5 januari 2010

Een waar genoegen

Ook in 2010 hopen we op deze weblog weer wekelijks de column van Jan van Klinken te plaatsen.
Een mooie aftrap: De nieuwjaarstoespraak van Cohen aan zijn burgers...



„Geachte inwoners van deze stad.
Ik wil deze nieuwjaars­toespraak beginnen met het aanbieden van mijn excuses. Het is gewoon gênant, zo veel missers als we dit jaar maakten. Ik heb daar last van en daarom wil ik dit jaar graag schoon schip maken.

In de eerste plaats moet ik natuurlijk beginnen met de grootse plannen die we iedere keer als gemeentebestuur uitbroeden. Soms denk ik wel eens dat het ons een beetje naar het hoofd is gestegen. Iedere keer blijken die plannen duurder uit te pakken dan gedacht. En niet zo maar een beetje. Als dit allemaal in een normaal bedrijf was gebeurd, zouden de verantwoordelijke bestuurders met een enorme zwieper de deur uit gezet zijn. Maar niet bij ons. Het pluche op het stadhuis is aangenaam warm en wordt slechts zelden iemand te heet onder de derrière.

U vraagt zich misschien af hoe het kan dat die gapende gaten in onze begrotingen ongestraft blijven. Dat wil ik bij deze gelegenheid wel onthullen. „Even Den Haag bellen”, zeggen we dan tegen elkaar. Wouter of een ander PvdA-vriendje steekt vaak een helpende hand toe. Ze hebben daar op de ministeries meestal nog wel ergens een potje staan met een paar honderd miljoen.

En anders verhogen we gewoon de belastingen. Even wordt er gemord en dan blijft het weer een tijd stil. Tot de volgende ronde, zeg maar. Vaak heb ik me daarover verbaasd. Honds­trouw zijn jullie. Als belastingbetalers melken we jullie helemaal uit en nooit heb ik een woedende menigte voor het stadhuis gezien die het spuugzat is. Onbegrijpelijk.

En het gaat maar door. Neem de Noord/Zuidlijn. Twee weken geleden heeft het college besloten de aanleg gewoon voort te zetten. Huppetee, weer een container met belastinggeld in een bodemloze put gestort.

Dat is nu precies waar ik niet meer aan mee wil doen. Mijn grenzen zijn bereikt. Ik schaam me tot over de oren en weet eigenlijk niet goed hoe ik jullie nog onder ogen moet komen.

Wat ik als eerste wil aanpakken, is de situatie rond de Joodse Cheiderschool. Ik heb daar een tijdje terug een rapport over ontvangen dat ik toen snel in de onderste la heb gelegd. De boel bij elkaar houden, hè, u kent dat wel van me. Maar ik kan het eigenlijk niet maken.

In dat rapport staat dat de leerlingen van de Cheiderschool zich iedere dag bedreigd voelen. Elke ochtend doet een politiebusje daar de ronde. Om het schoolgebouw staat een hoog hekwerk en camera’s houden de omgeving permanent in de gaten. De leerlingen schuiven een pet over hun keppeltje als ze zich buiten het hek begeven. Op straat wachten scheldpartijen, dreigen, spugen, stenen naar het hoofd. Volgens de portier is het dreigingsniveau soms zo hoog dat hij moet meelopen naar de bushalte. Het leerlingental daalt gestaag: gezinnen trekken naar oorden waar het voor de Joodse gemeenschap veiliger is. De zegslieden draaien er niet omheen: altijd zijn het jonge moslims die voor de agressie zorgen.

Als ik heel eerlijk ben, kan ik daar woest om worden. In míjn stad! Maar ja, als ik er wat van wil zeggen, krijg ik alle PvdA-kornuiten over me heen. En dat is precies wat ik niet meer pik.

Het beleid dat ik als korpsbeheerder in de steigers wil zetten, is dat voortaan de ME wordt ingezet om de stad weer veilig te maken. Dat kan makkelijk omdat ik heb besloten te stoppen met de inzet van ME bij voetbalwedstrijden. Vond ik eigenlijk altijd al belachelijk. Op kosten van de gemeenschap zorgen dat voetbalgajes de meest afschuwelijke teksten vanaf de tribune kan roepen. „Hamas, Hamas, alle Joden aan het gas.”

Moet je nagaan, mijn bloedeigen opa en oma zijn omgebracht in Bergen-Belsen. Inderdaad, door het gas van Adolf Hitler. En dan zouden we het mogelijk moeten maken dat hooligans om herhaling roepen? Dacht ’t niet.

De tijd van de zachte heelmeesters en de stinkende wonden is wat mij betreft voorbij. Niks schuitje varen, theetje drinken. Nou ja, de schuitjes over het IJ zullen nog wel een poosje in de vaart moeten blijven. Dat kon wel eens 2030 worden. Maar thee drinken werkt niet. Het signaal is niet oké.

Wat ik ook wil regelen, is dat de christelijke organisaties in deze stad extra subsidie krijgen. Weliswaar heeft de gemeenteraad pas een motie aangenomen waarmee hij die subsidies juist wil blokkeren, maar daar ga ik dwars tegenin. Al moet ik het hele stadhuis op z’n kop zetten. Stel je voor dat we hier bijvoorbeeld het Leger des Heils zouden droogleggen. Waar zit ons verstand! Een nobeler organisatie is nauwelijks denkbaar. Terecht hebben jullie majoor Boss­hardt in november verkozen tot grootste Amsterdammer aller tijden. Wat was dat een geweldige vrouw!

Nergens is ons geld in zulke goede handen als in die van het Leger. Vergelijk dat eens met de vage welzijnsclubs waar maar wat met het belastinggeld wordt aangerommeld. Dat is door onze eigen Rekenkamer al diverse keren vastgesteld. Ik denk bijvoorbeeld aan het schandaal van twee jaar geleden in Zuidoost waarbij een aantal PvdA-deelraadsleden de subsidies regelde voor welzijnsinstellingen die vervolgens hún zakken vulden.

Heel even is zoiets in het nieuws en daarna hoor je er niemand meer over. Tjonge jonge, hardwerkende burgers van deze stad die iedere keer weer moeten bijlappen, wat zijn jullie toch een makke schapen. Eigenlijk, als jullie diep in mijn hart kijken, vind ik het nog niet zo raar dat jullie massaal op Wilders stemmen. Een soort proteststem, zeg maar. Sinds het kwartje bij mij is gevallen, kan ik het wel begrijpen.

Burgers van deze stad. Mijn oprechte excuses dat het onder mijn leiding zo’n puinhoop is geworden in ons mooie Amsterdam, maar ik zal mijn stinkende best doen om het komende jaar de rotste plekken weg te snijden. Wie weet kunnen we dan met z’n allen toch weer een beetje trots zijn op onze stad.”

„En?”

„Ja, hier ben ik het eigenlijk wel mee eens. Veel dank, Jan.”

„Niets te danken. Het was me een waar genoegen, Job.”


01-01-2010 19:54 | Jan van Klinken

Geen opmerkingen:

Volgers