22 juli 2009

Vakantie

























Rust
Ruimte
Elkaar hebben
Boeken
Gezin
Kranten
Overpeinzingen
Cognac
Sigaartje (Cohiba)
Zee
Contacten
Caravan
Duinen
Stadjes
Geschiedenis
Genieten
Zeeuwsche Cultuur
Golven
Gesprekken
Rust



















.tot over 4 weken.

”The UnDutchables” (Jan van Klinken)

Hollanders: uit zuinigheid meteen je naam noemen

Het is alweer anderhalf jaar geleden dat prinses Máxima haar nek uitstak door te beweren dat er niet zoiets bestaat als dé Nederlandse identiteit. Ze was die in ieder geval niet tegengekomen.

Op zich valt daar weinig tegen in te brengen. Dé Nederlander bestaat immers niet. We zijn allemaal verschillend.

Om maar wat te noemen: de een is liberaal, de volgende uitermate orthodox, een derde uitgesproken onverschillig en een vierde zeer vooruitstrevend. Probeer daar maar eens brood van te bakken.

Ik zou dus niet graag durven beweren dat de uitspraak van de prinses ”een beetje dom” was. Maar toch ging ze naar mijn bescheiden mening wel erg kort door de bocht. Van de 16 miljoen Nederlanders hebben de meesten dezelfde voorgeschiedenis. Wat wij met elkaar delen, zijn de herinneringen, ervaringen en culturele erfenis van de voorgeslachten. Die kun je niet zo maar de Noordzee inschuiven.

Doordat ik de laatste weken elders verkeerde, kwam de vraag naar hetgeen ons Nederlanders kenmerkt weer helemaal terug. In Australië lopen vrij veel landgenoten rond en zij hebben zich de laatste twintig jaar vrij goed georganiseerd. Dat heeft te maken met het gegeven dat de meesten emigreerden in de periode na de Tweede Wereldoorlog. Toen waren ze twintigers en dertigers. In de jaren negentig gingen ze massaal met pensioen en vonden ze eindelijk de tijd om zich uitgebreid met elkaar bezig te houden.

Intussen is het gros op hoge leeftijd en is deze generatie bezig uit te sterven. Hun kinderen en kleinkinderen zijn geïntegreerd en hebben over het algemeen geen behoefte meer aan contacten met Nederlanders. De desbetreffende organisaties zullen om die reden wel spoedig verdwijnen, maar zolang dat niet het geval is, bestaat de gelegenheid de ontmoetingen van die gepensioneerde pioniers bij te wonen.

In Brisbane, aan de oostkust, komt iedere maand een Nederlands gezelschap bijeen tijdens een koffieochtend in een restaurant in de binnenstad en met een aantal van hen sprak ik over hetgeen ons Nederlanders met elkaar verbindt.

Dat er iets is, mag duidelijk zijn. Anders zouden ze geen behoefte hebben aan onderling contact. Maar wat dat ”iets” is? Dat was nog niet zo’n gemakkelijke vraag.

Het meest voor de hand liggende antwoord is de taal. Wat is er prettiger dan in je moerstaal te converseren? Iedere taal kent unieke woorden en uitdrukkingen die onvertaalbaar zijn. Een bekend voorbeeld is ons woord ”gezellig”. Wat er in het Engels het dichtst bij komt is ”cozy”, maar het dekt de lading van gezellig niet. Cozy zit in de sfeer van knus, maar dat is toch net iets anders. Je zegt niet: Gisteren heb ik een paar vrienden ontmoet en het was ouderwets knus. Nee, het was ouderwets gezellig.

Toch is de taal zeker niet het enige wat die Hollanders daar in Brisbane (en elders) met elkaar gemeen hebben. Dat bleek eens temeer toen de meesten in het vuur van het gesprek automatisch op het Engels overschakelden. Ze zijn al zo lang weg uit Nederland dat ze de goede woorden niet meer paraat hebben. Het kost te veel denkwerk.

Een andere aanwijzing dat de taal niet het cement is dat deze mensen bij elkaar voegt, is dat er niet of nauwelijks Vlamingen in de Nederlandstalige gemeenschap rondlopen. Aan de ontmoetingen van de koffieclub waar ik te gast was, had wel eens een Belg deelgenomen maar het was tot die ene beperkt gebleven. Terwijl andere zuiderlingen –de Brabanders en Limburgers– volop meedoen aan het Hollandse verenigingsleven, zoeken de Vlamingen hun contacten liever elders.

Een van de Nederlanders attendeerde me op het boek ”The UnDutchables”. Ze dacht dat dat me wel verder zou helpen. Ik moet bekennen dat ik er wel eens van had gehoord maar dat het me verder weinig zei.

Het boek is geschreven door een Amerikaans paar dat twintig jaar in Nederland woonde. De eerste druk dateert van 1989, maar het is al vele malen herdrukt en is zelfs –onder dezelfde titel– in het Nederlands verschenen.

Hoewel niet alles aanspreekt, is het een fascinerend boek. De kwestie die prinses Máxima aan de orde stelde, wordt er niet in opgelost maar de auteurs hebben wel veel typisch Nederlandse eigenaardigheden op rake wijze beschreven. Wie weet brengt ons dat toch dichter bij de ontknoping van het raadsel van de Hollandse identiteit.

Heeft u er bijvoorbeeld wel eens bij stilgestaan hoe merkwaardig de gewoonte is om iemand een koekje aan te bieden en daarna het deksel van de trommel hermetisch te sluiten? Alsof wij zeggen willen: Eentje is zat.

U vindt dat vanzelfsprekend maar niet-Nederlanders, zoals de schrijvers van ”The UnDutchables” dachten: Wat een krenten!

U moet ook eens aan een niet-Nederlander voordoen hoe wij duidelijk maken dat ons koekje of snoepje heerlijk smaakt. We brengen dan de rechterhand naar de wang, bewegen die enkele keren voor- en achterwaarts, kijken opgetogen en zeggen dan: „Mmm, lekker.”

Ik vertelde het aan een Australiër en hij schuddebuikte van het lachen. Je zag hem denken: Rare jongens, die Nederlanders. We zijn voor zover bekend het enige volkje ter wereld dat er deze gewoonte op nahoudt.

Wist u trouwens dat we ook de enigen op de aardbol zijn die meteen onze naam noemen als we de telefoon opnemen? Is echt zo. En weet u hoe dat komt?

Vanaf het prille begin adviseerde het toenmalige telefoonbedrijf PTT, dat in handen was van de staat, om direct bij het opnemen te zeggen wie je was. Dat scheelde kostbare tikken. Anders moet de beller immers vragen of hij de juiste persoon wel aan de lijn heeft.

Nou, dat advies was niet tot dovemansoren gericht. Voor geld besparen, al is het minder dan een cent, zijn wij Hollanders altijd te vinden. En tot op de huidige dag volgen we deze raad trouw op. Dit in tegenstelling tot de rest van de wereldbevolking. De potverteerders.

Volgende week: Waar heten verkooppunten van softdrugs koffiewinkels en waar benut de bevolking een nationale feestdag om oude rommel te verkopen?

19 juli 2009 Jan van Klinken

20 juli 2009

Het Gezin: Meer dan de som der delen


Van 10 - 12 augustus zal in Amsterdam het World Congress of Families worden gehouden.

Het World Congress of Families is een wereldwijde coalitie die opkomt voor de positie van het gezin, in een tijd waarin gezinnen steeds minder gewaardeerd worden en het gezinsleven steeds meer uitgehold wordt. Het initiatief tot het World Congress of Families ligt bij dr. Alan Carlson van het Howard Center for Family, Religion and Society (VS). Uitgangspunt van het World Congress of Families is artikel zestien, lid drie van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens: 'Het gezin is de natuurlijke en fundamentele groepseenheid van de maatschappij en heeft recht op bescherming door de maatschappij en de Staat'.

NB. Het is anno 2009 wel nodig om het gezin te definiëren als een eenheid tussen Man- Vrouw- Kind(eren). En niet zoals velen willen Man Man-Kind(eren) of Vrouw-Vrouw-Kind(eren).




Hier de uitnodiging.

Dear Sir / Madam,

Hereby we invite you to the fifth World Congress of Families which will be held in Amsterdam RAI, the Netherlands, August 10-12. We are expecting 2500 visitors from over 50 countries. This congress will be attended by families, politicians, businesspeople, religious leaders, representatives of interest groups, civil society leaders, scholars and students.

klik hier voor het complete programma

Enkele van de vele sprekers:

Minister Rouvoet
Dr. Bart Jan Spruyt
Opperrabijn Binyomin Jacobs
Dr. Roel Kuiper
Joel Voordewind
Mr. Kees van der Staaij

13 juli 2009

“SGP let op Uw Saeck en op uw jeugd”.

In het RD van zaterdag stond een artikel waarin wordt ingegaan op de relatie tussen refojeugd en Wilders. Lees het hier.

Vandaag mijn commentaar op de opiniepagina's van het ND en het RD.


Al enige tijd is de SGP in verwarring als het gaat om haar opstelling ten opzichte van Wilders enerzijds en het conservatisme anderzijds.
Uit het artikel van afgelopen zaterdag kan men de indruk krijgen dat het om dezelfde zaken gaat. En vervolgens kan er de verkeerde conclusie worden getrokken dat de PVV dé partij voor conservatieven is. Dat dit niet klopt is 3 jaar geleden reeds bevestigd uit het feit dat de conservatief Bart Jan Spruyt na enkele “hoopvolle” maanden de PVV gedesillusioneerd
heeft verlaten.
De PVV is geen conservatieve partij, net zo min als het CDA of de SGP dat nu is.
Hooguit kunnen we conservatieve elementen in deze partijen vinden.Wat mij betreft bij de SGP de meeste. Toch weet de SGP geen raad met de jongeren die zich aangesproken voelen door het conservatisme of door de felle anti-islamtoon van Wilders.
Jammer ook dat SGP-kamerlid Van der Staaij de aanhang van refojeugd voor de PVV bagatelliseert en zich wat naïef opstelt. Na de Europese verkiezingen haastte hij zich al om op zijn blog te schrijven “ blij te zijn met de 90 % kiezerstrouw van de SGP-ers”. Echter ook in het interview van afgelopen zaterdag krijgt de PVV-minnende refojeugd geen oplossing of alternatief aangeboden.


Als de SGP niet met een duidelijk alternatief komt zullen de jongeren op korte of langere termijn afhaken. De “kort door de bocht”-denkende jongeren zullen naar Wilders gaan. Maar vergeet vooral niet de studerende en intellectuele refojeugd. Voor hen kan op dit moment het CDJA, en in de toekomst wellicht het CDA, een aantrekkelijke partij worden.

De huidige CDJA- jongeren achten de “C’ heel hoog, is zeer kritisch over de multiculturaliteit (en islamisering) en hebben veel conservatieve ideeën over gezin en maatschappij. Nu hebben de staatkundig gereformeerden deze ideeën ook Alleen zijn er drie lastige blokken aan het SGP- been die veel onduidelijkheid scheppen. Het vrouwenstandpunt, de theocratie en de opstelling in het islamdebat.
Zolang daarover geen pragmatische en rechtlijnige standpunten worden ingenomen vervreemden de jongeren zich snel van de partij waarbij ze zijn opgevoed.
Ze zien de kerk falen in haar roeping en daarbij nu ook “eigen” partij verzanden in irrelevante discussies en een gematigde islamkritiek. Duidelijkheid ontbreekt terwijl de refozuil steeds meer scheuren gaat vertonen.
Door de angst om de eigen vrijheden van religie en onderwijs op te moeten geven is de partij niet in staat om zich fel tegen de islam uit te spreken.
De partij haast zich altijd om in één zin het gevaar van islamisering én het gevaar van de seculieren te benoemen. Nu zal ik de laatste zijn die de seculiere jihad ontken want het is inderdaad voor christenen een strijd op twee fronten. Alleen neemt de SGP op het seculiere front een offensieve houding aan en op het islamfront een defensieve.
Zo defensief, dat het soms neigt naar het innemen van de slachtofferrol gezamenlijk met de moslims. Waarom zegt de SGP het Wilders niet na om vóór vrijheid van onderwijs te zijn maar tégen islamitisch onderwijs? Juist op deze punten kan de SGP zich sterk onderscheiden van CDA en Christenunie.
Van der Staaij zegt “zich ook zorgen te maken over de islamisering”maar komt vervolgens niet met een duidelijk verhaal waarom de jeugd ook bij de SGP aan het juiste adres is. Hij blijft in de verwijtende sfeer hangen dat christenen niet bij een seculier- liberale partij thuis horen. Het onder de aandacht brengen van je eigen standpunten moet het uitgangspunt zijn, zegt hij. Hopelijk blijft het niet alleen bij een uitgangspunt maar komt er ook hoorbare en zichtbare daadkracht.
De SGP-jongeren lijken de ontwikkelingen meer serieus te nemen. Jammer dat tot op heden een spontane reactie van de moederpartij op het nieuwe kernprogramma van de SGPJ uit is gebleven. Zwijgt men het liever dood omdat men met de groeiende conservatieve stroming onder de SGP-jongeren ook geen raad weet?

Echter niet alleen de SGP moet op haar saeck letten.
Ook de refojeugd moet zich serieus afvragen waar zij zich wil positioneren in het politiek-maatschappelijke leven. Als ze alle christelijke en klassieke normen en waarden aan de kant zetten en luid roepen dat alle buitenlanders het land uit moeten, zijn ze afgezonken naar oppervlakkige cultuurrelativisten. Wil de refojeugd zich nog verdiepen in standpunten en ideologieën van partijen? Of willen ze populistische taal horen en stemmen op degene die zo hard mogelijk “Marokkaans tuig” roept? Geven de ouders het goede voorbeeld? Wie neemt de moeite om zijn kinderen ook in politieke zin breed te onderwijzen?

Het is nu tijd voor een christelijk- conservatieve partij die het christendom superieur durft te stellen aan de islam. Zelfs de niet-christen Bolkestein gaat de christelijke partijen daar in voor. De SGP heeft kennis en talenten genoeg om zich hiernaar te gaan ontwikkelen.
Dan biedt de partij Deo Volente toekomst voor de eigen jeugd en voor de samenleving.

11 juli 2009

Zomerlezen: Beschaving



Sta ik deze week in Apeldoorn op een parkeerplaats, valt mijn oog op een bushokjesreclame met bovenstaande poster.

Nu was het niet de jonge actrice Isolde Hallensleben waarnaar mijn oog getrokken werd. (überhaupt heb ik niet veel met dit soort types) Maar mijn oog werd getrokken naar het boek dat zij, relax zittend in een kruiwagen ogenschijnlijk aandachtig zit te lezen. Omdat dit boek namelijk ook mijn boekenkast siert en een paar jaar geleden wekenlang op mijn nachtkastje heeft gelegen na het keer op keer te hebben gelezen.

Het is het boek "Beschaving of wat er van over is" van de Britse conservatieve arts-schrijver Theodore Dalrymple.
Het boek valt op door de cover met daarop een kabouter met opgestoken middelvinger.
Hoe banaal de cover, zo lezenswaardig is de inhoud.

Ik raad iedereen dan ook aan om in navolging van Isolde in deze doordraaiende wereld dit boek in haar of zijn vakantie te gaan lezen.

Met z’n allen naar ”Hummeloe”

Hier weer de wekelijkse column van Jan van Klinken



Excellentie,

De laatste weken ben ik ver van huis en toch heb ik af en toe aan u moeten denken. Want u bent de baas van een wel erg fijn land. Dat weet u natuurlijk al veel langer maar het is goed dat u het ook eens van een ander hoort.

Terwijl ik in den vreemde verkeer, werd mijn aandacht getrokken door een Nederlands internetbericht dat ik graag even met u wil doornemen. Mijn hart gloeide van trots toen ik het las. Echt Holland, mijn dierbare vaderland, dacht ik. Ik kon het drooghouden maar het scheelde niet veel.

Het bericht dat ik las, ging over een nieuw hightechdepot van het Stedelijk Museum in het Westelijk Havengebied in Amsterdam. Dat is vorige week geopend, zo heb ik begrepen. In dat depot worden ruim 90.000 objecten opgeslagen.

Ik dacht even dat het een drukfout was maar ik heb het nagetrokken en het klopt. Die 90.000 kunstwerken zullen in dat depot voorgoed verdwijnen.

Ik weet niet van welke kunstenaars al die werken afkomstig zijn maar wat geweldig dat er voor al hun geesteskinderen een plaatsje is. Natuurlijk is het jammer dat al deze ongetwijfeld erg fraaie producties het publiek gestolen kunnen worden maar daar kan het museum niets aan doen. Daarom vind ik het zo mooi dat er toch een laatste rustplaats voor deze kunstwerken is gecreëerd.

De kosten vielen me reuze mee: 14 miljoen euro. Voor Amsterdamse begrippen een zakcentje. En nu maar hopen dat er niet nog een nulletje bij komt, want de ambtenaren op het stadhuis kunnen volgens mij nog niet zo goed met hun rekenmachines omgaan. Is ook best moeilijk.

Ik verblijf momenteel in Australië en heb het bericht aan wat mensen hier voorgelezen. Zij konden het niet geloven. Wat een land, zeiden ze, terwijl ze de hand voor de mond sloegen. U begrijpt, ik glunderde. Inderdaad, dat dit allemaal zo maar kan.

„How crazy”, riep iemand vol verbazing uit. Een ander vroeg zich af waar wij dit allemaal van betalen. „Van de benzine”, was mijn antwoord.

„Van de benzine?”

„Ja, de regering doet er op iedere liter een euro bij en daar betaalt ze al dit soort leuke dingen van”, vertelde ik.

Nou, ze waren sprakeloos. Moet u weten dat de benzine hier omgerekend 70 eurocent kost. Wat een domoren toch hè, hier in de regering. Kunnen ze de autobezitters lekker uitmelken, doen ze het niet.

De mensen hier vroegen me ook of het waar is dat Rotterdamse daklozen met vakantie mogen in de bossen van Hummelo. Dat was op de Australische tv geweest. Ik zei dat ik daar van had gehoord maar dat het om een initiatief gaat van een stichting die deze mensen weer op de rails probeert te krijgen. Vonden ze „excellent.”

Maar wat ze vervolgens wilden weten was of het klopte dat de gemeentelijke overheid daarvoor een bedrag van 150.000 euro beschikbaar had gesteld.

Ja, daar zat ik. Vroeger stond Rotterdam erom bekend dat er zo hard werd gewerkt. Er werd wel eens gekscherend gezegd dat het geld in Rotterdam werd verdiend, in Den Haag werd verdeeld en in Amsterdam werd opgemaakt. Maar intussen weten ze in de Maasstad ook hoe dat moet, geld stukslaan. Ik heb toen uitgelegd dat de Nederlandse overheid de gewoonte heeft om mensen die problemen hebben, een prettig gevoel te geven. Pamperen noemen we dat.

De Aussies knikten heftig. Ze zeiden dat ze zelf ook graag een keertje op kosten van de Nederlandse overheid naar ”Hummeloe” wilden.

Verder heb ik gelezen dat uw kabinet eindelijk het juiste antwoord op Wilders heeft gevonden. Uw bewindslieden hebben de koppen bij elkaar gestoken en ze zijn eruit. Eerst dacht ik dat ze de problemen waarmee Wilders steeds aankomt definitief de wereld uit wilden helpen. U weet wel, de criminaliteit onder allochtonen, het misbruik van de sociale voorzieningen, de onleefbaarheid in de oude wijken, het gebrek aan respect en fatsoen, de radicalisering onder moslimjongeren, de uitval in het onderwijs en zo nog een serie misstanden.

Nou, nou, schoot er door me heen, dan moet uw kabinet de mouwen opstropen.

Maar nee, het blijft gelukkig heerlijk rustig in het land. De afspraak blijkt slechts te zijn gemaakt dat Wilders en zijn gevolg voortaan meteen lik op stuk krijgen. Als voorbeeld werd in het krantenbericht genoemd dat minister Van der Laan direct op de ketting sprong toen een PVV-Kamerlid beweerde dat moslims 100 miljard aan sociale voorzieningen kosten. „Ik lever u zo snel mogelijk een lijstje met een overzicht van alle kosten én baten en dan praten we verder.” Ook andere minister hebben stevig van leer getrokken. Donner, Van Middelkoop, Rouvoet – stuk voor stuk hebben ze die dekselse braniebroek uit Limburg de oren gewassen.

Wat een vondst dat uw kabinet het hoogblonde gevaar op die manier aanpakt. Ik denk dat de mensen in het land nu wel heel erg zullen schrikken en zich wel tien, wat zeg ik: zich wel honderd keer zullen bedenken voordat ze weer eens op die man stemmen.

Wat zullen ze ervan opkijken dat u de problemen op deze originele manier oplost. De kiezers zullen u en uw kabinet hiervoor vast en zeker rijkelijk belonen.

Ik zou trouwens bijna vergeten minister Ter Horst te noemen. Die zei in een interview in de Volkskrant uit te zien naar de opstand van de intellectuele elite. Als ik het goed begrijp, hoopt zij dat de mensen van de Amsterdamse grachtengordel uit de schuilkelders klauteren om zich gezellig te verenigen rond het ideaal van de onvolprezen multiculturele samenleving. Hulde!

Toen ik over uw aanpak aan de mensen in Australië vertelde, kwamen ze letterlijk niet meer bij. Minutenlang konden ze geen woord uitbrengen. Daarna moest ik het nog eens herhalen maar ze bleven me ongelovig aanstaren. Ze snappen er werkelijk helemaal niets van. Nu is mijn vraag aan u: Wilt u het zelf nog eens uitleggen?

Bij voorbaat heel hartelijk dank.

Met vriendelijke groet,

N. A. Ieveling


10 juli 2009 Jan van Klinken

6 juli 2009

Simone en het T-woord van de SGP

Het blijft een onduidelijke kwestie bij de SGP. Die interpretatie en presentatie van het T-woord. Zelfs de vrouw van een vooraanstaande hoogleraar geschiedenis, drs. Simone Kennedy (vrouw van prof. dr. James van de UvA), denkt en schrijft dat de SGP naar een Theocratie streeft.
In een sympathiek artikel afgelopen donderdag in de SGP-krant zinspeelde ze op de gebeurtenissen van de afgelopen weken tussen de CU en SGP m.b.t. de aansluiting bij de Britse Conservatives.

Zoals ik opmerk, een sympathiek artikel waarin ze de breuk betreurt. Maar als dit gewaardeerde CU-raadslid uit Amersfoort spreekt over de principiële verschillen tussen de CU en de SGP slaat ze de plank toch wel even mis.

citaat:
Ook zijn er grote principiële verschillen tussen beide partijen. De SGP streeft naar een theocratie en is minder verdraagzaam ten opzichte van andere religies. Zij is een getuigenispartij. De ChristenUnie wil functioneren binnen een democratie en streeft naar vrijheid van godsdienst. Zij wil andersdenkenden overtuigen van haar standpunten.

tot zover Simone Kennedy.

Ik kan me gezien de sympathie die uit het artikel blijkt niet aan de indruk onttrekken dat ze het expres zo verwoord. Ze weet het gewoon niet goed omdat:

Juist ja, de SGP er zelf ook geen raad mee weet en geen heldere en eensluidende taal over het beruchte T-woord laat horen. Ik heb dit al eerder in mijn
blog van 4 mei opgemerkt.

Zolang de denkbeelden over de SGP blijven dat we hier als hoogste doel hebben een Theocratie te vestigen waarbij we middels een soort sharia een ieder aan Gods wet willen onderwerpen zegt dat meer over de SGP dan over de intellectuelen die dit denken en beweren. Het zegt de Staatkundig Gereformeerden dat ze door deze term in diverse exegeses te gebruiken meer verwarring dan duidelijkheid scheppen.

Geen regeervorm maar regeernorm, geen godsdienstvrijheid maar gewetensvrijheid, alleen een belijdenis en geen doel, wel een ideaal, een illusie enzovoort enzovoort. Er is al bar veel over geschreven, gediscusieerd en verteld, met name voor de eigen parochianen. Bezinningsavonden, commissies wijze mannen enzovoort enzovoort.

In de herfst van 2008 heeft de partijtop besloten om het gebruik van het T-woord te minimaliseren en te alleen gaan spreken over Bijbels genormeerde politiek. Een hoffelijk besluit naar mijn mening. Hoe kan het dan toch dat de partijvoorzitter in De Banier van 24 april jongstleden een hele pagina wil gebruiken om de theocratie nog eens tot in alle details uit te leggen? Er is toch geen pagina voor nodig om uit te leggen dat Theocratie niet meer en niet minder het geloof en de wetenschap is dat God deze wereld regeert en bestuurd. Punt uit. Dat erkennen we als christenen toch allemaal? Een Christenpoliticus zal dagelijks zijn werk in het licht van die belijdenis doen.
Alle diepere interpretaties kunnen in de politieke discussies buiten beeld worden gelaten en scheppen zoals nu ook weer te lezen viel alleen maar verwarring. Alsof Bas van der Vlies aan Mahmoud Ahmadinejad gelijk zou zijn.

Aan het slot van de Prediker zegt Salomo: Vrees God, en houd Zijn geboden, want dit betaamt allen mensen. Want God zal ieder werk in het gericht brengen, met al wat verborgen is, hetzij goed, of hetzij kwaad. Deze tekst wordt graag aangehaald door de onvoorwaardelijke theocratie-fanaten.
Deze tekst geldt voor een ieder mens persoonlijk. Wie zullen wij als onvolmaakte overheid zijn om meer te willen doen dan ruimte scheppen en behouden voor de evangelieverkondiging? Evangelieverkodiging als taak voor kerken, evangelisten en predikanten. Als de christelijke kerken al niet één algemene christelijke kerk hier op aarde kunnen én willen vormen wat verwachten we dan van een overheid?

Dat de SGP zich sterk heeft laten leiden door de hervormde hoogleraar prof. dr. A. A. van Ruler is tot op de huidige dag voelbaar. Hij verklaarde theocratie als volgt:
Dat de kerk zich met het Woord Gods richt tot de overheid, die van Godswege over het volk is gesteld, om het als dienaresse Gods te regeren, opdat zij het zou regeren in het licht van Gods Woord.
Dat deze visie sterk theologisch is gestoeld moge duidelijk zijn. Frapant is dan ook dat de oprichter van de SGP ds. G.H. Kersten het woord theocratie nooit wilde gebruiken.

Er is hier op aarde één keer een theocratie geweest. Dat was in de Oud-Testamentische tijd toen het volk Israel rechtstreeks van Gods wege in de woestijn door Gods Geest werd geleidt. Oftewel ten tijde van de Mozaische staatsinrichting.
De volgende theocratie zal in de eeuwigheid zijnen dus niet op deze vervloekte aarde. Dat zullen de mannenbroeders van de SGP toch met mij moeten erkennen.

In het onlangs verschenen boekje (Open vensters),ter ere van het 25-jarig jubileum van Menno de Bruyne bij de SGP, kunnen we van de Hervormde Goudse predikant ds. G.H. Abma ook iets opmerkelijks lezen. Ik citeer: "wanneer in de kring van de SGP meerderen voor jou (Menno's) humoristische aanpak hadden gekozen, kon ieder de oergereformeerde intentie prima vertolken door onbevangen te blijven spreken over de theocratie.
Alsof iets wat een serieus probleem is bij de SGP, doorkneed met wat humor wellicht wat aantrekkelijker en frivoler zal gaan klinken bij de mensen.... Of zou G. Hette Abma nu zelf een grapje hebben willen maken? Zijn vader ds. H.G. Abma was anders wel een voorstander van het gebruik van het T-woord.

Misschien moet G. Hette eens bij Simone langsgaan in Amersfoort om de juiste interpreatie van het T-woord doorkneed met flink wat humor uit te leggen. Dan verteld Simone het juiste verhaal aan haar man James en dan zal James het juiste verhaal doorvertellen aan de studenten van de UvA en die studenten weer aan hun vrienden op de studentensocieteit en die vrienden weer...... kortom dan wordt het mischien helder voor heel Nederland

Wat mijn punt is: schrap dat T-woord zo snel mogelijk!

Niet om een tittel of jota van de belijdenis af te doen. Maar wel om duidelijkheid te houden en ons niet in dezelfde hoek te laten duwen als de theocratie-drijvers van deze eeuw in Iran of waar dan ook ter wereld.




UPDATE 7 juli 17.30 uur

Van Simone Kennedy ontving ik vandaag onderstaande mail als reactie op mijn blog. Zoals u kunt lezen is haar gerectificeerde artikel in het ND verschenen. Zie deze link.


Hallo Wilco Boenders,

Mijn column was bedoeld voor Opunie, een website met een paar honderd hits per column. Toen de RD-redacteur mij om 8:00 uur 's morgens belde, aarzelde ik even. Maar omdat internet een publieke ruimte is, heb ik toegestemd, hoewel ik geen tijd kreeg om mijn woorden nogmaals te wegen, want ik moest de kinderen naar school brengen. Toen het ND mij later ook belde, heb ik de column nog kunnen bewerken voor een groter publiek en heb ik de woorden rond theocratie ook veranderd. Want natuurlijk weet ik wel dat dit een onderwerp van uitgebreide discussie is binnen de SGP en dat de meningen verdeeld zijn. Het ND-artikel heb ik bijgevoegd.

Ik heb mijn woorden over theocratie vereenvoudigd opgeschreven, evenals zoveel andere punten in die column. Maar in de praktijk zie ik dat de SGP echt anders is dan de ChristenUnie. Als wij de bouw van een moskee toestaan, krijgen we van SGP'ers kritiek. De eenvoudigste manier om die verschillen te benoemen, is door te verwijzen naar het theocratisch gedachtengoed. Dat het SGP-leiding heeft besloten om minder over theocratie te willen spreken, betekent nog niet dat ze de achterliggende gedachten overboord hebben gegooid. En eerlijk gezegd vind ik dat het streven naar een theocratie een helder en te waarderen politiek standpunt is.

Daarnaast heb ik nooit over de precieze inhoud van mijn column gesproken met mijn man. Hij heeft geen toestemming hoeven geven voor de inhoud. En pas na publicatie in de kranten hebben wij er samen over gesproken. Ik moet zeggen dat ik het niet zo leuk vind om geintroduceerd te worden als 'vrouw van...'. Want daarmee impliceert u hem in iets waar hij geen weet van had.

Vriendelijk bedankt voor uw reactie.

Hartelijke groeten,

Simone Kennedy





.

Dorp dat wereld heet, ..... ( Jan van Klinken 4)

En hier dan weer de Jan van Klinken column van deze week vanuit Australie


De wereld is een dorp aan het worden. Dat wisten we uiteraard al langer, maar iedere keer kijk je er weer van op. Onderlaatst vertelde een echtpaar me over hun zoon die stage liep in Zambia. Iedere avond hadden ze via de laptop-met-camera contact. Het was alsof hij bij hen in de huiskamer zat.

Zelf verblijf ik vanwege verheugende familieomstandigheden in Australië en als u nog op één oor ligt, neem ik onder het tikken van een eitje het dagblad Trouw al door. Die krant zet zijn digitale editie midden in de nacht op het net en doordat het hier acht uur later is, weet ik alles al op het moment dat u nog van onder de lappen moet kruipen.

Of die globalisering een en al vooruitgang is? Daarover kun je twisten. In eigen land vind ik het al zo’n verarming dat alle binnensteden op elkaar beginnen te lijken. Alle winkels in de hoofdstraten zijn hetzelfde. De grote ketens drukken de zelfstandige winkeliers naar de periferie, zodat je voor een wat afwijkende aankoop aangewezen bent op de achterafstraatjes. Diezelfde ketens zie je nu overal in Europa en ook in Australië hebben er al diverse toegeslagen. Je kunt hier in de buurt zelfs naar de ALDI. Het assortiment is wel aangepast aan de lokale markt maar veel is hetzelfde. Anderzijds is er geen Europeaan die hier een cultuurshock zal oplopen. Dat is dan weer het voordeel.

Of er dan ondanks dat wereldwijde dorp geen verschillen zijn? Gelukkig wel. Laat ik maar met een typisch Hollandse waarneming beginnen: het leven hier is beduidend goedkoper. Voor de prijs van een rijtjeshuis in een Nederlands provinciestadje heb je aan de Gold Coast bij Brisbane een vrijstaande bungalow op een eigen perceel. Grond is in het algemeen zo ruim beschikbaar dat de prijs van woningen daardoor sterk kan worden gedrukt.

Daarbij moet wel worden aangetekend dat er meer factoren zijn. Anders zouden de huizenprijzen aan de oostkust verhoudingsgewijs hoog moeten zijn, want die regio is heel populair vanwege het aangename klimaat. Toch is dat niet zo, ondanks de zich aandienende schaarste aan grond.

Ook auto’s en levensmiddelen zijn goedkoper. Voor de prijs van een leuke tweedehands bij ons heb je hier dezelfde maar dan nieuw. Wat ik daarover als verklaring tegenkom, is dat de overheid minder heffingen kent. Het beslag dat vadertje staat op de inkomens, diensten en goederen legt, is bij ons misschien toch wel wat uit de hand gelopen. Daar zijn de voorzieningen dan ook naar, hoor ik u tegenwerpen. Maar ik kan niet zeggen dat die down-under zo veel minder zijn. Dat valt volgens verschillende Nederlanders die ik hier gesproken heb, reuze mee.

De commissie-Blok heeft vijf jaar geleden becijferd dat wij in Nederland miljarden kwijt zijn aan het integratievraagstuk. Dat hangt ons land als een molensteen om de nek. Nu zou ik Wilders en consorten niet graag op een idee willen brengen want die kwestie is heus niet de enige oorzaak van onze duurte. Aan de andere kant maakt het zeker verschil of je een groeiend bevolkingsdeel binnen je gelederen hebt dat de verkeerde rijtjes aanvoert – of niet.

Omdat Australië altijd erg op blanken was gesteld, is er decennialang een zeer stringent toelatings­beleid gevoerd. Tot de jaren zeventig waren niet-blanken ongewenste vreemdelingen. De immigratiedienst beoordeelde je huidskleur en als die de dienstdoende ambtenaar niet aanstond, kwam je er niet in. Ook nu is er nog steeds een strikt beleid. Asielzoekers kunnen beter een ander toevluchtsoord zoeken, want hier zijn de meesten niet welkom. Of dat niet asociaal is? Zeker, maar als ik me even beperk tot feitelijke constateringen, moet worden vastgesteld dat Australië op die manier de komst van veel economische vluchtelingen heeft voorkomen, en dat zijn nu eenmaal de meeste.

Wel kent Australië net als Nederland het verschijnsel van de gastarbeiders. Veel meer dan de asielzoekers hebben die bij ons het integratievraagstuk gecreëerd. Het grote gros is laag opgeleid en kan zich daardoor maatschappelijk moeilijk aanpassen.

Bovendien komen ze overwegend uit landen met een ongelukkige mix van islam en een bij ons achtergebleven cultuur.

Australië heeft veel Aziaten binnengehaald. In de regio waar ik verblijf, zijn veel Chinezen. In andere contreien zag ik Vietnamezen. Over het algemeen verloopt hun integratie vrij gesmeerd. Deze allochtonen werken hard, drijven handeltjes, zetten restaurants op, laten zich scholen, passen zich snel aan en gedragen zich naar behoren. Vanuit het oogpunt van de overheidsfinanciën scheelt dat meer dan een slok op een borrel. Of nieuwkomers ontwrichtend werken of juist bijdragen aan het geheel, dat maakt nogal wat uit.

Minder beladen is de constatering dat het geld in Australië ook niet weg gaat aan fietspaden. Die zijn er namelijk niet en ze zijn ook niet nodig. Er is ruimte zat, het is zeker aan de oostkust het hele jaar mooi weer en menigeen zou met fietsen zijn overtollig vet kunnen wegwerken maar nee, ze gaan óf met de auto óf ze blijven thuis.

Dat een enkeling wel de fiets kiest, willen de andere weggebruikers nog wel door de vingers zien zolang het maar overdag gebeurt. Wie zich hier ’s avonds in het donker op zijn ijzeren ros in het verkeer waagt, krijgt echter van alles naar het hoofd geslingerd. Bestuurders vragen zich vertwijfeld af wat er met je is gebeurd.

Ook wat de economische crisis betreft zijn er opmerkelijke verschillen. Volgens krantenberichten is er met name in het zuiden van het land geen sprake van krimp maar juist van groei. Een aannemelijke verklaring daarvoor wordt niet gegeven. Het enige wat te bedenken valt, is dat de bevolking in het zuiden ten tijde van de uitbraak van de crisis heel andere dingen aan het hoofd had. Het gebied werd geteisterd door gigantische bosbranden die uitermate bedreigend waren voor de bewoonde gebieden. De crisis is zodoende nooit de gedachten gaan beheersen. En dus hebben de mensen er ook geen last van. Zo zie je maar dat die hele economische malaise een ordinair tussen-de-orenverhaal is. Ook dat wisten we al, maar het is wel verrassend het op deze wijze bevestigd te zien.

4 juli 2009 Jan van Klinken

3 juli 2009

Beste Mohammed,

Sinds vorige week is Gouwenaar Mohammed Mohandis voorzitter van de Jonge Socialisten. Nadat onlangs de Gouwenaar Jacques Rozendaal de voorzittershamer van de SGP Jongeren in handen kreeg zitten er nu dus twee enthousiaste Goudse Jongeren aan het roer van twee Politieke Jongerenorganisaties. Door alle maatschappelijke en politieke onrust in onze stad is Gouda niet alleen een broedkamer van Marokkaanse tuig maar ook een broedkamer voor politiek talent. En de Goudse broedstoof van talentvolle politieke jongeren brengt nakomelingen voor ter rechter- en ter linkerzijde van het politieke spectrum.
Het moge duidelijk zijn dat de voorbeeld-marokkaan Mohammed niet bepaald aan de rechterzijde zit. Dus aan welke kant Jacques zit is ook een inkoppertje.
We zullen van beiden absoluut meer gaan horen na de vakantie.


Jacques uiterst rechts aan tafel en Mohammed uiterst links


Omdat ik Mohammed sinds de moord op Theo van Gogh ken, ontmoet en volg stuur ik hem onderstaande brief.


Beste Mohammed,

Allereerst van harte gefeliciteerd met je nieuwe job bij de Jonge Socialisten.
Jij, de talentvolle, socialistische, Goudse voorbeeld marokkaan kan voor de PVDA natuurlijk niet op een mooiere plaats terechtkomen op deze leeftijd.
Na de eerste Marokkaanse burgemeester in NL, ben jij de eerste Marokkaanse voorzitter van een politieke jongerenorganisatie. Je vindt het vast niet erg dat ik een paar keer je Marokkaanse afkomst benadruk, want je vertrouwde me onlangs na afloop van een debatavondje in de Goudse Pauluskerk toe dat je nog steeds in het bezit bent van je Marokkaanse paspoort, maar daar alleen niets mee doet.
Je spraak verraad je niet meer, je naam nog wel en daar mag je trots op zijn.
Vanmorgen hoorde ik je nog op radio 1 bij de EO zeggen dat de PVV problemen aan het marokkaniseren is. Ja, debatteren kan je wel.
Gekscherend heb ik je wel eens gezegd dat als alle Goudse Marokkanen waren zoals jij Gouda er anders uit zag.
Dat je talentvol ben is net zo zeker als het feit dat wij het vaak met elkaar oneens zijn. Niettemin voeren we het debat altijd open en respectvol. Jij noemt veel problemen een klassenprobleem, ik een multicultureel probleem. afijn... we weten hoe verschillend we denken.

Het eerste contact wat wij hadden zal ik mijn leven niet vergeten. Kort na de moord op Theo van Gogh, en toen het land daarm verhit was, belde jij me op. Of wij als actieve jongeren van die Goudse orthodox-christelijke partij mee wilden doen aan een debat in jongerencentrum Alouan. Politieke jongerenorganisaties van de diverse partijen zouden debatteren over de situatie in Nederland "na de moord".
Van de JS tot Nieuw Rechts zou aanwezig zijn en daar hoorde ook de SGPJ tussen.
Natuurlijk zei ik je onze medewerking toe, maar er was ook gelijk een probleem.
Wij zouden niet mee kunnen doen omdat het op zondagavond was. Aangezien de staatkundig gereformeerde jeugd dan massaal in de diverse Goudse kerken vertoefd en de zondagsrust heilig acht kon ik niet anders dan afzeggen. Echter dat was je bedoeling niet. Als we het dan zaterdagavond doen? "Dan zijn we er!", zei ik je.
"OK dan ga ik dat regelen", was je antwoord. Binnen 24 uur belde je me weer op met de mededeling dat het debat verzet was en speciaal voor ons op zaterdagavond zou plaatsvinden.


Voor het debat hebben we nog een avondje onder het genot van Marokkaanse thee en koekjes prettig kennis met elkaar gemaakt.
En om in deze brief niet verder in detail te treden, het was een fantastische avond waarop wij duidelijk onze visie konden ventileren in de aanwezigheid van vele Goudse Marokkanen. Als de discussie verhitte was jij het die rust probeerde te brengen om toch een waardig debat te kunnen voeren. Wel had ik een klein beetje de indruk dat je op dat moment ook niet goed wist wat er speelde in de kopjes van je achterban.
Enfin, we zijn bijna 5 jaar verder. Je bent PVDA raadslid geworden in Gouda en krijgt er nu een mooie nevenfunctie bij.

Je bent een vrijheidsstrijder voor de verworvenheden uit de Verlichting en Periode Paars. De multiculturaliteit, religiegelijkheid en niet minder onze uitgebreide verzorgingsstaat zijn je als sociaal-democraat zeer lief. Veel raakvlakken heb je dus niet met een Christelijk-Conservatief die tegen Islamisering van dit land met een joods-christelijke historie is.
Waar je wel sterk in bent is het veelvuldig benoemen van de afgestudeerde succes-marokkanen die volgens jou een meerderheid vormen in het land.
Daar heb je zeker een punt mee, alleen het nadeel is dat we ze(op jou en Aboutaleb na) zo weinig zien en horen in het publieke debat en de kiezer dus het tegendeel geloofd.
De woorden "keihard aanpakken" zijn ook niet helemaal van jou, je ziet meer heil in wijkconsulenten, gezinscoaches en ander hulpverleners die de Marokkaanse moeders moet uitleggen hoe ze kinderen op moeten voeden.
Natuurlijk kan je het uitstekend vinden met onze burgervader Wim Cornelis die menig subsidiepotje in Den Haag kan reserveren voor al die Marokkaanse gezinnen.

Maar goed….. deze brief is niet om een open debat te gaan voeren met jou. Dat doen we wel weer een andere keer misschien.

Wat ik wel wil doen is jou, Mohammed Mohandis, de meest TOFFE Marokkaan van Gouda veel succes wensen met je nieuwe job.

Hartelijke groet en tot de volgende keer,

Wilco Boender

PS
Nog twee tips:

1. Lees eens het boek "Geografie van goed en kwaad".
(je mag het ook van mij lenen)
2. Initieer een Islam-debat met alle politieke jongerenorganisaties.
(Jacques is hier ook wel voor te vinden denk ik)



.

Volgers