11 december 2010

abortusvraagstuk (Nijsink en Van Klinken)

Deze week een opiniebijdrage van de secretaris van het Christelijk Conservatief Beraad Dirk Jan Nijsink over de strijd tegen abortus.

Ook de column van Jan van Klinken, welke we iedere week hier plaatsen, is aan dit thema gewijd.

Lezenswaardige artikelen én niet in de laatste plaats een dubbele aansporing om eensgezind PRO LIFE te strijden.

WAARSCHUWING
Vind u dat abortus een keuzevrijheid van de moeder (ouders) zelf is?
Dan heb ik een verzoek aan u dat, als u over enig menswaardig gevoel beschikt, u ten zeerste zal moeten afschrikken om ooit nog een Pro Abortus- of Vrije keuzestandpunt in te nemen.
Google eens op de woorden "stop abortus" onder het tabblad "afbeeldingen".
U zult uw ogen afwenden van uw beeldscherm.........




Strijd tegen abortus nooit achterhoedegevecht


-Door Dirk Jan Nijsink-

De beschermwaardigheid van het leven wordt in een samenleving zonder God steeds meer ter discussie gesteld, stelt Dirk-Jan Nijsink. Abortus mag niet wennen voor christenen.

In Psalm 139 zingt David: „Ik loof U, omdat ik op een heel vreselijke wijze wonderbaarlijk gemaakt ben; wonderlijk zijn Uw werken! ook weet het mijn ziel zeer wel. Mijn gebeente was voor U niet verholen, als ik in het verborgene gemaakt ben, en als een borduursel gewrocht ben.” De tijdgeest lijkt zich echter meer en meer te bewegen in de richting van de idee van de ontzielde mens.

Ik was geschokt door het betoog van filosoof Marcel Zuijderland, vrijdag 3 december in dagblad Trouw. Zijn betoog komt erop neer dat het een goed recht van ouders is om hun kind te aborteren als tijdens de zwangerschap blijkt dat het kind gehandicapt is. Hij noemt het zelfs een „verbetering” als er minder gehandicapten zijn. „Abortus is een goed middel om de groei van het aantal gehandicapten te voorkomen”, aldus Zuijderland.

De gevolgen van de redenering van Zuijderland zijn desastreus. Ouders die ervoor kiezen om een gehandicapt kind wel het levenslicht te laten zien, kunnen straks verwijtende blikken krijgen. Gehandicapte kinderen hadden immers niet geboren hoeven worden, ook al ervaren zij zelf een hoge mate van kwaliteit van leven. Voor die gevolgen wil Zuijderland niet instaan. Ik vind dat aanstootgevend.

Ook vindt Zuijderland dat je ouders niet mag „opzadelen” met een gehandicapt kind als ze dat niet willen. Hierachter schuilt de maakbaarheidsgedachte. Een religieuze verwachting in een wereld die een transcendente werkelijkheid, namelijk God, ontkent. Wat Zuijderland bepleit, is het begin van de afschaffing van de mens en daarmee apocalyptisch van aard. Alle warmte en liefde voor mensen lijken weg te vloeien, zodat individuele vrijheid en economische waarde overblijven. De idee van een ziel lijkt weg te ebben uit de mensvisie in onze samenleving.

Een abortus is volgens Zuijderland gerechtvaardigd bij een mens die geen persoon is. Maar, wanneer is iemand een persoon? Dat vindt Zuijderland een lastige vraag. Toch komt hij met een antwoord: „Zodra iemand bestaat als persoon dan pas geldt dat hij beschermwaardig is en dat je dus een morele verantwoordelijkheid naar zo iemand hebt.” Volgens de filosoof kun je zeker vóór de 26e week bij een foetus niet spreken van een persoon, omdat het zenuwstelsel nauwelijks ontwikkeld is.

Het besef van een mens als bezield persoon behoedt voor dit idee. In ”Theocratie of ideologie” zegt dr. W. Aalders: „De menselijke subjectiviteit is niet te peilen en te omschrijven. Zij is een goddelijk mysterie! Daarom is ook de ongeboren vrucht wezenlijk mens, evenals de seniele, sprakeloze grijsaard. En daarom zijn abortus en euthanasie moord.” God heeft mij gevormd en geboetseerd. Voor Hem was ik toen een persoon, met een ziel. Wie hier een ogenblik bij stilstaat, huivert voor wat Zuijderland schrijft.

Wie de transcendentie loslaat, komt in gevaarlijke situaties. Ideologieën van maakbaarheid en valse hoop hebben miljoenen mensen het leven gekost. Dit geldt zeker voor ongeboren mensen. De gedachten van Zuijderland brengen pijnlijk duidelijk aan het licht wat het betekent om in een postchristelijke cultuur te leven. De beschermwaardigheid van het leven wordt openlijk ter discussie gesteld en de mens beslist.

Alleen de christelijke moraal, maar vooral het geloof in God en Christus Jezus als Verlosser, kan uitkomst bieden. Als christenen hebben we de taak te appelleren aan dát zaad dat tot diep in de bodem van de ziel van onze samenleving is gestrooid.

In reformatorische kring wordt gediscussieerd over de verschillen tussen Bijbelvertalingen. Wanneer ik de discussie over abortus volg, vind ik het jammer dat we onze energie zo makkelijk verspillen met middelmatige geschillen tussen broeders van hetzelfde huis. Morgen wordt in Den Haag de Mars voor het Leven gehouden. Ik breng dit initiatief van Bert Dorenbos graag onder de aandacht. Opkomen voor de beschermwaardigheid van het leven –juist ook het ongeboren leven– is nooit een achterhoedegevecht. Abortus mag niet wennen.

De auteur is beleidsadviseur van SGP-jongeren en secretaris van het Christelijk Conservatief Beraad.







En dan hier de column van Jan van Klinken van deze week.
Oók over abortusvraagstuk.........




Beetje wankelmoedig in abortusvraagstuk en je bent om


11-12-2010 09:45 | Jan van Klinken
In de jaren tachtig had ik eens een interview met de eminente Rotterdamse hoogleraar Hans Galjaard. Hij stond te boek als pionier op het gebied van de prenatale diagnostiek, die zich in die tijd vooral richtte op erfelijke afwijkingen.

Hij was nauw betrokken bij de ontwikkeling van tests die aan het licht konden brengen of de vrucht in de baarmoeder belast was met een erfelijke ziekte. Zo had je de vlokkentest die kon aangeven of de vrucht al dan niet een afwijking vertoonde. Bij een foute uitslag was abortus vaak het vervolg.

Wat Galjaard en de zijnen in hun laboratoria deden, dwong bij de buitenwacht veel bewondering af. Dat gepriegel op de vierkante millimeter leverde toch maar fantastische resultaten op. Met name families die erfelijk waren belast, waren er blij mee.

En daar kun je je iets bij voorstellen. U wilt niet weten wat er bij hen aan verborgen leed is. Lezers getuigden daarvan. Op een oproep in deze krant volgden schokkende brieven over stil verdriet, lange lijdenswegen en inktzwarte vooruitzichten.

Maar er was ook een andere kant. Behalve de aldus gecreëerde abortuspraktijk was de vraag of gehandicapt leven op de langere termijn nog geaccepteerd zou worden. De zorgen voor ouders zijn vaak groot en soms zelfs onoverzienbaar, de kosten gigantisch en het maatschappelijk draagvlak beperkt. Als het dan te voorkomen is, wie durft het dan nog aan zo’n kindje te verwekken laat staan geboren te laten worden?



Galjaard snapte heel goed dat hij een morele verantwoordelijkheid voor die ontwikkeling had, maar dacht dat het allemaal niet zo’n vaart zou lopen. In die tijd kon maar een klein aantal afwijkingen worden opgespoord en daaraan kwam zo’n technisch circus te pas dat de Rotterdamse topwetenschapper zonder al te veel gewetensproblemen op de ingeslagen weg voort meende te kunnen gaan.

Daarna kregen we verfijning van de echoscopie. Die bracht het genoemde circus terug tot een filmapparaat. De nekplooimeting en het doorlichten van de hersentjes bij de ongeboren vrucht waren simpel uit te voeren. In een ommezien wist je als ouders waar je aan toe was. Verhoudingsgewijs vrij veel voorkomende afwijkingen waren plotseling op grote schaal op te sporen. Erfelijke belasting speelde in het traject geen echte rol meer. Via de standaardecho’s kwam iedereen aan de beurt.

Toen kon je erop wachten dat het recht op een plekje onder de zon voor gehandicapten ter discussie kwam te staan. Een voorloper in het debat daarover was ene Wim Rietdijk, een cultuurfilosoof die keihard pleitte voor eugenetica, dat wil zeggen verbetering van de menselijke soort. Dat is te bereiken door zo veel mogelijk gehandicapt leven te voorkomen. Iemand die dat ook al wilde, was Adolf Hitler. Die had het over ”Halbstarken”. Losers, zouden we nu zeggen.

Iedereen sprak schande over het pleidooi van Rietdijk. Niemand wilde immers hitleriaanse praktijken. Die kant mocht het niet op.

Maar sluipenderwijs zijn de ontwikkelingen in de richting van eugenetica natuurlijk gewoon doorgegaan. Cijfers die aangeven dat het aantal abortusingrepen na de 20 wekenecho voortdurend toeneemt, spreken wat dat betreft boekdelen. Hoe ver is de tijd nog dat een gehandicapte wordt beschouwd als een gevolg van het falen van de medische machinerie of als product van een domme beslissing van de ouders?

CU-Kamerlid Wiegman heeft een even ultieme als moedige poging ondernomen om deze ontwikkeling in te dammen door de grens voor abortus van 24 weken terug te willen brengen naar 18. De uitslag van de 20 wekenecho kan dan niet meer leiden tot zwangerschapsafbreking.

Dat heeft de woede gewekt van de filosoof Marcel Zuijderland. In Trouw van 3 december en afgelopen maandag bij de EO stelt hij dat mevrouw Wiegman ouders opzadelt met een gehandicapt kind. Hij vindt dat ouders zelf moeten beslissen of hun vrucht met een afwijking geboren mag worden.

De autonomie dus aan de ouders. Een oud maar nog steeds zeer populair thema. Indertijd gaf het in de abortusdiscussie de doorslag en let maar op: dat zal ook in dit debat bepalend worden.

Maar voordat het zo ver is, wil ik dan toch graag op mijn beurt Zuijderland opzadelen met een greep uit het leven. Ik ken een jong stel dat een baby’tje verwachtte en toen op grond van opeenvolgende echo’s te horen kreeg dat er waarschijnlijk iets ernstigs mee was. Eerst was de kans 5 procent, later 50. „En”, vroeg de arts in het academisch kinderziekenhuis tijdens het volgende consult, „hebben jullie al een beslissing genomen?” Het stel zat als aan de grond genageld. De arts zei het wel niet maar hij bedoelde natuurlijk: „En, het wordt abortus zeker?”

Toen de twee uitlegden dat ze dat allerminst van plan waren, reageerde hij overigens begripvol en deed zeker niet vervelend. Voelt u hem? Dat is dus die zo luid gepropageerde autonomie van de ouders. Een onsje wankelmoedigheid en je bent om, zeker als abortus als een bespreekbare optie voor je is. Intussen is de baby geboren en hij is zo gezond als een vis. Hij oogt als Hollands welvaren. Ik heb hem vorige week nog gezien. Het is namelijk mijn kleinzoon.

Geen opmerkingen:

Volgers