24 december 2010

Kerstboodschap Churchill

De kerstboodschap van Churchill uit 1941.
Mooie inhoud.
Alleen erg arm en teleurstellend dat hij voor de kinderen niet verder verwijst dan naar de kerstman...

De boodschap in Vrij Nederland uit hetzelfde jaar verwees wel naar het Licht in de Duisternis, Het Kind van Bethlehem. (zie foto)


Alle lezers wens ik Gezegende kerstdagen!

Wilco



Christmas Message 1941

24 December 1941

Washington, D.C.

Shortly after the Japanese attack on Pearl Harbor, December 7, 1941, Churchill went to Washington with his chiefs of staff to meet President Roosevelt and the American military leaders and coordinate plans for the defeat of the common enemy. On Christmas Eve Churchill broadcast to the world from the White House on the 20th annual observation of the lighting of the community Christmas tree.

I spend this anniversary and festival far from my country, far from my family, yet I cannot truthfully say that I feel far from home. Whether it be the ties of blood on my mother's side, or the friendships I have developed here over many years of active life, or the commanding sentiment of comradeship in the common cause of great peoples who speak the same language, who kneel at the same altars and, to a very large extent, pursue the same ideals, I cannot feel myself a stranger here in the centre and at the summit of the United States. I feel a sense of unity and fraternal association which, added to the kindliness of your welcome, convinces me that I have a right to sit at your fireside and share your Christmas joys.

This is a strange Christmas Eve. Almost the whole world is locked in deadly struggle, and, with the most terrible weapons which science can devise, the nations advance upon each other. Ill would it be for us this Christmastide if we were not sure that no greed for the land or wealth of any other people, no vulgar ambition, no morbid lust for material gain at the expense of others, had led us to the field. Here, in the midst of war, raging and roaring over all the lands and seas, creeping nearer to our hearts and homes, here, amid all the tumult, we have tonight the peace of the spirit in each cottage home and in every generous heart. Therefore we may cast aside for this night at least the cares and dangers which beset us, and make for the children an evening of happiness in a world of storm. Here, then, for one night only, each home throughout the English-speaking world should be a brightly-lighted island of happiness and peace.

Let the children have their night of fun and laughter. Let the gifts of Father Christmas delight their play. Let us grown-ups share to the full in their unstinted pleasures before we turn again to the stern task and the formidable years that lie before us, resolved that, by our sacrifice and daring, these same children shall not be robbed of their inheritance or denied their right to live in a free and decent world.


And so, in God's mercy, a happy Christmas to you all.


Sir. Winston Churchill

18 december 2010

Sneeuw

In deze sneeuw ben ik een tekening.
Een plaat, waarop ik langzaam levend ben.
Er is geen onderscheid tussen de boom en mij
dan dat ik hier en daar bewegend ben.

Verzonken in het eindeloze wit,
dat om mij ligt geopend, ben ik dit.
Bevangen door dezelfde zuiverheid,
waar in de verte ook een kraai op zit.

Gerrit Achterberg
(Vezamelde gedichten)



11 december 2010

abortusvraagstuk (Nijsink en Van Klinken)

Deze week een opiniebijdrage van de secretaris van het Christelijk Conservatief Beraad Dirk Jan Nijsink over de strijd tegen abortus.

Ook de column van Jan van Klinken, welke we iedere week hier plaatsen, is aan dit thema gewijd.

Lezenswaardige artikelen én niet in de laatste plaats een dubbele aansporing om eensgezind PRO LIFE te strijden.

WAARSCHUWING
Vind u dat abortus een keuzevrijheid van de moeder (ouders) zelf is?
Dan heb ik een verzoek aan u dat, als u over enig menswaardig gevoel beschikt, u ten zeerste zal moeten afschrikken om ooit nog een Pro Abortus- of Vrije keuzestandpunt in te nemen.
Google eens op de woorden "stop abortus" onder het tabblad "afbeeldingen".
U zult uw ogen afwenden van uw beeldscherm.........




Strijd tegen abortus nooit achterhoedegevecht


-Door Dirk Jan Nijsink-

De beschermwaardigheid van het leven wordt in een samenleving zonder God steeds meer ter discussie gesteld, stelt Dirk-Jan Nijsink. Abortus mag niet wennen voor christenen.

In Psalm 139 zingt David: „Ik loof U, omdat ik op een heel vreselijke wijze wonderbaarlijk gemaakt ben; wonderlijk zijn Uw werken! ook weet het mijn ziel zeer wel. Mijn gebeente was voor U niet verholen, als ik in het verborgene gemaakt ben, en als een borduursel gewrocht ben.” De tijdgeest lijkt zich echter meer en meer te bewegen in de richting van de idee van de ontzielde mens.

Ik was geschokt door het betoog van filosoof Marcel Zuijderland, vrijdag 3 december in dagblad Trouw. Zijn betoog komt erop neer dat het een goed recht van ouders is om hun kind te aborteren als tijdens de zwangerschap blijkt dat het kind gehandicapt is. Hij noemt het zelfs een „verbetering” als er minder gehandicapten zijn. „Abortus is een goed middel om de groei van het aantal gehandicapten te voorkomen”, aldus Zuijderland.

De gevolgen van de redenering van Zuijderland zijn desastreus. Ouders die ervoor kiezen om een gehandicapt kind wel het levenslicht te laten zien, kunnen straks verwijtende blikken krijgen. Gehandicapte kinderen hadden immers niet geboren hoeven worden, ook al ervaren zij zelf een hoge mate van kwaliteit van leven. Voor die gevolgen wil Zuijderland niet instaan. Ik vind dat aanstootgevend.

Ook vindt Zuijderland dat je ouders niet mag „opzadelen” met een gehandicapt kind als ze dat niet willen. Hierachter schuilt de maakbaarheidsgedachte. Een religieuze verwachting in een wereld die een transcendente werkelijkheid, namelijk God, ontkent. Wat Zuijderland bepleit, is het begin van de afschaffing van de mens en daarmee apocalyptisch van aard. Alle warmte en liefde voor mensen lijken weg te vloeien, zodat individuele vrijheid en economische waarde overblijven. De idee van een ziel lijkt weg te ebben uit de mensvisie in onze samenleving.

Een abortus is volgens Zuijderland gerechtvaardigd bij een mens die geen persoon is. Maar, wanneer is iemand een persoon? Dat vindt Zuijderland een lastige vraag. Toch komt hij met een antwoord: „Zodra iemand bestaat als persoon dan pas geldt dat hij beschermwaardig is en dat je dus een morele verantwoordelijkheid naar zo iemand hebt.” Volgens de filosoof kun je zeker vóór de 26e week bij een foetus niet spreken van een persoon, omdat het zenuwstelsel nauwelijks ontwikkeld is.

Het besef van een mens als bezield persoon behoedt voor dit idee. In ”Theocratie of ideologie” zegt dr. W. Aalders: „De menselijke subjectiviteit is niet te peilen en te omschrijven. Zij is een goddelijk mysterie! Daarom is ook de ongeboren vrucht wezenlijk mens, evenals de seniele, sprakeloze grijsaard. En daarom zijn abortus en euthanasie moord.” God heeft mij gevormd en geboetseerd. Voor Hem was ik toen een persoon, met een ziel. Wie hier een ogenblik bij stilstaat, huivert voor wat Zuijderland schrijft.

Wie de transcendentie loslaat, komt in gevaarlijke situaties. Ideologieën van maakbaarheid en valse hoop hebben miljoenen mensen het leven gekost. Dit geldt zeker voor ongeboren mensen. De gedachten van Zuijderland brengen pijnlijk duidelijk aan het licht wat het betekent om in een postchristelijke cultuur te leven. De beschermwaardigheid van het leven wordt openlijk ter discussie gesteld en de mens beslist.

Alleen de christelijke moraal, maar vooral het geloof in God en Christus Jezus als Verlosser, kan uitkomst bieden. Als christenen hebben we de taak te appelleren aan dát zaad dat tot diep in de bodem van de ziel van onze samenleving is gestrooid.

In reformatorische kring wordt gediscussieerd over de verschillen tussen Bijbelvertalingen. Wanneer ik de discussie over abortus volg, vind ik het jammer dat we onze energie zo makkelijk verspillen met middelmatige geschillen tussen broeders van hetzelfde huis. Morgen wordt in Den Haag de Mars voor het Leven gehouden. Ik breng dit initiatief van Bert Dorenbos graag onder de aandacht. Opkomen voor de beschermwaardigheid van het leven –juist ook het ongeboren leven– is nooit een achterhoedegevecht. Abortus mag niet wennen.

De auteur is beleidsadviseur van SGP-jongeren en secretaris van het Christelijk Conservatief Beraad.







En dan hier de column van Jan van Klinken van deze week.
Oók over abortusvraagstuk.........




Beetje wankelmoedig in abortusvraagstuk en je bent om


11-12-2010 09:45 | Jan van Klinken
In de jaren tachtig had ik eens een interview met de eminente Rotterdamse hoogleraar Hans Galjaard. Hij stond te boek als pionier op het gebied van de prenatale diagnostiek, die zich in die tijd vooral richtte op erfelijke afwijkingen.

Hij was nauw betrokken bij de ontwikkeling van tests die aan het licht konden brengen of de vrucht in de baarmoeder belast was met een erfelijke ziekte. Zo had je de vlokkentest die kon aangeven of de vrucht al dan niet een afwijking vertoonde. Bij een foute uitslag was abortus vaak het vervolg.

Wat Galjaard en de zijnen in hun laboratoria deden, dwong bij de buitenwacht veel bewondering af. Dat gepriegel op de vierkante millimeter leverde toch maar fantastische resultaten op. Met name families die erfelijk waren belast, waren er blij mee.

En daar kun je je iets bij voorstellen. U wilt niet weten wat er bij hen aan verborgen leed is. Lezers getuigden daarvan. Op een oproep in deze krant volgden schokkende brieven over stil verdriet, lange lijdenswegen en inktzwarte vooruitzichten.

Maar er was ook een andere kant. Behalve de aldus gecreëerde abortuspraktijk was de vraag of gehandicapt leven op de langere termijn nog geaccepteerd zou worden. De zorgen voor ouders zijn vaak groot en soms zelfs onoverzienbaar, de kosten gigantisch en het maatschappelijk draagvlak beperkt. Als het dan te voorkomen is, wie durft het dan nog aan zo’n kindje te verwekken laat staan geboren te laten worden?



Galjaard snapte heel goed dat hij een morele verantwoordelijkheid voor die ontwikkeling had, maar dacht dat het allemaal niet zo’n vaart zou lopen. In die tijd kon maar een klein aantal afwijkingen worden opgespoord en daaraan kwam zo’n technisch circus te pas dat de Rotterdamse topwetenschapper zonder al te veel gewetensproblemen op de ingeslagen weg voort meende te kunnen gaan.

Daarna kregen we verfijning van de echoscopie. Die bracht het genoemde circus terug tot een filmapparaat. De nekplooimeting en het doorlichten van de hersentjes bij de ongeboren vrucht waren simpel uit te voeren. In een ommezien wist je als ouders waar je aan toe was. Verhoudingsgewijs vrij veel voorkomende afwijkingen waren plotseling op grote schaal op te sporen. Erfelijke belasting speelde in het traject geen echte rol meer. Via de standaardecho’s kwam iedereen aan de beurt.

Toen kon je erop wachten dat het recht op een plekje onder de zon voor gehandicapten ter discussie kwam te staan. Een voorloper in het debat daarover was ene Wim Rietdijk, een cultuurfilosoof die keihard pleitte voor eugenetica, dat wil zeggen verbetering van de menselijke soort. Dat is te bereiken door zo veel mogelijk gehandicapt leven te voorkomen. Iemand die dat ook al wilde, was Adolf Hitler. Die had het over ”Halbstarken”. Losers, zouden we nu zeggen.

Iedereen sprak schande over het pleidooi van Rietdijk. Niemand wilde immers hitleriaanse praktijken. Die kant mocht het niet op.

Maar sluipenderwijs zijn de ontwikkelingen in de richting van eugenetica natuurlijk gewoon doorgegaan. Cijfers die aangeven dat het aantal abortusingrepen na de 20 wekenecho voortdurend toeneemt, spreken wat dat betreft boekdelen. Hoe ver is de tijd nog dat een gehandicapte wordt beschouwd als een gevolg van het falen van de medische machinerie of als product van een domme beslissing van de ouders?

CU-Kamerlid Wiegman heeft een even ultieme als moedige poging ondernomen om deze ontwikkeling in te dammen door de grens voor abortus van 24 weken terug te willen brengen naar 18. De uitslag van de 20 wekenecho kan dan niet meer leiden tot zwangerschapsafbreking.

Dat heeft de woede gewekt van de filosoof Marcel Zuijderland. In Trouw van 3 december en afgelopen maandag bij de EO stelt hij dat mevrouw Wiegman ouders opzadelt met een gehandicapt kind. Hij vindt dat ouders zelf moeten beslissen of hun vrucht met een afwijking geboren mag worden.

De autonomie dus aan de ouders. Een oud maar nog steeds zeer populair thema. Indertijd gaf het in de abortusdiscussie de doorslag en let maar op: dat zal ook in dit debat bepalend worden.

Maar voordat het zo ver is, wil ik dan toch graag op mijn beurt Zuijderland opzadelen met een greep uit het leven. Ik ken een jong stel dat een baby’tje verwachtte en toen op grond van opeenvolgende echo’s te horen kreeg dat er waarschijnlijk iets ernstigs mee was. Eerst was de kans 5 procent, later 50. „En”, vroeg de arts in het academisch kinderziekenhuis tijdens het volgende consult, „hebben jullie al een beslissing genomen?” Het stel zat als aan de grond genageld. De arts zei het wel niet maar hij bedoelde natuurlijk: „En, het wordt abortus zeker?”

Toen de twee uitlegden dat ze dat allerminst van plan waren, reageerde hij overigens begripvol en deed zeker niet vervelend. Voelt u hem? Dat is dus die zo luid gepropageerde autonomie van de ouders. Een onsje wankelmoedigheid en je bent om, zeker als abortus als een bespreekbare optie voor je is. Intussen is de baby geboren en hij is zo gezond als een vis. Hij oogt als Hollands welvaren. Ik heb hem vorige week nog gezien. Het is namelijk mijn kleinzoon.

10 december 2010

Graag Elsevier vervolgen

Graag Elsevier vervolgen


Onze conservatieve vriend en columnist Jan van Klinkenzit al weer paar weken in een ander werelddeel zo'n 24 vlieguren hier vandaan.
Hierbij nog een mooie column van zijn hand.



20-11-2010 08:21 | Jan van Klinken

Als alle adviezen op tijd binnen zijn, zal het openbaar ministerie de komende weken een beslissing nemen over de aangifte van Gretta Duisenberg tegen het blad Elsevier. Zij vindt dat het blad haar ten onrechte een antisemiet heeft genoemd. De gewraakte term is gebezigd door columnist Afshin Ellian van het weekblad.

Het valt niet moeilijk te voorspellen dat het openbaar minister de aangifte zal seponeren. Niet nog eens een theatervoorstelling in diverse bedrijven zoals in de zaak tegen Wilders. Het OM heeft voorlopig de buik vol van mediarellen.

Met een sepot valt te leven als justitie zich voortaan alleen richt op echt geboefte, zoals de straatterroristjes in Gouda en gewetenloze bonusgraaiers. Als dat niet zo is, is de beslissing te betreuren, want daarmee ontneemt justitie in Amsterdam de rechterlijke macht een pracht van een gelegenheid de publiciteitszieke activiste voor eens en voor altijd aan haar verstand te brengen dat er iets grondig mis is met haar geloofwaardigheid. Zo’n vonnis zou niet alleen voor haar erg nuttig zijn maar ook in het belang zijn van de Palestijnen. Want wat hebben ze aan iemand die hun zaak meer kwaad dan goed doet?

Het kan natuurlijk niet anders of de rechters laten Gretta alle hoeken van de rechtszaal zien. Weliswaar heeft de Amsterdamse rechtbank de laatste tijd nogal wat capriolen uitgehaald die daar twijfel over zaaien, maar in dit geval moet het goed gaan. Zelfs ik zou het vonnis kunnen schrijven en dat heb ik dan ook maar meteen gedaan, zij het in eigen stijl. Mocht het tot een rechtszaak komen, dan zouden de Amsterdamse rechters er aan de hand van deze bescheiden bijdrage uit moeten kunnen komen.

Het oordeel van de rechtbank luidt wat mij betreft als volgt:

In Elsevier is mevrouw Duisenberg, de aangever in deze zaak, op 29 januari van dit jaar betiteld als antisemiet. Het openbaar ministerie acht dat beledigend in de zin van art. 261 van het Wetboek van Strafrecht en is daarom tot vervolging overgegaan. De rechtbank is van oordeel dat de gewraakte term inderdaad beledigend kan overkomen. Dat zou in beginsel zelfs strafbaar kunnen zijn als hij geheel ten onrechte is gebezigd. In het geval van mevrouw Duisenberg rijzen hierover echter ernstige twijfels.

In de eerste plaats overweegt de rechtbank dat het aangever geheel vrij staat op te komen voor de belangen van het Palestijnse volk. Ook mag zij helemaal zelf weten wie zij als vrienden kiest. In haar geval was dat onder anderen Yasser Arafat, de in 2004 overleden Palestijnse leider. Samen met de heer Arafat poseerde zij tijdens een bezoek aan genoemde Arafat op 8 januari 2003 voor persfotografen. Van deze Arafat is bekend dat hij in het verleden terreurdaden pleegde tegen onschuldige Joodse burgers. Ook werden onder zijn verantwoordelijkheid terreuraanslagen tegen Israël gepleegd, zelfs nadat hij vredesakkoorden met de regering in Jeruzalem had getekend.

Al met al kan worden gesteld dat voornoemde Arafat zich in zijn leven agressief gedroeg jegens Israël, ook al wisselde de intensiteit ervan. Van algemene bekendheid is dat het sentiment waarmee dit gepaard ging, doordrenkt was van antisemitisme. Een leuze als ”dood aan de Joden” viel in de omgeving van deze Arafat met grote regelmaat te beluisteren. Iemand die zich in aanwezigheid van zo iemand in een amicale setting op de foto laat zetten, moet er niet vreemd van opkijken als antisemiet te worden neergezet.

In de tweede plaats overweegt de rechtbank dat mevrouw Duisenberg in september 2002 een handtekeningenactie ten behoeve van het Palestijnse volk heeft georganiseerd, haar in dat kader door een radioverslaggever de vraag werd voorgehouden hoeveel handtekeningen zij wilde verzamelen en zij als antwoord gaf: 6 miljoen. Zoals bekend komt dat getal overeen met het aantal Joodse Holocaustslachtoffers dat de ultra-antisemiet Adolf Hitler heeft gemaakt.

De rechtbank acht het uitgesloten dat mevrouw Duisenberg het getal van 6 miljoen bij toeval heeft genoemd. Het is immers ondenkbaar dat haar actie zo veel handtekeningen zou hebben opgeleverd. De conclusie moet dan ook zijn dat zij met dat antwoord een ernstige verdenking van antisemitisme op zich heeft geladen.

Verder overweegt de rechtbank dat mevrouw Duisenberg nog niet zo heel erg lang geleden, namelijk op 2 maart 2010, werd geïnterviewd door nieuwwij.nl en zich bij die gelegenheid liet ontvallen „antisemiet bijna een eretitel” te vinden. Haar aangifte komt daardoor wel in een heel vreemd licht te staan.
de val van duisenberg

Tot slot wil de rechtbank erop wijzen dat mevrouw Duisenberg meermalen haar sympathie heeft uitgesproken voor Hamas, wetend dat deze organisatie uit is op de vernietiging van het Joodse volk. Het geheel overziende acht de rechtbank allerminst wettig en overtuigend bewezen dat in deze zaak sprake is van strafbare belediging. Integendeel, de rechtbank is van oordeel dat mevrouw Duisenberg –om het in ronde Hollandse bewoordingen te zeggen– niet moet zeuren en ten zeerste op haar hoede dient te zijn om niet wegens hetzelfde delict op water en brood te worden gezet.

Was getekend: de rechtbank.

15 november 2010

Lekker fris, die nieuwe wind.

13-11-2010 | Jan van Klinken

Er waait een andere wind in ons land, zo wordt duidelijk als ik nog maar net ben neergestreken aan gene zijde van de aardbol. Nee, ik bedoel niet de gure herfstwind in de Lage Landen, maar de wind van Rutte. Hij wil direct meters maken, lees ik na het ruime internetsop te hebben gekozen. Niet eerst honderd dagen het land in, zoals de vorige ploeg, maar meteen de beuk erin.

Jeugdige overmoed die spoedig zal smoren in taaie Haagse stroop, zullen cynische waarnemers vast roepen, maar volgens mij is de nieuwe MP niet het type dat zich direct bij de eerste de beste klaroenstoot in de bosjes verschuilt. Om het met een Hollands understatement te zeggen: hij valt niet tegen (hier in Australië zouden ze zeggen: ”great” of ”excellent”).

Een volgende verfrissende blijk van die nieuwe wind is de aankondiging van minister Opstelten van Veiligheid en Justitie dat hij zelf naar Gouda wil om orde op zaken te stellen. Marokkaanse jongeren in de wijk Oosterwei maken zich daar opnieuw gehaat door de buurt lafhartig te terroriseren. Iedere keer heeft PvdA-burgemeester Cornelis grote woorden gebruikt, maar veel zoden aan de dijk heeft dat tot nu toe niet gezet. Geheel in de stijl van zijn partij koos hij voor een „breed pakket van maatregelen.” Geef mij dan Opstelten maar die onverwijld inzet op een gebiedsverbod voor jongeren zoals in Gouda.


Nog zo’n voorbeeld van die nieuwe wind: de Tweede Kamer krijgt voortaan minder papier aangeboden. „Zo min mogelijk post, zo veel mogelijk aan de slag”, zei Rutte vorige week tijdens zijn wekelijkse persconferentie. Als gevolg van de forse inkrimping van het ambtenarenapparaat wordt eindelijk de oeverloze stroom aan nota’s en brieven ingedamd.

Het onontkoombare gevolg daarvan is dat ook het aantal adviseurs dat wordt ingeschakeld, sterk zal teruglopen. Weliswaar beloofde het vorige kabinet dat ook al, maar vorig jaar kwam uit dat er zelfs meer adviseurs dan voorheen in de arm waren genomen.

Verbaast me niets. PvdA-politici zijn zeer bedreven in het ondernemen van pogingen de samenleving naar de sociaaldemocratische hand te zetten. Als er echter verantwoordelijkheid moet worden genomen en ruggen moeten worden gerecht, is menigeen niet thuis. Dan leidt de ontsnappingsroute vaak naar een batterij peperdure adviseurs. Meestal noemen ze zich consultants en ze zijn op hun best als ze voor vadertje staat aan de slag moeten. Ze zijn gespecialiseerd in vaag taalgebruik waarmee ze de keizer proberen wijs te maken dat hij hele mooie nieuwe kleren krijgt.

Er is tegenwoordig een verkiezing van de vaagste taal en meestal gooit het jargon uit de advieswereld hoge ogen. Pas werd de uitslag over 2010 bekend gemaakt en als winnaar kwam ”ik heb zoiets van” uit de bus.

Ook het woord ”proces” doet het goed. Voorheen werkten adviseurs vaak met projecten maar die zijn eindig. Een proces daarentegen kan altijd doorgaan. In het geval van burgemeester Cornelis zou zo iemand hem hebben gezegd: „Ik heb zoiets van: er moet een proces van wederzijds respect worden geëntameerd en daarvoor is nodig dat er een breed pakket aan maatregelen wordt ontwikkeld.”

Vervolgens dient meneer een pak nietszeggend papier in, gevolgd door een schaamteloos hoge rekening, want gebakken lucht is vaak heel erg duur. Prima dus dat Rutte in dit geldverslindende circus het mes zet. Hopelijk dringt de nieuwe wind ook door tot de rest van Nederland. Vooral in gemeenten waar de PvdA het nog voor het zeggen heeft, is dat dringend noodzakelijk. In Amsterdam bijvoorbeeld heeft de gemeente het gepresteerd om een bod uit te brengen op het terrein van de Hells Angels van 400.000 euro. Die hebben dat gebied indertijd in bruikleen gekregen, stiekem vergroot en illegaal bebouwd. Maar de gemeente deed het in de broek voor de criminele bende die daar huisde en liet alles op zijn beloop. Nu heeft ze de grond nodig en betaalt ze grif. De Hells Angels komen niet meer bij van het lachen en eisen 5 ton extra vanwege het naderende leed. Aan de Amstel is niets te dol, zo weten ze al jaren.

Ook werd deze week bekend dat Amsterdamse parkeerwachters een speciale opleiding krijgen. Het parkeren in de hoofdstad blijkt zo ingewikkeld te zijn geworden dat veel automobilisten er niet meer uitkomen. Hun verontwaardiging is groot als ze bij terugkeer een boete aantreffen en daar moeten de parkeerwachters op worden voorbereid.

Wethouders die er zijn voor de burger, vaardigen in zo’n geval maatregelen uit om de boel drastisch te vereenvoudigen en met onmiddellijke ingang de dubbeltjeszones, ingewikkelde meters en kentekenparkeerautomaten naar de bestuurlijke rommelzolder te verwijzen. Alzo niet in Amsterdam.

Ik betrap mezelf wel eens op de wens dat PvdA-politici van de aangegeven snit zich een tijdje op een onbewoond eiland terugtrekken. Nee, ik heb niet zoiets van: vaardig voor deze lui een gebiedsverbod uit voor de Trêveszaal en andere bestuurlijke zenuwcentra, maar het zou voor velen een hele opluchting zijn als ze zich er voorlopig niet meer vertonen.

1 november 2010

Kom naar Hans Wiegel !

Het zou kunnen dat u nog geen uitnodiging heeft ontvangen of gezien voor het Conservatief Café van 9 november 2010.

VVD Coryfee Hans Wiegel (1941) zal deze avond voor ons spreken over de actuele politieke situatie in ons land.


Deze avond is mede georganiseerd door de Edmund Burke Stichting en het Christelijk conservatief beraad

In verband met de grote belangstelling is de Goudse Sint Janskerk deze avond de "place to be".
Omstreeks 22.00 uur zal er een gezellige borrel worden gehouden in ons vast etablissement: Stadscafé De Zalm op de Markt te Gouda.

Meer info en aanmelding: www.Conservatief Café.nl

Lessen uit Kreta

29-10-2010 21:04 | Jan van Klinken

Net als vorige week gaat het over roken, maar dan in een heel andere context. Om te beginnen een anekdote. Een predikant die een groot liefhebber was van geurige havanna’s, kwam bij een vrouw op huisbezoek in de tijd dat er overal volop werd gerookt, haalde een stevig uit de kluiten gewassen bolknak uit zijn binnenzak en zocht een doosje lucifers op. „Ach dominee”, sprak de vrouw hem aan, „u en dan zo’n afgod.” Waarop de predikant droogjes opmerkte: „Daarom steek ik er ook de brand in.”

Is roken inderdaad on-Bijbels, zoals de vrouw wilde zeggen? Daarover heeft in deze krant wel eens een discussie gewoed, waarbij zwaar geschut in stelling werd gebracht. Tegenstanders van roken voerden aan dat christenen hun lichaam niet met teer en nicotine mogen bezoedelen. Wie rookt, brengt bovendien zichzelf nodeloos in gevaar. Kortom, een christen behoort zich van tabak te onthouden.

Onzin is dat zeker niet en het kan mensen die willen stoppen, over de streep te trekken. Maar over het algemeen ben ik niet zo dol op dat soort discussies. Dan zou je ook over autorijden kunnen beginnen. Hoeveel ritten maken we niet voor de fun, voor ons plezier? En dat terwijl het je op de weg begeven statistisch gezien een riskante bezigheid is, ook al denken we allemaal dat niet wij maar een ander een ernstig ongeluk zal overkomen.

Wat ik erop tegen heb, is dat we voordat we er erg in hebben, een verplicht scorelijstje voor christenen hebben aangelegd. Het heeft iets van het afdwingen van goede werken. Of beter: het nalaten van slechte werken. Met als gevolg dat iedereen op iedereen zit te letten en dat mensen om die reden hun gedrag aanpassen. Lijkt me allemaal niet echt de bedoeling.

Ik zal dus nooit zeggen dat christenen –en daarmee zijn we weer terug bij het onderwerp van vorige week– een voorgeschreven leefstijl zouden moeten volgen. Gebod op gebod en regel op regel. Die kant moet het wat mij betreft zeker niet op. Anderzijds wil dat niet zeggen dat de Bijbel alles op dit gebied maar in het midden laat.

Ik kwam erop door een onderzoek naar de gezondheidssituatie van de boeren op Kreta. Een Griekse wetenschapper, Constantine Vardavas, is daarop een tijdje terug aan de universiteit van Maastricht gepromoveerd. Het is een buitengewoon leerzame studie.

Onder de boeren op het Griekse eiland kwamen tot veertig jaar geleden niet of nauwelijks welvaartsziekten voor. Kanker bijvoorbeeld was een zeldzaamheid en hart- en vaatziekten waren een vrijwel onbekend verschijnsel (terwijl de boeren rookten als ketters!).


De laatste decennia is dat beeld dramatisch veranderd. De zojuist genoemde ziekten komen er nu net zo vaak voor als in de rest van Griekenland. Dat vond de overheid op Kreta raar. Gedacht werd aan een milieuschandaal en ze gaf de eilandelijke universiteit opdracht dit uit te zoeken. De man die ermee werd belast, Constantine Vardavas, toonde aan dat de werkelijke oorzaak het gewijzigde leef- en eetpatroon was. De boeren bleken de afgelopen veertig jaar totaal anders te zijn gaan eten. In plaats van olijven en wilde groenten aten ze nu knakworst uit een potje en doperwten uit blik, om over alle mogelijke zoetwaar maar te zwijgen. Hieraan debet was vooral het opkomend toerisme, dat gepaard ging met de komst van supermarkten.

Maar er was nog een andere oorzaak voor de wijziging van hun leefpatroon. De boeren waren altijd vrij strikt Grieks-orthodox. Volgens hun christelijke geloof behoort de mens 200 dagen per jaar te vasten. Op vastendagen mag er geen dierlijk voedsel en geen melk worden geconsumeerd. De boeren aten dus heel weinig vlees.

Van vlees is bekend dat het kankerverwekkend is. Dat staat onomstotelijk vast. Met name (rood) vlees van runderen en varkens dient met mate te worden gegeten. Een wereldwijd onderzoek van enkele jaren geleden, waaraan de universiteit van Wageningen een belangrijke bijdrage heeft geleverd, is daar glashelder over.

Dat vasten van die Kretenzische boeren was dus een hele goede gewoonte. Alleen tot hun eigen schade hebben ze die losgelaten. Ze halen nu dagelijks hun bieflapjes en boerenmetworst bij de supermarkt op het dorp en kunnen daarna bij wijze van spreken meteen door naar de huisarts.

Dat vasten zal u bekend voorkomen. In de tijd van het Oude Testament was het een voorschrift. Ook in het Nieuwe Testament wordt ons het vas­
ten aangeprezen. Maar om de een of andere ondoorgrondelijke reden hebben we dat naderhand aan andere godsdiensten overgelaten en consumeren we dag in dag uit dat het een aard heeft.

U voelt ’m al aankomen: ik ga niet zeggen dat we elkaar het vasten moeten gaan afdwingen. Als het niet spontaan uit een zekere geestelijke gezindheid gebeurt maar omdat erop wordt gelet, heeft het weinig tot geen betekenis. Opvallend blijft het nalaten intussen wel.

Ds. C. J. Meeuse heeft een halfjaar geleden in deze krant met de Bijbel in de hand gepleit voor de herinvoering van vastendagen. Veranderd is er daarna natuurlijk helemaal niets. Dat zal de predikant ook niet hebben verwacht. Maar het is wel tot onze eigen schade, ook in lichamelijk opzicht. De boeren op Kreta kunnen erover meepraten.

Gebaksschoteltjes straks naast sigarettenbekers

En op deze column steek ik vanavond nog een overtreffelijk sigaar (Justus Van Mourik) op!


22-10-2010 21:10 | Jan van Klinken

Op het gevaar af dat u denkt: daar heb je Jan Suiker weer, wil ik u graag even mee terugnemen naar het voorpaginabericht van vorige week vrijdag met als kop ”Fructose versnelt kankerproces”. Maar voordat ik dat doe, eerst iets anders.

Lenze Meinsma vonden velen indertijd een tamelijk onsympathieke man. Hij had een heel streng gezicht en liep altijd over roken te zeuren. Ach, iedereen wist in de jaren zeventig en tachtig wel dat roken slecht was voor je, maar alles met mate en die paar peuken op een dag, dat kon toch nooit zo heel slecht zijn want opa had zijn hele leven als een schoorsteen gerookt en was toch maar mooi 90 geworden.

Op verjaardagen kwamen er bekertjes met 
sigaretten op tafel en op de redactielokalen 
waar ik mijn journalistieke loopbaan begon, 
was de rook om te snijden. Toen ik ruim 25
jaar geleden na een verhuizing met mijn 
nieuwe huisarts kennismaakte, was het eerste dat hij mij aanbood een sigaret. Samen zaten 
we in de spreekkamer gezellig te paffen.

Minder gezellig waren de gevolgen. Je hoorde links en recht van notoire rokers die longkanker hadden gekregen en dat zette velen aan het denken. Die Meinsma van de antirookcampagne had misschien toch wel een beetje gelijk. Collega’s besloten te stoppen, bij mensen op bezoek vroeg je voortaan netjes of er gerookt mocht worden en dat stuitte steeds vaker op bezwaren, de bekertjes met sigaretten op verjaardagen verdwenen en langzaam maar zeker werd roken omstreden. Ik prijs de dag dat ik er zelf ook een punt achter zette, zodat ik nooit meer met teerresten in de mond wakker word.

Alleen de cafés leveren nog een achterhoedegevecht omdat er rokers zijn die het niet laten kunnen. Afgezien daarvan kun je zeggen dat Meinsma succes heeft gehad, ook al mag hij dat zelf niet meer meemaken. Het zal altijd gissen blijven hoevelen er menselijkerwijs dankzij hem langer leven, maar volgens statistische berekeningen zijn het er veel. Heel veel.

De door Meinsma in gang gezette actie heeft intussen wel een halve eeuw nodig gehad. Zo lang duurt het om ingesleten gedrag dat in brede lagen van de bevolking voorkomt, te veranderen. Over trage massa gesproken. En dan te bedenken dat al sinds jaar en dag in koeienletters op pakjes sigaretten staat aangegeven wat de gevolgen zijn.

U snapt de link al met fructose. Daar is nieuws over dat vraagt om een vergelijkbaar vervolg. Zoals deze krant berichtte, is aangetoond dat fructose kankercellen sneller laat delen. Het onderzoek dat hiernaar werd verricht aan de universiteit van Californië, werd gepubliceerd in het blad Cancer Research.

Alvleesklierkankercellen werden blootgesteld aan zowel glucose als fructose. De cellen bleken te groeien op glucose en gebruikten fructose om zich te delen. En dan te bedenken dat fructose/glucosestroop in vrijwel alle industrieel bereide levensmiddelen zit. Jams, frisdranken, koekjes, brood. Je kunt het zo gek niet bedenken.

Een wetenschapper van naam die fructose/glucosestroop al eerder onder verdenking plaatste, is Daniel Servan Schreiber. Hij is hoogleraar in de psychiatrie en nadat bij hem tot twee keer toe een tumor was vastgesteld, las hij alles wat er in wetenschappelijke kring bekend is over de relatie tussen voeding en kanker. Het begon hem al spoedig te duizelen, want het was angstaanjagend veel. Het gekste vond hij nog dat veel kankerexperts hiervan volslagen onkundig zijn. Toen hij aan zijn oncoloog vroeg of hij een speciaal dieet moest volgen vanwege de tumor en de zware behandelingen, zei de man: „Nee hoor, u mag alles eten.”

Servan Schreiber schrijft hierover in zijn boek ”Antikanker”, waarvan de Nederlandse versie is uitgegeven door uitgeverij Kosmos. Hij haalt genadeloos uit naar fructose/glucosestroop en vergelijkt het met gif. De explosieve toename van kanker zou volgens hem wel eens goed met de massale consumptie van dit goedje kunnen samenhangen.

Schreiber kreeg de wind van voren, evenals de aanhangers van de Moermantherapie en andere niet-toxische behandelwijzen. Laatstgenoemden beweren al veel langer dat suiker en frutose/glucose een slechte invloed hebben op kankercellen. En misschien waren de aanwijzingen nog niet tot achter de komma doorgerekend. Zou best kunnen. Maar goed, er is nu de publicatie in Cancer Research, al moet daarbij wel worden aangetekend dat kankercellen intelligent genoeg zijn om ook zonder fructose/glucose aan brandstof te komen.

De grote man achter het Amerikaanse onderzoek, dr. Anthony Heaney, pleit in het blad Cancer Research voor een campagne tegen de consumptie van fructose, net als bij roken. Vandaar mijn uitstapje naar Meinsma. Heany voorziet –terecht– dat er een heel lange weg te gaan is. Net als bij roken gaat het om gedragsverandering op grote schaal. Niet één mammoettanker moet van koers veranderen maar een hele vloot.

Toch kan het niet anders of er komt een dag dat de gebaksschoteltjes op verjaardagen in de kast zullen blijven en dat er op de verpakking van allerhande levensmiddelen in chocoladeletters staat aangegeven: ”Dit product bevat fructose/glucose en is schadelijk voor de gezondheid”.

IKON en de héél zware moslims

Voor we het vergeten: weer eens een paar columns van Jan van Klinken.

16-10-2010 08:33 | Jan van Klinken

Zelden heeft een filmmaker zich zo geblameerd als Emile van Rouveroy van Nieuwaal. Zoals bekend is hij de man achter de documentaire ”Rijssens stille oorlog”, die gaat over de vermeende spanningen tussen het autochtone orthodox-protestantse bevolkingsdeel in Rijssen en de groeiende groep moslims.

Dagblad Trouw drukte op 24 september een in-terview af waarin Van Rouveroy zich op een even veelzeggende als onthutsende wijze in de kaart laat kijken. Dat is mede te danken aan interviewer Gerrit-Jan KleinJan, die zelf afkomstig is uit Rijssen en de filmmaker voorhoudt dat hij een vertekend beeld heeft en geeft van de reformatorische gezindte in zijn woonplaats. De mensen die Van Rouveroy aan het woord laat, zijn volgens KleinJan helemaal niet representatief.

De Rouveroy zegt dat geen enkel probleem te vinden. „Ik zoek extremen op. Niet voor niets, die zijn voor mij als filmer het interessantst.” Vervolgens verklaart hij dat zijn film helemaal niet over Rijssen gaat maar slechts in Rijssen speelt.

Het wordt nog gekker als hij daarna opbiecht er een antireligieuze agenda op na te houden. Want, zegt hij, „ik wil onder meer laten zien dat de reformatorische hoek volgens mij zo in elkaar zit dat de theologie een barrière wordt in persoonlijke contacten met mensen die anders denken.”

Dat hij mensen beschadigt door te suggereren dat in plaatsen als Rijssen alleen intolerante bevindelijke gereformeerden wonen, vindt hij geen probleem. „Je moet wel mensen aantrekken om te komen kijken”, reageert hij laconiek.

Vervolgens komt de aap uit de mouw als de interviewer vraagt hoe de filmmaker religie eigenlijk ziet. „Ik heb”, zegt De Rouveroy, „een heel linkse achtergrond, ik kom als wetenschapper uit de neomarxistische hoek.”

Aha, De Rouveroy is aanhanger van Karl Marx, de bekende ideoloog die godsdienst opium van het volk vond. Dat verklaart veel, zo niet alles.



Nu heeft De Rouveroy natuurlijk het volste recht een film te maken waarin hij de werkelijkheid perst in het keurslijf dat hem past. In tegenstelling tot landen waar de ideeën van Marx in de praktijk werden en worden gebracht, hebben we in dit land vrijheid van meningsuiting. Die geldt ook voor hem.

Wat ik alleen zo onbegrijpelijk vind, is dat een van onze omroepen het gemankeerde geesteskindje van De Rouveroy op de buis wil brengen. En dan nog wel de IKON, een omroep die uitgaat van een achttal kerken waaronder de Protestantse Kerk. Komende week zal die ”Rijssens stille oorlog” uitzenden.

Margje de Koning, hoofdredacteur bij de IKON, verdedigde in Trouw de uitzending met als argument dat De Rouveroy stelling neemt. „Om die reden is het een waardevolle film.”

Of de geportretteerde personen in de film een gemeenschap representeren, is volgens De Koning ondergeschikt. „Dat vind ik niet zo belangrijk. Ik ken Rijssen niet. En ik ken de groep orthodoxe protestanten ook te weinig om te kunnen beoordelen of de film representatief is.”

Hoewel De Koning de biblebelt niet uit eigen ervaring kent, weet ze toch te melden „dat de héél zware gelovigen een normen- en waardepatroon hebben waar anderen niet in passen.” De Koning: „Dat laat de film zien.”

Op de vraag van Trouw of objectiviteit en evenwicht niet belangrijk zijn voor de documentaires die de interkerkelijke omroep uitzendt, zegt ze: „Objectiviteit? Die bestaat niet. De wetten van het drama vragen nu eenmaal dat antagonisten (mensen met een tegengestelde mening, JvK) tegenover elkaar worden gezet. Deze filmmaker zet de zaken op scherp. Dat is zijn goed recht. Het is vrijheid van de maker om dit beeld in de film neer te zetten.”

Tot zo ver De Koning.

Het is wel grappig haar verdediging toe te passen op de film ”Fitna” van PVV-leider Wilders. Dan krijg je het volgende:

Margje de Koning vindt ”Fitna” een waardevolle film omdat Wilders stelling neemt. Of de geportretteerde personen in de film een gemeenschap representeren, is volgens De Koning ondergeschikt. „Dat vind ik niet zo belangrijk. Ik ken de achterstandwijken in ons land niet. En ik ken de groep orthodoxe moslims ook te weinig om te kunnen beoordelen of de film representatief is.”

Hoewel De Koning de moslimwereld niet uit eigen ervaring kent, weet ze toch te melden „dat de héél zware moslims een normen- en waardepatroon hebben waar anderen niet in passen.” De Koning: „Dat laat de film zien.”

Op de vraag van Trouw of objectiviteit en evenwicht niet belangrijk zijn voor de documentaires die de interkerkelijke omroep uitzendt, zegt ze: „Objectiviteit? Die bestaat niet. De wetten van het drama vragen nu eenmaal dat antagonisten (mensen met een tegengestelde mening, JvK) tegenover elkaar worden gezet. Wilders zet de zaken op scherp. Dat is zijn goed recht. Het is vrijheid van de maker om dit beeld in de film neer te zetten.”

Gelooft u het dat mevrouw De Koning zo’n tekst uit haar mond krijgt? Ik niet. Ik wens de omroep natuurlijk geen oorlog toe, ook geen stille, maar ik zou het wel toejuichen als de kerken waarvan de IKON uitgaat, mevrouw De Koning en de haren beter bij de les hielden.

4 oktober 2010

Over CDA lidmaatschap enzo.

Het schijnt in Reformatorische kring nogal politiek nieuws te zijn als je als SGP-lid voor een zaaltje vertelt dat je óók van het CDA lid bent.
Mijn opmerking daaromtrent op een SGP-avond te Gouda, waar ik sprak over "Christelijk Conservatisme én de SGP", was voor het Reformatorisch Dagblad het belangrijkste nieuws van die avond.

In ParlementVaria van 27 september werd er melding van gemaakt. Feitelijk was het bericht juist. Of er journalistiek gezien niets beters en mooiers van die avond was te vertellen over de bijdragen van profeet (volgens Refdag) Diederik van Dijk en mij laat ik aan de bezoekers over.

Zo'n CDA-lidmaatschap (net als de SGP, een Algemeen Nut Beogende Instelling) doet er blijkbaar toe. Ook al kon ik -helaas- afgelopen zaterdag in Arnhem op het congres nog niet stemmen omdat ik slechts zeven weken lid ben.

Naar aanleiding van een aantal DM tweets en wat mailberichten (waarin afzonderlijk 7 SGP-ers en 1 SGP- raadslid erkenden óók CDA-lid te zijn) was ik van plan mijn motivatie toe te lichten op dit blog.

Echter, afgelopen zaterdag werd ik al vroeg uit bed gebeld door mijn zus die op deze zaterdagmorgen mijn motivatie al in het RefDag had gelezen. Niet door mijzelf verwoord, maar door de columnist Jan van Klinken. - voor de regelmatige bezoeker van dit blog zal hij niet onbekend zijn-

Daarom kom ik er makkelijk vanaf deze keer.
Hierbij weer compleet de column van Jan van Klinken.

(gelukkig zijn er ook mede-refo's die het begrijpen)


Geen reformatorisch reservaat

02-10-2010 07:03 | Jan van Klinken

Christenconservatief Wilco Boender is lid van het CDA geworden, meldde het Reformatorisch Dagblad maandag. Een op z’n minst verrassende mededeling. Hoewel hij lid van de SGP is en ook op die partij wil blijven stemmen, ziet hij het lidmaatschap van het CDA als een mogelijkheid het behoudend smaldeel binnen die partij te versterken. Het ex-Kamerlid Eddy Bilder, zelf ook orthodox-christelijk, heeft hem van het nut van toetreding tot de christendemocratische gelederen overtuigd.

Het streven om waar mogelijk invloed uit te oefenen, is de meeste reformatorische mensen tamelijk vreemd. Het is misschien wat generaliserend gezegd, maar als het anders is, heb ik er nooit zo veel van gemerkt. Het is ook niet zo gek in een milieu waarin de eigen organisaties centraal staan. Het leven speelt zich voor een belangrijk deel af binnen de zuil.

Die zuil is in de loop der decennia alleen maar verder opgetuigd. Veel kinderen die voorheen nog naar de bekende School met de Bijbel zouden zijn gegaan, bezoeken nu de reformatorische basisschool en over de veelheid aan andere eigen instellingen hoef ik het verder niet te hebben.

De waarde daarvan is groot. Daarover geen enkel misverstand. Geestverwanten uit andere landen kunnen vaak hun oren en ogen niet geloven, zeker als je er nog bij verteld dat de meeste voorzieningen door de overheid worden betaald. Maar de vraag is natuurlijk wel wat de buitenwacht nog merkt van je aanwezigheid.

Toen ik in eigen kring voor het eerst in aanraking kwam met het idee om zolang mogelijk aan boord te blijven ook al vaart het schip een minder zuivere koers, had dat betrekking op het kerkelijk leven. In mijn vroegere omgeving was hervormd synoniem met vrijzinnig of daaromtrent. Gereformeerdebonders waren er in de verre omtrek niet of nauwelijks.

Het was best wennen om met deze mensen nauwer in contact te komen. Er was op z’n minst sprake van enige argwaan. Sommigen gingen daarin heel ver. Zo zei iemand me eens: Als ze (de bonders) de zuivere waarheid waren toegedaan, zouden ze zich wel bij een afgescheiden kerk (lees: de zijne) aansluiten.

Dat was een totale miskenning van hun positie, zo was de les die ik leerde. Afscheiden kan ook de weg van de minste weerstand zijn. Want je kunt het op regionale en landelijke vergaderingen van je kerkverband ontzettend fijn hebben met elkaar, en dat misgun ik niemand, maar het is toch wel andere koek dan in een uiterst pluriform gezelschap je principes verdedigen en sympathie zien te winnen voor je standpunt.

In discussies daarover wordt wel aangevoerd dat je in zo’n situatie verantwoordelijk bent voor zaken die tegen je beginsel indruisen. En dat is zeker een aangelegen punt. Wie deel uitmaakt van een bezoedeld bestel, maakt vuile handen. Maar weglopen is ook een verantwoordelijk­
heid.

Het is vrij simpel om die lijn door te trekken naar andere terreinen. Het onderwijs bijvoorbeeld. Natuurlijk gingen onze kinderen naar reformatorische scholen. Daar was eigenlijk niet eens discussie over. Toen iemand me daarover bevroeg, kon ik zo een rijtje bezwaren opsommen van wat er mis was met de plaatselijke christelijke school. Hier te breed en daar te wijd. Zijn antwoord zal ik niet gauw vergeten. „Dat is allemaal in een stroomversnelling geraakt”, zei hij, „nadat jullie waren vertrokken.” Hij bedoelde te zeggen dat er veel veranderingen werden tegengehouden om de reformatorische mensen binnenboord te houden. Toen ze weg waren, hoefde dat niet meer.

Nu besef ik best dat er veel meer over te zeggen is. Ook zou ik niet graag willen suggereren dat er lichtvaardig is overgegaan tot het oprichten van allerlei eigen instellingen en instituten. Daarmee zou tekort worden gedaan aan de intenties van initiatiefnemers en de offers die zijn gebracht. Tegelijkertijd heb ik respect voor de mensen die het schip waarop ze zijn geplaatst, niet konden en kunnen verlaten. Dat respect is in de loop der jaren alleen maar groter geworden.

Op politiek gebied ligt het uitoefenen van invloed nog iets gemakkelijker. Moet je elders kiezen tussen het een of het ander, op het politieke erf kun je van meer dan één organisatie lid zijn. Er is niets dat Wilco Boender verhindert zich bij het CDA te laten inschrijven terwijl hij ook al lid is van de SGP.

Stel dat de kiezers van de orthodox-christelijke partijen zijn voorbeeld massaal zouden volgen, dan zou dat vergaande gevolgen kunnen hebben voor de koers van het CDA. Zelfs als ze alleen maar op vergaderingen hun inbreng zouden hebben, zou dat al van betekenis kunnen zijn. Als ze ook nog eens zouden doordringen tot commissies en besturen, kon dat wel eens heel veel verschil uitmaken.

Er zit ook een andere kant aan: waar je mee omgaat, word je mee besmet. Dat is een reëel gevaar. Maar, om bij de beeldspraak te blijven, ik geloof er niets van dat dat per definitie tot chronische aandoeningen leidt. Als dat waar was, zou de reformatorische gezindte zich uit angst voor versmelting maar het beste in een soort reservaat terug kunnen trekken. Dat zou niet best zijn. En daarom wens ik Wilco Boender als CDA-lid alle goeds toe.


DANK JE WEL JAN! (WCB)

14 september 2010

dr. W. Aalders

Op 11 juni 2010 verscheen het boek 'Het oog omhoog, het hart naar boven' van de hand van ds. P.J. Stam (Katwijk) over dr. Willem Aalders en zijn werk.

dr. W. Aalders, één van de bekendste vertolkers van de Christelijk Conservatieve boodschap; van de bevindelijke diepte en de katholieke breedte.

Afgelopen week gaf ds. Stam een eminente lezing in de Haagse Bethlehemkerk te Den Haag over "Aalders en de ontmenselijking van de moderne mens":

klik op deze link voor de videoweergave. lezing ds. P.J. Stam



Voor straf in bed blijven (Zorg 2)

11-09-2010 08:56 | Jan van Klinken

Een man zit in de koffiekamer van een verpleeghuis. Vier verpleegkundigen in het wit komen een kop koffie drinken en kletsen wat bij. Plotseling hoort de man de ene zuster tegen de andere zeggen: „Als jij zo oud bent, is hier geen plekje voor je.” Ze antwoordt: „’k Zou hier ook van mijn leven niet willen zitten!”

Het voorval werd gemeld door een lezer. In die instelling is het hetzelfde liedje als in zo veel tehuizen: geen mensen, geen spullen, geen tijd. „In een verzorgingshuis hier in de buurt wordt er met Poolse dames gewerkt”, bericht een volgende lezer. „Sommige cliënten kunnen met deze dames praten doordat ze in een concentratiekamp Pools hebben leren spreken. In hetzelfde huis werken artsen die hoofdzakelijk Engels spreken.”

Wat ik echt horror vind, zijn de verhalen over het zogeheten zorgzwaartepakket (ZZP). Dat is tamelijk nieuw, zo begrijp ik. Alle bewoners van verpleeghuizen zijn tegenwoordig ingedeeld in een ZZP van 1 tot en met 9, al naar gelang ze zorg nodig hebben. Die indeling wordt omgezet in ”zorgminuten”. Zo wordt het aantal uren berekend en op grond daarvan voor drie maanden tegelijk geroosterd. Wie in die periode plotseling meer zorg nodig heeft, bijvoorbeeld als gevolg van een beroerte, heeft gewoon pech. „Dat kan namelijk pas vanaf het volgende rooster, dus pas na twee of drie maanden. Dan kan het voor die bewoner misschien niet eens meer nodig zijn... Dus betekent het een stapje erbij en nog meer werkdruk, en de betreffende bewoner is dan vaak pas om 11 uur uit bed”, schrijft een medewerker uit een instelling.

Het komt er dus op neer dat je wel hulpbehoevender mag worden maar pas aan het einde van het rooster. Wie zich daar niet aan houdt, moet voor straf in bed blijven liggen! Als dit de manier is waarop we in dit land met onze ouderen omgaan, moeten we ons volgens mij collectief achter de oren krabben.

Een andere reactie gaat ook over het zogeheten zorgzwaartepakket. Leidinggevenden gaan er bij haar strenger naar kijken want men is bang dat bewoners toch meer zorg krijgen dan hun ZZP waard is. Een minutenkwestie. „Wil iemand iedere dag onder de douche in plaats van een gewone wasbeurt? Oké, dat kost dan zoveel minuten per dag. Dan moet er wat anders af.”


Weer een ander zegt dat ze als goedmakertje voor de dagelijkse race tegen de klok bijscholingen mag volgen. Die gaan –ik heb het niet verzonnen– over ”belevingsgerichte zorg”.

Ronduit schokkend vond ik deze: „Ik werk hier meer dan twintig jaar, en heb de sfeer zien veranderen van een fijne werkplek, waar iedereen elkaar kende en met elkaar meeleefde, tot een jachtig bedrijf waar we allemaal met een gehaaste blik langs elkaar heenlopen en er geen tijd meer is voor een praatje.”

Ze werkt bij een huiskamerproject voor dementerende bewoners. Tot maart van dit jaar bestond de groep uit maximaal acht tot negen bewoners. Buiten het hoognodige was er ook nog ruimte voor een activiteit.

Maar plotseling, met de komst van de zorgzwaartepakketten, raakte de instelling in de rode cijfers en moest er zeer drastisch bezuinigd worden. De gevolgen: om te huilen, zoals de verpleegkundige schrijft. Ze moeten nu in hun eentje werken op een groep van tien tot twaalf bewoners en mogen geen koffiepauze meer nemen buiten de deur. Zelfs de plak ontbijtkoek is wegbezuinigd.

Ook de openingstijden van de huiskamer zijn ingekort. Gevolg is dat de meeste bewoners rond zeven uur ’s avonds al naar bed gebracht worden en geen natje of droogje meer krijgen tot ze de volgende morgen aan het ontbijt verschijnen. Voordat iedereen er is, is het halfelf. Vervolgens staat om twaalf uur de warme maaltijd weer op het programma. Tijd voor een activiteit is er niet meer. Ze organiseerden voorheen wel eens een uitje. Daar is al helemaal geen geld meer voor.

Ze moeten nu productie draaien. Het door het management zo felbegeerde certificaat hangt ingelijst in de hal op de plek waar eerst een foto hing van een onder ons bekend en geliefd predikant, in een ver verleden de oprichter van het tehuis.

„We begrijpen met z’n allen dat er bezuinigd moet worden, maar het is droevig om te zien dat het deze mensen zo treft, die zich niet kunnen verweren en niet voor zichzelf op kunnen komen”, vervolgt deze reactie.

De instelling is na enkele fusies enorm uitgebreid. De ene na de andere leidinggevende stapte op. Er kwam een interim die alle veranderingen er zonder pardon doorgedrukt heeft. „We voelden ons behoorlijk geïntimideerd, durfden onze mond nauwelijks nog open te doen op vergaderingen, bang om onze baan te verliezen. Het was zo’n ijzige sfeer en zo onwerkelijk, ik heb zoiets nog nooit meegemaakt. Ik voelde me tot op de bodem gefrustreerd, maar het was slikken of stikken. Ik ben helemaal niet zo schrijverig, maar nu kon ik het niet laten. Iedereen moet toch weten hoe nijpend het wordt in de zorg!”

Genoeg hierover. In ieder geval wil ik niet helemaal in mineur eindigen. Zo schreef een zorgmedewerker dat ze ondanks alles een ontzettend mooi beroep heeft en ze zou het liefst zien dat velen haar voorbeeld volgen. Een ander maande om vooral optimistisch te blijven. Ik beloof dat ik mijn best zal doen, ook al wil het op dit moment nog niet erg lukken.

Zorg eerst maar eens goed omwoelen.

Terwijl er in Den Haag stevige onderkandelingen plaatsvinden over de vorming van een CENTRUM-Rechts kabinet staat Jan van Klinken in een tweetal columns eens even stil bij de "toestand in de zorg".



04-09-2010 10:10 | Jan van Klinken

„Bied uw excuses aan aan al die hardwerkende managers in de zorg die keurig onder de Balkenendenorm betaald worden, die vanuit het hart met hart en ziel leidinggeven aan de organisaties, die hetzij als teamleider, als directeur, als bestuurder of als toezichthouder zich druk maken om het handhaven van kwaliteit van zorg in een omgeving die 
niets anders doet dan eisen stellen en kritiek leveren.”

Dat schreef een lezer die zelf als consultant in de zorg werkzaam is naar aanleiding van de aflevering van vorige week. Over zijn verzoek wil ik niet al te moeilijk doen. Als deze lezer mij verwijt dat ik iedereen over één kam scheer, heeft hij een punt. Natuurlijk zijn al die wantoestanden in de zorg heus niet overal te wijten aan graaiende topmensen die de extra zorggelden naar zich toe sluisden in plaats van ze aan extra handen aan het bed te besteden.

Ter verdediging van het ongenuanceerde beeld dat ik onbewust opriep, wil ik nog wel aanvoeren dat ik mij –zoals gemeld– baseerde op de brief van ex-ziekenhuismanager Henk Schraa in Trouw (van 10 augustus 2010). Uit alles was duidelijk dat deze man de gang van zaken van zeer nabij had meegemaakt en goed om zich heen had gekeken. Zou hij uit zijn nek hebben gekletst, dan was hij zeker door de aangeklaagde partij gecorrigeerd. Ik heb er niets van gezien.

Nu de brief via deze omweg alsnog wordt aangevallen, wil ik dat zeker niet onvermeld laten. Excuses dus aan al die bonafide mensen die part noch deel hebben aan praktijken zoals bijvoorbeeld in het Albert Schweitzer ziekenhuis in Dordt, dat niet alleen een half miljoen euro kwijt is aan scheidende topmensen maar ook de komende jaren nog eens een dikke 2 ton per jaar moet uittrekken voor een manager die naar huis is gestuurd maar die gewoon krijgt doorbetaald (dit als aanvulling op eerdere informatie).

Intussen blijft de vraag kriebelen hoe het dan komt dat het zo’n puinhoop is in de zorg, ook in instellingen zonder graaiende top? Zelfs voor insiders is de situatie bijna ondoorgrondelijk geworden. Gezien de verwarring daarover en de tegenspraak zou een parlementair onderzoek zo gek niet zijn. Dat er meer handen aan het bed moeten, daarover is iedereen het eens, maar voordat er weer geld in een bodemloze put wordt gekieperd, is het beter de boel eerst maar eens goed om te woelen.

Die commissie zou ook mooi kunnen beoordelen of het normaal is dat ziekenhuizen hun personeel parkeergeld laten betalen. Een lezer wist te melden dat dit een vertrouwd verschijnsel is geworden. Je personeel parkeergeld laten betalen? Dat gebeurt volgens mij in geen enkele andere sector. Kan niet waar zijn, zou je denken. Maar vanuit minstens drie ziekenhuizen kwam een bevestiging. Tot de bodem uitzoeken, lijkt mij.

Om alvast de toon voor de commissie te zetten, vermeld ik ook wat diezelfde lezer eraan toevoegde. Het betaald parkeren deed hem terugdenken aan de jaren 50. Er werd toen geld van het salaris van de verpleegkundige ingehouden omdat de bloedafnamepotjes van glas waren en deze wel eens kapot vielen. Kennelijk heerste er een cultuur dat je blij mocht zijn dat je in een ziekenhuis mocht werken. Nou, wat dat betreft is er nog niet zo veel veranderd.

Maar genoeg over de ziekenhuizen. Er is alle reden om het ook over andere zorginstellingen te hebben. Dat hebben veel reacties wel duidelijk gemaakt.

„Wij moeten”, schrijft een medewerker van een verpleeghuis, „vaak met vier personen 26 demente bejaarden uit bed halen. Met veel geluk is er een voedingsassistent. Ook bij het huishoudelijk personeel worden steeds meer uren ingenomen terwijl ze hetzelfde werk moeten verzetten. Hoe kan het allemaal? Stofwolken om ons heen, haast geen douchebeurten meer. Nagels knippen?? Later hoor…”

Ze vervolgt: „Als ze uit bed gehaald zijn, worden ze snel achter een boterham gezet, snel de medicijnen en je gaat weer naar de volgende. Dan zitten ze vijf van de zeven dagen zonder toezicht of echte hulp tijdens het ontbijt. Het is echt intriest.”

Nog zo’n droevig verhaal. Na een aantal fusies moest de instelling (of, zoals deze lezer schrijft: ”het bedrijf”!) alle zeilen bijzetten om uit de rode cijfers te komen. De lonen werden niet meer op tijd uitbetaald en de kerstpakketten schoten erbij in. Geeft niet, aldus deze zorgmedewerker, als je maar weet waarvoor je het doet. „Maar nu we een paar jaar verder zijn, krijgen we allemaal een brief met uitnodiging: Het gaat goed met ”het bedrijf”! Daarom geven we in het najaar een groots feest met muziek en eten en drinken in een duur restaurant.”

Dat stuitte velen begrijpelijkerwijs tegen de borst. Waarom zo veel geld uitgeven aan een feest voor meer dan duizend personeelsleden als er op de afdelingen flink bezuinigd wordt op personeel en andere zaken? Ja, was het antwoord, maar dit geld komt uit een ander potje... Dat zal vast niet het potje zijn waarop je moet plaats nemen als je dit gelezen hebt.

(wordt vervolgd)

8 september 2010

Ben er Weer

Na een heerlijke vakantieperiode en blogstilte van ruim 2 maanden proberen we langszaam de blogthread weer op te pakken.
Ongeveer 1x per week een kort commentaar en verder allerlei info uit de (christelijk) conservatieve wereld.

Ook zullen er in de toekomst meer links en leestips worden gegeven naar andere conservatief getinte artikelen en opinies op het world wide web.

Het Binnenhof staat op zijn kop!

Maar de Christelijk Conservatieve boodschap overstijgt de actualiteit met verve!

Binnenkort kondigt de Stichting Conservatief Café haar 2010/2011 programma aan.
En ook zult u meer gaan horen van het Christelijk Conservatief Beraad.

Wij houden u op de hoogte.

3 juli 2010

Vakantieblogstop




In verband met de huidige weersomstandigheden en de naderende 3 weken zomervakantie zullen mijn blog-activiteiten pas eind augustus weer worden hervat.

Iedereen een Fijne Vakantie!

Vakantietip:
Laat uw laptop thuis en schakel uw smartphone uit.
Geniet van rust, gezin en cultuur.





.

Frankrijk als griezelig voorbeeld

De column van Jan van deze week

03-07-2010 | Jan van Klinken

Het was eind jaren zeventig en we waren een weekje in Parijs. Vanuit ons hotel in een wat smoezelige buurt lieten we ons met de metro naar het centrum brengen. Bij de eerste de beste tussenstop mengde een groep jonge Algerijnen zich tussen de binnenkomende passagiers, sloot een van ons in, haalde het papiergeld uit zijn broekzak en verliet bij de volgende halte vliegensvlug de coupé.

Het was een shockerende ervaring, maar niet de enige. Die stad deugde volgens ons niet. Er was een allochtone uitbater die zonder met de ogen te knipperen een half weekloon wilde incasseren voor een paar biertjes en wat frisdrank. Er waren maaltijden die je je huisdier nog niet wilde voorzetten. En er waren overal –voor ons– bedreigende Algerijnen.

Het is er sindsdien niet gezelliger op geworden in de Franse hoofdstad. In de buitenwijken, de zogeheten banlieues, tikken levensgevaarlijke tijdbommen waarvan de afgelopen jaren al enkele lichte exemplaren tot ontploffing kwamen.

Frankrijk heeft domweg te laat willen toegeven dat het een gigantisch integratieprobleem heeft. Je kunt niet zomaar grote aantallen mensen met een andere cultuur en een laag opleidingsniveau binnen je grenzen toelaten. Als je niet oppast, ontstaat een kansloos bevolkingsdeel, een nieuwe sociale onderklasse die een samenleving totaal kan ontwrichten.

Daar komt nog bij dat deze onderklasse gevoelens van superioriteit ontleent aan de islam. Of dat aan de islam zelf ligt, is speculatief, maar feit is wel dat de combinatie ”kansloos” en ”moslim” een riskante cocktail oplevert. Bij de Fransen lijkt die zelfs als een splijtzwam te werken.

Iets van die tweedeling werd de afgelopen weken zichtbaar toen het Franse elftal moest aantreden op het wereldkampioenschap voetbal in Zuid-Afrika. Je hoeft niet iets met dit balspel te hebben om aan de commotie hier omheen betekenis toe te kennen. Het Franse team ging in de eerste ronde van het toernooi al meteen kansloos ten onder. Van de selectie die de Franse eer in Zuid-Afrika moest verdedigen, blijkt het gros afkomstig te zijn uit de eerdergenoemde banlieues, de Parijse variant van onze Vogelaarwijken, maar dan een keer of tien erger.

Die voetballers hebben niet zo veel met het land, wat zou verklaren dat het Franse team een wanprestatie leverde. Ook deden zich binnen de selectie bedenkelijke incidenten voor. Spelers die actief moslim zijn, lieten zich publiekelijk beledigend en vernederend uit over een speler die tot modale, autochtone kringen behoort. Zelfs in het veld zou hij bewust zijn genegeerd.

Zeker, het gaat maar om een potje voetbal met alle flauwekul die daarbij hoort. Maar zo’n team heeft een hoge symbolische waarde. Vrijwel de hele natie volgt de prestaties op de voet en eergevoelig als de Fransen zijn, luisteren de verrichtingen van ”Les Bleus” (de blauwen) heel nauw.

Al langer is in Frankrijk een discussie gaande of de nationale voetbalselectie het land nog wel vertegenwoordigt. Het aantal spelers met een allochtoon label is zo groot, dat de geslepen politicus Le Pen deze kwestie al eens op de agenda heeft gezet. Hem werd verweten dat hij uit was op politiek gewin. Dat zal vast kloppen, maar hij had wel een punt.

Intussen is het onderwerp uitgegroeid tot een nationale aangelegenheid. Zelfs de gerenommeerde filosoof Alain Finkielkraut heeft zich in het debat gemengd. Hij schreef dat het elftal „Frankrijk niet vertegenwoordigt, maar wel zijn weerspiegeling is”: die van een „verdeelde natie in onverbiddelijk verval.” Daar is, om zo te zeggen, geen woord Frans bij.

Hoewel we in eigen land ook een bijna onoplosbaar integratieprobleem kennen, mogen we ons gelukkig prijzen dat er van een dergelijke tweedeling geen sprake is. Toch wil dat niet zeggen dat we geen boodschap hebben aan de situatie in Frankrijk. We zijn er bovendien vroegtijdig voor gewaarschuwd. Al begin jaren negentig legde VVD-politicus Bolkestein de vinger bij het „doodknuffelen” van allochtonen. Hij voorspelde dat zachte beleidsmakers stinkende wonden zouden veroorzaken. Jammer genoeg haalde het signaal weinig uit. Zulke taal werd als vloeken in de kerk ervaren. Of hij niet snel zijn mond kon spoelen.

Zo verging het ook de wetenschapper Paul Scheffer, die in 2000 in zijn veelbesproken publicatie ”Het multiculturele drama” constateerde dat er een enorme groep allochtone kanslozen was ontstaan. Scheffers pennenvrucht bracht wel een schok teweeg, maar de tot dan toe gevoerde struisvogelpolitiek werd onverdroten voortgezet.

Is het dan raar dat we nu Marokkaanse jongeren op beelden van de Joodse Omroep zien schelden op rabbijn Van de Kamp en de Hitlergroet zien brengen? Of dat veel leraren op vmbo-scholen de Holocaust maar overslaan, omdat islamitische leerlingen dan in opstand komen en na schooltijd even met hun vaders een bezoekje komen brengen?

Het komt erop neer dat we een generatie alloch­tonen hebben laten opgroeien die niet heeft geleerd zindelijk te denken. In andere culturen is men daaraan wellicht gewend, maar hier geeft dat grote fricties. Wie de gevolgen wil weten, moet de komende jaren vooral op Frankrijk letten.

16 juni 2010

Heer Van der Vlies Bedankt!

Geachte heer Van der Vlies,

Uw laatste werkdag in 's lands bekendste vergaderzaal zit er op.

Wat moeten we nu nog zeggen? Er is vandaag al veel over en tegen u gezegd.

Mooie woorden, lovende woorden, waarderende woorden, dankwoorden.

Uw laatste woorden vanmiddag in de Tweede Kamer waren zeer indrukwekkend.

Veel dank daarvoor!

We hebben elkaar afgelopen jaren in diverse verbanden wat intensiever mogen spreken.

Fijne gesprekken, opbouwend, sturend en voor u zo kenmerkend; Samenbindend!

Zoeken naar wat ons bindt, niet wat ons scheidt.

Dat was temidden van alle flanken binnen de partij uw missie.

Daar mogen we als SGP-ers en de samenleving in alle stormen en woelige wateren waar we inzitten met zeer veel respect en waardering op terug zien.

Saevis tranquillus in undis, was de lijfspreuk van Willem van Oranje, maar mag wat mij betreft ook toegepast worden op u en op onze partij.

Hartelijk Dank voor uw onbetaalbare inzet, uw drive en uw missie van de afgelopen decennia.

Wij wensen u veel zegen toe in de toekomst!
En dat u nog lang mag genieten van uw vrouw, kinderen, kleinkinderen, Rosa, vogels en moestuin.

Zaterdag hoop ik u dit nog persoonlijk toe te wensen.

Jolanda & Wilco Boender en kinderen, Gouda


14 juni 2010

SGP 2.0

Het is al weer bijna een week gelden dat we een desastreuze verkiezingsavond beleefden op het Conservatief Café in Gouda.
Met ongeveer honderd medeconservatieven waren we getuige van de laatste (CDA)-woorden van Balkenende, de euforie in het Wilderskamp en de titanenstrijd tussen Rutte en Cohen.
De sfeer op de avond was bijzonder. Er was eensgezindheid over de partijen heen. Op wie we die dag ook gestemd hadden, we voelden dat er in het politieke krachtenveld ingeboet werd op de conservatieve waarden en traditie. Het was te zien aan de gespannen gezichten bij alle aanwezigen.
CDA-ers én SGP-ers die treurden om het verlies en het vertrek van Balkenende.
Een VVD-er die zijn hoop op een coalitie over rechts (met CDA) vestigde.
Als er één gemeenschappelijke deler deze avond was, dan was het de hoop dat Cohen niet de grootste zou worden. Bijzonder was dan ook dat de aanwezige –in mineurstemming geraakte- christelijk conservatieven applaudisseerden bij de overwinning van Rutte.

Voor de reactie op de uitslagen vanuit de christelijk conservatieve hoek verwijs ik met instemming naar de bijdrage van Eddy Bilder in het RD van afgelopen zaterdag. (Zie:Dreun voor de christelijke politiek)


Kort wil ik even een brugje slaan naar de positie van de SGP. Van alle christelijke partijen is deze partij namelijk de enige die winst heeft geboekt. De derde zetel kwam echter niet in zicht door een tekort van circa 6000 stemmen. Wel mocht de staatkundig gereformeerde partij ca. 9000 stemmen bijboeken t.o.v. 2006.
Tijdens de laatste gemeenteraadsverkiezingen kozen nóg meer mensen SGP. (+ 8300)
Nu ben ik geen analist, maar in combinatie met interne partijontwikkelingen wil ik er toch iets over zeggen.

Mijn voorzichtige conclusie is dat de electorale winst van de SGP niet in haar traditionele achterban te vinden is.
Sterker nog, de PVV is op de biblebelt veel harder gegroeid dan de SGP. Bij de gemeenteraadsverkiezingen word de lokale SGP vaak beloont voor haar gedegen, inhoudelijke en constructieve bijdragen in het gemeentebestuur. In de meeste gevallen betreft deze waardering hun sociaal economische (niet- ethische) standpunten.
Ook in de afgelopen Tweede kamerverkiezingen is dit het geval geweest.
De verwerpelijke uitspraak van de Hoge Raad betreffende het vrouwenstandpunt van de partij, welke schudt aan de boom van onze rechtstaat, hebben kiezers vertaald in een proteststem op de SGP. De vraag die de partij nu zichzelf moet stellen is of ze deze stemmers vast willen én kunnen houden bij een volgende verkiezingsstrijd.
Er is immers een categorie SGP-ers die (misschien terecht?) niet zit te wachten op zogenaamde cultuur-christenen. Je weet immers nooit waar je terecht komt met deze mensen. Recente voorbeelden laten zien dat deze mensen zomaar kunnen gaan pleiten voor een Pil van Drion op je 70e.
Wat mij betreft hoeft de SGP niet enorm te investeren om deze cultuur-christenen binnen het SGP-kamp te krijgen. Dat betekent voor mij niet dat je niet in gesprek moet zijn en blijven met deze sympathieke mensen. En de intenties van deze mensen altijd moet blijven waarderen.

Er is echter een andere doelgroep waar de SGP wel op moet gaan investeren. Dat zijn de medechristenen welke niet tot de Hersteld Hervormde, Gereformeerde Gemeente en aanverwante kerken behoren. En dan denk ik aan Rooms Katholieken, Koptisch orthodoxen, Gereformeerde Bonders en Joden.
Nu is het natuurlijk zo dat (uitgezonderd de Bonders) deze christenen de belijdenisgeschriften niet zullen ondertekenen. Echter de vraag is of dat in deze tijden van christelijk verval in de politiek een noodzakelijke voorwaarde tot partijlidmaatschap is.
Al vaker heb ik geschreven dat er binnen de SGP teveel dogma’s rond zweven die voorwaardelijk gesteld worden om in en namens de partij te mogen spreken.

Er moet geconstateerd worden dat er de afgelopen maanden een kentering gaande is binnen de SGP. Als het gaat om het zoeken en accepteren van verbreding en het opkomen voor algemeen Christelijke waarden zijn er genoeg publicaties te analyseren op dit punt. .

Opvallend is dat het verkiezingsprogramma van de SGP de partij presenteerde als een voluit christelijke partij”.
De woorden “staatkundig gereformeerd” kwam ik praktisch niet meer tegen. Net zo min als in de laatste partijrede van Van der Vlies.

Van der Vlies.
In genoemde partijrede citeert Van der Vlies instemmend Alexis de Tocqueville, Dietrich Bonhoeffer, Mr. Paul Scholten (NB van CHU-er net voor zijn dood overgegaan naar PVDA!) dr. James Kennedy (CU) en natuurlijk Mr. Groen v Prinsterer.

Verderop spreekt hij waarderende woorden over wijlen dominee Doornenbal uit Oene.

(..)Kernwoord voor deze benadering lijkt het woord heimwee te zijn. Daar wist de pastor van Oene wel van. Vanuit een diepe gereformeerde bevindelijkheid, gepaard aan oog voor een katholieke breedheid.(..)

Even verder in zijn partijrede verwijst Van der Vlies naar een gebondenheid tussen de protestante en de rooms katholieke kerken.

(…)Kern van de zaak die hier ten diepste speelt, is welke ruimte er in onze samenleving geboden blijft worden om consequenties te verbinden aan ons verstaan van de Heilige Schrift, die reiken tot in het publieke domein. Deze vraag reikt tot ver voorbij de zogeheten vrouwenkwestie in de SGP. Het gaat daarbij uiteraard niet om zo maar een opvatting van eigen snit en bedenksel, maar om een verstaan van de Heilige Schrift in gebondenheid aan de belijdenis van de protestantse en rooms-katholieke kerken in een eeuwenoude traditie.De postmoderne mens heeft aan dit principiële denkkader geen enkele boodschap meer. (…)
Dus zelfs in besloten vergadering met de eigen mannenbroeders is het citeren van ds. Kersten, Zandt, Barth, Dorsman en Abma op dit moment geen must meer.

Van der Staay en Dijkgraaf
“De fronten liggen nu anders dan in 1918”, zegt ook de nieuwe SGP voorman Kees van der Staaij in het katholiek Nieuwsblad van 4 juni jl.
Op de vraag hoe het staat met het antithetische denken van de orthodox protestante SGP richting de katholieke Kerk antwoordt Van der Staaij:

Nou ja, de omstandigheden zijn in vergelijking met de begintijd van de SGP wel erg veranderd. In onze tijd heb je de totale secularisatie over je heen gekregen en zie je hoe belangrijk het is vanuit de politiek op te komen voor de klassieke christelijke waarden. Door de omstandigheden in Nederland worden wij daar steeds meer de vertolkers van. Aan de ene kant is er het geseculariseerde gelijkheids- en vrijheidsdenken, zonder verbinding met de christelijke en bijbelse wortels. Aan de andere kant de opkomst van de islam en alle zorgen dáárover. Dat zijn nu onze twee fronten. Nu gaan wij tegenover katholieken niet mistig doen over onze protestantse identiteit en grondslag. Maar in ons politiek optreden staan wij vóór die klassieke christelijke boodschap."

Ook de nieuwe nr. 2 van de SGP, Elbert Dijkgraaf, zei vorige week in de andelgangen van een bijeenkomst in Gouda dat hij blij is met de verbredende achterban van de partij. Ook over de toenemende media-aandacht was hij verheugd. Er werden op de verkiezingsavonden geen nare vragen meer over het deelnemen aan TV-uitzendingen gesteld. Die bewuste dag had hij een goed gesprek gehad met orthodox Egyptische kopten die SGP zouden gaan stemmen.

Ook Van der Staaij heeft twee weken geleden fijne gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers van de Joodse gemeenschap in Amsterdam. Rabbijn Evers heeft gezegd SGP te zullen gaan stemmen.
Er zijn nog vele andere voorbeelden te noemen waaruit geconcludeerd mag worden dat er een nieuwe generatie SGP-ers opkomt die inzien dat de fronten niet intern in het Christendom of zelfs binnen de gereformeerde leer liggen maar extern bij de secularisatie/gelijkheidsdenken en islamisering).

Op basis van deze sociologische veranderingen worden er pragmatisch andere keuzes gemaakt door de SGP dan voorheen. Mijns inziens moet dit door het hoofdbestuur van die partij worden erkend, bevestigd en uitgedragen.

Zo niet, dan concludeer ik dat de kloof tussen het hoofdbestuur en praktiserende SGP-politici/bestuurders een feit is. Dit zeg ik niet om te polariseren maar wel om te duiden hoe ver ideeën en visies van deze twee groepen uit elkaar kunnen liggen en ook alleen maar verder komen te liggen.

De nieuwe fractie én de SGP-jongeren zijn al volop bezig zijn die verbreding te zoeken. In campagnetijd heeft dit meerdere malen plaats gevonden al bleven de werkbezoeken in de traditionele SGP-plaatsen natuurlijk de agenda beheersen.

Het samenwerken met initiatieven als het Christelijk Conservatief Beraad, pro- Israel organisaties, pro-life organisaties en medechristenen uit andere denominaties en partijen is noodzakelijker dan ooit. Binnen deze initiatieven gaan we niet discussiëren over dogma’s, geloofsleer, gezangen en gebeden. (Dat gebeurt in de kerken al meer dan genoeg).

Maar we zeggen met conservatieve vriend en broeder Eddy Bilder
"De uitslag van de verkiezingen geeft christenen alle reden om elkaar minder te bekritiseren en de krachten te bundelen tot heil van ons land en volk."

De gereformeerde gezindte heeft helaas meer ervaring met het bekritiseren van elkaar dan om krachten te bundelen. Laat het samen bidden en werken om een nieuw reveil in Nederland winst zijn uit deze verkiezingsuitslag.

Zoals ik een interview onlangs besloot;
We vergeten wel eens dat het CDA ondanks alles in de voorbije decennia vaak een remmende factor is geweest. Je hebt dat gezien in de periode onder paars. Als het CDA niet vrijwel onafgebroken in de regering had gezeten, wat was er dan gebeurd? Misschien komt er in de toekomst wel een gezamenlijke beweging en worden we door de trieste vaderlandse omstandigheden naar elkaar toe geslagen.”

Ook sommige SGP-ers zullen dit voor ogen moeten houden en afzien van zelfgenoegzaamheid. Of al badend in het behaaglijke refobad lijdzaam afwachten en gelijkertijd via de eigen verzuilde media strijden voor eigen dogma’s en verzuilde tradities met een kleine “t”.
Dan hoeft er door een Kiesvereniging geen gesprek meer gevoerd te worden met een conservatieve CDA-er die (ook) lid van de SGP wil worden. Dan hoeft er niet gediscussieerd te worden welke dominee op een tijdrede mag komen(s)preken. Dan hoeven er in de media geen suggestieve opmerkingen gemaakt te worden over christelijk conservatieve congressen. Dan stappen we over kleine verschillen heen en zoeken we biddend en opbouwend de gemeenschappelijke deler.

SGP 2.0
De SGP is een nieuwe fase ingegaan. Er bereiken mij (via deze blog en via contacten binnen de conservatieve beweging) veel vragen waar de SGP nu staat en waar zij zich heen zal gaan ontwikkelen. Ik kan daar geen antwoord op geven. Dat hoeft ook niet, want ik sta graag boven, of wat bescheidener “onder”, alle politieke partijen.
Wat de traditionele SGP achterban en de nieuwe kiezer nodig heeft is snel duidelijkheid. Welke positie wordt ingenomen? En hoe wordt deze unaniem door HB én fractie uitgedragen?

Om met een citaat van Van der Vlies te besluiten:
(…). Er mag om worden gebeden. Er mag en moet aan worden gewerkt. Bij nieuwe gelegenheden en nieuwe kansen.
Het is duidelijk dat onze partij een nieuwe fase ingaat.(...)


Laten we het hopen...

Zwever moet nodig naar de bieb

Paar weken was hij op deze blog afwezig. Maar we pakken de draad weer op.

Het wekelijks commentaar van Jan van Klinken


Wie was er woensdagavond niet verbijsterd toen bleek dat het CDA was gehalveerd en zowel de VVD als de PVV een spectaculaire winst had behaald? En wie vroeg zich niet vertwijfeld af wat toch de oorzaak mocht zijn van deze aardverschuiving? Hadden Balkenende en de zijnen kiezersbedrog gepleegd? Hadden zij er een chaos van gemaakt? En had de VVD een nieuwe, sterke leider gelanceerd? Of was overtuigend aangetoond dat het liberalisme precies is wat het land nodig heeft?

Het antwoord is nogal ontluisterend. De rol van het CDA week de afgelopen jaren niet echt af van die tijdens het vorige kabinet met VVD en D66. Ook kun je niet zeggen dat de christen­democraten de kiezers bij de vorige verkiezingen beloften hebben gedaan die ze van geen kanten hebben kunnen waarmaken. En Balkenende mag dan geen geboren leider zijn, dat was tijdens het vorige kabinet ook al de makke.

Wat de VVD aangaat, valt evenmin in te zien dat daar veel is veranderd. Rutte is nog steeds Rutte, de koers van de partij onderging nauwelijks echte wijzigingen en de fractie kon zich in de oppositie op maar weinig dossiers onderscheiden. Bovendien is de economische crisis volgens vriend en vijand het gevolg van ongebreidelde marktwerking, dus om nu te zeggen dat het liberalisme datgene is waar we met z’n allen op zitten te wachten, nou nee.

En dan die historische winst van de PVV. Als al die kiezers autochtonen zouden zijn die hun buurt door de massale komst van allochtonen hadden zien verloederen, was de keuze nog te begrijpen. Maar uit onderzoek blijkt dat Wilders het vooral moet hebben van het electoraat dat over van alles en nog wat ontevreden is, misschien zelfs wel over het weer. Er komt bij dat je je in gemoede kunt afvragen of de PVV over enkele jaren nog bestaat. Knap hoor, zoals de blonde furie de club tot nu toe nog bijeen heeft weten te houden. Maar in één keer vijftien gelukzoekers erbij, probeer die maar eens samen in één hok te houden. Het is dat wij gereformeerden niet aan weddenschappen doen anders zou ik er een kleine wijnkelder op durven zetten dat die club binnen enkele jaren ruziënd uiteenvalt. De eerste ontbindingsverschijnselen zijn er al, gelet op het gestook van Hero-egotripper Brinkman. Zouden al die PVV-stemmers dat echt niet zien?

Het komt erop neer dat de zwevende kiezer harder dan ooit heeft toegeslagen. Hulde voor wie de term heeft bedacht, want die verklaart alles. Ziet u het voor u? Een bos vol zwevende en zwalkende spoken, door elk nieuw zuchtje wind voortgedreven. Zie, een stormwind steekt op en daar zwabberen ze alweer naar een volgend rustpunt dat er wel robuust uitziet maar in werkelijkheid op instorten staat. Ten slotte neemt een tornado ze voorgoed mee naar het grote doolhof.



Eigenlijk moet het maar eens hardop worden gezegd dat veel kiezers niet of nauwelijks tot oordelen in staat zijn. Om te beginnen kan een deel van de kiezers niet eens lezen of schrijven. Toch krijgen ze gewoon een stembiljet. En wat te denken van het stemrecht van verstandelijk gehandicapten? Hoe moeten zij een afgewogen keuze maken? Geen kwaad woord over deze mensen –ik ben zelf voogd over een van hen– maar van politiek en van landsbelang hebben de meesten geen kaas gegeten. Vervolgens is er ook nog een grote categorie die uitsluitend in termen denkt van Jip en Janneke.

Al met al lijkt het me hoog tijd dat niemand minder dan de koningin persoonlijk ingrijpt, zendtijd op alle tv-stations vordert en stemgerechtigd Nederland eens ernstig toespreekt. Ze is niet voor niets staatshoofd. Om haar een handje te helpen, heb ik alvast een tekst opgesteld:

„Beste landgenoten,

Het is de laatste tien jaar normaal geworden dat de verkiezingsuitslag volledig afwijkt van de vorige. Iedere keer moeten tientallen parlementariërs naar huis. Bijna de helft van de Tweede Kamer verschiet ditmaal van kleur. Dat wijst erop dat velen van u maar wat doen als ze hun stem uitbrengen. Het is de bedoeling dat u een partij kiest die staat voor een beleid waarin u vertrouwen heeft. Ik heb het gevoel dat velen van u dat niet helemaal begrijpen. Onderzoekers verklaarden bijvoorbeeld dat het CDA zo veel heeft verloren omdat die partij het al een tijdje niet zo goed deed in de peilingen en niemand bij de verliezers wil horen. Maar beste landgenoten, de verkiezing van de volksvertegenwoordiging is geen voetbalwedstrijd.

Ik geef toe dat veel politici dat idee zelf in de hand hebben gewerkt. Om eens wat te noemen: de heren Cohen en Rutte versimpelden de keuze tussen alle deelnemende partijen tot een strijd tussen hen beiden. Je bent voor Feijenoord of voor Ajax. In die trant. Ik hoop dat u daar de volgende keer niet meer intuint.

Wat ik u dringend wil adviseren, is u de komende jaren een samenhangend geheel aan principes en beginselen eigen te maken. In iedere bibliotheek staan genoeg goede boeken om dat mogelijk te maken. Dan kunt u bij de volgende verkiezingen op een verantwoorde wijze een keuze maken. Wie weet krijgen we dan weer een stabiel kiezersvolk, een stabiele democratie, een stabiele regering en een stabiel land. Ik dank u voor uw aandacht.”

Dreun voor de christelijke politiek

Hierbij een prachtig opinieartikel van Eddy Bilder

verder commentaar hierbij is overbodig........

(bron: RD 11-06)


De uitslag van de verkiezingen geeft christenen alle reden om elkaar minder te bekritiseren en de krachten te bundelen tot heil van ons land en volk, betoogt ing. E. J. Bilder.

De uitslag van de Kamerverkiezingen is voor de christelijke politieke partijen ongekend slecht. Nog nooit eerder was het aantal behaalde zetels zo gering. En deze klap wordt door de kiezers uitgedeeld terwijl er voor het eerst sinds 75 jaar een (demissionair) kabinet zit dat louter en alleen uit christelijke bewindspersonen bestaat. Het kan verkeren.

Het is te vroeg voor een grondige analyse. Toch is het goed om stil te staan bij de gebeurtenissen. Ze staan niet op zich zelf en vragen om bezinning, niet alleen binnen de christelijke politieke partijen maar ook binnen het geheel van christelijk Nederland. Vanwege de beschikbare ruimte moet ik bondig formuleren, daardoor bestaat het risico dat de nuance wat ontbreekt.

Hoe heeft het kunnen gebeuren dat juist de christelijke politieke partijen zo in ongenade zijn geraakt? Over deze vraag zullen vooral het CDA, maar ook de ChristenUnie zich moeten buigen. Voor mij was het in elk geval opvallend dat er in de campagne weinig aandacht is gevraagd voor de thema’s waarbij levensbeschouwing een belangrijke rol speelt.

Ook de inzet op de economie als het speerpunt voor de verkiezingscampagne doet geen recht aan de bredere visie op het geheel van de samenleving die van christenen mag worden verwacht. ”Niet bij brood alleen” was de titel van een CDA-verkiezingsprogramma in de jaren 70. De afgelopen weken ontstond een heel ander beeld. Jammer, een gemiste kans.

Opvallend is ook de manier waarop de christelijke partijen met elkaar zijn omgegaan gedurende de campagne. Veel pijlen werden op elkaar gericht. Op advies van bevriende relaties vanuit de SGP heb ik twitterende kandidaat-­Kamerleden gevolgd. Om bedroefd van te worden. Met name sommige CU’ers lieten geen dag voorbijgaan zonder op het CDA te katten.

Ook op andere momenten in de campagne leek het wel of men de grootste bedreiging voor de toekomst in een andere christelijke partij zag. Teken aan de wand is dat het grote verlies van het CDA niet tot winst voor de andere christelijke partijen heeft geleid. Wat meer broederschap had de uitslag voor geen van de drie partijen negatief beïnvloed.

Wat staat ons te wachten? Het aantal libertijnen in de Kamer is sterk toegenomen. In feite vormen alle paarse partijen een directe bedreiging voor christelijk Nederland. De messen zijn al voor de verkiezingen geslepen. De vrijheid van onderwijs zal al spoedig worden ingeperkt. Christelijke scholen zullen te maken krijgen met de acceptatieplicht, zowel voor leerlingen als personeel. Voor de SGP is niet te verwachten dat een volgend kabinet voor een ‘soepele’ omgang met de uitspraak van de Hoge Raad inzake het vrouwenstandpunt zal kiezen. De VVD heeft in de campagne ingezet op meer koopzondagen. De druk op de zondagsheiliging zal toenemen.

Ook de kerken moeten zich zorgen maken. Immers, de voorzitter van de PvdA deinsde er niet voor terug om rooms-katholieke erediensten te verstoren omdat men weigerde een praktiserende homo de hostie uit te reiken. Ook binnen de VVD en D66 zijn sterke krachten om bepaalde keuzes die voortkomen uit de wil om volgens Bijbelse normen te leven, niet langer te accepteren. Over de consequenties voor de medisch-ethische dossiers kunnen ook sombere voorspellingen worden gedaan. Als geen van de christelijke partijen gaat meeregeren zullen op dit terrein alle remmen los gaan. Vrijheid zal tot de hoogste norm verheven worden.

Het is de hoogste tijd dat de christelijke groeperingen zich beraden op hun positie en waar mogelijk hun krachten bundelen. Tot op heden is er vooral aandacht geweest voor de onderlinge verschillen en te weinig voor het feit dat we inmiddels met elkaar wel een kleine minderheid geworden zijn.

Het zijn niet alleen de drie christelijke partijen die veel meer in broederschap met elkaar moeten omgaan en bij belangrijke zaken samen moeten optrekken, ook de kerken moeten zich meer tot de samenleving richten en hun leden wijzen op ontwikkelingen in de samenleving en die duiden. Mij is opgevallen dat rond de activiteiten van het Christelijk Conservatief Beraad enkele predikanten met kritiekpunten komen, zonder enige vorm van waardering voor de initiatieven om de samenleving te waarschuwen voor de bedreigingen van deze tijd.

Als we als christenen een boodschap menen te hebben voor de samenleving, moeten we ophouden elkaar op ondergeschikte onderwerpen te bestrijden. We zullen krachten moeten bundelen en waar mogelijk gezamenlijk moeten spreken tot de regering en tot de politieke partijen. Laten we daarom beginnen met ons te verootmoedigen, vergeving te vragen voor wat we fout hebben gedaan en zegen vragen over het werk dat wacht. Daarbij moet het niet gaan om macht of invloed, maar om het heil van ons land en volk.

De auteur was lid van de Tweede Kamer voor het CDA en is lid van het Christelijk Conservatief Beraad.

7 juni 2010

PvdA solt met militairen, VVD en SGP solide

Van de conservatieve vriend en defensiespecialist Mat Herben ontvingen we onderstaand artikel. Het plaatsen waard!

Minimaal 25.000 arbeidsplaatsen op de tocht



“Realiseert u zich wel dat een bezuiniging van 1,5 miljard euro vijftienduizend arbeidsplaatsen kost en dat de krijgsmacht vier jaar lang aan niets anders toekomt dan reorganiseren?” Jean Debie, voorzitter van de militaire vakbond VBM/NOV, werd zo mogelijk nog kwader door het laconieke antwoord van PvdA-senator Van Driel: “Ik heb wel meer grote reorganisaties meegemaakt”.

Het incident speelde zich af op 3 juni in perscentrum Nieuwspoort tijdens het verkiezingsdebat tussen de defensiespecialisten. Met uitzondering van VVD-woordvoerder Hans van Baalen blonken de aanwezigen uit in onkunde. Onthullend was dat zelfs het CDA wil gaan bezuinigen op de krijgsmacht, daarvoor is liefst 500 miljoen euro ingeboekt, net als de PVV. D66 wil alleen een politieleger (“stabilisatiemacht”) en denkt zelfs 800 miljoen te kunnen bezuinigen. De PvdA en de SP spannen de kroon met respectievelijk 1,5 en 2 miljard.
Wat dat concreet betekent, blijkt uit de ambtelijke Heroverwegingen die Financiën publiceerde. De Asser luchtmobiele brigade verliest een van haar drie bataljons, de vliegbasis Leeuwarden gaat dicht, de Mijnendienst wordt gehalveerd, enz. Vijftienduizend arbeidsplaatsen, een kwart van het defensiepersoneel, betekent grofweg 2500 militairen van zowel luchtmacht en marine, 5000 landmachters en 5000 burgers. Deze mensen werken vooral in Den Helder, Leeuwarden, Assen, Havelte en Oirschot. Vandaar dat de partij van Job Cohen er laconiek over kan doen. Het gaat immers niet om Amsterdammers en Randstedelingen, die vaker PvdA stemmen. Voor de provincies is het verlies van duizenden arbeidsplaatsen ernstig, zeker in de Kop van Noord-Holland, Friesland en Drenthe. Er verdwijnen bovendien honderden indirecte banen van toeleveranciers en horeca. De gezinnen van duizenden militairen die worden overgeplaatst, laten een leegte achter in de dorpen, op scholen en in het vrijwilligerswerk.

Drama in Drenthe
De situatie wordt in Drenthe echt dramatisch als de PvdA, SP, PVV en Groenlinks hun zin krijgen om het JSF-project te stoppen. Er werken 750 mensen bij de Stork(Fokker)-vestiging in Hoogeveen. Als Nederland uit het project stapt, is dat het definitieve einde voor de Nederlandse luchtvaartindustrie, die sinds de ondergang van Fokker moeizaam is opgebouwd. Van de 15.000 luchtvaartbanen zal binnen vijf jaar naar schatting tweederde verdwijnen. Ook voor universiteiten en onderzoeksinstituten is de dreigende verdwijning van de innovatieve luchtvaartcluster een zware slag in het streven de kenniseconomie te versterken.
Defensie en bedrijfsleven bij elkaar opgeteld worden de linkse partijen dus direct verantwoordelijk voor het verdwijnen van 25.000 hoogwaardige arbeidsplaatsen en wellicht eenzelfde aantal indirecte banen. De economie loopt verder twintig miljard mis aan omzet uit Amerikaanse JSF-orders. De regering Obama heeft de JSF tot topprioriteit uitgeroepen en begint volgend jaar al met het plaatsen van grote orders. In de komende kabinetsperiode hoeft door Nederland slechts één testtoestel te worden aangeschaft, de aflevering van 83 vliegtuigen is voorzien tussen 2015 en 2023. Ook de betalingen zijn uiteraard over twaalf jaar uitgesmeerd, in de komende vier jaren slechts 25 miljoen per jaar. Het is dus ronduit kiezersbedrog te beweren dat we zes miljard op de JSF kunnen besparen.

Niettemin denken PvdA en SP stemmen bij militairen te kunnen behouden door te pleiten voor een goed veteranenbeleid. Dat doet echter iedere politieke partij. De PvdA zou zich moeten realiseren dat de problemen na uitzending vooral ontstaan, omdat militairen zich door politiek en samenleving in de steek gelaten voelen.
Gelukkig zijn er ook partijen die de krijgsmacht een warm hart toedragen. De VVD doet er 120 miljoen bij, in het christelijke kamp is de solide SGP (200 miljoen erbij) een betere keuze dan het zwalkende CDA of de linksige ChristenUnie. Rita Verdonk (geen bezuiniging) is een alternatief voor PVV-stemmers. Meer dan 200.000 militairen, defensie-ambtenaren en veteranen, alsmede hun achterban, kunnen het verschil maken bij de komende verkiezingen.

Mat Herben
Defensiespecialist

Volgers