8 augustus 2011

Beleid christelijk-conservatieve regering Hongarije dwingt respect af

18-07-2011 08:07 | Jan van Klinken

Met Hongarije heb ik, om eerlijk te zijn, helemaal niets. Of beter: had. Een jaar of twintig geleden ben ik er eens doorheen getrokken en Boedapest met zijn ligging aan de Donau is zelfs in de grauwe Oost-Europese winter een imposante stad, maar voor de rest kon het land mij niet bekoren. Een hoog Oostblokgehalte, zeg maar.

Toch begint Hongarije de laatste tijd mijn aandacht te trekken. Een week of wat geleden woonde ik een lezing bij van Mariska Orbán-de Haas waarin ze ons het land ten voorbeeld stelde. Behalve dat zij hoofdredacteur is van het Katholiek Nieuwsblad, is ze getrouwd met een Hongaar en zodoende volgt ze de ontwikkelingen in het vaderland van haar eega op de voet. Ze was uitgenodigd door de christelijk-conservatieven en als we Mariska mogen geloven, moet het voor de aanhangers van die beweging een waar eldorado zijn in Hongarije.

Sinds de vorige verkiezingen in 2010 heeft een christelijk-conservatieve alliantie daar een tweederdemeerderheid gekregen in het parlement. Die zou een beleid voeren zoals ChristenUnie en SGP dat voorstaan. Er zijn in Hongarije dan ook andere tijden aangebroken. Het nieuwe kabinet wil de naam van God in de herziene grondwet opnemen en weet zich in het parlement verzekerd van aanvaarding van dat voorstel.

De vergelijking met ChristenUnie en SGP geldt vooral voor moreel-ethische kwesties. Zo voert de nieuwe regering een antiabortusbeleid. Dat is zelfs zo expliciet dat het de woede heeft gewekt van D66-Europarlementariër In ’t Veld. Een beter bewijs dat ze in Boedapest goed bezig zijn, is er niet. Mevrouw In ’t Veld vindt dat de Hongaarse regering haar antiabortusvoorlichtingscampagne per direct moet stoppen. Zij ergert zich groen en geel aan een foto die deel uitmaakt van de campagne, waarop een ongeboren baby is te zien met als onderschrift: „Ik begrijp dat je nog niet klaar voor me bent, maar laat me alsjeblieft leven.” De Hongaarse regering pleit voor adoptie in plaats van abortus.

Volgens de D66-Europarlementariër wordt de campagne met Europees geld betaald en iets ergers kan ze zich bijna niet voorstellen. Ze heeft inmiddels gehoor gevonden bij Eurocommissaris Viviane Reding van Justitie. Nou ja, bij al het gestuntel binnen de EU rond de schuldencrisis kan dit er ook nog wel bij.
Tot zover heeft Mariska het gelijk helemaal aan haar kant. In Hongarije lijkt inderdaad sprake van een opzienbarende ontwikkeling, waarbij ik ook wel meteen wil aantekenen dat de regering van het land een gelukkiger hand heeft in haar stellingname tegen abortus dan de hoofdredacteur van het Katholiek Nieuwsblad. In een open brief aan het VVD-Kamerlid Hennis-Plasschaert refereerde zij vorig jaar aan de miskramen van de parlementariër.

Aanleiding was de reactie van de VVD’er op een protestactie van hulpbisschop De Jong van Roermond, die Tweede Kamerleden een plastic popje in de vorm van een foetus had toegestuurd. Walgelijk, noemde mevrouw Hennis die actie. Mariska de Haas vond toen dat ze in de pen moest klimmen en het VVD-Kamerlid aan haar miskramen moest herinneren. Dom en onkies natuurlijk, wat ze zelf naderhand ook wel toegaf, maar toen was het kwaad al geschied.

Maar goed, we zouden het over Hongarije hebben en wat in dat verband niet onvermeld mag blijven, is dat het economisch beleid van de nieuwe, conservatieve regering een groot succes lijkt te worden. Het Internationaal Monetair Fonds, dat zich dag in dag uit het hoofd breekt hoe het andere landen niet ver van Hongarije van de ondergang moet redden, is opmerkelijk lovend. De politici die nu aan de macht zijn, doen het veel beter dan hun socialistische voorgangers. Het gewenste begrotingstekort van 3 procent in 2011 wordt gehaald, de inflatie is min of meer stabiel, de export groeit een beetje en de auto-industrie doet het goed. Eindelijk weer licht aan de horizon.

Alsof het niet op kan, heeft het Hongaarse parlement maandag ook nog eens ingestemd met het invoeren van een zogeheten ‘hamburgerheffing’. Dat is een aanduiding die wat kort door de bocht gaat, maar die erop neerkomt dat het land belasting gaat heffen op producten met hoge gehaltes aan vet, suiker, zout en cafeïne.

De maatregel heeft eigenlijk geen uitleg nodig. Net als de rest van Europa kampt het land in toenemende mate met gezondheidsproblemen die het gevolg zijn van overmatige consumptie van vetten en suikers. Je kunt dan de boel op z’n beloop laten totdat de kosten van de gezondheidszorg –net als bij ons– de pan uitrijzen of gewoon maatregelen treffen. De bevolking ontmoedigen om sorbets en snacks naar binnen te werken, is natuurlijk een impopulaire bezigheid, maar je neemt als politicus wel je verantwoordelijkheid. Of de maatregel toereikend zal zijn, is iets anders, maar alles is beter dan niets doen en het signaal is in ieder geval glashelder. Wat mij betreft zijn het kanjers, daar in Boedapest. Emigreren naar het land zal ik niet snel doen en ik zie Bart Jan Spruyt en de zijnen zich er voorlopig ook nog niet vestigen, maar wat mij betreft nemen we ons petje toch even heel diep af voor de Hongaren.

Geen opmerkingen:

Volgers