14 september 2010

Voor straf in bed blijven (Zorg 2)

11-09-2010 08:56 | Jan van Klinken

Een man zit in de koffiekamer van een verpleeghuis. Vier verpleegkundigen in het wit komen een kop koffie drinken en kletsen wat bij. Plotseling hoort de man de ene zuster tegen de andere zeggen: „Als jij zo oud bent, is hier geen plekje voor je.” Ze antwoordt: „’k Zou hier ook van mijn leven niet willen zitten!”

Het voorval werd gemeld door een lezer. In die instelling is het hetzelfde liedje als in zo veel tehuizen: geen mensen, geen spullen, geen tijd. „In een verzorgingshuis hier in de buurt wordt er met Poolse dames gewerkt”, bericht een volgende lezer. „Sommige cliënten kunnen met deze dames praten doordat ze in een concentratiekamp Pools hebben leren spreken. In hetzelfde huis werken artsen die hoofdzakelijk Engels spreken.”

Wat ik echt horror vind, zijn de verhalen over het zogeheten zorgzwaartepakket (ZZP). Dat is tamelijk nieuw, zo begrijp ik. Alle bewoners van verpleeghuizen zijn tegenwoordig ingedeeld in een ZZP van 1 tot en met 9, al naar gelang ze zorg nodig hebben. Die indeling wordt omgezet in ”zorgminuten”. Zo wordt het aantal uren berekend en op grond daarvan voor drie maanden tegelijk geroosterd. Wie in die periode plotseling meer zorg nodig heeft, bijvoorbeeld als gevolg van een beroerte, heeft gewoon pech. „Dat kan namelijk pas vanaf het volgende rooster, dus pas na twee of drie maanden. Dan kan het voor die bewoner misschien niet eens meer nodig zijn... Dus betekent het een stapje erbij en nog meer werkdruk, en de betreffende bewoner is dan vaak pas om 11 uur uit bed”, schrijft een medewerker uit een instelling.

Het komt er dus op neer dat je wel hulpbehoevender mag worden maar pas aan het einde van het rooster. Wie zich daar niet aan houdt, moet voor straf in bed blijven liggen! Als dit de manier is waarop we in dit land met onze ouderen omgaan, moeten we ons volgens mij collectief achter de oren krabben.

Een andere reactie gaat ook over het zogeheten zorgzwaartepakket. Leidinggevenden gaan er bij haar strenger naar kijken want men is bang dat bewoners toch meer zorg krijgen dan hun ZZP waard is. Een minutenkwestie. „Wil iemand iedere dag onder de douche in plaats van een gewone wasbeurt? Oké, dat kost dan zoveel minuten per dag. Dan moet er wat anders af.”


Weer een ander zegt dat ze als goedmakertje voor de dagelijkse race tegen de klok bijscholingen mag volgen. Die gaan –ik heb het niet verzonnen– over ”belevingsgerichte zorg”.

Ronduit schokkend vond ik deze: „Ik werk hier meer dan twintig jaar, en heb de sfeer zien veranderen van een fijne werkplek, waar iedereen elkaar kende en met elkaar meeleefde, tot een jachtig bedrijf waar we allemaal met een gehaaste blik langs elkaar heenlopen en er geen tijd meer is voor een praatje.”

Ze werkt bij een huiskamerproject voor dementerende bewoners. Tot maart van dit jaar bestond de groep uit maximaal acht tot negen bewoners. Buiten het hoognodige was er ook nog ruimte voor een activiteit.

Maar plotseling, met de komst van de zorgzwaartepakketten, raakte de instelling in de rode cijfers en moest er zeer drastisch bezuinigd worden. De gevolgen: om te huilen, zoals de verpleegkundige schrijft. Ze moeten nu in hun eentje werken op een groep van tien tot twaalf bewoners en mogen geen koffiepauze meer nemen buiten de deur. Zelfs de plak ontbijtkoek is wegbezuinigd.

Ook de openingstijden van de huiskamer zijn ingekort. Gevolg is dat de meeste bewoners rond zeven uur ’s avonds al naar bed gebracht worden en geen natje of droogje meer krijgen tot ze de volgende morgen aan het ontbijt verschijnen. Voordat iedereen er is, is het halfelf. Vervolgens staat om twaalf uur de warme maaltijd weer op het programma. Tijd voor een activiteit is er niet meer. Ze organiseerden voorheen wel eens een uitje. Daar is al helemaal geen geld meer voor.

Ze moeten nu productie draaien. Het door het management zo felbegeerde certificaat hangt ingelijst in de hal op de plek waar eerst een foto hing van een onder ons bekend en geliefd predikant, in een ver verleden de oprichter van het tehuis.

„We begrijpen met z’n allen dat er bezuinigd moet worden, maar het is droevig om te zien dat het deze mensen zo treft, die zich niet kunnen verweren en niet voor zichzelf op kunnen komen”, vervolgt deze reactie.

De instelling is na enkele fusies enorm uitgebreid. De ene na de andere leidinggevende stapte op. Er kwam een interim die alle veranderingen er zonder pardon doorgedrukt heeft. „We voelden ons behoorlijk geïntimideerd, durfden onze mond nauwelijks nog open te doen op vergaderingen, bang om onze baan te verliezen. Het was zo’n ijzige sfeer en zo onwerkelijk, ik heb zoiets nog nooit meegemaakt. Ik voelde me tot op de bodem gefrustreerd, maar het was slikken of stikken. Ik ben helemaal niet zo schrijverig, maar nu kon ik het niet laten. Iedereen moet toch weten hoe nijpend het wordt in de zorg!”

Genoeg hierover. In ieder geval wil ik niet helemaal in mineur eindigen. Zo schreef een zorgmedewerker dat ze ondanks alles een ontzettend mooi beroep heeft en ze zou het liefst zien dat velen haar voorbeeld volgen. Een ander maande om vooral optimistisch te blijven. Ik beloof dat ik mijn best zal doen, ook al wil het op dit moment nog niet erg lukken.

Geen opmerkingen:

Volgers