30 september 2009

Stop het gelijkheidsdenken van religies

Vandaag is er op de opiniepagina van dagblad Trouw een interessant en zinvol artikel te lezen van Tweede Kamerlid Kees van der Staaij, getiteld
"Kerk en Moskee toch verschillend"

Op dit moment is de gelijkstelling van religies één van de grootste bedreigingen voor samenleving en cultuur.

Ook de conservatief Bas Hengstmengel heeft afgelopen zomer een mooi artikel gewijd tegen het totalitaire gelijkheidsdenken.

Nu ben ik zelf ook een voorstander van de constitutionele scheiding van Kerk en Staat. Alleen, en dat punt noemt Van der Staaij terecht, houdt deze scheiding niet per definitie ook een absoluut neutrale overheid in. Er is altijd ruimte geweest voor het subsidieren van identiteitgebonden instellingen. Dat is niet in het minst geweest vanwege de maatschappelijke arbeid die vanuit kerken en religieuze instellingen werd ontplooid.
De kerkelijke gemeenschap vervulde en vervult hiermee een grote rol in de civil society.
Door de opkomst van de Islam komen de zaken anders te liggen.Slafistische organisaties eisen ook subsidiepotjes op. En waarom zouden we die het recht daarop nu onthouden? Zij zijn niet minder identiteitsgebonden dan christelijke instellingen zegt men. Hier gaan we echter een hellend vlak op naar het gelijkheidsdenken. Men wil én durft religies niet meer te onderscheiden in cultuur en theologie. Dus of alle religies genieten van alle vrijheden, of alle religies ontberen overheidssteun,subsidies en privileges.

Er zullen ongetwijfeld nuttige activiteiten plaatsvinden rond en in een moslimgemeenschap, alleen bemerk ik tot aan de dag van vandaag niet welke positieve maatschappelijke rol deze vervullen voor de Nederlandse samenleving. Misschien heeft dat ook met de achterliggende doelstellingen van Imans en andere moslims te maken. Het mislukken van de vele burgerschap- en integratie projecten is maar één van de bewijzen dat elke euro subsidie naar dit soort organisaties water naar de zee dragen is.

even terug naar KvdS
citaat
Essentieel voor een zindelijk debat over deze materie is dat onderscheid wordt gemaakt tussen de staatsrechtelijke spelregels en politieke keuzes. Aan de staatsrechtelijke spelregels, zoals de scheiding van kerk en staat, is iedereen constitutioneel gebonden. Dat beginsel is in Nederland echter nooit op een exclusief neutrale wijze uitgelegd en toegepast, maar bood en biedt nogal wat speelruimte voor organisaties die werken op basis van hun eigen godsdienstige of levensovertuiging. Er is staatsrechtelijk dus niets mis met een ontspannen omgang met de scheiding van kerk en staat. Over de politieke keuzes kunnen en mogen wij vervolgens heftig van mening verschillen. Niet alles wat constitutioneel is toegestaan, is ook beleidsmatig gewenst. Integendeel. Zo geloof ik zelf niet in gesubsidieerde iftarmaaltijden als instrument van integratie. En zie ik als SGP-er niets in door het kabinet in de Notitie ’Religie en publiek domein’ geopperde mogelijkheden als het subsidiëren van moskeeën, het aanbieden van zaaltjes van stadsdeelkantoren voor de viering van het Suikerfeest, of het organiseren en financieren van lezingen van gematigde imams. einde citaat.

(Deze zin: Niet alles wat constitutioneel is toegestaan, is ook beleidsmatig gewenst. verdient een nadere overdenking. )

Men presenteerd het gelijkheidsdenken vanuit een onvoorwaardelijke en ultra-absolute scheiding van Kerk en Staat waarbij ook christenen niet van (publieke) privileges mogen genieten, hun geloof achter de voordeur moeten houden en de overheid als een neutrale staat moeten accepteren.
Terwijl juist een aanvaarding van het Christendom tot groot heil en zegen van ons land zou zijn.

Om te eindigen met een citaat van Van der Staaij:
Er zijn grote inhoudelijke en historische verschillen tussen godsdiensten. Laat dat gewoon erkend, en daar ook consequenties aan verbonden worden in het beleid........

Nederland is een land dat gestempeld is door het christendom. De christelijke overtuiging heeft ook onze rechtsstaat en onze staatkundige orde doordesemd. Dat is niet alleen iets van het verleden. Nog steeds is een zeer groot deel van de bevolking bij een kerk aangesloten. In ons land hebben we geen algemeen erkende islamitische feestdagen, maar wel algemeen erkende christelijke feestdagen. In een star gelijkheidsdenken is dat in feite een anomalie. In een christelijk-historische benadering niet. Dan houd je wel rekening met andersdenkenden, maar lever je je eigen identiteit niet in. Het wordt hoog tijd om het gelijkheidsdenken af te zweren.


PS.
Gisteravond was ik aanwezig bij een rondetafelgesprek tussen enkele sympathieke "medebroeders", de SGPJ voorzitter en de drie auteurs van de christelijk-conservatieve nota Kernideeën van de SGP-jongeren.
Het is hier de plaats (nog)niet om inhoudelijk over dit gesprek te publiceren. Echter het spreken over de gezamelijke zorgen én idealen was goed en soms ook prettig scherp. Er is nog een hele weg te gaan. Eensgezind waren we in de wetenschap dat het Christendom voor de gehele samenleving tot groot nut én zegen zou zijn en dat er vooreerst een enorme taak voor de kerken én de individuele christenen ligt als het gaat om getuigenis, roeping en verkondiging van het Evangelie. En in dat laatste komen we niet anders dan tekort.

Wat durven we als christen dan nog te verwachten van de hedendaagse politici?
Wat mij betreft een stevig christelijk-historisch geluid zoals in het opiniestuk van Van der Staaij waarin het gelijkheidsdenken de prullenbak in gaat.

28 september 2009

Moleculaire Biologie i.p.v. Dendrologie

De universiteiten houden uitverkoop.
Nu is het beleid van de Nederlandse universiteiten niet mijn dagelijkse bezigheid, al verneem je wel eens wat van de hedendaagse studenten of wetenschappelijk onderzoekers. Maar een actueel bericht binnen mijn vakgebied (breed gezegd: de groene buitenruimte) noopt mij er toch aandacht aan te besteden.
Wat is er namelijk aan de hand? Na Wageningen UR ziet ook de Universiteit Utrecht geen heil meer in een eigen Arboretum. En dus stoot de UU per 01-01-2010 het mooiste en grootste Arboretum van Nederland, het
Von Gimborn Arboretum van zich af.
En iedereen die er ooit is geweest -dendroloog, vakidioot of leek- zal moeten erkennen dat het Von Gimborn Arboretum een meer dan prachtige collectie bomen en struiken bezit. En niet alleen de wereldwijde unieke collectie, maar ook de wetenschappelijke waarde als kennisinstituut met een status van cultureel erfgoed moet niet onderschat worden. Maar nee, overboord met die bomenidioterie zeggen de hoogleraren én de wijze heren van het College van Bestuur.

In Wageningen hadden ze de twee in bezit zijnde Botanische Tuinen al in de uitverkoop gedaan. De staf is per augustus op non-actief gesteld en nota bene een projectontwikkelaar gaat huizen bouwen op de locatie. Ach ja, het Kleine Arboretum zal hij in stand houden. Om zo maar te zeggen: een doekje voor de bloedende bomen

Nu zal er binnen het academisch onderwijs in Nederland bezuinigd moeten worden echter bezuinigingen zijn niet de redenen om het Arboretum af te stoten naar een Stichting die nog niet weet hoe zij het park (financieel) moeten gaan exploiteren.

Nee de reden is, ik citeer de woordvoerder van Wageningen UR: "De hoogleraren van onze Plant Science Group hebben hieraan (Arboretum CF)voor hun onderwijs en onderzoek , cru gezegd, geen behoefte meer.Het idee van een plantentuin in de negentiende-eeuwese opvatting van wetenschapsonderzoek, net zoals men in die tijd insecten in doosjes stopte. Dat was toen een wetenschappelijke activiteit, maar nu werken wetenschappers vooral op moleculair niveau".

Kijk dat is wijze wetenschappelijke praat. Gelukkig vinden ze het zelf ook een beetje cru. Maar de feiten liggen nu eenmaal zo. Geen geneuzel meer met de Adalia conglomerata (lieveheersbeestje) in een luciferdoosje. En het kijken en bestuderen van een Fagus sylvatica (beuk)laten we maar aan Prinses Irene over die er misschien ook nog mee wil praten. Maar niet meer investeren in het behoud van oude boomsoorten, bewaken van een unieke collectie van twintig soorten haagbeuk, waar Nederlandse kwekers trots op zijn.
De laatste paar gelaarsde wetenschappers hebben het nakijken van hun collega's die op moleculair niveau in een stoffig lab aan het werk zijn.

Nu wil het toeval dat ik een uurtje geleden bij mijn dochter (groep 7) Biologie moest overhoren. En u raadt het al: het lesje "bomen" was aan de beurt. Eenvoudig werd het belang van bomen voor ons bestaan uitgelegd, werd de positie van de boom in de voedselketen beschreven en daalden we af naar wat micro-biologie wat betreft fotosynthese, bladgroenkorrels en huidmondjes. Theoretisch maar ook praktisch. Makkelijk ook om al overhorende naar de grote oude kastanjebomen hier in de straat te verwijzen die al aardig bruin beginnen te kleuren. Prachtig! Verder zal ik u er niet mee vermoeien. Echter het moge duidelijk zijn dat ik met mijn neus op de feiten werd gedrukt van het belang van praktisch én fysiek beschouwend onderwijs.
Mocht mijn dochter ooit naar Utrecht of Wageningen gaan om te studeren (dan studeert ze verder dan haar vader) dan hoop ik dat ik met haar het Von Grimborn Arboretum nog kan bezoeken. Met het verhaal dat het ooit van de Universiteit was en dat het nu wordt beheerd door een stichting die wordt gefinancierd door bedrijven (hoe objectief nog?) en wat subsidiepotjes.
Oude rotten uit het vak zullen mijn dochter en mij hopenlijk nog wat kunnen vertellen bij zo'n bezoek over de unieke collectie, die dan wegens gebrek aan financiele middelen (bijna) verdwenen is. Dendrologen waarbij ik nu al de vergrijzing zeer hard zie optreden en verjonging maar zelden tegen het lijf loop.

Men hoopt marktpartijen (kwekers, handelaren, vakbroeders) te vinden die geld willen steken in het behoud van Arboreta.
Waar blijft nu de kritische en objectieve functie van de Universiteit die, zoals denkers door de hele geschiedenis heen, van Socrates tot Popper ons geleerd hebben, het hart van de wetenschap uitmaakt?

Inmenging van marktpartijen bij de universiteiten hoeft niet verkeerd te zijn, maar cultureel erfgoed is in de veiligste handen bij het Rijk en de Universiteiten. Of toch niet zo nu blijkt.

We kunnen er een hele boom over opzetten maar het blijft triest.


Zie voor meer info over het Von Gimborn Arboretum deze film

25 september 2009

Koop Joods citrus !

Het niet onomstreden Nederlands Palestina Komitee (NPK) heeft afgelopen week actie gevoerd voor een verbod op de verkoop van Israëlische producten totdat Israël de rechten van de Palestijnen respecteert.
Een familielid (actief in de food) attendeerde mij op dit bericht.

De actievoerders richtten zich voornamelijk op Albert Heijn. Albert Heijn weigerde echter aangeboden petities in ontvangst te nemen. Albert Heijn blijft objectief. Halal vlees ligt bij de grootgrutter gebroederlijk naast de oranje appeltjes van Jaffa.

Bizar hoe eenzijdig deze mensen naar de Israëlische politiek kijken.
Veel groente en fruit van Joodse bedrijven wordt namelijk door Palestijnen geoogst. Dagelijks trekken er vele goedwillende Palestijnen met een hoge arbeidsethos naar deze tuinderijen om de kost te verdienen voor hun gezin.
Ook hoor je niemand meer over het feit dat de boerderijen en tuinderijen die Israël in de kolonies heeft achter gelaten compleet verwoest zijn door Hamas. Ondernemingen waar veel Palestijnen een redelijke boterham verdienden.

In deze vredesweek zou men er beter aan doen om de vele Joden en Palestijnen die in vrede samen (willen) leven voor het voetlicht te brengen dan op te roepen tot een boycot van Israëlische producten.

Wij moet deze produkten bewust wél gaan kopen!
Ter bevordering van de Joods- Palestijnse samenwerking en economische groei van Israël.




PS Voor Israëlische non-food producten zie IPC- nijkerk

19 september 2009

De afslag.

Er rijd een volkswagenbusje door het land. Achter het stuur zit een man met een geblondeerde kuif. Hij draait hard aan het stuurwiel, roert heftig heen en weer met de schakelpook en vliegt met een wilde vaart over de snelweg. De snelweg van de democratie.

Boven de weg hangen matrixborden die afwisselende teksten laten zien. “Matig uw snelheid” , “Hier invoegen” , “Na 2 uur rijden 15 minuten pauze”, afijn u kent ze wel. Echter de bestuurder van het volkswagenbusje leest ze niet en luistert er dus ook niet naar. Het gaspedaal wordt zelfs dieper ingetrapt. Naast de bestuurder zit een jonge modieus geklede vrouw. Nee, zij reageert niet zoals de meeste vrouwen die naast een wilde mannelijke bestuurder zitten. Zij blijft rustig zitten naast de blonde man en geeft hem al glimlachend af en toe een dropje. Een wit dropje. Want zwarte dropjes, daar houd de man naast haar niet van. En ook hoeft ze geen kaart te lezen. De man zet zelf zijn koers uit en de vrouw heeft het volste vertrouwen in hem en geeft hem af en toe een knipoog. Het doet haar zichtbaar goed om voorin het volkswagenbusje te zitten.

Het busje mindert wat vaart omdat de snelweg overgaat in een provinciale weg. En terwijl het vaart mindert komt naast het busje aan de linkerzijde een rode touringcar rijden. Op die touringcar staat reclame : “Uitzendbureau Zwart-Wit” voor al uw witwerkend personeel”. De blonde man in het volkswagenbusje kijkt opzij en leest de tekst. Hij glimlacht. Die glimlach gaat over in een gulle lach als hij ziet dat het de bus vol zit met gekopvoddende dames. Hij draaide zijn hoofd wat naar achteren en merkte naar zijn inzittenden op: “Kijk jongens, een bus met € 62.000,- belastingopbrengst en ze werken nog ook. Als deze dames in die fabriek aan het werk zijn vervuilen ze ook onze straat niet, twee vliegen in één klap”.

De vrouw en de mannen achter in het volkswagenbusje lachen hard en slaan elkaar op de schouders.
Hun blonde superchauffeur heeft het dan toch maar mooi voor elkaar. Achter in het busje zit Dion wat voor zich uit te dromen. Hij heeft een tijdje naar buiten zitten kijken om wat inspiratie op te doen over weilanden en koeien. Al snel ging hem dat vervelen. Hij zou wel nooit meer kennis krijgen dan de wetenschap dat melk uit een koe komt en dat grassportvelden groen zijn. Maar uit respect voor de blonde leider en zijn hart voor dieren en “de zaak van de blonde man” zit hij onvoorwaardelijk in het busje. Landbouw, welzijn en sport dat is zijn lust en zijn leven geworden. Ach ja, ze konden elkaar al jaren van de kapper, en dat schept toch een band weet je. We zullen niet alle mannen in het busje voor stellen. Ze hebben toch allemaal dezelfde pakken aan en (zo lijkt het althans) dezelfde visie op de reis die het volkswagenbusje maakt.

Echter wat ze niet weten is dat de man achter het stuur het soms ook niet meer precies weet. En als de blonde man dan in zo’n bui nog harder aan het stuur trekt, nog meer gas geeft en soms verscholen achter het dashboard zijn middelvinger opsteekt naar iedereen die buiten loopt; dan knikken de vrouw en de mannen allemaal instemmend –jah-.
Het is immers een zootje op de weg en in de kamers der democratie. Hoe lang het volkswagenbusje met deze man achter het stuur nog zal blijven rijden is ook onzeker. Want over enkele maanden staat de bestuurder voor de rechter. Tja, zo gaat dat op de snelweg der democratie. Wie te hard rijd moet voor de rechter verschijnen en loopt kans zijn rijbewijs kwijt te raken. Niet altijd even eerlijk maar het geschiedt wel op de weg der democratie.

En dan, terwijl het al begint te schemeren, op die provinciale weg waar dat volkswagenbusje met het meeuwtje op de achterklep rijdt is er opeens een afslag. Als je goed kijk zie je dat dat rood-wit-blauwe meeuwtje op de achterklep over een ichtusvisje heen is geplakt. Een ichtusvisje van de vorige eigenaar. Niet dat de blonde bestuurder iets tegen ichtusvisjes heeft, nee integendeel. Liever ichtusvisjes dan halve maantjes is zijn leus. Maar toch is zo’n visje te bekormpen. Daarom dat meeuwtje. Het meeuwtje van de grote vrijheid. Vrijheid voor iedereen behalve…..

Terug naar de afslag. De afslag waar het volkswagenbusje op af rijdt.
Er staat een bord bij de afslag met een dubbele pijl naar rechts en naar links én een plaatsnaam.

“OCHLOCRATIA” 5 km.

Achter in het busje slapen de meeste mannen. Hero neemt alvast een drinkontbijt. Dion zoekt nu geen koeien maar sterren.
En de vrouw, Fleur, lacht hard om de grappen van de blonde man.

Het busje mindert vaart en neemt, terwijl de avond is gevallen over landerijen, dorpen en steden, de afslag. Een onbekende en chaotische toekomst tegemoet.
Achter het volkswagenbusje rijdt een lange sliert met het volk in allerlei wagentjes. Het volk steekt triomfantelijk massaal de duim omhoog.

Een nieuw bord nadert.
“OCHLOCRATIA” 3 km.

Komt er nog een afslag voordat de laatste 3 km. er op zit?



.

Vroeger, toen had je pas leiders

(Jan van Klinken)

De ‘tweedaagse’ van deze week in de Tweede Kamer ging in de eerste plaats natuurlijk over de economische en financiële toestand. Maar dit jaarlijks terugkerende evenement heeft ook een andere functie. Het is een van de weinige gelegenheden waarbij alle fractievoorzitters in aanwezigheid van de vaderlandse media een krachtmeting opvoeren. En dat niet over een vermeende misser van een minister of de wachtlijsten in de jeugdzorg maar over de hoofdlijnen van het beleid.

Dat soort momenten zijn zeldzaam en daarom wordt door menig observator ook meteen de poppetjes de maat genomen. Konden ze deuken in de pakjes regeringsboter slaan? Zijn de heren en dames van de oppositie verbleekt of zijn ze juist gegroeid in hun rol? En wie stak boven het maaiveld uit?

Als ik het allemaal goed heb begrepen, was met name D66-fractievoorzitter Pechtold weer op dreef. Hij wist met welgekozen oneliners niet alleen de lachers op zijn hand te krijgen maar ook gevoelige tikken uit te delen. Verder zag Wilders kans voor de zoveelste keer de aandacht op zich te vestigen. Weliswaar maakt hij voornamelijk ketelmuziek maar uit angst dat hij er als een rattenvanger van Hamelen met de kiezers vandoor gaat, schiet de concurrentie telkens weer in een reflex. Een bijzonder ritueel.

Kant van de SP daarentegen lijkt niet bij machte de rol van oppositieleider te vervullen. Daar zal de leiding van haar partij ongetwijfeld met zorg kennis van hebben genomen. Sinds zij het stokje van Marijnissen heeft overgenomen, ziet de SP het aantal zetels in de peilingen met het kwartaal dalen.

Een belangrijk deel van de stemmen komt volgens analisten bij D66 terecht. Die staat er al een tijdje goed voor en ook dat heeft alles te maken met de wisseling van de macht bij die partij, al is die alweer een tijdje geleden.

Het geeft nog maar eens aan hoe belangrijk het voor een partij is een aansprekende figuur als leider te hebben. Je kunt nog zulke duidelijke standpunten innemen en nog zo slim zijn maar als je als voorman onvoldoende uitstraling hebt, vergeet het dan maar.Daarbij lijkt het wel of de echte leiders steeds zeldzamer worden. Sommige partijen zijn zelfs al jaren wanhopig op zoek. De VVD is daarvan misschien wel het meest sprekende voorbeeld. Bolkestein was onmiskenbaar een geweldenaar maar was te elitair. Daarna hebben de liberalen alleen maar figuren uit de B-categorie naar voren weten te schuiven. Dijkstal, Van Aartsen, Rutte – geen types waarvan de kiezer warm werd of wordt.

Ook het CDA weet alles af van zoektochten naar leidersfiguren. Van Agt ging nog omdat hij authentiek overkwam. Lubbers: heel bekwaam, buitengewoon behendig, maar niet echt een schoolvoorbeeld van een charismatisch stembuskanon. Daarna kwam een reeks grijze muizen en van armoe werd toen Balkenende maar gevraagd. Dat hij het zo goed doet, moet de hele CDA-top hebben verbaasd, want laten we wel zijn, zo’n kanjer is hij niet. Wellicht is het z’n eerlijke en ongekunstelde uitstraling die hem zo succesvol maakt. Intussen zal de partij vast hard nadenken over een opvolger, want er is nog steeds een gerede kans dat Balkenende naar Brussel vertrekt. Ik hoop voor de christendemocraten dat ze niet aan Van Geel denken, want als ze met hem de electorale oorlog moeten winnen, vrees ik het ergste.

Waar ze snel klaar zullen zijn, is bij de SGP. Daar zal Van der Staaij ongetwijfeld Van der Vlies gaan opvolgen. De vraag of hij bij de kiezers aanslaat, is bij de staatkundig gereformeerden wat minder aan de orde. Je moet wel heel wat in je mars hebben als partijleider om van de huidige twee zetels er drie te maken. Dat het aantrekken van Bart Jan Spruyt tot verdubbeling van het zetelaantal zou leiden, zoals ex-collega Pasterkamp onlangs opperde, lijkt me dan ook niet aannemelijk. Spruyt geniet onder orthodox-christelijke jongeren onmiskenbaar een zekere populariteit, maar of hij zo maar tienduizenden stemmen extra trekt, is kwestieus. Daarvoor mist hij wellicht, en dan ben ik weer bij mijn punt, voldoende allure. Volgens Andries Knevel wist hij de kijkers niet vast te houden toen Spruyt bij hem te gast was en dat is een veeg teken.

Het is moeilijk in woorden en formules te vatten wat iemand in huis moet hebben om goed bij grotere groepen over te komen. Uitstraling en charisma zijn veelgebezigde termen in dit verband, maar ze schieten eigenlijk tekort. In ieder geval gaat het om een unieke mix aan eigenschappen. Een cocktail dus die je van nature bij je hebt. En zoals eerder opgemerkt lijkt het erop dat die schaars wordt.

Of het dan vroeger zo veel beter was? In mijn beleving wel. Als geïnteresseerde bezoeker zette ik zo’n veertig jaar geleden mijn eerste schreden op het Binnenhof en de kopstukken van toen waren toch echt van een ander kaliber dan de huidige.

Je had figuren als VVD’er Wiegel, PvdA’er Den Uyl en D66’er Van Mierlo. Met alle respect, maar bij hen vergeleken zijn de tegenwoordige leiders van deze partijen hummeltjes. Vooral Wiegel vond ik magistraal. „Sinterklaas bestaat. Hij zit naast me”, wees hij naar zijn grote opponent Den Uyl. Zelfs geharnaste tegenstanders konden het maar net ophouden. Wie dat teweeg kan brengen, heeft ’t.

In de kerkelijke wereld is het beeld volgens mij niet anders. Het kost weinig moeite een heel rijtje legendarische figuren uit een nog niet eens zo ver verleden op te noemen. Denk aan prof. G. Wisse, ds. Joh. van der Poel, ds. Jac. van Dijk, ds. J. J. Poort, ds. J. T. Doornenbal. Reken erop dat het persoonlijkheden waren. Daarvoor zijn de verhalen overtuigend genoeg. Zo’n lijstje met namen van kleurrijke personality’s zou ik vandaag niet zo maar kunnen samenstellen.

Hoe dat komt? Geen flauw idee. Misschien krijgt iedere generatie de leiders die ze verdient. Maar het zou ook best kunnen zijn dat het niet meer is dan een verzuchting vergelijkbaar met het geweeklaag over de jeugd van tegenwoordig. Want laten we wel zijn, die stukjesschrijvers zijn ook niet meer wat ze geweest zijn. Vroeger, toen had je pas columnisten.

18-09-2009 17:57 | Jan van Klinken

.

17 september 2009

Over kopvodden, vleesvervangers en de verdwenen moraal

Na een middag en avond doorgebracht te hebben op de publieke tribune van het hart van onze democratie zou er weer veel te zeggen zijn.
Echter, we houden het vanmorgen even kort, want het werk roept ook weer.

Eén van de opvallendste bijdragen vanuit de oppositie kwam - hoe kan het ook anders- van Geert Wilders. Een populistische retoriek waarvan de media zou moeten gaan smullen. En die media zou zijn provocerendste stukjes er wel uitknippen, waardoor het Hollandse stemvee opnieuw zou moeten gaan denken dat onze verlosser uit crisis, islamisering en onveiligheid toch echt die Limburger met geblondeerd haar is.
De regelmatige lezer weet dat pvv-standpunten omtrent islamisering en immigratie mij niet altijd onsympathiek zijn. Toch heb ik mij gisteren werkelijk verontrust en geërgerd de bijdrage van Wilders bij de algemene beschouwingen 2009. Ronduit abject. En steed smeer neigend naar facisme....

Zowel zijn voorstel voor de kopvoddentax (leterlijk: "de vervuiler betaald")als zijn houding naar de kamervoorzitter. De verbale en non-verbale communicatie van Wilders straalt boosheid, frustratie en verachting uit. Nu is een beetje spanning en vuurwerk in en debat wat mij betreft noodzakelijk. Alleen zal er ten allen tijde respect moeten blijven voor de voorzitter. Tevens verwacht ik van een fractievoorzitter van een middelgrote partij een serieuze en inhoudelijke bijdrage in de derde week van september. Het is natuurlijk niet de eerste keer dat Wilders dit soort provocerende taal uitslaat. We hoeven alleen maar te herinneren aan het surrealistische voorstel tot een koranverbod. Echter om in het belangrijkste debat hoofddoekdragers weg te zetten als vervuilers van de straat gaat wat mij betreft verder dan het voorgestelde koranverbod. Dit voorstel had meer draagvlak gehad van mijn kant als hij een tax wilde stellen op het doelloos rondhangen van straattuig met een Marokkaans/Nederlands paspoort, een brutale blik en een scheve baseballcap. Dat zijn wel straatvervuilers die mijn vrouw en dochters nog angst aanjagen ook. Maar niet dat modieuze Marokkaanse meisje van 23 die vanuit haar traditie een hoofddoek draagt en mij in honderd procent algemeen beschaafd Nederlands bedient bij de plaatselijke plusmarkt. Wat mij betreft mag ze die hoofddoek dragen.
Genoeg hierover. Er zijn belangrijkere zaken om te bespreken en voor te stellen dan en hoofddoekverbod.

Thieme
Onderschat Marianne Thieme van de Partij voor de Dieren ook niet. Zij kon haar bijdrage zonder interrupties binnen 15 minuten afronden. Niemand leek haar voorstel tot gebruik van vleesvervangende produkten serieus te willen nemen. Ook de consumptie van zuivelprodukten moet volgens haar aan banden worden gelegd. Kortom een land vol van vegetariërs en veganisten is de crisisloze heilstaat voor Thieme.

Van der Vlies
Wat is het toch jammer dat wanneer de nestor van de kamer, Bas van der Vlies (SGP), aan het woord komt de persbankjes op de tribune leeg zijn. Op één na natuurlijk. In het bankje van het Reformatorisch Dagblad zit Kees de Groot op zijn post. Uitgezonderd het opgeschreven kopje "vdvlies" blijft zijn schrijfblok begrijpelijk leeg. De tekst van Bas is immers bekend en op een kleine interruptie van CU-collega Slob na wordt er niet meer gedebatteerd.
En dat niemand reageerd op zijn betoog is nu juist zo jammer. Want als er iemand een eerlijk verhaal had, de samenleving én de Kamer een spiegel voorhield, en de diepte in ging dan was het Van der Vlies. Ach, ze negeren deze oude wijze man maar, al weten we dat de halve kamer het niet met hem eens zal zijn.
Lees zijn volledige bijdrage hier.

Makkelijke kritiek is volgens Bas goedkoop maar de doortastenheid van dit kabinet ontbreekt volgens hem. Hij pinde het kabinet vast om de toezegging te maken per 01-05-2010 met concrete voorstellen te komen. Want die miste hij op dit moment.
Het niveau en de inhoud van dit betoog zou nog eens ten voorbeeld kunnen dienen voor Wilders. Op inhoud gaan en niet goedkope populistische kroegpraat.

De kern van zijn conservatieve betoog kwam halverwege. Ik citeer:

Vrijheid en vervreemding
Tot in de jaren vijftig van de vorige eeuw was men het er in grote lijnen over eens hoe men kinderen moest opvoeden. Er was een gedeelde moraal. Daarna werden de consequenties van de Verlichting gaandeweg doorgetrokken. Het is nu allemaal autonomie wat de klok slaat. En dat valt goed tegen! De Verlichting predikt een vast vertrouwen in vooruitgang. Twee eeuwen emancipatie heeft de burger bevrijd. Maar die vrijheid heeft de moderne burger volledig op zichzelf teruggeworpen. Daarenboven ervaart dezelfde burger in zijn omgeving steeds meer ónvrijheid. Dat levert ontaarding en vervreemding op. Een voedingsbodem voor wantrouwen van de politiek. De filosoof Verbrugge stelde het scherp: “En zo komen we uit op een situatie van gedemocratiseerde verhoudingen aan de ene kant, met inderdaad vrijheden, maar tegelijk een afwezigheid van bindingen aan groepen en het ontbreken van een gedeeld cultureel vormingsideaal. De chaotische anarchie waar deze subjectivering op uitloopt, wordt bestreden door uitwendige controle, zoals de beveiligingscamera’s bij uitgaanscentra”. (Trouw 5 sept. jl.). Maar deze correctie schiet niet echt op, als niet de omslag wordt gemaakt naar vertrouwen, verbondenheid en wederkerigheid onder burgers, ook in hun relatie tot de overheid en de politiek. Daar ligt een grote uitdaging en opdracht!


Echter noch de Nederlandse pers, noch het Nederlandse volk zit op deze boodschap te wachten. Men verwacht de change in ons land van een blonde roeptoeter, van een bevlogen en goed sprekende veilingmeester, van een paar socialistische dames. Echter dat men zelf aan de slag zal moeten is geen boodschap voor een op en top individualistische en hedonistische Nederlander.

14 september 2009

Conservatief Café 2 "Onderwijs" met dr. Ad Verbrugge & Boekpresentatie Bart Jan Spruyt

Conservatief Nederland verenigt zich. Op 6 mei jongstleden is het eerste Conservatief Café gehouden. Een succesvolle bijeenkomst met mensen die qua achtergrond dan wel verschillen, maar verenigd zijn in de wil tot behoud van het goede.
Dit succes was, zo waren velen na afloop van mening, zeker voor herhaling vatbaar. Daarom organiseren wij (Rutger Schimmel, Frank Verhoef en ondergetekende) op 5 november aanstaande het tweede Conservatief Café. Ditmaal is het programma uitgebreider.

Dankzij financiële sponsoring door de Edmund Burkestichting en Uitgeverij Boekencentrum is de entree deze keer gratis.

Eerst zal het nieuwe boek van Bart Jan Spruyt gepresenteerd worden.
Als je eenmaal hebt liefgehad is een portret van ds. J.T. Doornenbal, een karakteristieke hervormde predikant. Het zal in ontvangst genomen worden door ds. Huib Klink, dominee van de PKN-gemeente in Hoornaar, en SGP-voorlichter Menno de Bruyne.

Vervolgens zal dr. Ad Verbrugge een lezing geven over het kloppend hart van onze beschavingstraditie: onderwijs.
Verbrugge, filosoof en voorzitter van Beter Onderwijs Nederland, zal komen te spreken over de moderne onderwijsvisie en haar traditionele tegendeel.

dr. Ad Verbrugge

De avond sluiten we natuurlijk af met een drankje.

Aanmelding is verplicht en geschiedt via www.conservatiefcafe.nl. Op deze website volgt ook meer informatie over de avond. Anders dan vorige keer zijn de entree en de eerste twee consumpties gratis. De locatie is wederom de sfeervolle Franse zaal boven Café De Zalm, Markt 34 te Gouda. Wij hopen u daar te ontmoeten.

12 september 2009

Vooraankondiging

Na het succesvolle eerste Conservatief Café in Gouda op 6 mei jl. houden we op donderdagavond 5 november weer een Conservatief Café in De Zalm te Gouda.

Na dit weekend komt de aankondiging op deze blog en andere conservatieve sites.

Ook zal volgende week de website www.conservatiefcafe.nl online gaan.

Het beloofd weer een prachtige avond te worden.

Hou de berichtgeving de komende dagen in de gaten.

Hierbij alvast ons nieuwe logo.




.

Uit het goede hout gesneden en toch de laan uit

Column Jan van Klinken

Het zijn trieste dagen voor mr. Hans Westenberg. Nog even en hij is rechter af. Per 1 oktober zal hij geen deel meer uitmaken van de Haagse rechtbank. Hij is sinds 1985 als vicepresident aan dit college verbonden en behalve dat is hij ook nog hoofd van de Vliegende Brigade, een eenheid die overbelaste rechtbanken bijstaat.

Aan het vertrek van Westenberg zit een luchtje. Volgens een woordvoerster van de rechtbank neemt hij afscheid „in goed overleg en op verzoek van het bestuur van de rechtbank.”

Dan weet je al hoe laat het is. Westenberg is aan de dijk gezet.


Terecht, zo lijkt het. Hij heeft zelf de poten onder zijn stoel vandaan gezaagd door telefonisch contact te zoeken met advocaten in een zaak waarover hij als rechter moest oordelen. Daarmee heeft hij zijn onafhankelijkheid te grabbel gegooid. Bovendien betrof het een uitermate gevoelig dossier, namelijk dat van de Chipsholzaak. Daarin procedeert een ondernemer tegen Schiphol en tegen de overheid. Inzet is een bedrag van enkele honderden miljoenen euro’s.

Dat een rechter buiten de rechtszaal contacten onderhoudt met een van de procederende partijen, is hoogst ongebruikelijk en doorgaans ook hoogst onverstandig.

Dat wist Westenberg als geen ander. Dat hij nu via de zijdeur moet verdwijnen, zou hem niet moeten verbazen. Voor rechters ligt de lat nu eenmaal erg hoog.

En toch is het jammer dat hij op deze wijze de aftocht moet blazen. Zelf had ik hem in ieder geval een mooier afscheid gegund. Slechts één keer heb ik hem meegemaakt. Zijn optreden duurde hooguit twee uur, maar dat was lang genoeg om zijn naam niet meer te vergeten. Het speelde zich af in 2002, in het gebouw van de Utrechtse rechtbank. Hij was opgeroepen als getuige in een faillissementszaak en hij was niet de enige rechter.

Dat was op zich bijzonder: rechters die onder ede als getuige worden gehoord. Om die reden waren er nogal wat vertegenwoordigers van de schrijvende pers komen opdraven. Het Utrechtse zaaltje kon de toeloop nauwelijks aan.

In de betreffende zaak werd de ene na de andere rechter aan de tand gevoeld. Veel leverde dat niet op. De een had aan het betreffende dossier „geen herinnering” meer, een ander had zich niet voorbereid omdat hij niet precies wist waarover het ging en een derde zei niet te mogen praten omdat het om privacygevoelige informatie ging. Alzo niet Westenberg. Die herinnerde zich alles nog tot in detail en stoorde zich niet aan privacyregels omdat die er niet zijn om stinkende zaakjes toe te dekken.

Centraal stond het faillissement van Serco, een glashandel in het Westland. Het bedrijf van ondernemer Arend Solleveld floreert totdat een grote opdrachtgever, een kassenbouwer, op de fles dreigt te gaan. Solleveld denkt het debacle te kunnen afwenden door een meerderheidsbelang in het bouwbedrijf te nemen. Niets is echter minder waar. Tot zijn stomme verbazing gaat de kassenbouwer alsnog failliet en Serco vervolgens ook.
De ondernemer weigert zich bij de ondergang van zijn bedrijf neer te leggen en bezweert dat hij niet zal rusten voordat hij heeft achterhaald welke streek hem is geleverd. Jaren doet hij erover om de stukjes van de puzzel te verzamelen. Dat een aantal mensen hem een loer heeft gedraaid, komt onomstotelijk vast te staan. Maar wie dat precies zijn en hoe ze dat exact hebben gedaan, is een zaak van zeer lange adem. Die heeft Solleveld. Het faillissement dateert van 1974 en in 2002 loopt zijn onderzoek nog steeds. Er is dan inmiddels sprake van het langst slepende faillissement van ons land. Domweg omdat Solleveld het vertikt om zich bij de gang van zaken neer te leggen.

Hij komt ontoelaatbare transacties op het spoor, gegoochel met cijfers en vervalsing van stukken.

En hoe kan het dat zijn dossier bij de rechtbank onvindbaar is? Het blijkt op de zolder te liggen van de zus van een rechtbankgriffier. Waarom, zo vraagt Solleveld zich gepijnigd af, moest dat dossier uit de archieven van de rechtbank worden verwijderd?

Het antwoord hoopte hij te krijgen door een zogeheten voorlopig getuigenverhoor te organiseren. De rechtbank van Utrecht gaf hem daarvoor groen licht en stemde ermee in een aantal rechters te laten ondervragen. Solleveld stond (en staat) op het standpunt dat de rechterlijke macht als toezichthouder bij faillissementen had gefaald.

Een van die rechters was Westenberg. Die had in 1986 tot taak gekregen om orde op zaken te stellen in de faillissementskamer van de Haagse rechtbank. Zijn bevindingen waren ronduit onthutsend. Al vrij gauw was hij op het dossier-Serco gestuit en toen hij er eenmaal zijn neus in had gestoken, wist hij van geen ophouden.

Het zaakje rammelde aan alle kanten. Westenberg kreeg het gevoel dat er voortdurend zaken in de doofpot waren gestopt, ook bij de Haagse rechtbank.

„En daar heb ik een bloedhekel aan”, liet hij Solleveld weten. Hij verzekerde de gedupeerde ondernemer dat de onderste steen boven zou komen.

Maar wat Westenberg ook ondernam, het lukte maar niet de waarheid te achterhalen. Samen met enkele collega’s voerde hij diverse onderzoeken uit, want ze gunden Solleveld dat hij genoegdoening zou krijgen, maar tot ergernis en verdriet van Westenberg moest hij in het stof bijten. Hij ontdekte dat er „ongelooflijk veel” was misgegaan, maar juridisch zat het zaakje op slot. En daarmee eindigde hij zijn relaas. Menigeen reageerde verbijsterd. Was dit de rechtsstaat waar we met z’n allen zo trots op waren?

Eén ding was die ochtend in Utrecht wel helder geworden, net zo helder als het glas dat Solleveld indertijd had verkocht: die Westenberg was uit het goede hout gesneden. Al helemaal als je dat vergeleek met de collega’s van hem die aan de tand werden gevoeld en allerlei kinderachtige excuusjes aanvoerden om hun kaken op elkaar te kunnen houden.

Uitgerekend diezelfde Westenberg is nu de fout in gegaan en heeft zich als rechter onmogelijk gemaakt. Zo blijkt maar weer dat voor ons allen geldt: Wie meent te staan, zie toe dat hij niet valle.

11-09-2009 20:19 | Jan van Klinken

.

8 september 2009

Hulde voor artikel Dirk Jan en Frank !

Vandaag in de Volkskrant een fantastisch artikel van de hand van de conservatieve vrienden Frank Verhoef en Dirk Jan Nijsink.

Lees ook de reacties van de Volkskrantlezers.
Op De Dagelijkse Standaard ook een artikel met bijbehorende reacties van lezers.

Update: artikel op weblog Anathema van Rutger Schimmel en Carel Kauffmann.

Het is een gedegen weerwoord tegen het bizarre initiatiefwetsvoorstel van SP- Tweede Kamerlid Van Dijk en GroenLinks Tweede Kamerlid Dibi om een eind te maken aan het recht dat bijzondere scholen hebben om kinderen en hun ouders te weigeren als ze qua levensovertuiging niet bij de school passen.

Een opinie artikel zoals er velen moeten gaan verschijnen in Volkskrant, NRC, Trouw etc. Een opinie welke is ontsproten vanuit een conservatieve samenwerking tussen een SGP-er en een niet- SGP-er. Beziet dit eens in het licht van de essentie van het artikel. Heren ga hier mee door!



Zal een brede christelijk-conservatieve partij met heren (en dames) als Dirk Jan, Frank, Rutger , Jacques, Carel, een utopie blijven of zal het nog eens werkelijkheid gaan worden?

Laten we het laatste voorzichtig hopen.
Dat is hard nodig in deze tijden van verwarring en relativisme van religies en culturen.

7 september 2009

Duurzaam ondernemen: Cradle to Cradle

Ambtenaren én ondernemers worden tegenwoordig gewild of ongewild dagelijks geconfronteerd met de exploitatie van het woord "Duurzaamheid".
Duurzaamheid in de context van Maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Afgelopen jaren kwam ik de vraag naar het duurzaam ondernemen van ons bedrijf steeds vaker tegen. En in de tenders waarvoor wij op dit moment rekenen en schrijven zie ik dat het gebruik van de termen "duurzaamheid" en "Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen" (MVO) een exorbitante groei doormaakt.
Misschien heeft de mooie en warme zomer afgelopen maanden meegewerkt aan een verhoging van de broeikasgraadmeter van ambtenaren en inkopers.


Feit is dat we als dienstverlenende bedrijven niet alleen moeten laten zien dat we maatschappelijk verantwoord én vooral duurzaam ondernemen maar het vooral ook moeten vercommercialiseren. Marketingsbureau's inschakelen, mooie verhalen schrijven in plannen van aanpak; kortom onze klanten en onze sales-leads moeten we overdonderen met ons bewust zijn van en handelen naar duurzaam ondernemerschap.

En daar zit wat mij betreft de crux.
De vercommercialisering van duurzaamheid en MVO.

Als wij ondernemen in de wetenschap dat we de Schepping in stand moeten houden voor onze kinderen en kleinkinderen (goed rentmeesterschap). Als wij ondernemen in de wetenschap dat onze verantwoordelijkheid verder reikt dan de aandelen,villa, auto en vakantie. Als wij ondernemen in de geest van afhankelijkheid en gedeelde verantwoordelijkheid dan bemerkt onze client dat als het goed is in onze handel, wandel, daden en spraak. Dan is het streven naar een evenwicht tussen People, Planet en Profit primair aanwezig. Natuurlijk romantiseer ik het nu, maar de hype waarin we nu zitten zwakt de resultaten eerder af dan dat het de duurzaamheid stimuleert.

Daar zijn geen grote marketingacties voor nodig.
Daar zijn geen surrealistische ideeen voor nodig.
Een universitair geschoolde vakgenoot- ik schaam me ervoor- stelde vorig jaar voor om klavertjes te zaaien in de straatvoegen zodat er geen onkruidbestrijding meer nodig was en een andere concullega heeft zijn personeel rondlopen in t-shirts die op de composthoop neergegooid kunnen worden. Ach ja... je moet het maar kunnen verzinnen om het vakblad te willen halen.
En wij hoeven toch niet het boek en de film van William McDonough en Michael Braungart (Cradle tot Cradle) aan ons personeel te geven om milieubewust te gaan werken?
Maar de (meestal) vaktechnisch onwetende inkoper wil wel cradle to cradle verhalen op papier zien. Nu werken wij al vele jaren duurzaam, milieuvriendelijk en maatschappelijk verantwoord. Wij investeren in milieuvriendelijke machines, wij knippen taxushagen voor de kankerbestrijding en wij hebben bijna het ISO 14001- milieumanagementsysteemcertificaat aan de muur hangen naast de 6 andere certificaten op het gebied van kwaliteit, veiligheid en duurzame procesvoering.
Dus zo'n verkoopverhaaltje over duurzaamheid en MVO is voor ons a simple matter of commerce geworden. Ook zonder duur marketingbureau komen wij daar als mkb-er wel uit.
Het mooie is dan ook dat in deze omgekeerde weg het simpel en eenvoudig is om te laten zien wat we doen en te laten horen wat we al deden.

Afgelopen zaterdag stond er een prachtige parodie op duurzaam ondernemen van Jaffe Vink (van letter & geest en Opinio, weet u nog?) in het NRC Handelsblad. "Duurzaamheid", het spookwoord van de groene gekte", aldus Jaffe Vink. Helaas staat het artikel niet online. Hier wat korte citaten uit het artikel.

Kortom, laten we elkaar niet gek maken over duurzaamheid.

Duurzaamheid betekent dat de groei van de economie niet ten koste mag gaan van het milieu. Ik heb liever redelijke, milieuvriendelijke ondernemers en politici die verantwoordelijk ondernemen dan in pak gehesen geitewollensokken die totaal geen rekening willen houden met de economie.

Zolang de Ikea-terreinen nog vol staan met auto's van moderne purchasers en ambtenaren om goedkope meubels te kopen die na 2 jaar weer worden weggegooid is mijn oma met haar Franse jachtkast van 150 jaar oud duurzamer bezig dan alle multinationals bij elkaar.

5 september 2009

In actie voor vriendje Ramadan

Jan van Klinken vandaag:

De organisatie van het gezinscongres dat enkele weken geleden in Amsterdam plaatshad, mag D66 wel een bos bloemen sturen vanwege de bijdrage aan het welslagen van de bijeenkomst. De Democraten maakten zich publiekelijk zorgen over de toespraak van minister Rouvoet op dit congres en prompt rukte de vaderlandse pers uit in de hoop dat de komkommermaanden konden worden opgevrolijkt door een heuse rel.

Achteraf bleek de verontrusting van D66 helemaal nergens over te gaan maar intussen stond het congres in het middelpunt van de belangstelling. Dat zou de organisatie zelf met een kruiwagen aan persberichten nog niet voor elkaar hebben gekregen. Soms moet je het van je vijanden hebben. Wat wel blijft hangen, is de gretigheid waarmee het journaille zich op de congresdeelnemers stortte. Waren die inderdaad tegen het homohuwelijk, hadden sommigen abortus met moord vergeleken en had een van de sprekers ooit iets ergs over aids gezegd? En kon een minister van een modern land als het onze het dan wel maken om daar de openingsspeech te verzorgen? Allemaal vragen waar een luchtje van onverdraagzaamheid omheen hing. Hoewel de actie van D66 tegen het optreden van Rouvoet bij voorbaat kansloos was, werd er toch weer een signaal afgegeven: Let op, wie niet is zoals wij verlichte vrijdenkers, loopt het risico op de mestkar te worden rondgereden. Dat is het spoor wat deze storm in een glas water achterliet. Die bos bloemen als dank aan D66 blijft zeker op zijn plaats maar vanwege de aangerichte schade in gedekte kleuren, zou ik zeggen.

Waarom ik op de pseudorel rond het gezinscongres terugkom, is dat ik in de discussie de inbreng van wetenschappers heb gemist. Waarom geen vlammend protest tegen de dreigende inperking van de vrijheid van meningsuiting?

Een aantal wetenschappers van de Universiteit van Amsterdam (UvA) nam begin deze week wél de moeite om het op te nemen voor de omstreden islamoloog Tariq Ramadan. Zij deden dat in navolging van collega’s van de Rotterdamse Erasmus Universiteit. Voor hen was de vrijheid van meningsuiting in dit geval wel dierbaar genoeg om in de pen te klimmen.

Zoals bekend is Ramadan door het gemeentebestuur in de Maasstad aan de dijk gezet vanwege zijn betaalde baan bij een Iraanse tv-zender. De islamoloog was ingehuurd om bruggen tussen bevolkingsgroepen te bouwen maar de Rotterdamse bestuurders zagen uiteindelijk in dat je dat beter niet kunt laten doen door iemand die graag in troebel water vist.

Behalve de vroede vaderen aan de Coolsingel vermande ook het college van bestuur van de Erasmus Universiteit zich. Ramadan was daar gasthoogleraar burgerschap en identiteit. Inderdaad: was. De Erasmus besloot naar aanleiding van zijn betaalde activiteiten voor het regime in Teheran hem van de loonlijst te verwijderen.

Medewerkers van de universiteit, onder wie diverse hoogleraren, reageerden „geschokt.” Het besluit was volgens hen in strijd met de academische vrijheid. De universiteit had met Ramadan in discussie moeten gaan. „Zo hoort dat in een intellectuele gemeenschap als een universiteit”, zo werd het protest gemotiveerd.

Een stel collega’s van de UvA ging nog een stapje verder. In de Volkskrant van afgelopen maandag stelden zij voor dat de UvA Ramadan diende te rehabiliteren door hem binnen te halen als gasthoogleraar. Binnen de universitaire wereld moet een grote mate van vrijheid zijn om controversiële standpunten te verkondigen, zo betoogden zij. Door Ramadan aan te stellen als hoogleraar zou de UvA meteen duidelijk kunnen maken dat zij niet meedoet aan „de hetze tegen moslims.”

De publicatie in de Volkskrant was ondertekend door een viertal UvA-wetenschappers. Drie van hen wil ik er even uitlichten. Dat zijn Annelies Moors, Paul Aarts en Ruud Peters. Moors is hoogleraar islam, Aarts hoofddocent internationale betrekkingen en Peters hoogleraar Arabisch. Hen hoorden we niet over controversiële standpunten en grote mate van vrijheden toen Rouvoet in diskrediet werd gebracht vanwege zijn toespraak tot het gezinscongres. Nu het Tariq Ramadan betreft zijn ze er als de kippen bij.

Wie de achtergrond van deze dame en heren kent, zal zich daarover niet zo gauw verbazen. Alle drie zijn ze nauw betrokken bij het Palestijns activisme. Alle drie hebben of hadden ze banden met het Nederlands Palestina Komitee, u weet wel, de organisatie die demonstraties organiseert waarop allochtone jongeren ”Hamas, Hamas, Joden aan het gas” roepen. Aarts is verder bestuurslid van het Nederlands Instituut Palestina/Israël (NIPI), een indrukwekkende naam voor een ordinaire actiegroep die vindt dat er (nog) meer kritiek op Israël geleverd moet worden.

U snapt nu waarom zij zich druk maken om de vrijheid van meningsuiting op het moment dat een maatje wordt afgeserveerd. Dan komt dat zo in hun kraam te pas. Deze mensen noemen zich wetenschapper maar ze hebben tegelijk een activistische agenda. Vandaar dat zij zich nu opeens roeren.

Ze zijn niet de enigen aan de Universiteit van Amsterdam die van de academie een verdacht nest maken. De goegemeente merkt daar niet zo veel van maar zo af en toe dringt de vieze walm naar buiten, zoals twee jaar geleden, toen binnen de UvA een debat werd georganiseerd over Wilders als gevaarlijk racist. Begin dit jaar kreeg die bijeenkomst een vervolg in de vorm van een lezing over Gaza van een verkapte terrorist van Hizb ut-Tahrir, een organisatie die helaas nog steeds niet verboden is in Nederland. Op de uitnodiging was aangegeven dat mannen en vrouwen gescheiden dienden plaats te nemen. Nadat de PVV in de Tweede Kamer de vraag aan de orde had gesteld of universiteiten zijn bedoeld om een podium te bieden aan antidemocratische sektes, blies de UvA het Hamasfeestje ijlings af.

En dan nu vriendje Ramadan proberen binnen te halen. Vergelijk dat eens met een toespraakje van een minister op een gezinscongres. Niet de agenda van Rouvoet maar die van de UvA moet tegen het licht worden gehouden, zeker die van activisten die de gedaante van wetenschappers aannemen.

04-09-2009 18:23 | Jan van Klinken

3 september 2009

Ga maar rustig slapen, kapitein Klink zorgt voor u

Ook na de vakantieperiode gaan we weer door met de columns van Jan van Klinken

De pandemie die maar geen pandemie wil worden, schreef onlangs een cynische columnist in een verpleegkundig tijdschrift. En inderdaad, beleidsmakers moeten er onderhand een beetje de ziekte in hebben.

De pandemie die maar geen pandemie wil worden, schreef onlangs een cynische columnist in een verpleegkundig tijdschrift. En inderdaad, beleidsmakers moeten er onderhand een beetje de ziekte in hebben. Maanden hebben ze ons voorbereid op een verschrikkelijk griepvirus en sindsdien volgt het ene na het andere bericht dat het allemaal wel meevalt.


Wil dat zeggen dat er hoegenaamd niets aan de hand is? Die conclusie lijkt wat voorbarig. De verantwoordelijke ziekmaker is een virus en dan weet je het nooit. Virussen kunnen geleidelijk van gedaante veranderen en agressiever worden. In dit geval is het virus ook nog eens gemakkelijk overdraagbaar. Zo kun je je tegen besmetting niet afdoende beschermen. De mondkapjes waarmee met name Aziaten zich uitdossen, creëren hooguit schijnveiligheid. Ze zijn te vergelijken met kippengaas dat een watervloed moet keren.

Dat virologen alarm sloegen na de uitbraak van deze nieuwe griep, valt dan ook goed te verklaren. In het land waar de ziekte het eerst toesloeg, Mexico, eiste de griep al in de eerste fase enkele tientallen slachtoffers. Het ging niet alleen om mensen die er al slecht aan toe waren maar ook om vitale twintigers en dertigers. Voeg daarbij dat het virus verwant is aan het beestje dat in de jaren twintig de Spaanse griep veroorzaakte en het lijkt alleszins logisch dat virologen de zenuwen kregen. Er was volgens hen een pandemie op handen die wereldwijd dood en verderf zou kunnen zaaien. Toestanden zoals ten tijde van de Spaanse griep waren niet uitgesloten. Die griep veroorzaakte niet alleen miljoenen doden maar ontwrichtte in de westerse wereld ook maandenlang het maatschappelijk leven.

De gezondheidsautoriteiten schrokken zich een hoedje toen ze van deze scenario’s vernamen en hesen de stormbal. Zo bestelde minister Klink van Volksgezondheid maar liefst 34 miljoen vaccins om de hele bevolking twee keer te kunnen laten inenten. Bedrijven kregen het advies om zich op het ergste voor te bereiden en er werden draaiboeken aangelegd voor het geval het hele maatschappelijke raderwerk ontregeld zou raken.

Nu het zo’n vaart niet blijkt te lopen, is het natuurlijk makkelijk om de virologen voor paniekzaaiers uit te maken. De griep heeft bij veel patiënten een mild verloop, in ieder geval niet heftiger dan een gemiddelde griep, en de verspreiding van het virus gaat ook lang niet zo snel als was voorzien.

Wat zijn dat voor amateurs, zou je je kunnen afvragen? Toch is dat iets te kort door de bocht. Zoals gezegd is het met virussen altijd heel goed uitkijken. Het blijven uiterst geniepige en onberekenbare ziekteverwekkers en daarom was het voor de virologen niet meer dan hun plicht om de uitbraak met argusogen te volgen en tijdig te waarschuwen.

Niet iedereen is het daarmee eens. Met name in de VS en Engeland zijn uiterst kritische publicaties verschenen. Beleidsmakers zouden zich op sleeptouw hebben laten nemen door de farmaceutische industrie die een buitenkansje rook. Bij hen rinkelt immers de kassa, en niet zo maar een beetje. De vaccinfabrikanten hebben alle verloven ingetrokken en zitten voorlopig op rozen.

Ik zal niet zeggen dat het allemaal onzin is wat door kritische en sceptische geesten wordt beweerd. Een van hun stellingen is dat de doodsoorzaak van de griepslachtoffers in Mexico helemaal niet vaststaat. Slechts bij een beperkt aantal zou onomstotelijk zijn aangetoond dat ze het gevreesde virus onder de leden hadden. De anderen zouden wellicht aan een ‘gewoon’ griepvirus zijn overleden.

Zou kunnen. Mexico is weliswaar geen derdewereldland maar of het registratiesysteem 100 procent betrouwbaar is, lijkt me twijfelachtig. Tegelijkertijd gaat het veel te ver om zo’n bewering klakkeloos over te nemen. Daar zou dan toch eerst grondig onderzoek aan vooraf moeten gaan.

Kortom, een verhoogde staat van waakzaamheid is vooralsnog geboden. Wie zal immers zeggen wat ons nog boven het hoofd hangt? Als de temperaturen de komende maanden gaan dalen, kan het virus alsnog uithalen. Als het dan ook nog eens een agressievere gedaante aanneemt, komen we wellicht toch nog grotelijks in de narigheid. Wie weet zullen virologen en in hun kielzog de gezondheidsautoriteiten dan nog veel lof gaan oogsten voor hun alertheid en vooruitziende blik.

Wel zou ik twee kanttekeningen willen plaatsen. Onder de bevolking is veel onrust gezaaid. Zoals altijd hebben de media daar de schuld van gekregen, maar dat is buitengewoon flauw. Zij hebben het dreigende scenario van de verschrikkelijke pandemie niet in de wereld geholpen maar de virologen, gezondheidsautoriteiten en politici. Dat is één.

Het andere ei dat in dit verband gelegd moet worden, heeft betrekking op de eigen verantwoordelijkheid van de bevolking. Toen er tijdens de laatste polio-epidemie diverse groeperingen bleken te zijn die zich om uiteenlopende redenen niet wilden laten inenten, adviseerden de gezondheidsdiensten hun om dan in ieder geval de nodige andere voorzorgsmaatregelen te treffen. Genoemd werden niet alleen het in acht nemen van hygiëne en het mijden van massabijeenkomsten, maar ook het aanpassen van de levensstijl. Met name het nemen van voldoende nachtrust werd genoemd.

Wie niet goed is uitgerust, voortdurend gestrest is of nog erger: een ongeregeld leven leidt, verzwakt zijn of haar weerstand. Dat vinden virussen erg prettig, omdat ze zich dan beter kunnen verspreiden en veel beter hun desastreuze werk kunnen doen.

Waarom horen we minister Klink en zijn secondanten daar in alle talen over zwijgen? In de folder van het ministerie die deze week huis aan huis is verspreid, is er zelfs geen letter over te vinden. Waarom niet een klemmende oproep om zo nodig de levensstijl drastisch aan te passen? Waarom niet opgeroepen om vooral gezond te eten en extra vitamines te gebruiken? Dat dat helpt, kan iedere gezondheidsdeskundige de minister vertellen. Maar geen woord erover.

En dan te bedenken dat de bewindsman een van de architecten is van het CDA-model voor de verantwoordelijke samenleving. Een dringend advies aan de bevolking om een geregeld leven te leiden en (extra) gezond te eten, sluit naadloos op dat model aan. Maar niets van dat al. Iedereen kan vrolijk doorleven. Gaat u maar rustig slapen, want vadertje staat heeft een schip met vaccins besteld en kapitein Klink zorgt voor u. Een gemiste kans. Jammer.


28-08-2009 | Jan van Klinken

2 september 2009

(on) beperkte vrijheid

Gisteravond waren we aanwezig bij de eerste Hendrik Jan Schoo-lezing in de Rode Hoed te Amsterdam.
De avond begon met een verrassende boekpresentatie waarbij dé conservatief-liberaal der Nederlanden, dr. mr. Frits Bolkestein de bundel ‘Een ongeregeld zootje’ in ontvangst nam uit handen van Arendo Joustra.
Bolkestein gaf hierna een vloeiend betoog over de vraag waarom "intellectuelen niet van het kapitalisme houden."
Het betoog was een korte versie van zijn Cleveringa-lezing uit 2005

De conclusie van Bolkestein is hier kort weergegeven.

Ten eerste zijn er school en universiteit, die de aankomende intellectueel leren op basis van vaste uitgangspunten logisch en consistent te redeneren. Daarmee samenhangende, ten tweede, de neiging van veel intellectuelen niet gehinderd door enige ervaring op basis van algemene beginselen uitspraken te doen over tal van bijzondere onderwerpen, wat vaak ontaardt in ijdel getheoretiseer dat het zicht op de werkelijkheid blokkeert. Ideeën beperken het waarnemingsvermogen. Ten derde de herinnering aan de rauwe kant van het kapitalisme, de vermeende onsympathieke motieven van de ondernemer en de ogenschijnlijke chaos van de markt, waar intellectuelen niet zouden kunnen aarden. Ten vierde de grote mode-gevoeligheid die kan ontaarden in politieke correctheid. Tenslotte de desinformatie die wordt verspreid door politieke tegenstanders.

Na dit betoog werd het woord gegeven aan de prof. dr. Meindert Fennema, hoogleraar Migratie en etnische studies aan de Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen van de Universiteit van Amsterdam. De titel van de lezing was: ‘Geldt de vrijheid van meningsuiting ook voor racisten?’

Voor een impressie van deze avond verwijs ik naar het verslag op DDS.

Een scherpe analyse van het probleem wat zich voordeed nadat Fennema aan het slot van zijn lezing een draai maakte en met 3 toegangsregels voor het debat is te lezen in de blog van Rutger Schimmel.

De ruimte voor de politieke partijen (SGP/PVV enz.), de breedte van de godsdienstvrijheid en de vrijheid van denken en spreken blijft een zeer interessant discussieonderwerp.

Een boeiende avond die verdere bezinning en overdenking over dit onderwerp oproept.

Volgers