20 juni 2009

Tempeest van het leven

De wereld om ons heen is vol van herrie. In het verkeer, op bouwplaatsen, in winkelcentra, op verjaardagen, op scholen, in vergaderzalen ja zelfs in de kerken. Soms komt het op mij over als ene grote orkaan van stemmen en muziek. Alles door elkaar heen klinkt het als een grote potpourri van geluiden. Wie stilte wil hebben of voelen zal naar een stukje afgelegen platteland, de grote stille heide of naar de Sahara moeten gaan. De afgelopen decennia heeft het rijk vele stiltegebieden aangewezen. Gelukkig hebben ze er bordjes neergezet zodat je weet wanneer je het stiltegebied binnentreedt en wanneer je het gebied verlaat.

De vraag is echter wie er nog behoefte heeft aan rust. De meeste rust die ikzelf wil beleven is onderuitgezakt in een gezellige stille kamer met een stevig boek of essay op schoot. Hoe kan je stilte ervaren in een commerciële baan en met een gezin van 4 kinderen? Oké, je kan echte rustmomenten inplannen. Momenten, waarin je niet praat maar ook niet leest, en misschien zelfs niet denkt (?). In het laatste geval zal je slapen…de slaap van een onrustige..
Helaas heb ik die behoefte aan echte stilte zo weinig.
“Onrustig is het hart totdat het rust vind in God”, schreef Augustinus in zijn beroemde Confessions. Alleen die woorden zijn al het overdenken in stilte waard.

Toch lijkt het tegenwoordig zo te zijn dat als je niet met oortjes van een mp3-speler in je oren over straat fietst je al de stilte beleefd. In ieder geval loopt en fietst 90 % van de jongeren met van die dopjes in hun oren. Ik veronderstel dat deze jongeren niet bepaald naar rustgevende muziek luisteren om zich te distantiëren van alle geluiden om zich heen. De beats die mij van een afstand van enkele meters bereiken getuigen niet van een deuntje van Vivaldi of Beethoven. De jeugd, ja zelfs 90 % van de refo-jeugd, getuige een onderzoek van het RD, luistert bewust naar de herriezender 538. Volgens een refo-meisje werk je er zelfs harder door.

Plato maakte al onderscheid tussen Apollinische en Dionysische muziek. Waarbij de Apollinische toch wel zijn uitgesproken voorkeur had. Appollinische klanken waren de “verstandige” klanken van o.a. snaarinstrumenten. Dionysische klanken waren de klanken van slag- en blaasinstrumenten die de mensen in verroering moesten brengen. Dit laatste was in de Griekse tijd negatief bedoeld. Kinderen moesten al vroeg met muziek bekend worden gemaakt. Volgens Plato moesten kinderen leren zichzelf te begeleiden bij zang: de snaarinstrumenten waren daarvoor dus uitermate geschikt, want met een snaarinstrument konden ze tegelijkertijd zingen en spelen.
Dit laatste valt nog niet mee voor mijn oudste dochter want die heeft voor een blaasinstrument ( dwarsfluit) gekozen i.p.v. een snaarinstrument.
Muziek wil ik echter niet naar Plato’s Apollinische en Dionysische soort verdelen maar meer in Klassiek en Populair. Uiteindelijk wel met hetzelfde doel als Plato. Kinderen kennis laten maken met “schone”muziek.
Zie voor dit onderwerp verder de blog orde in de ziel.

Terug naar de wanorde.

De wereld is op drift hoorde ik onlangs een predikant zeggen. En ik denk dat hij gelijk heeft.
Misschien ben ik te pessimistisch en ga ik nu chargeren. Maar de jeugd leest niet meer, wil herrie aan de kop hebben, zoekt ruzie met hun ouders die samen ook altijd ruzie zoeken of niet thuis zijn, brallen het weekend en hun vakanties door in herrietenten…. Zucht…

Kinderen die opgevoed worden door ouders die jong waren in de woelige 60-er jaren hebben veelal geen goed voorbeeld meegekregen.
Ach ja….. “Wij zijn ook een tijdje wild en onbezonnen geweest”, hoorde ik ongeveer 2 jaar geleden een D66- raadslid tegen mij zeggen. Alsof hij wilde zeggen.. “met mij is het ook nog goed gekomen”…. Dat laatste betwijfel ik sterk, de maatschappijvisie van de gemiddelde D66-er aanschouwend en beluisterend.
De jeugd van tegenwoordig lijkt mij nog meer “born to be wild” dan in 1968. Een moeder had onlangs de schrik in de benen toen ze over de schouder van haar 13-jarige dochter meekeek op de hyves-pagina van die dochter. Wellicht is deze moeder naïef over het gedrag van haar lieverd of naïef t.o.v. de wereld om haar heen. Maar het is wel tekenend voor de tijd van nu. Meisjes die zich zo bloot mogelijk moeten presenteren en de hardste house als hun favorit music hebben verkozen.
In het Katholiek Nieuwsblad van deze week is een verslag te lezen van de EO- jongerendag van vorige week. Een katholiek meisje ( Anne) die aanwezig was op dit christelijke popfestival concludeerde dat er zo weinig stilte momenten waren. “Na een rustig moment beginnen de mensen meteen te klappen. Eigenlijk vind ik dat de sfeer verpest wordt doordat er meteen weer geluid is“, aldus Anne.
Naïef? Of was ze werkelijk op zoek naar rust op deze dag vol muziek en opwekking?
Het moet de mensen bij de EO maar eens aan het denken zetten. Katholieken ervaren nog de mystiek van de stilte in de kerk. De gereformeerde kerken hebben herrie in hun tabernakel gehaald en ze zijn nog harder leeggelopen dan voorheen. Nee, als jongeren muziek willen hebben dan niet kleinschalig in het plaatselijke kerkje om de hoek. Maar met z’n allen in een stadion met beats, flitsen en gillende meiden.
De kerken in bevindelijk gereformeerde kringen hebben naast de katholieken nog de meeste stilte behouden. (stil) Gebed, een Psalm, Orgelspel, een Preek. Onlangs sprak een hersteld hervormde dominee zijn gemeente toe met de vraag of zij voor aanvang van de dienst in Gods huis niet zoveel herrie wilde maken. Het werd hem hoogst kwalijk genomen. Je mag toch wel even met je vriend in de bank voor je praten? Of het laatste nieuws met je achterbuurvrouw hardop bespreken?
Toch had deze dominee het bij het rechte eind. In de kerk ben je, behalve als je zingen moet, gewoon stil.

Naar de kerk ga je om te luisteren en te overdenken.

Als rustpunt in een week en wereld vol tempeesten.

Geen opmerkingen:

Volgers