2 november 2011

"Wie zou niet wenen Majesteit?" (Jan van Klinken)

Bij labyrint aan rechtzinnigheid blijft Beatrix voorlopig vrijzinnig
31-10-2011 10:36 | Jan van Klinken

Onverwachts volgt er toch nog een oranjekleurige nabrander, ondanks de aankondiging in de vorige aflevering dat we het even niet meer over het koningshuis zouden hebben. Dat komt door een telefoontje van de koningin zelf. Dat gebeurt niet ieder dag. Ze wilde reageren op alle publiciteit rondom haar geloof. Haar was vrijzinnigheid verweten.

Dat laatste kan niet worden ontkend. Zowel ds. J. J. van Eckeveld van de Gereformeerde Gemeenten als de SGP’ers De Bruyne en Van der Vlies waren in interviews helder in hun oordeel.
Ook het staatkundig gereformeerde oud-Statenlid Bisschop liet tijdens een debat op de Wegwijsbeurs weten dat Beatrix wat hem betreft wel een paar meter in de rechtzinnige richting mag opschuiven. Ex-wethouder Van der Schans (eveneens SGP) uit Bodegraven, tegenspeler van Bisschop in genoemd debat, stelde daar weliswaar tegenover dat hij niet graag de „geloofsnieren” van de koningin wilde proeven, maar anderzijds stelde hij toch ook klip-en-klaar dat de koningin „geen refo” is.

Dat had de majesteit geraakt, liet ze weten. Een volksdeel dat zich zo nauw verbonden weet aan het Oranjehuis en dan zo veel afstand neemt, dat wilde ze niet zomaar laten passeren. Vandaar dat ze voorstelde om zich eens nader te oriënteren op een ruk naar rechtzinnigheid. Ze vroeg welke smaken er zo al voorhanden waren en of ik haar daarin wilde adviseren.

U begrijpt, wie zou de majesteit zoiets durven weigeren? Ik vertelde haar dat er misschien wel tien keuzemogelijkheden waren en dat ik eens een rondje zou doen. In gedachten begon ik bij mijn ex-collega Piet Vergunst van de Gereformeerde Bond, om te eindigen bij Arie Klein van de Oud Gereformeerde Gemeenten, eveneens een oud-collega.

Ik stelde me voor dat ze allen uiteen zouden zetten waarom de koningin een voortreffelijke keuze zou doen om voortaan op zondag bij een van hun aangesloten gemeenten aan te schuiven. Haarfijn konden ze aangeven waarom de keuze voor hun genootschap toch net iets of zelfs heel veel beter is dan die voor de naaste buren.

Ik had ook niet anders verwacht. Wie een eigen kerkgenootschap in de lucht houdt, doet dat niet omdat hij vindt dat je net zo goed bij de concurrentie kunt kerken. Op dat punt kun je wat mij betreft niet duidelijk genoeg zijn.

Zelf kom ik uit de rechterflank van de gezindte en in het landelijke kerkblad dat bij ons thuis circuleerde, werden de aanpalende kerken altijd duchtig de oren gewassen. Ik vond dat altijd logisch. Als het één pot nat is, moet je bij elkaar in één gebouw gaan zitten. Zo niet, dan moet je kunnen aangeven waarom je op jezelf staat. Een andere oplossing is er niet.

Immers, en nu word ik even heel erg serieus, onze grote Voorganger gebiedt dat we allen één zijn en dan heb je volgens mij een heel erg goed verhaal nodig om daarvan af te wijken.

Kortom, ik belde Hare Majesteit met de boodschap dat ik zo een adresje of tien kon aanreiken waar ze binnen een straal van 25 kilometer terechtkon. Zo ver is Huis ten Bosch niet van Katwijk en daar hebben ze keuze genoeg. Maar daarmee nam ze geen genoegen. Ze wilde weten waar ze dan het beste uit was. Het lag op mijn lippen om te zeggen dat dat niet zo veel uitmaakte want dat het altijd rechtzinniger was dan de diensten in de Kloosterkerk die ze af en toe bezoekt, maar ik voorzag al haar tegenvraag. Als het er niet zo veel toe deed, waarom trokken al die rechtzinnige kerkgenootschappen dan gescheiden op? Dus zei ik: „Het spijt me, majesteit, maar het is een beetje ingewikkeld geworden. In de eerste plaats zijn er duizend-en-een liggingsverschillen. Bij het ene genootschap is de toegang tot het Koninkrijk ruimer dan bij het andere. Er zijn denominaties waar het Koninkrijk slechts voor een enkeling is weggelegd, bij andere komt het gros van de kerkgangers goed terecht. Daartussen zit nog een hele waaier. En verder leggen uiterlijke zaken veel gewicht in de schaal. Bij groep A zijn lange broek en legging beide taboe, bij groep B doen ze daar helemaal niet moeilijk over.

Om het nog ingewikkelder te maken, spelen sentimenten een belangrijke rol. Mensen voelen zich natuurlijk erg prettig in de sfeer waarin ze zijn opgegroeid. Dat heeft weer te maken met nestgeur en een gevoel van veiligheid. Ook predikanten die van grote invloed zijn op iemands geestelijk leven, doen er soms heel veel toe.”

Het was, zoals u begrijpt, een lang verhaal. Het had nog langer gekund, maar allerlei binnen- en buitenverbanden heb ik maar onbesproken gelaten.

Niet helemaal eerlijk, dat geef ik toe, maar ga ons staatshoofd eens uitleggen dat er ook nog allerlei afsplitsingen van afsplitsingen zijn en dat we tegenwoordig zelfs refobaptisten kennen. Om over het labyrint aan vrije groepen, thuislezers en huisgemeenten maar te zwijgen.

De majesteit hoorde mijn relaas zwijgend aan. Aan het eind zei ze: „Wat vindt u daar nu van?”

„Wie zou niet wenen, majesteit?” was mijn reactie.

Daarop zei ze: „Dan denk ik dat ik nog maar een poosje vrijzinnig blijf.”

Doorgaans sta ik niet zo gauw met de mond vol tanden, maar toen wel.

Geen opmerkingen:

Volgers