met het verhaal dat ik geschetst heb, niet omdat ik het zeg, maar het zou de partij sterker kunnen maken, intelligenter, zo je wilt. De SGP en het christelijk conservatieve gedachtegoed sluiten elkaar niet uit, maar juist in. Wat is een meer begrepen getuigenis dan dit: “kijk om je heen, je ziet de gevolgen van de teloorgang. Wij hebben een verhaal over het herstel van het moreel en cultureel fundament.” Is er dan hoop? Ja, niet door ons verhaal, hoe goed dat is, maar in “de wetten van het Koninkrijk”, ja in de Koning van de Kerk. Ik wil niet mijn hele verhaal nuanceren, maar politiek is bijzaak, het gaat over nu - over de opbouw van de samenleving, maar oneindig gaat daar bovenuit: Christus, in Wie al de volheid is. Dit is de theocratische notie in het christelijk conservatieve gedachtegoed zoals de SGP-jongeren dat in hun beginselverklaring hebben omschreven: Christus is overwinnaar. God de Heer regeert. Het is, om het tot slot met Groen van Prinsterer te zeggen: “tegenover het ongeloof de banier van het evangelie”.
- EINDE -

23 november 2009

Hans Jansen en een ' koran- lezende Abma'

Afgelopen donderdag heb ik de lezing van arabist Hans Jansen in de Goudse Pauluskerk bezocht.

Met de voor Jansen kenmerkende attitude heeft hij zijn lezing getiteld "Israël en de Islamitische wereld" voorgedragen.
De lezing was echter meer een bloemlezing van de abjectie van de Islam en de bijbehorende uitwassen dan dat het over Israël en haar relatie tot de Islamitische wereld ging. Echter dit maakte de avond er niet minder om.
De meeste bezoekers waren 50+ pkn-ers,(al dan niet voorzien van een linnen Christenen voor Israel-tasje). Enkele CDJA-jongeren zorgden voor enige verjonging in de kerkzaal.

Ook deze avond bleek weer dat het multiculturele debat met veel emoties gepaard gaat. De aanwezigheid van een 15-tal Goudse moslims en moslima's droeg daar natuurlijk ook aan bij. Hun aanwezigheid in deze christelijke kerk leek mij het debat alleen maar boeiender te maken.
Onder de aansprekende en soms heftige retoriek van Jansen konden sommigen van hen hun verontwaardiging niet geheel onderdrukken. Gelukkig was er nog een blonde Hollandse dame die zich tijdens het debat een bank naar achteren verplaatste om zusterlijk een arm achter de hoofddoek van een emotionele moslima te leggen. Ze hadden ook heel wat te verwerken natuurlijk...

Later meer over de sfeer tijdens het debat en een (mijns inziens) absurde situatie met de Goudse hervormde predikant ds. G.H. Abma.

Nu in vogelvlucht en willekeurige wat momenten uit de lezing van prof. dr. Hans Jansen.

moslimhater
Hij begon zijn lezing met te stellen dat hij geen moslimhater is. Hij moet alleen niets hebben van het Islamitische geloof, de Koran, de sharia en alles wat daar uit voortvloeit. Met de Profeet heeft hij ook helemaal niets op. "waarom moet je iemand tussen God en jou inzetten?"
Nogmaals benadrukte hij voor zijn publiek geen moslimhater te zijn. Overigens zag hij niet in "waarom je geen moslimhater zou mógen zijn. Immers de Islam haat het gehele Westen.
In de keuze tussen de Universal Declaration of Human Rights ("die de boefjes van D'66 graag noemen") of de sharia kiest Jansen onvoorwaardelijk voor de eerste.
Alles draait bij de Islam om de overwinning van de oude glorie van de Islam. Deze overwinning heeft men dikwijls proberen te halen door een militaire superioriteit. Echter de moslimlegers hebben nog nooit gewonnen van legers die "hun boeltje verdedigden", maar altijd van volkeren die zich lijdzaam overgaven aan de islamitische overheersing. Volgens Jansen zijn het vaak "D'66 achtige types" die ons altijd willen doen geloven dat de oud- islamitische wetenschap van grote betekenis is geweest.
De islam en de Wetenschap zijn onverenigbaar. Causaliteittheorie is zeer verdacht in de islamitische wereld. En bij het ontkennen van causaliteit en het ontbreken van vrijheid van meningsuiting is er geen wetenschap mogelijk. Journalistiek als "een verzameling van guitige tegenstrijdige meningen " zoals wij die kennen kent de islamitische wereld ook niet.
Jansen gelooft niet in fabeltjes dat joden en moslims te samen Aristoteles zouden hebben gelezen en overdacht. En terloops merkt hij op nog nooit gehoord te hebben van Nobelprijswinnaars voor techniek en wetenschap afkomstig uit de islamitische wereld.

Jansen, die moeiteloos diverse soera's van de Koran uit zijn hoofd citeert, wijst ons ook nog op de perversiteit van moslims die op basis van de Islam meisjes van 8 a 9 jaar die nog niet gemenstrueert hebben asl vrouw toe te eigenen.

Jansen vervolgt zijn verhaal met een heldere uiteenzetting van de kenmerken van drie wereldgodsdiensten Jodendom, Christendom en Islam.

Het Christendom is missionair en niet wettisch.
Het Jodendom is niet missionair maar wel zeer wettisch.
De Islam is missionair én wettisch.
"En wil iedereen erbij lappen"


"Bij de Islam heb je het idee dat God op zijn troon continue zit te schelden. Op Joden die apen zijn en christenen die varkens zijn. Bij het Christendom en het Jodendom is dat niet zo", stelt Jansen.
Het Christendom is een hogere Godsdienst dan de Islam omdat het niet gericht is op een aardse en stoffelijk overwinning maar een overwinning op het geestelijke.

Jansen stelt verder de slotconclusie dat Islam en Christendom nooit te verenigen zullen zijn. Iemand die de profeet beledigd mag altijd gedood worden. En als ik zeg "Mohammed , u bent een leugenaar, is dat een belediging en mag ik gedood worden. Door geen moslim te zijn zijn we dag in dag uit bezig met beledigen en lopen het risico gedood te worden"

debat
Na de pauze was er een debat met de zaal.
Te verwachten was natuurlijk dat de aanwezige moslims een weerwoord zouden geven. Echter de eerste spreker uit het publiek was een heer in pak (naar ik me heb laten vertellen een vooraanstaand pkn-er) die het verschrikkelijk vond (polariserend, stigmatiserend etc.) wat hij uit de mond van Jansen moest horen. Hiervoor was hij vanavond niet gekomen. Hij had liever gehoord waar we elkaar kunnen ontmoeten in plaats van alle gruwelen van de Islam in chronologische volgorde aan te moeten horen. Ook een moslima vroeg zich af waarom Jansen met geen woord had gesproken over de mogelijkheid tot het bouwen van bruggen tussen de Moslims en het Christenen. Het antwoord van Jansen was helder. Om samen een brug te bouwen moet er aan beide kanten deugdelijk materiaal liggen. En hij ziet dat aan de overkant niet liggen. Door toch te gaan bouwen is het risico zeer groot dat de brug in elkaar stort. Een andere moslima probeerde Jansen nog te overtuigen door te vertellen dat ze samen met Christenen bid en onlangs een stichting heeft opgericht om als Moslims en Christenen te zoeken naar eenheid.

ds. G.H. Abma
Inmiddels had de Goudse predikant ds. G.H. Abma de functie van debatleider overgenomen van de avondvoorzitter, die het niet helemaal meer in de hand had. Echter werd het debat daar niet veel beter van en het niveau bleef chaotisch en vrijwel inhoudsloos.
Jansen werd er zichtbaar ook een beetje moe van. Helemaal toen het woord werd gegeven aan een bebaarde en in jellabah geklede moslim die met de koran in de hand Jansen's ongelijk ging verkondigen. Hij was lang aan het woord en Jansen merkte op "dat hijzelf toch geen gelijk had" en ging vanuit zijn staande positie demonstratief op een stoel zitten.

Op datzelfde moment gebeurde er iets opmerkelijks.
In zijn betoog, waarin hij meerdere malen Jansen verzocht om hem uit te laten spreken pakte de bebaarde moslim zijn Koran en vroeg aan ds. Abma of deze enkele verzen uit een soera voor wilde lezen. (een soera betreffende het uithuwelijken)
Tot mijn grootste verbazing liet Abma zich de Koran in zijn handen drukken.
En terwijl de moslim de microfoon vasthield las Abma zonder enige schroom hardop de verzen uit de Koran voor in de Hervormde Pauluskerk te Gouda.

Wat zal die bebaarde langjurk s'avonds Allah en de profeet op zijn blote knieen gedankt hebben voor deze overwinning.
Een dubbel aantal maagden zal ongetwijfeld in het hiernamaals op hem wachten. Inshallah !

Een protestantse dominee die door een orthodoxe moslim de Koran in handen gedrukt krijg vervolgens vriendelijk doch dringend verzocht wordt eruit voor te lezen en dit acuut nog doet ook. Alles om prof. dr. Hans Jansen zijn ongelijk te tonen.

Hoe diep zijn we gezonken? Enkele minuten daarvoor had Abma (met mijn grote instemming) de aanwezige moslims proberen te overtuigen van het sterk toenemende antisemitisme onder de moslims en nu dit.
Abma als ultieme tool in handen van een orthodoxe moslim.

En de meeste aanwezigen slikten het als zoete koek.

Na nog enkele vragen was het laatste woord aan de moslims op deze avond. Een avond waarop ik nog lang na heb gepraat met conservatieve vrienden, verontruste pkn-ers en een sympathieke seculiere moslimjongen.

willekeurige orthodoxe moslim

ds. G.H. Abma

21 november 2009

Afslanken die handel!

Aan de lijn met Jan van Klinken

Bent u veertig plus en een gemiddelde Nederlander? Neem dan plaats voor de spiegel en ik zal zeggen wat u ziet: vetkwabben. Wat zegt u? Dat het bij u wel meevalt? Dan doet u het goed vergeleken bij de meeste anderen. Volgens de statistieken wegen we met z’n allen 70 miljoen kilo te zwaar! Dat zijn heel wat kwabben hoor.

Het is een bizar idee. Niet eerder waren zo veel mensen in dit deel van de wereld in de gelegenheid om zich met de gezondste middelen te voeden en zich op de meest verantwoorde wijze te ontspannen. En wat doen we? We eten en drinken dat het een aard heeft; wat we naar binnen werken is vaak te triest voor woorden en bewegen ho maar. Dan nemen we ook nog eens veel te stevig in, te veel landgenoten kunnen het roken niet laten en verder is er een groeiende categorie die het altijd druk druk druk heeft met als gevolg dat ze volkomen gestrest aan de ziekenhuismonitor eindigt. Kortom, we doen massaal precies datgene wat we nou net niet zouden moeten doen.

Ziedaar in enkele trekken een belangrijke oorzaak waarom onze gezondheidszorg zo duur is geworden. Met ingang van 2010 stijgen de verzekeringspremies maar weer eens met 4 procent en als we nog even zo doorgaan, wordt het hele systeem onbetaalbaar. Dan zullen er keiharde keuzes gemaakt moeten worden. „O, u kunt niet bijbetalen voor deze behandeling? Wat jammer, maar dan mag ik u die niet geven.” En: „Ik zie dat u al een dagje ouder bent. Dan heb ik een vervelende boodschap voor u, want u komt niet voor deze behandeling in aanmerking.”

Soms is dat nu al praktijk. Een tijdje terug stond in deze krant dat twee op de drie huisartsen tachtigplussers met hartklachten niet doorverwijzen naar de specialist en al helemaal niet naar de hartfalenpoli. Je hoort ze denken: Het kost allemaal al genoeg.

Een tante van me uit Zeeland las dat en schreef verontwaardigd: „Allen die een goed heenkomen in ons vaderland zoeken, mogen gebruikmaken van onze goede medische zorg. Mijn inziens terecht. Maar... wij die een oorlog en een watervloed meegemaakt hebben, altijd hard hebben gewerkt, de fiscus gegeven wat hem toekwam, waardoor menigeen medicijnen kon studeren van ons belastinggeld, wij zouden na ons tachtigste levensjaar buitengesloten worden van de nieuwste behandeling op medisch gebied? Dat noem ik nu je reinste discriminatie.” Zo is het maar net.

Wat het allemaal zo ergerlijk maakt –en daarmee zijn we weer terug bij het begin– is dat veel behandelingen helemaal niet nodig zouden zijn als we met z’n allen gezonder zouden leven. Vaak lees je dat de zorg zo duur wordt omdat er steeds meer mogelijk is en omdat we steeds ouder worden. Dat is zeker een deel van de waarheid. Maar het staat voor mij onomstotelijk vast dat de financiële problemen in de zorg op slag zouden verdampen als iedereen zich matigt in zijn consumptie, een stuk gezonder zou eten en minimaal een halfuur per dag het luie zweet loost.

Zoals bekend is overgewicht (obesitas) een belangrijke risicofactor voor kanker en hart- en vaatziekten. Dat zijn dan ook dé grote killers. En als de huidige trend zich doorzet, wordt dat de komende jaren alleen nog maar erger. Overgewicht neemt volgens de prognoses in de nabije toekomst epidemische vormen aan. Er is niet minder dan een catastrofe op handen.

Afgelopen dinsdag stemde de Tweede Kamer over de begroting van Volksgezondheid. Zoals altijd was een stapeltje moties ingediend met uiteenlopende wensen en verlangens van de Kamer. Maar wie denkt dat er eentje bij was waarin een begin van een oplossing werd aangedragen voor de dreigende ramp in de zorg, komt bedrogen uit.

Iemand die er heel lang over nagedacht heeft om de steen der wijzen te vinden, is PVV-Kamerlid Agema. In Trouw verklaarde ze enkele weken geleden in een uitgebreid interview dat ze zich het hoofd breekt over de vraag hoe het tij kan worden gekeerd. Ze heeft al van alles bedacht maar dat ene gouden idee heeft ze nog steeds niet kunnen uitbroeden. Hulde voor dit Kamerlid dat ze de ernst van de naderende crisis onderkent en zo veel energie stopt in het bedenken van een effectieve aanpak. Tegelijkertijd stelt het me teleur dat ze de oplossingsrichting van de matiging niet benut. Ik wil zeker niet suggereren dat het allemaal heel erg simpel is maar hier ligt toch echt de sleutel.

Ik zou zeggen: Begin eens met de premies van de zorgverzekeringen en laat voortaan het uitgangspunt zijn ”wie zoet is, krijgt lekkers, wie stout is de roe”. Anders gezegd: wie alle adviezen om gezond te leven in de wind slaat, betaalt de hoofdprijs; wie discipline betracht en zich aan de regels houdt, krijgt aantrekkelijke kortingen. Dat is trouwens ook niet meer dan billijk. Waarom zou iemand die matig en gezond eet en leeft (een christelijk adagium trouwens!), moeten opdraaien voor de kosten van zijn buurman of collega die er maar een eind op los leeft en als gevolg daarvan schoenendozen vol medicijnen moet slikken en van de ene spreekkamer naar de andere strompelt. Om met mijn tante uit Zeeland te spreken: Dat noem ik nu je reinste discriminatie.

Tot slot: Wie van mij ook mag bloeden, is de voedingsindustrie. Wat die in haar producten stopt, daar lusten de honden geen brood van. Dat zeg ik niet maar dat zeggen alle recente onderzoeken. Door de vele toevoegingen van de industrie is de inname van calorieën veel en veel te hoog. Overgewicht is niet alleen onze eigen schuld maar voor een belangrijk deel ook van de voedingssector. Sorry dat ik het zeg maar daar lopen echt gewetenloze schurken rond. Welnu, de enige taal die dit geboefte verstaat, is die van het geld. Dat zullen ze wat mij betreft weten. Verplicht ze maar eens hun vuige winsten tot de laatste cent in een obesitasfonds te stoppen. Afslanken die handel!

20-11-2009 16:24 | Jan van Klinken

.

17 november 2009

Arabist Hans Jansen in Gouda

Aanstaande donderdagavond 19 november spreekt de bekende Arabist Hans Jansen in Gouda.

Meer info zie de aankondiging

Onderwerp: Israël en de Islamitische wereld

De echo van de boodschap

De boodschap van het "Christelijk Conservatisme" in het nieuwe boek van Bart Jan Spruyt echoot de afgelopen dagen nog na.
Onder andere bij dr. P de Vries te Waarder, bij drs. Menno de Bruyne in zijn Haagse propjes in partijblad De Banier van afgelopen vrijdag en op de blog van Dirk Jan Nijsink. (De tweede druk is na anderhalve week al realiteit)

Dr. P. de Vries was op het conservatief Café aanwezig en schreef over de presentatie en over ds. Doornenbal op pagina 4,5 en 6 van de kerkbode van Waarder.

De komende weken zullen er ongetwijfeld nog andere echo’s te horen zijn.
De grote vraag is echter of het een voortdurende echo zal worden of dat de echo over enkele maanden verstomd zal zijn. De essentie zit namelijk in de vraag of de christelijk-conservatieve boodschap van genoemd essay begrepen en overgenomen zal gaan worden door prominente instituten, opinieleiders, partijen of zelfs kerken.

En daar ben ik wat pessimistisch over.
Velen glimlachen om de nostalgie, willen best wel eens instemmend knikken maar denken vooral dat dit “oude” voorbij is gegaan en niet weder zal (kunnen) keren.
Sommige onwijzen denken dat het “te vernieuwend” is, te “anders als we gewend waren”.
Te progressief dus in plaats van conservatief.

Het Christelijk Conservatieve station.
In zowel SGP- kring als CDA -kring (ik zeg bewust niet partij) kan men ‘er zo weinig mee’ kreeg ik te horen.
En dat geloof ik graag. De meeste CDA- wagons zijn het christelijk- conservatieve station al voorbij gedenderd. Al zijn er wel heel wat CDA-ers waar het christelijk conservatieve vlammetje van binnen nog wakkert. Mensen als Eddy Bilder die met weemoed aan dat mooie station terug denken en nog middels een tikkende conservatieve stationsklok van binnen in hun hart iets kunnen uitstralen.
Terug naar dat station gaat de CDA trein echter niet meer.
Maar een zachte echo klinkt bij Bilder nog steeds en kan soms hard (zoals op 5 november jl.) door een Goudse Kathedraal schellen. Prachtig, maar het verstomt helaas weer snel.

Dan de SGP-trein. Velen hebben intussen kennis moeten of kunnen maken met het christelijk- conservatisme en haar katholieke breedte. Je moet het RD er maar eens op nalezen en de sprekersagenda’s van de SGPJ en in mindere mate de SGP in de gaten houden.
Als er één groep is die nog vóór dat conservatieve station staat is het de SGP achterban.
Ze zijn het station nog niet voorbij gedenderd. Maar ze staan er nog voor.
Sommige wagons gaan het station al bijna aandoen. Echter, anderen hebben als jonge forenzen het station al aangedaan maar zijn op de groene CD(J)A-wagon gesprongen en hebben op het station wat conservatief fast-food tot zich genomen. Ze hebben het station verlaten maar hopelijk niet voor altijd.

Menno de Bruyne staat als de aardige en stijlvolle stationschef eenzaam op het Christelijk Conservatieve station te kijken. Hij koestert zich in de sfeer van het authentieke Conservatieve station.
Hij kijkt niet in de richting van de verdwenen groene trein.
Hij kijkt niet door de mist naar een mogelijk aankomende trein.
Hij kijkt naar boven en glimlacht.
Zijn tijd zal het duren.
En ach, die mensen op die mogelijk aankomende trein, ze kennen reeds de stationschef, vinden hem “een beetje apart, voor een SGP-er”, dat wel. Maar hij is zo aardig en zo echt. Hij schrijft zo geestig zijn columns. Menno geniet van hun bevindelijke diepte en de mensen op de aankomende wagon genieten van zíjn katholieke breedte. Dat duurt nog wel even zo voort.

Wie gaat nu die mensen op die aankomende trein vertellen dat ze van hun stoptrein een intercity moeten maken om op dat christelijk conservatieve station aan te moeten koersen?
Die aardige voorlichtende stationschef of die jonge jeugdwerkadviseur die ook al op dat station zit maar méér wil dan alleen genieten van de nostalgische stationsklok. Die adviseur wil namelijk die stationsklok niet alleen laten tikken maar ook laten luiden. Hij ziet die klok namelijk op 5 voor 12 staan.

Het woord is wat mij betreft aan die adviseur:


(bron: blog Dirk Jan Nijsink)

Het is maandag. Ik had vandaag een blog willen schrijven naar aanleiding van een bezochte debatavond van SGP-jongeren Urk over ‘Christendom en de PVV’. Misschien doe ik dat later. In elk geval schrijf ik deze week een artikel over het ‘christelijk conservatisme en de SGP’, dat zal ik ook hier plaatsen. Ik wil nu eens niet over politiek schrijven, “er is een weg die nog uitnemender is”.

Gisteren was het zondag en dat is een mooie dag. Met onuitsprekelijk veel vreugde heb ik in één middag bijna het hele nieuwe boek van Bart Jan Spruyt Als je eenmaal hebt liefgehad gelezen. Prachtig, je ziet de weergaloze beelden van licht en kleuren je proeft de euforie over dit Godswonder – laat onze ogen meer uitgaan naar de beeldende schoonheid van Gods schepping. Genoten heb ik van de voelbare strijd tussen romantiek en stichtelijkheid. Beelden, gedachten uit mijn eigen jeugd doemden op. Is dit een wereld, een tijd, zijn dit mensen die al eindeloos, onbereikbaar achter ons liggen? Enerzijds voel ik de melancholie om wat verloren is, aan de andere kant weiger ik haar. Dit boek brengt een goede boodschap.

Het christelijk conservatisme van dominee Doornenbal is volgens Spruyt te typeren als een combinatie van ‘katholieke breedte en tegelijk diepe bevindelijkheid’. Dat is voor moderne ‘refo’s’ een onmogelijkheid, niet in de laatste plaats veroorzaakt door een verengde visie op geloof, kerk en cultuur. Zicht op de katholieke – algemeen christelijk – breedte hebben we nauwelijks, want we voeren oorlog om de kleinste zaken, tegelijk zijn we ook de ‘diepe bevindelijkheid’ kwijt, ik kom daar zo op terug. Refoland is een woestijn, in plaats van een land vloeiende van melk en honing.

Met weerzin kijk ik soms naar het reformatorische gewoel onder de zon. Het is té perfect. Het klopt té goed. Elk onvertogen woord is uitgebannen, de humor bedenkelijk. Ernst heeft daarom plaatsgemaakt voor een serieusheid, zonder ironie, zonder zelfkritiek. Wij weten hoe het moet en wij hebben onze eigen wereld geschapen en elke afwijking daarop is vreemd en verdient niet anders dan ons hoongelach. Het is nu de tijd om de ‘katholieke breedte’ te zoeken.

Doornenbal keerde zich, net als ds. I. Kievit, tegen een theologische ontwikkeling waarin het geloof ‘een verschrikkelijk ingewikkeld ding’ is geworden. Niet weinigen zijn nu bevreesd uitspraken te doen over hun eigen bevinding, want als deze niet ‘overgenomen’ kunnen worden door geestelijk keurmeesters hebben ze een nog grotere geestelijke nood. En zo worden zelfs de heilige zaken langs een menselijke meetlat geplaatst. Dit gaat door tot in het leven-van-alle-dag. Alle ongeregeldheden en vermeende ongerechtigheden zijn uitgebannen, maar hiermee ook de schoonheid van kunst, muziek en literatuur. Een gave die, de door ons zo geprezen, maar weinig gelezen, ‘oudvaders’ wel hadden, als daar zijn: Revius, Bogerman en Voetius. Zij genoten van de schoonheid van de composities van Jan Pietersz Sweelinck. Wie peilt nu nog de diepte van Ein Deusches Requiem van Johannes Brahms, of de ongekende schoonheid van de Passacaglia in C van Johann Sebastian Bach, waarin hij zijn Schepper en Heere roemt?

De haringen van de ‘refotenten’ – die niet langer lijken op de zwarte tenten van Kedar – zijn als met een moker diep ingeslagen in de keiharde grond van ons aardse bestaan. Politiek verzetten wij ons tegen de sociaal-democratische ‘maakbaarheid van de samenleving’, terwijl we zelf de ‘maakbaarheid van de zuil’ omarmen. Zelfs de kritiek van buitenaf zou, volgens sommige opinieleiders in eigen kring, met een ‘reformatorische COC’ gepareerd kunnen worden. Hoe zot.

In de gebrokenheid van ons bestaan passen die mokerslagen niet. Zelfs Doornenbal kon zijn ‘aardsgezindheid’ soms verfoeien – en dat terwijl hij niet aan het ‘stof’ kleefde als andere mensen, maar zich in dat soort ogenblikken slechts hechtte aan de haast paradijselijke aanblikken van het landschap. Het was de strijd tussen romantiek en stichtelijkheid. Maar, iets – diepe bevindelijkheid – ging daar altijd boven uit: Christus in Wie al de volheid woont. ‘Al de volheid! Dan kan toch dit lege leven vol worden, en daarnaar schreit immers ons hart? Als er maar werkelijk plaats voor is.’ Het was de stille roep vol heimee ‘naar de God des Levens, ach wanneer?’ (Psalm 42) ‘Die heimwee hebben, komen thuis.’

Halleluja (een woord dat ds. J.T. Doornenbal wat vaker ging gebruiken toen hij hoorde dat Beppie van de meester dat zo mooi vond).

N.a.v.: Bart Jan Spruyt, Als je eenmaal hebt liefgehad. Over ds. J.T. Doornenbal, geloof, cultuur en politiek (Zoetermeer 2009).

Volgers