26 november 2009

Het christelijk fundament onder onze democratie (D.J. Nijsink, MA)

Precies een week geleden, toen ik mijn plaats in de Pauluskerk bij arabist Hans Jansen had ingenomen, werd op hetzelfde moment in Pijnacker-Nootdorp een andere boeiende lezing gehouden.
Een lezing over democratie, de SGP en een christelijk conservatieve kans.
Een lezing met een rijke inhoud over de situatie waarin land, volk en SGP verkeerd. En waar mogelijkheden liggen voor de SGP.
Een conservatieve SGP-er die op een positief-kritische wijze de partij en haar achterban een spiegel voorhoudt.

Niemand minder dan SGP jeugdwerkadviseur Dirk Jan Nijsink was de schrijver én vertolker van deze boodschap, waarmee- zo heb ik me laten vertellen- door alle aanwezigen in Pijnacker van harte werd ingestemd.

Wanneer komen de volgende prominente SGP-ers met zo'n eerlijke en duidelijke boodschap?

NB
Dat lange blogs niet worden gelezen is bekend. Voor één keer maak ik een uitzondering. Speciaal voor de liefhebbers de gehele lezing op deze blog.




Lezing Pijnacker-Nootdorp
Dirk-Jan Nijsink, MA.
Donderdag 19 november 2009


Geacht bestuur, beste vrienden,

Zonder het christendom is Nederland ten dode opgeschreven. Herstel van de orde, het behoud voor chaos, ligt in het aloude christendom, waarop onze Nederlandse democratische rechtsstaat gebouwd is. Zoals het Reveil (1815-1865) in de negentiende eeuw als intellectuele christelijke beweging de samenleving beïnvloedde zo moeten we als conservatieve christenen, die maatschappelijk betrokken zijn, ons dit gedachtegoed eigen maken. En het verhaal door vertellen. Het liefst buiten de politiek.
(…)

“Het christelijk fundament onder onze democratie”

Ik wil dit graag uitwerken in drie punten, ik zal ze kort noemen:

1. De democratische rechtsstaat en het gevaar van ochlocratie -
een weergave van de huidige politieke cultuur (chaos)
2. Staatkundig Gereformeerde politiek in onstuimig vaarwater
3. Een christelijk conservatieve kans

De democratische rechtsstaat en het gevaar van ochlocratie - een weergave van de huidige politieke cultuur

Iedereen heeft een oordeel over de politiek en er is bijna niemand die zegt: “zoals het nu gaat, gaat het goed en in elk geval beter dan vroeger”. Een veel gehoorde klacht gaat over de onoverbrugbare kloof tussen de burgers en “Den Haag”. Iedereen kan zich wat bij deze kritiek voorstellen, terecht of onterecht. Veel mensen zeggen dat de politiek niets doet. ‘Den Haag’ heeft een negatieve klank. Maar is de ‘grote kloof’ tussen kiezer en Kamer een probleem?
Veel mensen praten over het “probleem Wilders”. Jacques Monasch, communicatie en campagnestrateeg en betrokken bij diverse campagnes van de PvdA, heeft in de Volkskrant duidelijk gemaakt hoe Wilders slim gebruik maakt van anderen. Wat opvalt is de verharding en het verlies van fatsoen in de politiek. Het is een zootje in de Kamer. Denk alleen al aan de woorden die gesproken worden, de persoonlijke aanvallen. De massa regeert over de verscheidenheid en politici werken mee aan verdergaande gelijkheid.
Er is langzamerhand iets aan het ontstaan wat écht zorgelijk is - nee, het is geen vrolijke boodschap die ik breng. Ik kan dit illustreren met een uitspraak van een zekere dr. H. Blink (geoloog) die in 1932 zegt: “wij hebben teveel uit het oog verloren, dat er elementen van hogere opvoeding nodig zijn voor de toekomst van het volk. Ook in het met zogenaamde cultuur en wetenschap volgepropte West-Europa is een tekort aan geestelijke zin en morele kracht bij de mensen.” Hier zijn we bij een groot probleem gekomen. In Nederland zijn we gaan geloven in de kracht van onze democratische rechtsstaat zelf, ik denk hierbij aan partijen als D66, waar de democratie een doel in zichzelf wordt. We verwachten dat mensen daar wat mee hebben, maar de democratische rechtsstaat, hoe belangrijk ook, is in zichzelf een grijze muis. Want, de belangrijkste gedragregels staan niet in het wetboek. De belangrijkste regels om de democratische rechtsstaat gezond te houden en de sociale orde te bewaren zijn ongeschreven wetten, morele plichten en gedragregels.
Zonder een goede basis van ongeschreven wetten en morele plichten, die in het christendom te vinden zijn en waarop onze democratie gebouwd is, vervalt democratie al snel. In een democratie heeft ook de minderheid een stem, maar veel mensen en politici interpreteren democratie als: de meerderheid beslist. Tirannie van de meerderheid ligt altijd op de loer in een democratie. Alexis de Tocqueville (1805-1859), een bekend Frans filosoof, zag het al als zijn taak om de democratie in goede banen te leiden, door te voorkomen dat de negatieve effecten van democratie niet de boventoon gaan voeren.

Iedereen zal hier weleens van Guillaume Groen van Prinsterer (1801-1876) hebben gehoord, ‘Groen’ zoals hij wel semi-nonchalant genoemd wordt. Groen is een negentiende-eeuws staatsman. Hij is de grondlegger van de antirevolutionaire stroming in Nederland, de grondlegger van christelijke politiek. Hij schreef vanuit een zeker conservatisme. Hij was een erudiet man. Eigenlijk is veel van zijn werk terug te voeren tot één zin, verwoord door de Utrechtse hoogleraar C. Gerretson: “het exces van de democratie, de consequentie toepassing van het beginsel der volkssoevereiniteit leidt eerst tot anarchie, later tot dictatuur”. Dit had hij niet zelf bedacht. Groen kende zijn klassieken, hij was geschoold in de klassieke filosofen. Als de massa gaat regeren is dat huiveringwekkend. In de klassieke politieke filosofie ‘ochlocratie’ genoemd: het resultaat van een verwording en degeneratie van de democratie. Voorwaarden waaronder een democratie – en wat mij betreft ook de rechtsstaat – nog goed functioneren zijn verdwenen. Het fundament van tradities, moraal en regels is afgebrokkeld. Er blijft chaos over, en in die chaos, zo houden de klassieke filosofen ons voor, gaat het volk roepen om een sterke Grote Leider die orde op zaken komt stellen.
De overeenkomsten met de Nederlandse democratie zijn aanwezig, omdat we allang het democratische beginsel absoluut hebben gemaakt. Nu vervagen ook identiteit, cultuur en moraal, doordat het christendom nabij de verdwijning lijkt, naar de mens gesproken. De gevolgen zijn dat vrijheden worden gezien als een eis aan de ander, om de vrijheid om te doen waar je zin in hebt op te eisen. Bruut! Terwijl vrijheid eigenlijk een recht is om te doen wat je moet doen. Vrijheden kennen grenzen. Nu lijkt vrijheid te ontaarden in vrijblijvendheid, vrijpostigheid, wetteloosheid, ongebondenheid, onverantwoordelijkheid. Een laatste punt is het doorgeslagen gelijkheidsdenken. Het gelijkheidsbeginsel (verwoord in artikel 1 van de Nederlandse grondwet) regeert boven de klassieke grondrechten, terwijl de laatstgenoemde oudere papieren hebben.

De verpulvering – doelbewust – van het christelijke culturele fundament onder democratie, rechtsstaat en economie is de enige oorzaak van alle actuele problemen die ons dagelijks via de krant en andere media overspoelen. De problemen in de politiek (ik denk aan het ontbreken van fatsoen, kennis, welsprekendheid), de sociale problemen (integratie, verpaupering, onfatsoen). Dit lossen we niet op met radiospotjes over ‘zonder dat we het door hebben, worden we steeds asocialer’. Met alle respect voor SIRE, maar dat is slechts symptoombestrijding.
Zo is Nederland een land met een postchristelijke cultuur geworden en dat heeft veel ernstiger gevolgen dan ook wij denken. Wat hebben we het gebed van Asaf nodig: “O God, breng ons weder, en laat Uw aanschijn lichten, zo zullen wij verlost worden.”
En nu de rust van de SGP in dit geweld…


Staatkundig Gereformeerde politiek in onstuimig vaarwater

De Staatkundig Gereformeerde Partij is de oudste partij van Nederland. Ze heeft oude papieren en staat bovendien bekend als een standvaste partij. Dat is een compliment waard. Het is niet goed als een partij veel in beweging is, of ideologische veren verliest. Het bestaan van de SGP getuigt van het christelijke verleden van ons land. De SGP is een partij van tradities en dat is mooi in een tijd waarin kostbare tradities bij het grof vuil worden gezet. Toch denk ik dat de SGP het gevaar loopt mee te gaan in gelijkheidsdenken en gemakzucht. We moeten wel blijvend rekenschap geven van de hoop die in ons is. Ik kom daar in mijn laatste punt op terug.
Misschien verwacht u het niet vanavond, maar ik wil de SGP toch een kritische spiegel voorhouden. Niet om negatief te doen, maar om mee te denken over de toekomst van de partij. De partij loopt het gevaar naar binnen gekeerd te raken en slechts achterhoedegevechten uit te voeren over interne of theologische kwesties.
De SGP heeft het niet makkelijk in een klimaat van nivellering en gelijkheidsdenken, laat dat voorop staan. Toch houdt de SGP tot op heden aardig stand. De partij staat bekend om haar deskundigheid. Van der Vlies wordt wel het staatsrechtelijk geweten van de Tweede Kamer genoemd, terwijl het gisteren opgestapte Kamerlid van de VVD, Boekestijn, mij toevertrouwde dat hij zo’n bewondering had voor Kees van der Staaij. Mooi toch? Het is goed dat we deskundig zijn, maar er kleven nadelen aan dit beeld. We zijn goed in het schrijven van nota’s. Neem de nota over islam, een pracht stukje werk. Zo heeft de SGP heel goede standpunten, zo goed zelfs dat laatst bleek dat een aanzienlijk deel van de Nederlandse bevolking bij het invullen van ‘Stemwijzer’ het advies op zijn beeldscherm krijgt om SGP te stemmen. Toch hebben we nog steeds twee zetels…
Ik wil een aantal factoren kort noemen, in de discussie kunnen we het er dan over hebben:

• De SGP is deskundig en schrijft goed beleid, maar beleid betekent nog niet dat je een inspirerend verhaal hebt. Ik heb veel waardering voor de deskundigheid. Maar de nadruk op staatsrechtelijke zuiverheid zorgt ervoor dat we wat aan profiel verliezen. Het is wel sympathiek, maar we zijn daardoor niet echt onderdeel in het debat. Het is belangrijk een verhaal neer te leggen over Nederland als een christelijke natie, waarin de christelijke kerk een bevoorrechte positie moet hebben.


• De SGP loopt het gevaar een ‘non factor’ te worden in de politiek door een aantal bijzaken. Ik bedoel hiermee het vrouwenstandpunt en de nodeloze scherpte in het debat over theocratie en artikel 36. Graag citeer ik een SGP-raadslid uit Rijssen: “het wordt tijd dat een minderheid binnen de SGP haar verlies leert te accepteren.”

• Daarmee raak ik het imago van de partij. Dat is bewust ‘onwrikbaar en standvastig’, dat geeft je als partij maar weinig speelruimte. Er treden wel veranderingen op, maar de partij schept daar bewust onduidelijkheid over, en dat gaat alleen maar verlies opleveren.

• Een ander punt is de sluimerende angst om met de islam op één hoop te worden geveegd. Ons beleid màg niet zijn: “laten we maar voorzichtig zijn als het gaat om de islam, want straks zijn wij aan de beurt.” We moeten het onszelf tot een taak stellen om het verschil tussen islam en christendom zelfbewust uit te leggen.

• De SGP stoot andere conservatieve christenen vaak af doordat ze kibbelt over futiliteiten. Laten we beseffen dat politiek en theologie niet hetzelfde zijn. Laten we de ‘katholieke’ breedte zoeken en elkaar verdragen.

• SGP-ers, de achterban van de SGP, verwacht teveel van haar partij. Politiek is echter politiek en je kunt geen ijzer met handen breken. De middelen van de overheid zijn beperkt. Het ideaal van een christelijke samenleving en overheid zal via de overheid maar moeilijk verwezenlijkt worden.

De SGP is een partij met een waardevolle erfenis in zich. Naar mijn bescheiden mening is de SGP op dit moment de enige partij in Nederland die recht van spreken heeft als het gaat om het herstel van het moreel fundament onder onze democratische rechtsstaat. De SGP heeft het goud van het christelijk geloof en de christelijke cultuur - dat is in wezen het fundament waarover ik spreek - in handen. Maar op dit moment doet ze er te weinig mee. Ze zou het gesprek in Nederland moeten voeren over het belang van religie en cultuur. Ik kom daarom bij mijn laatste punt in mijn betoging: een christelijk conservatieve kans.

Een christelijk conservatieve kans

De vader van het Reveil, Willem Bilderdijk heeft eens geschreven: “In het verleden ligt het heden, in het nu wat worden zal.” Dat is een belangrijke uitspraak waar veel mensen vandaag niets meer mee hebben. Maar deze uitspraak is kenmerkend voor het christelijk conservatisme. Het is de erkenning dat tradities belangrijk zijn, christenen moeten dat weten.
Staatkundig Gereformeerden dienen meer te gaan beseffen dat ze uit een bredere traditie komen. Iedereen kent de naam van - ik noemde hem al eerder: Groen van Prinsterer, de grondlegger van christelijk conservatieve beweging in Nederland. Ik zeg met opzet: beweging, want ik vind dat we als SGP-ers wat minder ‘politiek’ moeten gaan denken. In zijn nieuwe boek (waar ik overigens dankbaar gebruik van heb gemaakt), over ds. J.T. Doornenbal, schrijft Bart Jan Spruyt over Doornenbal als een man met diepe bevindelijkheid en oog voor de katholieke breedte. Dat hè! Dat is ook voor de SGP een les. Ik zal dat concreet maken. Bart Jan Spruyt krijgt veel aandacht voor zijn boek, zelfs op radio en televisie. We kunnen dus niet zeggen dat mensen niet op ons verhaal zitten te wachten, we moeten er alleen hard voor werken. We zijn in de SGP, binnen de reformatorische gezindte, zo snel geneigd de slachtofferrol in te schieten. Dat hoeft helemaal niet.
Laten we duidelijk uitleggen dat we een verhaal hebben.
Het krachtigste getuigenis bestaat misschien wel niet in het vertolken van de aloude beginselen, maar in het uitleggen wat de waarde van het christelijk geloof is voor onze samenleving: een wereld waar veel medelanders, vooral jongeren, geen enkele affiniteit meer mee hebben.
Het getuigenis ligt in het beschermen bevorderen van een christelijke Leidkultur.
Juist dit culturele fundament wat de samenleving behoort te schragen kalfde af met het verdwijnen van tradities, gewoonten en ideeën. In een overdenking over de Bergrede zegt dominee Doornenbal: over de wetten van het Koninkrijk: “die lichamelijk en geestelijk in ons gestel geschreven zijn. Alleen door te leven naar die wetten, zullen wij werkelijk leven, en anders niet. Wij kunnen die wetten breken, maar dan breken zij ons, dan leidt dat enkel tot verderf en ondergang over de hele linie van ons bestaan.” Tot zover Doornenbal. Zo is cultuur de onderbouw van politiek en economie. En die cultuur was christelijk en is christelijk, daar zit ten diepste een oneindig veel diepere gedachte achter. Volgens Doornenbal gaat dit “niet buiten Christus en de verzoening met God en de weerkeer tot Hem”. Zo kunnen we van deze apolitieke dominee veel leren.

De dictatuur van de massa, met al haar verval, kan alleen tot staan worden gebracht door een christelijk conservatieve houding. In een recent boek over de CHU zegt prof. Andreas Kinneging: “de normale beleefdheid tegen elkaar, een beetje rekening houden met de ander, proberen te begrijpen wat de ander bedoelt. Dat zijn aristocratische en christelijke deugden, the spirit of the gentlemen en the spirit of religion. We kunnen niet zonder. (…) De CHU was hierin voorbeeldig.” De CHU is helaas ter ziele en opgegaan in het CDA. Juist een partij als de SGP heeft deze deugden nog. En ik zou met Paulus willen zeggen: “behoud het goede”.
Juist de SGP is een partij die pal moet staan om bestaande instituties te verdedigen: ik denk hier in het bijzonder aan het christendom, breder, en aan de kerken in het bijzonder. Maar dit is niet alleen een zaak van de politiek, laat staan de overheid. De overheid is beperkt en moet traag zijn om dingen te willen veranderen. De overheid heeft ook maar weinig middelen: de wetgeving en de zwaardmacht. Binnen de grenzen van de democratische rechtsstaat kan een politieke partij of een overheid iets ontplooien. Juist de samenleving – jij, u en ik.

Ik ga afsluiten. Ik vind echt dat de SGP wat moet doen met het verhaal dat ik geschetst heb, niet omdat ik het zeg, maar het zou de partij sterker kunnen maken, intelligenter, zo je wilt. De SGP en het christelijk conservatieve gedachtegoed sluiten elkaar niet uit, maar juist in. Wat is een meer begrepen getuigenis dan dit: “kijk om je heen, je ziet de gevolgen van de teloorgang. Wij hebben een verhaal over het herstel van het moreel en cultureel fundament.” Is er dan hoop? Ja, niet door ons verhaal, hoe goed dat is, maar in “de wetten van het Koninkrijk”, ja in de Koning van de Kerk. Ik wil niet mijn hele verhaal nuanceren, maar politiek is bijzaak, het gaat over nu - over de opbouw van de samenleving, maar oneindig gaat daar bovenuit: Christus, in Wie al de volheid is. Dit is de theocratische notie in het christelijk conservatieve gedachtegoed zoals de SGP-jongeren dat in hun beginselverklaring hebben omschreven: Christus is overwinnaar. God de Heer regeert. Het is, om het tot slot met Groen van Prinsterer te zeggen: “tegenover het ongeloof de banier van het evangelie”.
- EINDE -

Geen opmerkingen:

Volgers