Aan de lijn met Jan van Klinken
Bent u veertig plus en een gemiddelde Nederlander? Neem dan plaats voor de spiegel en ik zal zeggen wat u ziet: vetkwabben. Wat zegt u? Dat het bij u wel meevalt? Dan doet u het goed vergeleken bij de meeste anderen. Volgens de statistieken wegen we met z’n allen 70 miljoen kilo te zwaar! Dat zijn heel wat kwabben hoor.
Het is een bizar idee. Niet eerder waren zo veel mensen in dit deel van de wereld in de gelegenheid om zich met de gezondste middelen te voeden en zich op de meest verantwoorde wijze te ontspannen. En wat doen we? We eten en drinken dat het een aard heeft; wat we naar binnen werken is vaak te triest voor woorden en bewegen ho maar. Dan nemen we ook nog eens veel te stevig in, te veel landgenoten kunnen het roken niet laten en verder is er een groeiende categorie die het altijd druk druk druk heeft met als gevolg dat ze volkomen gestrest aan de ziekenhuismonitor eindigt. Kortom, we doen massaal precies datgene wat we nou net niet zouden moeten doen.
Ziedaar in enkele trekken een belangrijke oorzaak waarom onze gezondheidszorg zo duur is geworden. Met ingang van 2010 stijgen de verzekeringspremies maar weer eens met 4 procent en als we nog even zo doorgaan, wordt het hele systeem onbetaalbaar. Dan zullen er keiharde keuzes gemaakt moeten worden. „O, u kunt niet bijbetalen voor deze behandeling? Wat jammer, maar dan mag ik u die niet geven.” En: „Ik zie dat u al een dagje ouder bent. Dan heb ik een vervelende boodschap voor u, want u komt niet voor deze behandeling in aanmerking.”
Soms is dat nu al praktijk. Een tijdje terug stond in deze krant dat twee op de drie huisartsen tachtigplussers met hartklachten niet doorverwijzen naar de specialist en al helemaal niet naar de hartfalenpoli. Je hoort ze denken: Het kost allemaal al genoeg.
Een tante van me uit Zeeland las dat en schreef verontwaardigd: „Allen die een goed heenkomen in ons vaderland zoeken, mogen gebruikmaken van onze goede medische zorg. Mijn inziens terecht. Maar... wij die een oorlog en een watervloed meegemaakt hebben, altijd hard hebben gewerkt, de fiscus gegeven wat hem toekwam, waardoor menigeen medicijnen kon studeren van ons belastinggeld, wij zouden na ons tachtigste levensjaar buitengesloten worden van de nieuwste behandeling op medisch gebied? Dat noem ik nu je reinste discriminatie.” Zo is het maar net.
Wat het allemaal zo ergerlijk maakt –en daarmee zijn we weer terug bij het begin– is dat veel behandelingen helemaal niet nodig zouden zijn als we met z’n allen gezonder zouden leven. Vaak lees je dat de zorg zo duur wordt omdat er steeds meer mogelijk is en omdat we steeds ouder worden. Dat is zeker een deel van de waarheid. Maar het staat voor mij onomstotelijk vast dat de financiële problemen in de zorg op slag zouden verdampen als iedereen zich matigt in zijn consumptie, een stuk gezonder zou eten en minimaal een halfuur per dag het luie zweet loost.
Zoals bekend is overgewicht (obesitas) een belangrijke risicofactor voor kanker en hart- en vaatziekten. Dat zijn dan ook dé grote killers. En als de huidige trend zich doorzet, wordt dat de komende jaren alleen nog maar erger. Overgewicht neemt volgens de prognoses in de nabije toekomst epidemische vormen aan. Er is niet minder dan een catastrofe op handen.
Afgelopen dinsdag stemde de Tweede Kamer over de begroting van Volksgezondheid. Zoals altijd was een stapeltje moties ingediend met uiteenlopende wensen en verlangens van de Kamer. Maar wie denkt dat er eentje bij was waarin een begin van een oplossing werd aangedragen voor de dreigende ramp in de zorg, komt bedrogen uit.
Iemand die er heel lang over nagedacht heeft om de steen der wijzen te vinden, is PVV-Kamerlid Agema. In Trouw verklaarde ze enkele weken geleden in een uitgebreid interview dat ze zich het hoofd breekt over de vraag hoe het tij kan worden gekeerd. Ze heeft al van alles bedacht maar dat ene gouden idee heeft ze nog steeds niet kunnen uitbroeden. Hulde voor dit Kamerlid dat ze de ernst van de naderende crisis onderkent en zo veel energie stopt in het bedenken van een effectieve aanpak. Tegelijkertijd stelt het me teleur dat ze de oplossingsrichting van de matiging niet benut. Ik wil zeker niet suggereren dat het allemaal heel erg simpel is maar hier ligt toch echt de sleutel.
Ik zou zeggen: Begin eens met de premies van de zorgverzekeringen en laat voortaan het uitgangspunt zijn ”wie zoet is, krijgt lekkers, wie stout is de roe”. Anders gezegd: wie alle adviezen om gezond te leven in de wind slaat, betaalt de hoofdprijs; wie discipline betracht en zich aan de regels houdt, krijgt aantrekkelijke kortingen. Dat is trouwens ook niet meer dan billijk. Waarom zou iemand die matig en gezond eet en leeft (een christelijk adagium trouwens!), moeten opdraaien voor de kosten van zijn buurman of collega die er maar een eind op los leeft en als gevolg daarvan schoenendozen vol medicijnen moet slikken en van de ene spreekkamer naar de andere strompelt. Om met mijn tante uit Zeeland te spreken: Dat noem ik nu je reinste discriminatie.
Tot slot: Wie van mij ook mag bloeden, is de voedingsindustrie. Wat die in haar producten stopt, daar lusten de honden geen brood van. Dat zeg ik niet maar dat zeggen alle recente onderzoeken. Door de vele toevoegingen van de industrie is de inname van calorieën veel en veel te hoog. Overgewicht is niet alleen onze eigen schuld maar voor een belangrijk deel ook van de voedingssector. Sorry dat ik het zeg maar daar lopen echt gewetenloze schurken rond. Welnu, de enige taal die dit geboefte verstaat, is die van het geld. Dat zullen ze wat mij betreft weten. Verplicht ze maar eens hun vuige winsten tot de laatste cent in een obesitasfonds te stoppen. Afslanken die handel!
20-11-2009 16:24 | Jan van Klinken
.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten